Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 december 2002
gepubliceerd op 06 februari 2003

Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en programmatorische federale overheidsdienst consumentenzaken
numac
2002011527
pub.
06/02/2003
prom.
18/12/2002
ELI
eli/wet/2002/12/18/2002011527/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2002. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Het opschrift van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, wordt vervangen als volgt : « Wet betreffende de veiligheid van producten en diensten ».

Art. 3.In artikel 1 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het eerste lid, punt 1, wordt vervangen als volgt : « 1.product : elk lichamelijk goed dat ongeacht of het nieuw, tweedehands of opnieuw in goede staat gebracht is, tegen betaling of gratis, in het kader van een handelsactiviteit of in het kader van een dienst aan een gebruiker wordt geleverd of ter beschikking gesteld, evenals elk lichamelijk goed dat door een werkgever in gebruik wordt gesteld of vervaardigd om ter beschikking gesteld te worden van een werknemer voor de uitvoering van zijn werk, met uitzondering van de voedingsmiddelen, de dierenvoeding, de farmaceutische producten, de chemische stoffen en preparaten, de biociden, de gewasbeschermingsmiddelen en de meststoffen. Worden eveneens beoogd de installaties, met andere woorden de gezamenlijke constructie van producten, zodanig opgesteld dat zij in samenhang functioneren. Worden echter niet beoogd de tweedehands producten die als antiek worden geleverd of de producten die voor gebruik moeten worden gerepareerd of opnieuw in goede staat moeten worden gebracht, op voorwaarde dat de leverancier de persoon aan wie hij het product levert hiervan duidelijk op de hoogte stelt; ». 2° In het eerste lid worden de punten 1bis , 1ter en 1quater ingevoegd, luidende : « 1bis .veilig product : een product dat bij normale of redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden, ook wat gebruiksduur en eventuele indienststelling, installatie en onderhoudseisen betreft, geen enkel risico oplevert, dan wel slechts beperkte risico's die verenigbaar zijn met het gebruik van het product en vanuit het oogpunt van een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en de veiligheid van personen, aanvaardbaar worden geacht.

