Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 maart 2017
gepubliceerd op 14 november 2017

Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Instituut voor Bosbouw betreffende de voorrechten en immuniteiten van het verbindingsbureau van het Europees Instituut voor Bosbouw, gedaan te Brussel op 9 oktober 2013 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2017013453
pub.
14/11/2017
prom.
19/03/2017
ELI
eli/wet/2017/03/19/2017013453/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

19 MAART 2017. - Wet houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Instituut voor Bosbouw betreffende de voorrechten en immuniteiten van het verbindingsbureau van het Europees Instituut voor Bosbouw, gedaan te Brussel op 9 oktober 2013 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Europees Instituut voor Bosbouw betreffende de voorrechten en immuniteiten van het verbindingsbureau van het Europees Instituut voor Bosbouw, gedaan te Brussel op 9 oktober 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 9 oktober 2013.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2159.

Integraal verslag: /////// (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/Vlaams Gewest van 16/01/2015 (Belgisch Staatsblad van 3/02/2015), Decreet van de Franse Gemeenschap van 21/04/2016 (Belgische Staatsblad van 04/05/2016), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 25/04/2016 (Belgisch Staatsblad van 9/06/2016), Decreet van het Waalse Gewest van 09/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 17/06/2016), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 8/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016).(3) Inwerkingtreding: 01/10/2017. AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN HET EUROPEES INSTITUUT VOOR BOSBOUW BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN HET VERBINDINGSBUREAU VAN HET EUROPEES INSTITUUT VOOR BOSBOUW HET KONINKRIJK BELGI", hierna genoemd "België", vertegenwoordigd door: de Federale Regering de Vlaamse Regering de Franse Gemeenschapsregering de Duitstalige Gemeenschapsregering de Waalse Regering de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en HET EUROPEES INSTITUUT VOOR BOSBOUW, hierna genoemd "het EIB", vertegenwoordigd door zijn Directeur;

GELET OP de Conventie betreffende het Europees Instituut voor Bosbouw, aangenomen te Joensuu op 28 augustus 2003, hierna genoemd "de Conventie";

TEGEMOETKOMEND AAN de wens van de Raad van het Europees Instituut voor Bosbouw om een Verbindingsbureau in België te vestigen, hierna genoemd "het Bureau";

GELET OP het Besluit genomen door de Raad 21 juni 2011: "Met het oog op de vestiging van een permanente en doeltreffende verbinding tussen enerzijds het Europees Instituut voor Bosbouw en anderzijds de EU, de Staten en de internationale organisaties die in België zijn vertegenwoordigd, neemt de Raad van het Europees Instituut voor Bosbouw formeel de beslissing om een Brussel een verbindingsbureau te openen. Het verbindingsbureau zal het Europees Instituut voor Bosbouw in Brussel vertegenwoordigen ten behoeve van zijn Lidstaten. Het zal uitsluitend worden gefinancierd door de Lidstaten via een specifieke budgetlijn".

VERLANGEND een overeenkomst te sluiten teneinde de voorrechten en immuniteiten, die vereist zijn voor het functioneren van het Bureau en voor de goede uitvoering door het personeel van zijn opdracht, nader te bepalen.

ZIJN OVEREENGEKOMEN als volgt: HOOFDSTUK I RECHTSPERSOONLIJKHEID, VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN HET VERBINDINGSBUREAU VAN HET EFI

Artikel 1.In dit Akkoord wordt verstaan onder: a) "het Bureau": het verbindingsbureau van het EIB, officieel in België gevestigd;b) "de officiële werkzaamheden van het Bureau": de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening in België door het Bureau van de doelstellingen en de statutaire opdrachten van algemeen belang die door het EIB aan het Bureau werden opgedragen, in overeenstemming met de bepalingen van de Conventie en van het Besluit van de Raad van 21 juni 2011;c) "het officieel gebruik": de activiteiten evenals de verwerving van goederen of diensten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening door het Bureau van zijn officiële werkzaamheden in België, of die noodzakelijk zijn voor zijn goede werking, en waarvan de kosten in laatste instantie worden gedragen door de Lidstaten in overeenstemming met het Besluit van de Raad van 21 juni 2011;d) "het archief": alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computer- en mediagegevens, databanken, foto's, films, video- en geluidsopnamen die het Bureau of zijn personeel in het kader van zijn officiële werkzaamheden in België bezit of bewaart;e) "de gebouwen van het Bureau": het terrein en de gebouwen of delen van gebouwen die uitsluitend worden gebruikt voor de officiële werkzaamheden van het Bureau;f) "het Hoofd van het Bureau": de ambtenaar met de hoogste rang van het Bureau;g) "de ambtenaren van het Bureau »: personen die rechtstreeks werden aangeworven door het EIB en die werkzaam zijn in het Bureau, in overeenstemming met het EIB Personeelsreglement;h) "de wettige partner" van een ambtenaar is hetzij de echtgenoot of echtgenote, op voorwaarde dat het huwelijk niet werd geannuleerd of beëindigd door echtscheiding, hetzij de partner waarmee de ambtenaar samenleeft in een verbintenis, vergelijkbaar met een huwelijk, die officieel werd geregistreerd in het land van oorsprong van de ambtenaar.

