Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 maart 2014
gepubliceerd op 06 juni 2014

Wet houdende wijzigingen van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2014202560
pub.
06/06/2014
prom.
19/03/2014
ELI
eli/wet/2014/03/19/2014202560/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

19 MAART 2014. - Wet houdende wijzigingen van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - 19 maart 2014. - Wijzigingen van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle

Art. 2.In artikel 1 van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, gewijzigd bij de wetten van 2 april 2003 en 30 maart 2011, wordt de definitie van "nucleaire inspecteurs" opgeheven.

Art. 3.Artikel 9 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.§ 1. Onverminderd de ambtsbevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie bedoeld in artikel 8 van het Wetboek van strafvordering, zien de daartoe door de Koning aangewezen statutaire en contractuele personeelsleden van het Agentschap toe op de naleving van de verordeningen van de Europese Unie die behoren tot de bevoegdheden van het Agentschap, van de bepalingen van deze wet, van de uitvoeringsbesluiten ervan, alsook op de naleving van de voorwaarden opgenomen in de vergunningen, toelatingen of erkenningen in uitvoering van deze bepalingen, en worden zij belast met de begeleiding overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van de wet van 20 juli 1978 houdende geëigende beschikkingen teneinde de Internationale Organisatie voor Atoomenergie toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden door te voeren op Belgisch grondgebied in uitvoering van het Internationaal Akkoord van 5 april 1973 bij toepassing der §§ 1 en 4 van artikel III van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens. § 2. De overeenkomstig § 1 aangewezen personeelsleden worden "nucleaire inspecteurs" genoemd. § 3. De overeenkomstig § 1 aangewezen personeelsleden leggen, voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af, in de termen bepaald bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/1831 pub. 26/07/2012 numac 2012000423 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet « betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie ». - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie, in handen van de minister die toezicht uitoefent op het Agentschap of van zijn afgevaardigde. § 4. De nucleaire inspecteurs kunnen hun bevoegdheden uitoefenen op het gehele Belgische grondgebied, doch slechts met het oog op het toezicht op de uitvoering van de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbepalingen ervan, alsook op de naleving van de voorwaarden opgenomen in de vergunningen, toelatingen of erkenningen in uitvoering van deze bepalingen, de wet van 20 juli 1978 houdende geëigende beschikkingen teneinde de Internationale Organisatie voor Atoomenergie toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden door te voeren op Belgisch grondgebied in uitvoering van het Internationaal Akkoord van 5 april 1973 bij toepassing der §§ 1 en 4 van artikel III van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens, de wet van 1 juni 2005 betreffende de toepassing van het Aanvullend Protocol van 22 september 1998 bij de Internationale Overeenkomst van 5 april 1973 ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens en de artikelen 477 tot en met 477sexies en 488bis van het Strafwetboek. § 5. Een geactualiseerde nominatieve lijst van de overeenkomstig § 1 aangewezen personeelsleden wordt ten minste om de twee jaar in de vorm van een ministerieel besluit bekendgemaakt.

De overeenkomstig § 1 toegewezen bevoegdheden kunnen door de Koning worden ontnomen. »

Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidende : «

Art. 9bis.§ 1. In afwijking van de mogelijkheid tot toepassing van artikel 29 van het Wetboek van strafvordering, hebben de in artikel 9 bedoelde personeelsleden het recht waarschuwingen te geven en een termijn te bepalen waarbinnen de overtreder zich in regel moet stellen.

Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden.

