Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 januari 1998
gepubliceerd op 30 april 1998

Wet betreffende het statuut in België van de Hoge Vertegenwoordiger die belast is met de uitvoering op burgerlijk gebied van het Vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1998015037
pub.
30/04/1998
prom.
19/01/1998
ELI
eli/wet/1998/01/19/1998015037/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JANUARI 1998. - Wet betreffende het statuut in België van de Hoge Vertegenwoordiger die belast is met de uitvoering op burgerlijk gebied van het Vredesakkoord voor Bosnië-Herzegovina (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.De Hoge Vertegenwoordiger geniet voor het uitoefenen van de taken die eigen zijn aan zijn opdracht en voor de duur ervan de juridische handelingsbevoegdheid die resolutie S/1031 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 15 december 1995 hem toekent.

Art. 3.De Hoge Vertegenwoordiger, zijn lokalen, archieven en andere eigendommen genieten dezelfde voorrechten en immuniteiten, met inbegrip van de nationale fiscale voordelen, als die toegekend aan een diplomatieke zending overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961.

Art. 4.Aan de Hoge Vertegenwoordiger en aan de leden van zijn beroepspersoneel en aan de leden van hun familie worden dezelfde voorrechten en immuniteiten, met inbegrip van de nationale fiscale voordelen, toegekend als die welke de diplomatieke ambtenaren en hun familie genieten overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961.

Aan de andere personeelsleden van de Hoge Vertegenwoordiger en aan hun familie worden dezelfde voorrechten en immuniteiten, met inbegrip van nationale fiscale voordelen, toegekend als die welke de leden van het administratief en technisch personeel en hun familie genieten overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961.

Art. 5.De Belgische onderdanen en de permanente verblijfhouders in België genieten die voordelen, voorrechten en immuniteiten niet.

Zij genieten evenwel immuniteit van rechtsmacht met betrekking tot handelingen die zij bij de uitoefening van hun officiële functie verrichten, met inbegrip van hun uitlatingen en geschriften.

Art. 6.De voorrechten en immuniteiten worden uitsluitend toegekend om de Hoge Vertegenwoordiger in staat te stellen zijn opdracht uit te voeren en niet in het persoonlijk voordeel van de personen die ze genieten. De Hoge Vertegenwoordiger heeft het recht en de plicht de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin de immuniteit de rechtsgang belemmert en de opheffing ervan de belangen van zijn functie niet schaadt.

Art. 7.De in artikel 4 vermelde personen genieten geen immuniteit van rechtsmacht in geval van overtredingen van het verkeersreglement of van schade veroorzaakt door motorvoertuigen.

Art. 8.De Hoge Vertegenwoordiger en de leden van zijn personeel in België dienen zich te richten naar alle verplichtingen die opgelegd worden in de Belgische wetgeving met betrekking tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in verband met het gebruik van motorvoertuigen.

Art. 9.De Hoge Vertegenwoordiger en de leden van zijn personeel werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten ten einde een goede rechtsbedeling te bevorderen, de naleving van de politievoorschiften te waarborgen, alsmede ieder misbruik te voorkomen van de in deze wet bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten.

Art. 10.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Vervoer, M. DAERDEN De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

(1) Parlementaire referentie. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Zitting 1996-1997-1998 : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 13 maart 1997, nr. 959.

Tekst aangenomen in pleniaire vergadering en overgezonden naar de Senaat.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6 november 1997. - Stemming, vergadering van 6 november 1997. Zitting 1997-1998 : Senaat.

Documenten. - Tekst overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1-769/1. Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. - Niet evocatie aangekondigd in de pleniaire vergadering van 27 november 1997.

^