Art. 2.Het Bureau bezit rechtsbekwaamheid, met name om: - overeenkomsten te sluiten; - roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden; - in rechte op te treden.

Art. 3.In het kader van zijn officiële werkzaamheden geniet het Bureau immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens: a) voor zover het Bureau in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;b) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende personen of goederen, voor zover die rechtsvordering niet rechtstreeks samenhangt met de officiële werkzaamheden van het Bureau;c) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat toebehoort aan het Bureau of namens deze wordt gebruikt, of in geval van een met voormeld voertuig begane verkeersovertreding;d) voor beslag, in uitvoering van een rechterlijke beslissing, op salarissen en emolumenten verschuldigd door het EIB aan een personeelslid: e) met betrekking tot een tegenvordering rechtstreeks verbonden aan een hoofdvordering ingeleid door het Bureau;f) voor de uitvoering van een arbitrale uitspraak uitgesproken krachtens artikel 31 van dit Akkoord.

Art. 4.1. De goederen en bezittingen van het EIB, gebruikt voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het Bureau kunnen niet het voorwerp uitmaken van enige vorm van opvordering, verbeurdverklaring, inbewaringstelling of een andere vorm van beslaglegging of dwang. 2. Indien een onteigening mocht nodig zijn, worden alle gepaste schikkingen getroffen om te verhinderen dat de uitoefening van de werkzaamheden van het Bureau in het gedrang komt.In zodanig geval zou België zijn medewerking verlenen aan de wederinstallatie van het Bureau.

Art. 5.Het archief van het Bureau is onschendbaar.

Art. 6.Het recht van het Bureau om binnen het kader van zijn officiële werkzaamheden communicatiemiddelen te gebruiken is gewaarborgd. De officiële briefwisseling van het Bureau is onschendbaar.

Art. 7.1. De gebouwen van het Bureau zijn onschendbaar. De instemming van het Hoofd van het Bureau is vereist voor de toegang tot deze gebouwen. 2. Deze toestemming wordt evenwel geacht verkregen te zijn in geval van schade die onmiddellijke beschermingsmaatregelen vergt.3. België zal alle gepaste maatregelen nemen om de gebouwen van het Bureau te beschermen tegen indringers of tegen het toebrengen van schade en om te vermijden dat de rust van het Bureau wordt verstoord of zijn waardigheid wordt aangetast.

Art. 8.1. Onverminderd de toepasselijke internationale en Europeesrechtelijke bepalingen mag het Bureau om het even welke valuta in bezit hebben en rekeningen hebben in welke munteenheid ook voor zover dit nodig is voor de officiële werkzaamheden van het Bureau. 2. België verbindt er zich toe de nodige toelatingen te verlenen om volgens het bepaalde in de toepasselijke nationale reglementen en internationale overeenkomsten, het fondsenverkeer te verzekeren dat nodig is voor de oprichting, de werkzaamheden of de sluiting van het Bureau.

Art. 9.1. Het Bureau, zijn bezittingen, inkomsten en andere goederen, die bestemd zijn voor zijn officieel gebruik, zijn vrijgesteld van alle directe belastingen. 2. Geen enkele vrijstelling van directe belasting wordt verleend voor de inkomsten van het Bureau die afkomstig zijn van een industriële of handelsactiviteit, die wordt uitgeoefend door het Bureau, het Hoofd vaan het Bureau of zijn/haar adjunct, of door een ambtenaar van het Bureau dat handelt voor rekening van het Bureau of voor een Lidstaat van het EIB.

Art. 10.Wanneer het Bureau aanzienlijke aankopen van roerend of onroerend goed doet of belangrijke diensten laat uitvoeren die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en waarvan de prijs indirecte rechten of btw bevat, worden, telkens wanneer mogelijk de nodige schikkingen getroffen met het oog op de kwijtschelding of terugbetaling van het bedrag van deze rechten en belastingen.