Wanneer de dag waarop de termijn om zich in regel te stellen verstrijkt een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag verschoven naar de eerstvolgende werkdag. § 2. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden kunnen de inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, alsook op de voorwaarden opgenomen in de vergunningen, toelatingen of erkenningen in uitvoering van deze bepalingen, vaststellen bij proces-verbaal dat geldt tot het tegendeel wordt bewezen voor zover een afschrift ervan ter kennis gebracht wordt van de vermoedelijke dader van de inbreuk, binnen een termijn van zestig dagen die aanvangt de dag na de vaststelling van de inbreuk. Indien deze termijn niet wordt gerespecteerd, dan geldt het proces-verbaal ten titel van inlichting. § 3. Bij het opmaken van de processen-verbaal kunnen de door hen verrichte materiële vaststellingen, met bewijskracht, gebruikt worden door andere nucleaire inspecteurs, andere inspectiediensten of door statutaire of contractuele personeelsleden belast met het toezicht op de naleving van andere wetgevingen. »

Art. 5.Artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.§ 1. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden, voorzien van bewijsstukken ter rechtvaardiging van hun ambt, beschikken over de hierna volgende toezichtbevoegdheden bij de uitoefening van hun opdracht, en dit zowel in het kader van de administratieve afhandelingsbevoegdheid als in het kader van de vaststelling van inbreuken bij proces-verbaal : 1° zij hebben te allen tijde, zonder voorafgaande verwittiging, vrije toegang tot vervoermiddelen, fabrieken, opslagplaatsen, ziekenhuizen en, meer in het algemeen, alle inrichtingen waar toestellen of stoffen die ioniserende stralingen kunnen verspreiden, geproduceerd, vervaardigd, gehouden of gebruikt worden, evenals elke plaats waarvan zij redelijkerwijze kunnen vermoeden dat ofwel voormelde toestellen of stoffen, onderworpen aan de bepalingen van de wetgevingen waarop zij toezicht uitoefenen, aanwezig zijn ofwel bewijzen van het bestaan van een inbreuk kunnen aangetroffen worden.Tot bewoonde lokalen of andere ruimten en plaatsen die daadwerkelijk als woning zijn ingericht en als dusdanig worden gebruikt, hebben ze evenwel enkel toegang mits voorafgaande machtiging van de onderzoeksrechter. Een machtiging tot visitatie kan worden bekomen voor de toegang tot de bewoonde ruimten na 21 uur en voor 5 uur mits een met bijzondere redenen omkleed verzoek gericht aan de onderzoeksrechter; 2° zij kunnen stoffen of een monster ervan aan een onderzoek of een analyse laten onderwerpen.De kosten zijn ten laste van de exploitant of houder van de stoffen, met toepassing van artikel 31, § 3; 3° zij kunnen, onverminderd de toepassing van artikel 47bis van het Wetboek van strafvordering en van artikel 2bis, § 2, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 26/05/2011 numac 2011000307 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis, overgaan tot het ondervragen, hetzij alleen, hetzij in aanwezigheid van getuigen, van de exploitant of het ondernemingshoofd, zijn aangestelden of mandatarissen, de werknemers of de externe werknemers, evenals van alle personen van wie ze het verhoor noodzakelijk achten, over elke aangelegenheid waarvan de kennis nuttig is voor de uitoefening van het toezicht.Het verhoor wordt al naargelang het geval in een inspectieverslag dan wel in een proces-verbaal van verhoor opgetekend; 4° zij kunnen de identiteit opnemen van de personen die zich bevinden op de plaatsen die aan hun controle onderworpen zijn en van wie ze redelijkerwijze kunnen vermoeden dat ze exploitanten, ondernemingshoofden, aangestelden of mandatarissen, werknemers of externe werknemers zijn, evenals van alle personen van wie ze het verhoor noodzakelijk achten voor het uitoefenen van het toezicht. Daartoe kunnen ze van deze personen de overlegging vorderen van officiële identiteitsdocumenten. Zij kunnen bovendien deze personen identificeren door middel van niet-officiële documenten die deze hen spontaan voorleggen wanneer deze personen niet bij machte zijn om officiële identiteitsdocumenten voor te leggen of wanneer de in artikel 9 bedoelde personeelsleden aan de authenticiteit ervan of aan de identiteit van deze personen twijfelen; 5° zij kunnen zich ter plaatse alle inlichtingen doen verschaffen of op hun verzoek en zonder verplaatsing alle boeken, registers, documenten, schijven, magneetbanden of om het even welke andere informatiedrager die zij voor hun onderzoeken nuttig achten, laten voorleggen en er uittreksels, duplicata, afdrukken, uitdraaien, kopieën of fotokopieën van nemen of ze kosteloos laten bezorgen of, tegen ontvangstbewijs, beslag leggen op om het even welke voormelde informatiedrager.De originele drager van de informatie moet worden bewaard op het Agentschap totdat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is uitgesproken, het dossier is geseponeerd of de administratieve boete, opgelegd overeenkomstig de artikelen 53 tot 62, is betaald; 6° zij kunnen alle voor hun onderzoek nuttige informatiedragers, die zich bevinden in de inrichtingen of op de andere plaatsen die aan hun toezicht onderworpen zijn, opsporen en onderzoeken;7° zij kunnen vaststellingen doen door het maken van foto's, afdrukken en film- of video-opnames, met uitsluiting van de vaststellingen die de vorm aannemen van observaties in de zin van artikel 47sexies en volgende van het Wetboek van strafvordering of van een telefoontap in de zin van artikel 90ter en volgende van het Wetboek van strafvordering. Zij kunnen eveneens beeldmateriaal afkomstig van derden gebruiken, voor zover deze personen dit beeldmateriaal rechtmatig hebben gemaakt of verkregen.