De mogelijkheid een hoger veiligheidsniveau te bereiken of andere producten met een kleiner risico aan te schaffen, volstaat niet om een product als « gevaarlijk » te beschouwen. Tijdens de evaluatie wordt wel rekening gehouden met : - de kenmerken van het product, met name de samenstelling, de verpakking, de voorschriften voor assemblage en, in voorkomend geval, voor installatie en onderhoud; - het effect ervan op andere producten, ingeval redelijkerwijs kan worden verwacht dat het product in combinatie met die andere producten zal worden gebruikt; - de aanbiedingsvorm van het product, de etikettering, eventuele waarschuwingen en aanwijzingen voor het gebruik en de verwijdering ervan, alsmede iedere andere aanwijzing of informatie over het product; - de categorieën gebruikers die bij het gebruik van het product grote risico's lopen, in het bijzonder kinderen en ouderen. 1ter . gevaarlijk product : een product dat niet beantwoordt aan de definitie van « veilig product »; 1quater . product bestemd voor consumenten : elk product dat voor een consument bestemd is of waarvan redelijk te verwachten is dat het door consumenten zal gebruikt worden, ook ais het niet specifiek voor hen bedoeld is. De enige uitzondering hierop zijn de voor de professionele doeleinden bestemde producten waarvan de etikettering dat professioneel gebruik aangeeft en die normaal niet in de distributie ter beschikking zijn van de consumenten; ». 3° In het eerste lid worden punten 2bis en 2ter ingevoegd luidende : « 2bis .veilige dienst : een dienst waarbij enkel veilige producten aan worden geboden en waarbij de dienstverlening geen risico's inhoudt voor de gebruiker dan wel perkte risico's die verenigbaar zijn met de dienstverlening en vanuit het oogpunt van een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en de veiligheid aanvaardbaar worden geacht; 2ter . gevaarlijke dienst : een dienst die niet beantwoordt aan de definitie van « veilige dienst »; ». 4° Het eerste lid, punt 3, wordt aangevuld als volgt : « - de werkgever die producten vervaardigt voor gebruik op de arbeidsplaats in het eigen bedrijf;». 5° In het eerste lid worden punten 5bis , 5ter en 5quater ingevoegd, luidende : « 5bis .werknemer : de werknemer zoals bepaald in artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 5ter . werkgever : de werkgever zoals bepaald in artikel 2 van dezelfde wet; 5quater . gebruiker : naar gelang het geval de consument, de werkgever of de werknemer; ». 6° In het eerste lid wordt punt 7bis ingevoegd, luidende : 7bis .ernstig risico : een risico dat snel ingrijpen van de overheid vereist, met inbegrip van risico's waarvan de gevolgen zich niet onmiddellijk voordoen; ». 7° Het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « 9.terugroepen : alle maatregelen om een gevaarlijk product dat een producent of distributeur al aan de gebruiker heeft geleverd of beschikbaar gesteld, terug te nemen : 10. uit de handel nemen : alle maatregelen om uitstalling of distributie en aanbieding van een gevaarlijk product, en de aanbieding van een gevaarlijke dienst te verhinderen;11. geharmoniseerde norm :een niet-bindende nationale norm van een lidstaat van de Europese Unie, die een omzetting is van een Europese norm die het voorwerp uitmaakte van een mandaat van de Europese Commissie aan een Europese normalisatie-instelling en waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is gepubliceerd. De referenties van de Belgische normen die voldoen aan deze bepaling worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . ». 8° Het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Deze wet beoogt niet de relaties tussen de werkgevers en de werknemers te regelen, noch het milieu te beschermen.». 9° Het derde lid wordt vervangen als volgt : « Deze wet beoogt voornamelijk de richtlijn 2001/95/EG van 3 december 2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de algemene productveiligheid, om te zetten.».

Art. 4.Artikel 2 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.De producenten zijn gehouden uitsluitend veilige producten op de markt te brengen en veilige diensten aan te bieden. ».

Art. 5.Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.§ 1. Een product of dienst wordt verondersteld veilig te zijn wanneer het voldoet aan geharmoniseerde normen, wat de risico's en risicocategorieën betreft die zijn geregeld in de betrokken normen. § 2. Indien er voor een product of dienst, geheel of gedeeltelijk, geen geharmoniseerde normen zijn wordt de overeenstemming met de algemene veiligheidsvereiste beoordeeld aan de hand van onderstaande factoren, wanneer deze bestaan : 1° de niet-bindende nationale normen tot omzetting van andere dan in artikel 1, eerste lid, punt 11, bedoelde Europese normen;2° de nationale Belgische normen;3° de aanbevelingen van de Commissie van de Europese Unie met richtsnoeren voor de beoordeling van de productveiligheid;4° de gedragscodes inzake productveiligheid die in ie betrokken sector van kracht zijn;5° de stand van vakkennis en techniek;6° de veiligheid die de gebruikers redelijkerwijs mogen verwachten.».

Art. 6.In artikel 4 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Met het oog op de bescherming van de veiligheid of de gezondheid van de gebruiker, kan de Koning, op de voordracht van de Minister : - voor een categorie van producten de vervaardiging, de invoer, de verwerking, de uitvoer, het aanbod, de tentoonstelling, de verkoop, de behandeling, het vervoer, de verdeling, zelfs kosteloos, de verhuring, het ter beschikking stellen, de levering na herstelling, de ingebruikstelling, het bezit, de etikettering, het verpakken, de omloop en/of de gebruikswijze verbieden of reglementeren alsmede de voorwaarden inzake veiligheid en gezondheid die in acht genomen moeten worden bepalen en - een categorie van diensten verbieden of voor een categorie van diensten de voorwaarden bepalen inzake veiligheid en gezondheid waaronder deze mogen verleend worden.