Art. 11.Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op goederen die door het Bureau of in zijn naam worden ingevoerd, verworven of uitgevoerd voor officieel gebruik.

Art. 12.Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en uit de toepassing van de Belgische wetgeving en regelgeving inzake de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid of openbare zeden, kan het Bureau alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn voor zijn officieel gebruik in België.

Art. 13.Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op de officiële publicaties die voor het Bureau bestemd zijn of die het naar het buitenland verstuurt.

Art. 14.Om te vermijden dat de toepassing van de vrijstellingen oorzaak zou zijn van concurrentievervalsing wordt geen vrijstelling van rechten of van indirecte belastingen toegekend voor activiteiten of voor verwerving van goederen of diensten, indien zij bestemd zijn: - hetzij voor een andere beroepsactiviteit dan het officieel gebruik van het Bureau; - hetzij voor een industriële of handelsactiviteit, uitgeoefend door het Bureau of door een van zijn ambtenaren voor rekening van het Bureau, voor rekening van het EIB of voor een Lidstaat van het EIB; - hetzij voor een activiteit uitgevoerd in het kader van een programma van een andere internationale organisatie; - hetzij voor de persoonlijke belangen van de ambtenaren van het Bureau.

Art. 15.De goederen die eigendom zijn van het Bureau kunnen in België slechts worden vervreemd in overeenstemming met de in de Belgische wetgeving en regelgeving bepaalde voorwaarden.

Art. 16.Het Bureau is niet vrijgesteld van belastingen, heffingen en rechten die alleen de vergoeding van diensten van openbaar nut betreffen.

Art. 17.1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de Belgische wetgeving en de regelgeving, worden de voorwaarden en toepassingsregelingen van de artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van dit Akkoord vastgelegd door de bevoegde Belgische overheid. 2. Ingeval niet meer zou voldaan worden aan de voorwaarden voor de toekenning van fiscale vrijstellingen die werden vastgelegd in het Besluit van de Raad van 21 juni 2011, kan de bevoegde Belgische overheid, vermeld in de eerste paragraaf van dit artikel, beslissen om de toepassing van de vrijstellingen, voorzien in de artikels 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van dit Akkoord, op te schorten. HOOFDSTUK II STATUUT VAN HET PERSONEEL

Art. 18.1. Leden van de Raad en vertegenwoordigers van Lidstaten bij de Conferentie, de Directeur, ambtenaren uitgezonden door de Lidstaten, samen met hun plaatsvervangers en adviseurs die deel uitmaken van hun delegaties bij vergaderingen samengeroepen door het EB, genieten, bij de uitoefening van hun taken en tijdens de reizen van en naar de vergaderplaats de volgende voorrechten en immuniteiten: a) immuniteit van arrestatie of gevangenhouding;b) immuniteit van enige rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens de vervulling van hun functies gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen;deze immuniteit blijft ook gelden na het uitdoven van hun functies; c) onschendbaarheid van alle papieren, documenten en officiële stukken;d) het recht codes te gebruiken en papieren, briefwisseling of officiële stukken te versturen of te ontvangen per koerier of in verzegelde tassen;e) vrijstelling met betrekking tot henzelf en hun wettige partners van immigratiebeperkingen, van vreemdelingenregistratie en van alle verplichtingen van nationale dienstplicht gedurende hun verblijf op het Belgisch grondgebied of wanneer ze er op doorreis zijn in de uitoefening van hun functies;f) dezelfde faciliteiten met betrekking tot valuta- en wisselbeperkingen als degene die worden toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen op tijdelijke officiële zending;g) dezelfde immuniteiten en faciliteiten met betrekking tot hun persoonlijke bezittingen als degene die worden toegekend aan de leden van diplomatieke zendingen van een vergelijkbare rang.2. De voorrechten en immuniteiten worden aan de in lid 1 van dit artikel vermelde personen niet toegekend voor hun persoonlijk voordeel, maar met het doel de onafhankelijke uitoefening van hun functies in verband met het EIB te verzekeren.Derhalve hebben alle personen die de voornoemde voorrechten en immuniteiten genieten, de plicht in alle andere opzichten de Belgische wetten en reglementen na te komen. 3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing op Belgische staatsburgers of op permanente verblijfshouders in België.

Art. 19.1. Het Hoofd van het Bureau en diens adjunct genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke missies. Hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de wettige partner en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel. 2. De voorrechten, immuniteiten en faciliteiten vermeld in paragraaf 1 van dit artikel omvatten geen vrijstelling van belastingen op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die worden betaald door het EIB aan het Hoofd van het Bureau en diens adjunct.