De vaststellingen die de in artikel 9 bedoelde personeelsleden hebben gedaan door middel van het door hen gemaakte beeldmateriaal moeten de volgende gegevens bevatten : - de identiteit van de nucleaire inspecteur; - de bepaling waaraan de nucleaire inspecteur zijn bevoegdheid tot optreden ontleent; - de plaats en de datum van de inbreuk; - de identiteit van de vermoedelijke dader en van de betrokkenen; - de bepaling waarop inbreuk werd gepleegd; - een beknopt relaas van de feiten met betrekking tot de gepleegde inbreuken; - de dag, de datum, het uur waarop en de exacte beschrijving van de plaats waar het beeldmateriaal is gemaakt; - de volledige identificatie van het technisch hulpmiddel waarmee het beeldmateriaal is gemaakt; - een beschrijving van wat op dat beeldmateriaal te zien is, alsmede het verband met de vastgestelde inbreuk; - wanneer het gaat om een detailopname, een aanduiding op het beeldmateriaal waaruit de schaal blijkt; - wanneer er meerdere afdrukken of meerdere dragers zijn, een nummering van deze afdrukken of deze dragers.

De originele drager van het beeldmateriaal wordt bewaard op het Agentschap totdat een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is uitgesproken, het dossier is geseponeerd of de administratieve boete, opgelegd overeenkomstig de artikelen 53 tot 62, is betaald; 8° zij kunnen rechtstreeks, kosteloos en op eenvoudig verzoek alle nuttige informatiedragers opvragen of opsporen en onderzoeken bij de dienst die de fysische controle uitoefent in de aan het onderzoek onderworpen inrichting, bij de dienst die hier toezicht op uitoefent of bij de in artikel 14bis bedoelde entiteiten, alsook bij de verkopers, leveranciers, fabrikanten en invoerders van bronnen van ioniserende stralingen en bij de deskundigen die werkzaamheden uitvoeren in de inrichtingen;9° zij kunnen bevelen dat de documenten die moeten worden aangeplakt ingevolge de wetgevingen waarop zij toezicht uitoefenen, daadwerkelijk aangeplakt worden en blijven, binnen een termijn die zij bepalen of onverwijld. § 2. De inbeslagname van medische dossiers kan enkel door de onderzoeksrechter worden bevolen. § 3. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden kunnen, ingeval van verzet tegen de in het kader van § 1 bedoelde bevoegdheden, een proces-verbaal opstellen wegens verhindering van toezicht.

Zij kunnen de bijstand vorderen van de federale of de lokale politiediensten. »

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende : «

Art. 10bis.§ 1. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden waarborgen het vertrouwelijk karakter van de gegevens van vertrouwelijke aard of bedrijfsgeheimen waarvan ze kennis nemen in de uitoefening van hun opdracht en verzekeren zich ervan dat deze gegevens uitsluitend worden aangewend voor de uitoefening van hun toezichtsopdracht.