Elk ontwerp van besluit ter uitvoering van deze paragraaf wordt door de Minister voor advies voorgelegd aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten waarbij hij de termijn bepaalt waarbinnen dit advies wordt gegeven. De termijn bedraagt ten minste twee maanden. Als deze termijn eenmaal is verstreken, is het advies riet meer vereist.

In dat geval hoort de Minister of zijn gemachtigde vooraf een representatief geachte vertegenwoordiging van de sector van de betrokken producten of diensten en de consumenten- en/of werknemersorganisaties. ». 2° In § 3 wordt het woord « consumenten » vervangen door het woord « gebruikers » en deze paragraaf wordt aangevuld als volgt : « - de facultatieve en/of verplichte procedures, testen en markeringen.».

Art. 7.In artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° De § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.In geval van ernstig risico kan de Minister of zijn gemachtigde voor een periode van ten hoogste één jaar, maximaal één maal met een periode van ten hoogste één jaar verlengbaar, een gemotiveerd totaal of gedeeltelijk verbod uitvaardigen voor of voorwaarden vaststellen voor : - de vervaardiging, de invoer, de verwerking, de uitvoer, het aanbod, de tentoonstelling, de verkoop, de behandeling, het vervoer, de verdeling, zelfs kosteloos, de verhuring, het ter beschikking stellen, de levering na herstelling, de ingebruikstelling, het bezit, de etikettering, net verpakken, de omloop en/of de gebruikswijze van een product of categorie van producten; - de dienstverlening.

Deze tijdelijke maatregel kan omgezet worden in een definitieve maatregel overeenkomstig de procedures bedoeld in artikel 4 van deze wet. ». 2° In § 2 wordt het woord « consument » vervangen door het woord « gebruiker ».

Art. 8.In artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « consument » telkens vervangen door het woord « gebruiker »;2° in het tweede lid worden de woorden « Hij bepaalt » vervangen door de woorden « De Minister bepaalt ».

Art. 9.Artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.§ 1. De producenten verstrekken binnen het bestek van hun activiteiten de gebruiker de informatie die hem in staat stellen zich een oordeel te vormen over de aan een product inherente risico's gedurende de normale of redelijkerwijs te verwachten gebruiksduur, indien deze risico's zonder passende waarschuwing niet onmiddellijk herkenbaar zijn, en zich tegen deze risico's te beschermen.

Een dergelijke waarschuwing ontslaat de betrokkenen evenwel niet van de verplichting de andere bij deze wet gestelde eisen na te komen. § 2. De producenten nemen binnen het bestek van hun activiteiten, maatregelen die zijn afgestemd op de kenmerken van de door hen geleverde producten en diensten om : 1° op de hoogte te kunnen blijven van de risico's van deze producten en diensten;2° de passende acties te kunnen ondernemen om deze risico's te voorkomen, waaronder het uit de handel nemen, het aangepast en doeltreffend waarschuwen van de gebruikers en het terugroepen.Deze acties kunnen door de Koning, respectievelijk de Minister of zijn gemachtigde in toepassing van de artikelen 4 en 5 van deze wet verplicht worden. § 3. De distributeurs dragen bij tot de naleving van de toepasselijke veiligheidseisen, met name door geen producten te leveren waarvan zij weten of op grond van de hun ter beschikking staande gegevens beroepshalve hadden moeten concluderen dat deze niet aan die eisen voldoen. Bovendien nemen zij binnen het bestek van hun activiteiten deel aan de bewaking van de veiligheid van de op de markt gebrachte producten, vooral door informatie over de risico's van de producten door te geven, de nodige documentatie bij te houden en te verstrekken om de oorsprong van producten op te sporen en medewerking te verlenen aan de door de producenten en de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen om de risico's te vermijden. § 4. De producenten en distributeurs stellen het Centraal Meldpunt voor producten onmiddellijk in kennis wanneer zij weten, of op grond van de hun ter beschikking staande gegevens beroepshalve behoren te weten, dat een door hen op de markt gebracht product of dienst voor de consument risico's met zich brengt die onverenigbaar zijn met het algemene veiligheidsvereiste. Zij verstrekken ten minste volgende informatie : 1° gegevens aan de hand waarvan het product of de partij producten in kwestie exact kan worden geïdentificeerd;2° een volledige beschrijving van het aan de betrokken producten verbonden risico;3° alle beschikbare informatie aan de hand waarvan het product kan worden getraceerd;4° een beschrijving van de ondernomen stappen om risico's voor de gebruikers te voorkomen. De Koning kan de inhoud en de vorm van het aangifteformulier vaststellen. § 5. De producenten en distributeurs verlenen de bevoegde autoriteiten desgevraagd, en binnen het bestek van hun activiteiten, samenwerking bij de acties die ondernomen zijn om de risico's, verbonden aan producten die zij leveren of geleverd hebben, te vermijden. ».