Art. 20.1. Alle ambtenaren van het Bureau genieten: a) wat de munt- of wisselreglementeringen betreft, de faciliteiten die worden toegekend aan ambtenaren van internationale organisaties;b) vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die ze in hun officiële hoedanigheid hebben verricht, met inbegrip van hun woorden en geschriften;deze immuniteit blijft van kracht na de beëindiging van hun functies; c) onschendbaarheid voor al hun officiële papieren en documenten;d) vrijstelling van nationale dienstplicht in België;e) voor henzelf en hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, dezelfde repatriëringfaciliteiten als leden van diplomatieke zendingen bij internationale crisissen.2. Alle ambtenaren van het Bureau, hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, zijn niet onderworpen aan de maatregelen tot beperking van de immigratie of aan de registratieformaliteiten voor vreemdelingen.Deze afwijking wordt toegekend in overeenstemming met de Belgische wetgeving ter zake. 3. Voor de uitoefening van hun officiële functies bij het Bureau zijn de ambtenaren van het Bureau niet onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.4. Het Bureau stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens omtrent haar ambtenaren en personeelsleden: a) naam en voornaam b) geboorteplaats en -datum c) geslacht d) nationaliteit e) hoofdverblijfplaats (land, gemeente, straat, nummer) f) burgerlijke staat g) samenstelling van het gezin h) het stelsel van sociale zekerheid gekozen door het personeelslid Elke wijziging van de bovenstaande gegevens moet binnen twee weken ter kennis worden gebracht van de directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

Art. 21.1. De regeringsexperts op zending voor het EIB en ambtenaren van het EIB genieten de onderstaande voorrechten en immuniteiten voor zover deze nodig zijn voor de goede uitoefening van hun functies, en gedurende de reizen die ze in het kader van deze functies doen: a) immuniteit van arrestatie of gevangenhouding of van inbeslagname van hun persoonlijke bezittingen;b) immuniteit van enige rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens de vervulling van hun officiële functies gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen;deze immuniteit blijft ook gelden na het uitdoven van hun officiële functies voor het EIB; c) onschendbaarheid van alle papieren, documenten en officiële stukken;d) het recht om in de communicatie met het EIB codes te gebruiken en papieren of correspondentie te ontvangen per koerier of in verzegelde tassen;e) dezelfde faciliteiten met betrekking tot valuta- en wisselbeperkingen als die worden toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen op tijdelijke officiële zending;f) dezelfde immuniteiten en faciliteiten met betrekking tot hun persoonlijke bezittingen als degene die worden toegekend aan de leden van diplomatieke zendingen van een vergelijkbare rang.2. De voorrechten en immuniteiten worden aan experts en ambtenaren van het EIB toegekend in het belang van het EIB en niet voor hun persoonlijk voordeel.Alle personen die de voormelde voorrechten en immuniteiten genieten, hebben de plicht de Belgische wetten en reglementen na te komen. Het EIB kan en moet de immuniteit van een van haar experts opheffen, in alle gevallen waarin zij van oordeel is dat de immuniteit het uitoefenen van rechtsmacht in de weg staat en waarin de immuniteit kan worden opgeheven zonder de belangen van het EIB te schaden.

Art. 22.België is niet verplicht de in dit Akkoord opgenomen voorrechten en immuniteiten, behalve deze waarin artikel 20.1 b), 20.1 c) en 21 voorziet, aan eigen staatsburgers of vaste ingezetenen toe te kennen.

Art. 23.1. Voor 1 maart van elk jaar zal het Bureau aan alle begunstigden een fiche overhandigen waarop hun naam en adres, het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of rentes staan vermeld die hen gedurende het voorgaande jaar door het Bureau werden gestort. 2. Het dubbel van de fiches zal door het Bureau vóór voornoemde datum rechtstreeks aan de bevoegde Belgische fiscale administratie worden doorgestuurd.