De inlichtingen betreffende medische gegevens van persoonlijke aard mogen slechts worden meegedeeld of gebruikt met inachtneming van het medisch beroepsgeheim.

Indien de in artikel 10, § 1, 5°, 6° en 7°, bedoelde informatiedragers persoonsgegevens bevatten die de gezondheid betreffen, dan gebeurt de toegang tot deze informatiedragers en de verwerking en bewaring van de erin vervatte inlichtingen door de in artikel 9 bedoelde personeelsleden die beschikken over een wettelijk diploma van doctor in de geneeskunde. § 2. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden delen de nuttige inlichtingen die zij bij hun onderzoek hebben ingewonnen mee aan de personeelsleden belast met het toezicht op andere wetgevingen.

De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken alsook van de ministers verantwoordelijk voor de in het eerste lid bedoelde inspectiediensten, de nadere regels van de gegevens-uitwisseling.

Evenwel mogen de inlichtingen die werden ingewonnen naar aanleiding van de uitoefening van taken voorgeschreven door de rechterlijke overheid slechts worden medegedeeld mits toestemming van deze laatste en mogen de akten, stukken, registers, documenten of inlichtingen betreffende gerechtelijke procedures enkel worden medegedeeld met de uitdrukkelijke toestemming van de procureur-generaal. § 3. Alle overheidsdiensten die afhangen van de federale regering moeten, en de overige overheidsdiensten, hierin inbegrepen de parketten en de griffies van de hoven en rechtbanken, gemeenschappen, gewesten, provincies en agglomeraties, federaties van gemeenten, gemeenten, verenigingen waarvan deze deel uitmaken, overheidsinstellingen die ervan afhangen, kunnen aan de nucleaire inspecteurs, op hun verzoek, alle inlichtingen verstrekken, alsook hun alle boeken, registers, documenten, schijven, magneetbanden of om het even welke andere informatiedragers ter kennisneming voorleggen en hun de uittreksels, duplicata, afdrukken, uitdraaien, kopieën of fotokopieën die de nucleaire inspecteurs nuttig achten bij het toezicht op de naleving van de wet en haar uitvoeringsbesluiten waarmee zij zijn belast, overhandigen.

Alle voornoemde diensten met uitzondering van de diensten van de gemeenschappen en de gewesten, zijn gehouden die inlichtingen, uittreksels, afschriften, afdrukken, uitdraaien, kopies of fotokopieën kosteloos te verstrekken.

De vaststellingen, akten, stukken, registers, documenten of inlichtingen ingewonnen voor of naar aanleiding van de uitvoering van de taken opgelegd door de bevoegde rechterlijke overheid mogen evenwel enkel worden medegedeeld met de uitdrukkelijke toestemming van deze laatste.

Een samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, gesloten met toepassing van artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, regelt de mededeling van inlichtingen door de diensten van de gemeenschappen en de gewesten, alsmede andere vormen van wederzijdse bijstand en samenwerking. § 4. Elke beslissing over de strafvordering uit hoofde van een inbreuk op de wetgevingen waarop zij toezicht uitoefenen, zal op hun verzoek ter kennis worden gebracht van de in artikel 9 bedoelde personeelsleden die proces-verbaal hebben opgemaakt.

De mededeling van deze beslissing aan de in artikel 9 bedoelde personeelsleden, gebeurt door toedoen, naargelang van het geval, van het orgaan van het openbaar ministerie dat deze heeft genomen, van de griffier van de rechtbank van eerste aanleg die of van het hof van beroep dat ze heeft uitgesproken. § 5. Het openbaar ministerie bij de hoven en rechtbanken waarbij een strafrechtelijke zaak aanhangig is en waarvan het onderzoek ernstige aanwijzingen aan het licht brengt inzake een inbreuk op de wet en haar uitvoeringsbesluiten, kan de directeur-generaal van het Agentschap hierover informeren. »