Art. 10.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.Voor de producten bestemd voor consumenten zijn de etikettering en de informatie die dwingend voorgeschreven zijn bij deze wet en bij haar uitvoeringsbesluiten, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen minstens gesteld in de taal of de talen van het taalgebied, waar de producten of diensten op de markt worden gebracht.

Voor de andere producten geldt dezelfde verlichting behalve indien de besluiten die in uitvoering van artikel 4 van deze wet genomen worden, in afwijkende voorwaarden voorzien. ».

Art. 11.In artikel 11 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « Centraal Meldpunt voor Consumentenproducten » vervangen door de woorden « Centraal Meldpunt voor producten ».2° In het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° optreden als contactpunt voor consumenten, producenten, distributeurs, werkgevers en overheden voor producten en diensten die niet of niet zouden beantwoorden aan de bepalingen van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten en die de veiligheid en/of de gezondheid van de gebruikers kunnen of zouden kunnen schaden;». 3° Het eerste lid, 5°, wordt aangevuld als volgt : « en deze ter beschikking houden van de ambtenaren aangesteld overeenkomstig artikel 19, § 1 van deze wet ».4° Het artikel wordt aangevuld als volgt : « Het Centraal Meldpunt stelt, in overeenstemming met de eisen inzake transparantie, de informatie over de risico's van producten en diensten voor de gezondheid en veiligheid van de gebruiker aan het publiek beschikbaar.In het bijzonder krijgt het publiek toegang tot de informatie over de identificatie van de producten, de aard van het risico en de genomen maatregelen. ».

Art. 12.In artikel 13 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden de woorden « consumenten of producenten » vervangen door de woorden « consumenten producenten of distributeurs ».

Art. 13.In artikel 14 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « gezondheid van de consumenten » vervangen door de woorden « gezondheid van de gebruikers »;2° Het tweede lid, 2° en 3°, wordt vervangen als volgt : « 2° het verstrekken van adviezen in verband met het te voeren beleid van de federale overheid inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de gebruikers ten gevolge van het op de markt brengen van producten;3° het verstrekken van adviezen in verband met het te voeren beleid van de federale overheid inzake de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de consumenten ten gevolge van het gebruik van producten;». 4° In het tweede lid, 4° en in het derde lid wordt het woord « consumenten » vervangen door het woord « gebruikers ».

Art. 14.In artikel 15 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° de leden : a) negen vertegenwoordigers van de beroeps- of interprofessionele organisaties, onder wie tenminste één vertegenwoordiger van de middenstand;b) zes vertegenwoordigers van de consumenten- en drie van de werknemersorganisaties;c) negen experts.». 2° In hetzelfde lid, 3°, worden de woorden « van de terzake » vervangen door de woorden « van elke terzake »;3° In het vierde lid wordt het woord « consumentenorganisaties » vervangen door de woorden « consumenten- of werknemersorganisaties ».

Art. 15.In artikel 16 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 4 april 2001, wordt het woord « consumentenorganisaties » vervangen door de woorden « consumenten- of werknemersorganisaties ».