Art. 24.1. De ambtenaren van het Bureau die geen Belgisch staatsburger zijn of hun hoofdverblijfplaats niet in België hebben, kunnen ervoor kiezen aangesloten te blijven bij de sociale zekerheidsstelsels die van toepassing zijn op de personeelsleden van het EIB. Dit keuzerecht kan slechts eenmaal worden uitgeoefend en dit binnen de twee weken volgend op de indiensttreding van de ambtenaar bij het Bureau. Het moet, binnen dezelfde termijn, worden medegedeeld overeenkomstig artikel 20.4 h). 2. Ambtenaren van het Bureau die een andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door hun officiële functies bij het EIB is vereist, zijn, voor wat deze activiteit betreft, aangesloten bij het Belgische sociale zekerheidsstelsel.3. Het Bureau dient ervoor te zorgen dat zijn personeelsleden die Belgisch staatsburger zijn of hun hoofdverblijfplaats in België hebben, alsmede de personeelsleden die niet gekozen hebben voor de sociale bescherming van het EIB, aangesloten worden door het Belgische sociale zekerheidsstelsel.4. Het EIB verbindt zich ertoe de ambtenaren van het Bureau die aangesloten zijn bij zijn sociale zekerheidstelsels, evenals hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beide ten laste, voordelen te garanderen die gelijk zijn aan die waarin het Belgische sociale zekerheidsstelsel voorziet.5. België kan van het Bureau of van het EIB de kosten terugbetaald krijgen van elke bijstand van sociale aard die het mocht hebben verleend aan de ambtenaren van het Bureau, die aangesloten zijn bij de sociale zekerheidsstelsels die op de personeelsleden van het EIB van toepassing zijn.Deze bepaling is naar analogie eveneens van toepassing op de inwonende familieleden ten laste van deze ambtenaren. HOOFDSTUK III ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 25.1. De voorrechten en immuniteiten worden uitsluitend toegekend aan de ambtenaren van het Bureau in het belang van het EIB en niet tot hun persoonlijk voordeel. Het Hoofd van het Bureau dient de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin ze een belemmering kan vormen voor de rechtsbedeling en voor zover ze kan worden opgeheven zonder de goede werking van het Bureau in gevaar te brengen. 2. Andere personeelsleden, door het EIB in België aangeworven voor het Bureau, of rechtstreeks lokaal door het Bureau aangeworven, genieten niet van de in dit Akkoord opgenomen voorrechten en immuniteiten, maar zijn daarentegen geheel onderworpen aan de Belgische wetgeving en reglementering.

Art. 26.Onverminderd de aan het Bureau en aan zijn personeelsleden verleende rechten, behoudt België het recht om alle nuttige voorzorgen te nemen in het belang van zijn veiligheid en van de openbare orde.

Art. 27.1. De personen vermeld in de artikelen 18, 19, 20 en 21 van dit Akkoord genieten geen enkele immuniteit van rechtsmacht voor de gevallen van inbreuk op de reglementering inzake het zich in het verkeer begeven van voertuigen of schade berokkend door een motorvoertuig. 2. Het Bureau en zijn ambtenaren dienen zich te houden aan alle verplichtingen die de Belgische wetgeving betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen oplegt.

Art. 28.Het Bureau en al zijn ambtenaren werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten om de goede rechtsbedeling te vergemakkelijken, de naleving van het politiereglement te waarborgen en elk misbruik te vermijden waartoe de voorrechten, immuniteiten en faciliteiten waarin dit Akkoord voorziet, kunnen aanleiding geven.

Art. 29.Onverminderd de voorrechten en immuniteiten waarin dit Akkoord voorziet, dienen het EIB, het Bureau en al zijn ambtenaren zich te houden aan de Belgische wetten en voorschriften en aan de te hunnen opzichte gedane uitspraken.

Art. 30.België draagt ten aanzien van de werkzaamheden van het Bureau op zijn grondgebied generlei internationale aansprakelijkheid voor een daad of nalatigheid van het Bureau dan wel voor een daad of nalatigheid van de ambtenaren en andere personeelsleden van het Bureau die in het kader van hun functie een daad stellen of nalaten te stellen.

Art. 31.1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van dit Akkoord die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen de Partijen, kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden. 2. De Partijen benoemen elk een lid van het scheidsgerecht.3. Het derde lid van het scheidsgerecht wordt benoemd door beide Partijen na overleg.4. Het derde lid wordt Voorzitter van het scheidsgerecht.5. Ingeval geen overeenstemming kan worden bereikt aangaande de persoon van het derde lid van het scheidsgerecht, wordt deze laatste op verzoek van de Partijen benoemd door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.6. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift.7. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast. HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Art. 32.De Raad van het EIB informeert de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken van elke wijziging van de Conventie en van elke wijziging van de werkzaamheden van het Bureau in België.

Art. 33.Elke partij stelt de andere partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van dit Akkoord vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.

Het Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving, met terugwerking tot de datum van ondertekening, tenzij voor wat betreft de artikels 3, 18.1b), 20.1b) en 21.1 b).

Dit Akkoord kan op verzoek van een partij worden herzien.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van het Europees Instituut voor Bosbouw dit Akkoord hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, in tweevoud, in de Nederlandse, Engelse en Franse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig, op 9 oktober 2013.

^