Art. 7.In dezelfde wet wordt een artikel 10ter ingevoegd, luidende : «

Art. 10ter.De in artikel 9 bedoelde personeelsleden mogen geen enkel rechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben in de inrichtingen of ondernemingen waarop zij toezicht dienen uit te oefenen en waardoor hun objectiviteit in opspraak zou kunnen worden gebracht.«

Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 10quater ingevoegd, luidende : «

Art. 10quater.§ 1. Ten gevolge van de vaststelling van een inbreuk op de wet of haar uitvoeringsbesluiten of van de niet-naleving van de voorwaarden opgenomen in de in uitvoering van deze bepalingen verleende vergunningen, toelatingen en erkenningen, kunnen de in artikel 9 bedoelde personeelsleden bestuurlijke maatregelen opleggen aan de exploitant of het ondernemingshoofd. § 2. De bestuurlijke maatregelen kunnen de vorm aannemen van : 1° een bevel aan de exploitant of het ondernemingshoofd om maatregelen te nemen om de inbreuk te beëindigen, de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk te herstellen of herhaling ervan te voorkomen;2° een bevel aan de exploitant of het ondernemingshoofd om activiteiten, werkzaamheden, of het gebruik van zaken te beëindigen, de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk te herstellen of herhaling ervan te voorkomen;3° een feitelijke handeling van de in artikel 9 bedoelde personeelsleden, op kosten van de exploitant of het ondernemingshoofd, om de inbreuk te beëindigen, de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk te herstellen of herhaling ervan te voorkomen;4° een combinatie van de in 1°, 2° en 3°, bedoelde maatregelen; In de in § 2, 1° en 2°, bedoelde gevallen wordt aan de beslissing tot oplegging van een bestuurlijke maatregel een uitvoeringstermijn verbonden.

In de in § 2, 1° en 2°, bedoelde gevallen worden desgevallend de voorwaarden die moeten zijn vervuld om de bestuurlijke maatregel op te heffen, omschreven in de beslissing tot oplegging van de bestuurlijke maatregel. § 3. De bestuurlijke maatregelen kunnen onder meer het volgende inhouden : 1° de stopzetting of uitvoering van werkzaamheden, handelingen of activiteiten;2° het verbod op het gebruik of de verzegeling van gebouwen, installaties, machines, toestellen, transportmiddelen, colli en radioactieve stoffen;3° de volledige of gedeeltelijke sluiting van een inrichting;4° de afvoer van voorwerpen, machines, toestellen, colli en radioactieve stoffen;5° de opslag van voorwerpen, machines, toestellen, colli en radioactieve stoffen op een gepaste plaats. § 4. Voor de uitvoering van de in § 2, 3°, bedoelde bestuurlijke maatregelen kunnen de in artikel 9 bedoelde personeelsleden de toezichtbevoegdheden zoals deze worden omschreven in artikel 10bis, § 1, aanwenden.

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 10quinquies ingevoegd, luidende : «

Art. 10quinquies.§ 1. De bestuurlijke maatregelen worden schriftelijk opgelegd. De beslissing houdende de oplegging van een bestuurlijke maatregel wordt ter kennis gebracht van de exploitant of het ondernemingshoofd bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.

De beslissing vermeldt minstens : 1° de bepaling(en) die niet werd(en) nageleefd;2° een overzicht van de vaststellingen met betrekking tot de inbreuk;3° de identiteit van de in artikel 9 bedoelde personeelsleden;4° een omschrijving van de opgelegde bestuurlijke maatregel en de uitvoeringstermijn ervan;5° in voorkomend geval, de voorwaarden waaronder de bestuurlijke maatregel die wordt omschreven in artikel 10quater, § 2, 1° en 2°, uitdooft;6° de mogelijkheid om bij de minister onder wie het Agentschap ressorteert beroep in te stellen tegen de beslissing tot oplegging van de bestuurlijke maatregel, en de geldende vormen en termijn. De bestuurlijke maatregelen worden, behoudens in dringende gevallen, opgelegd nadat de exploitant of het ondernemingshoofd werd gehoord. § 2. De in artikel 10quater, § 2, 1° en 2°, bedoelde bestuurlijke maatregelen kunnen, ambtshalve of op verzoek van de exploitant of het ondernemingshoofd, worden opgeheven hetzij wanneer de in de beslissing omschreven voorwaarden zijn vervuld hetzij wanneer uitzonderlijke omstandigheden zich voordoen of de situatie evolueert. § 3. De exploitant of het ondernemingshoofd aan wie een in artikel 10quater, § 2, 1° of 2°, bedoelde bestuurlijke maatregel is opgelegd, kan de opheffing van die bestuurlijke maatregel vragen aan het in artikel 9 bedoelde personeelslid dat de maatregel heeft opgelegd.