Art. 16.Artikel 19 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 3. De in § 1 bedoelde ambtenaren, de personeelsleden van het Centraal Meldpunt en de leden van de Commissie voor de Veiligheid van producten zijn verplicht tot geheimhouding van de informatie die in het kader van deze wet werd verzameld en die door haar aard onder het beroepsgeheim valt tenzij die informatie veiligheidskenmerken van de producten betreft die, gelet op de omstandigheden, openbaar moeten worden gemaakt om de gezondheid en de veiligheid van de consumenten te beschermen. ».

Art. 17.In dezelfde wet wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende : « Art. 19bis . De koning bepaalt in verband met deze wet en haar uitvoeringsbesluiten voor een product of een categorie van producten, op de gezamenlijke voordracht van de Minister en van de andere Ministers die bevoegd zijn voor de veiligheid van dit product of deze categorie van producten : 1° de toewijzing van de bevoegdheden en opdrachten betreffende het toezicht en de controle;2° de samenstelling van de vertegenwoordiging van België bij de internationale of supranationale organisaties;3° de toewijzing van de bevoegdheden en opdrachten bij de voorbereiding van uitvoeringsbesluiten.In dit kader kan de Koning bepalen dat bij de toepassing van de artikelen 4 en 5 naast de Commissie voor de veiligheid van de consumenten andere adviesorganen, volgens dezelfde procedures, verplicht geraadpleegd worden. ».

Art. 18.In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de § 1 worden de woorden « het vorige artikel » vervangen door de woorden « artikel 19, § 1 ».2° In de § 1, punt 4, worden de woorden « of laten analyseren » ingevoegd tussen de woorden « nemen en analyseren » en de woorden « en installaties controleren ».3° In de § 2 worden de woorden « de in § 1 » vervangen door de woorden « de in artikel 19, § 1 » en worden de woorden « de gemeentepolitie of van de rijkswacht » vervangen door de woorden « de politiediensten ».4° In de § 3 worden de woorden « de in § 1 » vervangen door de woorden « de in artikel 19, § 1 ».

Art. 19.in artikel 22, § 2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 april 2001, worden de woorden « hiertoe door de Minister aangestelde ambtenaren » telkens vervangen door de woorden « in artikel 19, § 1 bedoelde ambtenaren ».

Art. 20.In dezelfde wet wordt een artikel 26ter ingevoegd, luidende : « Art. 26ter . De Koning kan de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie.

Te dien einde kan Hij : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen. De coördinatie krijgt het volgende opschrift : Wetten betreffende de veiligheid van producten en diensten, gecoördineerd op... ».

Art. 21.De wet van 11 juli 1961 betreffende de waarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen, de recipiënten en de beschermingsmiddelen inzake veiligheid en gezondheid moeten bieden, gewijzigd door de wetten van 3 december 1969, 22 december 1989, 23 maart 1994, 7 juli 1994 en 13 februari 1998, wordt opgeheven.

De Koning treft op gezamenlijk voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de consumentenveiligheid behoort en van de Minister tot wiens bevoegdheid de arbeidsveiligheid behoort alle vereiste maatregelen om de uitvoeringsbesluiten, die genomen werden op basis van de voormelde wet van 11 juli 1961, in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de voormelde wet van 9 februari 1994.

Art. 22.In artikel 1 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, gewijzigd door de wetten van 22 maart 1989 en van 4 april 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2°, g) vervallen de woorden « en andere onder a) tot f) bedoelde producten »;2° het punt 2° wordt aangevuld als volgt : « h) voedingsmiddelen die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid van de consumenten ». Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Consumentenzaken, J. TAVERNIER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1)Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken : Gewone zitting 2001-2002 : Doc. 50-1995 : Nr. 1 : Wetsontwerp.

Nr. 2 : Verslag namens de Commissie.

Nr. 3 : Tekst verbeterd door de Commissie.

Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 14 november 2002.

Senaat : Stukken van de Senaat : Gewone zitting 2001-2002.

Doc. 2-1355 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^