Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 augustus 2011
gepubliceerd op 26 november 2014

Wet houdende instemming met het Tweede Protocol, gedaan te Parijs op 24 juni 2009, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Canberra op 13 oktober 1977, zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Canberra op 20 maart 1984, en tot aanpassing van de Belgische belastingwetgeving aan sommige bepalingen van voormeld Tweede Protocol (2) (3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2011015102
pub.
26/11/2014
prom.
19/08/2011
ELI
eli/wet/2011/08/19/2011015102/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 2011. - Wet houdende instemming met het Tweede Protocol, gedaan te Parijs op 24 juni 2009, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Canberra op 13 oktober 1977, zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Canberra op 20 maart 1984, en tot aanpassing van de Belgische belastingwetgeving aan sommige bepalingen van voormeld Tweede Protocol (1) (2) (3)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Tweede Protocol, gedaan te Parijs op 24 juni 2009 (hierna « het Tweede Protocol » genoemd), tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Canberra op 13 oktober 1977, zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Canberra op 20 maart 1984 (hierna « de Overeenkomst » genoemd), zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Binnen de 24 maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het Tweede Protocol, mag de administratie buiten de termijnen waarin het intern fiscaal recht voorziet inlichtingen inzamelen : - bedoeld in artikel 26 van de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, en - die betrekking hebben op belastbare tijdperken die aanvangen vóór, of op belastbare feiten die zich voordoen vóór, de inwerkingtreding van het Tweede Protocol, maar waarop de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, niettemin van toepassing is.

Art. 4.Binnen de 24 maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het Tweede Protocol, kan een belasting of een aanvullende belasting nog op geldige wijze gevestigd worden buiten de termijnen waarin het intern fiscaal recht voorziet en dit op basis van inlichtingen : - die in het kader van artikel 26 van de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, werden verstrekt door de conform de Overeenkomst aangewezen bevoegde autoriteit van Australië, en - die betrekking hebben op belastbare tijdperken die aanvangen vóór, of op belastbare feiten die zich voordoen vóór, de inwerkingtreding van het Tweede Protocol maar waarop de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, niettemin van toepassing is.

Art. 5.Binnen de 24 maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het Tweede Protocol, kan een belastingontheffing nog op geldige wijze toegekend worden buiten de termijnen waarin het intern fiscaal recht voorziet en dit op basis van inlichtingen : - die in het kader van artikel 26 van de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, werden verstrekt door de conform de Overeenkomst aangewezen bevoegde autoriteit van Australië, en - die betrekking hebben op belastbare tijdperken die aanvangen vóór, of op belastbare feiten die zich voordoen vóór, de inwerkingtreding van het Tweede Protocol maar waarop de Overeenkomst, zoals gewijzigd door het Tweede Protocol, niettemin van toepassing is.

Art. 6.De administratieve en strafrechtelijke sancties waarin het intern fiscaal recht voorziet in geval van niet-naleving van de verplichtingen die voor de overtreder voortvloeien uit de onderzoeksmacht die aan de administratie is toegekend door het intern fiscaal recht, zijn van toepassing op de persoon die de verplichtingen niet nakomt die voor hem voortkomen uit de onderzoeksmacht die aan de administratie is toegekend door artikel 3 van deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 augustus 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Zitting 2010-2011. Senaat : Documenten.

Ontwerp van wet ingediend op 20 april 2011, nr. 5-962/1.

Amendementen 5-962/2.

Verslag namens de commissie, nr. 5-962/3.

Tekst aangenomen door de commissie 5-962/4.

Parlementaire Handelingen.

Bespreking, vergadering van 9 juni 2011.

Stemming, vergadering van 9 juni 2011.

Kamer van volksvertegenwoordigers : Documenten.

Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 53-1575/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 53-1575/2.

Parlementaire Handelingen.

Bespreking, vergadering van 7 juli 2011.

Stemming, vergadering van 7 juli 2011. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 28 maart 2014 (Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2014), Decreet van de Franse Gemeenschap van 19 april 2012 (Belgisch Staatsblad van 27 juni 2012), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 24 september 2012 (Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2012 (Ed.2)), Decreet van het Waalse Gewest van 26 april 2012 (Belgisch Staatsblad van 22 mei 2012), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 2 mei 2013 (Belgisch Staatsblad van 17 mei 2013) (Ed. 2)). (3) Datum inwerkingtreding : 12 mei 2014. Second Protocol amending the Agreement between the Kingdom of Belgium and Australia for the Avoidance of Double Taxation and the Prevention of Fiscal Evasion with Respect to Taxes on Income signed at Canberra on 13 October 1977 as amended by the Protocol signed at Canberra on 20 March 1984.