Het in artikel 9 bedoelde personeelslid dat de maatregel heeft opgelegd, beslist binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving van het verzoek ingediend bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.

De beslissing wordt ter kennis gebracht van de exploitant of het ondernemingshoofd binnen een termijn van tien dagen die ingaat de dag volgend op de dag waarop de beslissing werd genomen. »

Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 10sexies ingevoegd, luidende : « Art.10sexies. § 1. Samen met de in artikel 10quater, § 2, 1° en 2°, bedoelde bestuurlijke maatregelen kan een bestuurlijke dwangsom worden opgelegd, voor het geval het regularisatie- of stakingsbevel niet of niet volledig wordt uitgevoerd.

In de beslissing tot oplegging van een in artikel 10quater, § 2, 1° en 2°, bedoelde bestuurlijke maatregel worden de hoogte van het bedrag van de dwangsom en de nadere regels bepaald. § 2. De dwangsom kan worden vastgesteld hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid of per overtreding. In de laatste twee gevallen kan eveneens een bedrag worden bepaald waarboven geen dwangsom meer verbeurd wordt. § 3. Op verzoek van de exploitant of het ondernemingshoofd kan de dwangsom worden opgeheven, kan de looptijd ervan worden geschorst voor een bepaalde termijn of kan het bedrag van de dwangsom worden verminderd, in geval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de exploitant of het ondernemingshoofd om aan zijn verplichtingen te voldoen.

De opheffing van de bestuurlijke maatregel brengt automatisch de opheffing van de bestuurlijke dwangsom met zich mee. § 4. De dwangsom is van rechtswege opeisbaar als de uitvoeringstermijn van het regularisatie- of stakingsbevel is verstreken.

De dwangsom verjaart na verloop van een termijn van zes maanden na de dag waarop ze is verbeurd.

De bestuurlijke dwangsommen worden geïnd en ingevorderd overeenkomstig artikel 30bis, §§ 4 en 5, ten voordele van het Agentschap. »

Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 10septies ingevoegd, luidende : «

Art. 10septies.§ 1. De in artikel 9 bedoelde personeelsleden kunnen alle passende maatregelen, organisatorische maatregelen inbegrepen, treffen of opleggen die zij noodzakelijk achten voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers en de bevolking en voor de bescherming van het leefmilieu op het vlak van de ioniserende stralingen, en dit zowel om gevaren te voorkomen als om de gebreken of vormen van hinder die zij vaststellen en als een gevaar beschouwen, te bestrijden of weg te werken. § 2. De veiligheidsmaatregelen worden schriftelijk opgelegd. De beslissing tot oplegging van een veiligheidsmaatregel wordt ter kennis gebracht van de verantwoordelijke persoon bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.

De beslissing vermeldt minstens : 1° een omschrijving van het gevaar voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, de bevolking en het leefmilieu;2° een omschrijving van de veiligheidsmaatregel en de eventuele uitvoeringstermijn;3° de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de beslissing tot oplegging van de veiligheidsmaatregel bij de minister onder wie het Agentschap ressorteert en de geldende vormen en termijn. Als een onmiddellijk optreden is vereist, kan een veiligheidsmaatregel ook mondeling worden opgelegd aan de verantwoordelijke persoon. Indien de verantwoordelijke persoon niet aanwezig is, wordt ter plaatse op een zichtbare plaats een schriftelijk bericht achtergelaten. De mondeling opgelegde veiligheidsmaatregel dient schriftelijk te worden bevestigd binnen vijf dagen. § 3. In geval de verantwoordelijke persoon geen uitvoering geeft of kan geven aan de opgelegde veiligheidsmaatregelen, kunnen de in artikel 9 bedoelde personeelsleden, op kosten van de verantwoordelijke persoon, bevelen de radioactieve stoffen die het voorwerp ervan uitmaken af te voeren en te behandelen als radioactief afval.

De Koning stelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere regels vast volgens dewelke de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde beslissing zijn gedekt. § 4. De veiligheidsmaatregelen kunnen, ambtshalve of op verzoek van de betrokkene, worden opgeheven als het gevaar in kwestie is vermeden, bestreden of weggewerkt.

De betrokkene aan wie een veiligheidsmaatregel is opgelegd, kan de opheffing van die maatregel vragen aan de nucleaire inspecteur die de maatregel heeft opgelegd.

Het in artikel 9 bedoelde personeelslid dat de maatregel heeft opgelegd, beslist binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de kennisgeving van het verzoek ingediend bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.

De beslissing wordt ter kennis gebracht van de betrokkene binnen een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de dag waarop de beslissing werd genomen. »

Art. 12.Artikel 11 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 11.§ 1. De verantwoordelijke persoon kan tegen de beslissing tot oplegging van een bestuurlijke maatregel, in voorkomend geval met een bestuurlijke dwangsom, tegen de beslissing houdende weigering tot opheffing van een bestuurlijke maatregel, tegen de beslissing tot oplegging van een veiligheidsmaatregel en tegen de beslissing houdende weigering tot opheffing van een veiligheidsmaatregel beroep instellen bij de minister onder wie het Agentschap ressorteert. § 2. Het beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, ingesteld binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de kennisgeving van de beslissing die het voorwerp van het beroep uitmaakt. Het beroep wordt ingesteld bij aangetekende brief, gericht aan de minister onder wie het Agentschap ressorteert. § 3. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing niet. § 4. Binnen een termijn van maximaal drie maanden na de instelling van het beroep wordt uitspraak gedaan. Indien de minister geen beslissing heeft genomen binnen een termijn van maximaal drie maanden na de instelling van het beroep, wordt het beroep geacht gegrond te zijn. In dat geval zijn de maatregelen waartegen beroep werd ingesteld, van rechtswege opgeheven. § 5. De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken de procedureregels die van toepassing zijn op het in deze bepaling bedoelde beroep. »

Art. 13.Artikel 19 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende : « Het Agentschap deelt aan de minister bevoegd voor de Volksgezondheid een kopie mee van de in het eerste lid bedoelde goedkeuringen, erkenningen en vergunningen. »

Art. 14.Artikel 44, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met een 3°, luidende : « 3° een eventuele bijkomende premie voor de leden van het statutair personeel ter beschikking gesteld van het Agentschap krachtens het artikel 46bis. »

Art. 15.Artikel 45, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 12 december 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/1997 pub. 24/12/1997 numac 1997000896 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot bepaling van het aanbrengen van sommige vermeldingen op de identiteitskaart bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en tot regeling van het taalgebruik voor deze vermeldingen type wet prom. 12/12/1997 pub. 18/12/1997 numac 1997021409 bron diensten van de eerste minister Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type wet prom. 12/12/1997 pub. 18/12/1997 numac 1997021408 bron diensten van de eerste minister Wet tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie type wet prom. 12/12/1997 pub. 24/04/1998 numac 1998000039 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de gemeentegrenzen tussen Grimbergen en Vilvoorde type wet prom. 12/12/1997 pub. 03/04/1998 numac 1998000932 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de gemeentegrenzen tussen La Louvière en Manage type wet prom. 12/12/1997 pub. 03/04/1998 numac 1998000934 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de gemeentegrenzen tussen La Louvière en Bergen type wet prom. 12/12/1997 pub. 03/04/1998 numac 1998000933 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de gemeentegrenzen tussen La Louvière en Morlanwelz sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : « De overgeplaatste personeelsleden die de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie verliezen deze hoedanigheid van rechtswege bij hun overplaatsing naar het Agentschap. »