The Kingdom of Belgium and Australia, Desiring to amend the Agreement between the Kingdom of Belgium and Australia for the Avoidance of Double Taxation and the Prevention of Fiscal Evasion with Respect to Taxes on Income signed at Canberra on 13 October 1977 as amended by the Protocol signed at Canberra on 20 March 1984 (hereinafter referred to as the « Agreement »), Have agreed as follows : ARTICLE I The text of Article 26 of the Agreement is deleted and replaced by the following : « 1. The competent authorities of the Contracting States shall exchange such information as is foreseeably relevant for carrying out the provisions of this Agreement or to the administration or enforcement of the domestic laws concerning taxes of every kind and description imposed by or on behalf of the Contracting States, insofar as the taxation thereunder is not contrary to the Agreement. The exchange of information is not restricted by Articles 1 and 2. 2. Any information received under paragraph 1 by a Contracting State shall be treated as secret in the same manner as information obtained under the domestic laws of that State and shall be disclosed only to persons or authorities (including courts and administrative bodies) concerned with the assessment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, the determination of appeals in relation to taxes referred to in paragraph 1, or the oversight of the above.Such persons or authorities shall use the information only for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions. Notwithstanding the foregoing, information received by a Contracting State may be used for other purposes when such information may be used for such other purposes under the laws of both States and the competent authority of the supplying State authorises such use. 3. In no case shall the provisions of paragraphs 1 and 2 be construed so as to impose on a Contracting State the obligation : (a) to carry out administrative measures at variance with the laws and administrative practice of that or of the other Contracting State;(b) to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other Contracting State;(c) to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial or professional secret or trade process, or information, the disclosure of which would be contrary to public policy (ordre public).4. If information is requested by a Contracting State in accordance with the provisions of this Article, the other Contracting State shall use its information gathering measures to obtain the requested information, even though that other State may not need such information for its own tax purposes.The obligation contained in the preceding sentence is subject to the limitations of paragraph 3 of this Article but in no case shall such limitations be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because it has no domestic interest in such information. 5. In no case shall the provisions of paragraph 3 of this Article be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because the information is held by a bank, other financial institution, trust, foundation, nominee or person acting in an agency or a fiduciary capacity or because it relates to ownership interests in a person.To the extent necessary to obtain such information, the tax administration of the requested Contracting State shall have the power to require the disclosure of information and to conduct investigations and hearings notwithstanding any contrary provisions in its domestic tax laws. » ARTICLE II 1. Each of the Contracting States shall notify the other Contracting State, through diplomatic channels, of the completion of the procedures required by its law for the bringing into force of this Protocol.The Protocol shall enter into force on the date of the later of these notifications and its provisions shall have effect : a) with respect to taxes due at source on income credited or payable on or after 1 January 2010;b) with respect to other taxes charged on income of taxable periods beginning on or after 1 January 2010;c) with respect to any other taxes imposed by or on behalf of the Contracting States, on any other tax due in respect of taxable events taking place on or after 1 January 2010.2. Notwithstanding paragraph 1, the provisions of Article 26 (Exchange of Information) shall have effect with respect to criminal tax matters from the date of entry into force of the Protocol, without regard to the taxable period to which the matter relates. The term « criminal tax matters » means tax matters involving intentional conduct which is liable to prosecution under the criminal laws of the requesting State.

ARTICLE III This Protocol, which shall form an integral part of the Agreement, shall remain in force as long as the Agreement remains in force and shall apply as long as the Agreement itself is applicable.

In witness whereof, the undersigned duly authorized thereto by their respective governments, have signed this Protocol.

Done in duplicate at Paris, on this 24th day of June, 2009, in the English language.

Tweede Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Canberra op 13 oktober 1977, zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Canberra op 20 maart 1984 Het Koninkrijk België en Australië, Wensende de Overeenkomst te wijzigen tussen het Koninkrijk België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, ondertekend te Canberra op 13 oktober 1977, zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Canberra op 20 maart 1984 (hierna te noemen « de Overeenkomst »), Zijn het volgende overeengekomen : ARTIKEL I De tekst van artikel 26 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : « 1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen enkel voor die doeleinden. Zij mogen van deze inlichtingen melding maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. Niettegenstaande het voorafgaande, mogen inlichtingen die door een overeenkomstsluitende Staat zijn ontvangen voor andere doeleinden worden gebruikt indien ze overeenkomstig de wetgeving van beide Staten voor die andere doeleinden mogen worden gebruikt en indien de bevoegde autoriteit van de Staat die de inlichtingen verstrekt, de toestemming geeft voor dat gebruik. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen : (a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer overeenkomstig de bepalingen van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden. De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 van dit artikel voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 van dit artikel aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een zaakwaarnemer of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.Voor zover zulks nodig is om die inlichtingen te verkrijgen, heeft de belastingadministratie van de aangezochte overeenkomstsluitende Staat de bevoegdheid om te vragen inlichtingen bekend te maken en om een onderzoek en verhoren in te stellen, niettegenstaande andersluidende bepalingen in de binnenlandse belastingwetgeving van die Staat. » ARTIKEL II 1. Elk van de overeenkomstsluitende Staten stelt de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg in kennis van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Protocol zijn vereist.Het Protocol zal in werking treden op de datum van de laatste van deze kennisgevingen en de bepalingen ervan zullen van toepassing zijn : a) met betrekking tot de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na 1 januari 2010;b) met betrekking tot de andere belastingen geheven naar inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1 januari 2010;c) met betrekking tot alle andere belastingen die worden geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten, op elke andere belasting die verschuldigd is ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na 1 januari 2010.2. Niettegenstaande paragraaf 1 zullen de bepalingen van artikel 26 (Uitwisseling van inlichtingen) toepassing vinden op strafrechtelijke belastingaangelegenheden vanaf de datum van inwerkingtreding van het Protocol, ongeacht het belastbaar tijdperk waarop de aangelegenheid betrekking heeft. De uitdrukking "strafrechtelijke belastingaangelegenheden" betekent belastingaangelegenheden waarbij opzettelijke handelingen verricht zijn die tot gerechtelijke vervolging kunnen leiden krachtens de strafwetgeving van de verzoekende Staat.

ARTIKEL III Dit Protocol, dat een integrerend deel van de Overeenkomst uitmaakt, zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst van kracht blijft en zal van toepassing zijn zolang de Overeenkomst zelf van toepassing is.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan in tweevoud te Parijs, op 24 juni 2009, in de Engelse taal.

^