Art. 16.Artikel 46 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 17.Artikel 46bis, § 5, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/1999 pub. 29/05/1999 numac 1999000379 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot regeling van de bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de federale politie type wet prom. 03/05/1999 pub. 04/05/1999 numac 1999021210 bron diensten van de eerste minister Wet houdende budgettaire en diverse bepalingen sluiten, wordt vervangen door wat volgt : « § 5. De ter beschikking gestelde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Justitie die de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie behouden deze hoedanigheid uiterlijk tot 1 januari 2015.

In afwijking van artikel 9, kunnen de personeelsleden van de andere overheidsdiensten bedoeld in artikel 45, § 1, tijdens de terbeschikkingstelling door de Koning bekleed worden met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Zij behouden deze hoedanigheid uiterlijk tot 1 januari 2015.

De Koning kan voor het verlies van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie een datum vooropstellen voorafgaand aan deze vermeld in het eerste en tweede lid. »

Art. 18.In artikel 54, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2005 pub. 29/07/2005 numac 2005021101 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 20/07/2005 pub. 11/08/2005 numac 2005014121 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer sluiten, worden de woorden "een officier van gerechtelijke politie" vervangen door de woorden "de in artikel 9 bedoelde personeelsleden".

Art. 19.In artikel 62, § 1, vierde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2005 pub. 29/07/2005 numac 2005021101 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 20/07/2005 pub. 11/08/2005 numac 2005014121 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer sluiten, worden de woorden "de officieren van gerechtelijke politie die deel uitmaken van het Agentschap," vervangen door de woorden "de in artikel 9 bedoelde personeelsleden". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 20 juli 1978 houdende geëigende beschikkingen teneinde de Internationale Organisatie voor Atoomenergie toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden door te voeren op Belgisch grondgebied, in uitvoering van het Internationaal Akkoord van 5 april 1973 bij toepassing der §§ 1 en 4 van artikel III van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens

Art. 20.Artikel 10, tweede lid, van de wet van 20 juli 1978 houdende geëigende beschikkingen teneinde de Internationale Organisatie voor Atoomenergie toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden door te voeren op Belgisch grondgebied, in uitvoering van het Internationaal Akkoord van 5 april 1973 bij toepassing der §§ 1 en 4 van artikel III van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens, vervangen bij de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten, wordt vervangen door wat volgt : « De nucleaire inspecteurs van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opgericht door de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten, hebben het recht om de inspecteurs te vergezellen tijdens de in deze wet bedoelde inspectieopdrachten. » HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepalingen

Art. 21.Het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000674 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het Departement toezicht en controle van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle belast met het toezicht op de naleving van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001009537 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot inwerkingstelling van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000726 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen sluiten betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van de controledienst van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle belast met het toezicht op de naleving van de wet van 15 april 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1994 pub. 14/10/2011 numac 2011000621 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/04/1994 pub. 19/03/2013 numac 2013000145 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Duitse vertaling. - Erratum type wet prom. 15/04/1994 pub. 25/08/2017 numac 2017031028 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. - Officieuse coördinatie in het Duits. - Erratum sluiten betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, wordt opgeheven.

Art. 22.In artikel 79.3. van het koninklijk besluit van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000674 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bevoegdheden en de aanduiding van de leden van het Departement toezicht en controle van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle belast met het toezicht op de naleving van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001009537 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot inwerkingstelling van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle type koninklijk besluit prom. 20/07/2001 pub. 30/08/2001 numac 2001000726 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen sluiten houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen wordt het eerste lid opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota Zittingsperiode 53 Kamer van Volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp nr. 53-2941/1. - Amendement nr. 53-2941/2. - Verslag nr. 53-2941/3. - Tekst aangenomen door de commissie nr. 53-2941/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering nr. 53-2941/5 Senaat Parlementaire bescheiden. - Niet geëvoceerd ontwerp 2486/001-2013/2014-0

^