Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 februari 2017
gepubliceerd op 15 maart 2017

Wet tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2017010960
pub.
15/03/2017
prom.
20/02/2017
ELI
eli/wet/2017/02/20/2017010960/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2017. - Wet tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 298, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 5 december 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/2001 pub. 08/01/2002 numac 2001003622 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten en gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2006 en 22 december 2009, worden het tweede, het derde en het vierde lid vervangen als volgt : "Behalve indien de rechten van de Schatkist in het gedrang komen, kunnen de directe belastingen en de voorheffingen niet worden ingevorderd door een eerste middel van tenuitvoerlegging dan na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van een herinneringsbrief aan de belastingschuldige. Deze herinneringsbrief mag niet worden verzonden voor het verstrijken van een termijn van tien dagen, te rekenen van de eerste dag na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn voor de directe belastingen en de betreffende voorheffingen.

Vormt een middel van tenuitvoerlegging in de zin van het tweede lid, de middelen van tenuitvoerlegging bedoeld in het vijfde deel, titel III van het Gerechtelijk Wetboek en het uitvoerend beslag onder derden ingevoegd in uitvoering van artikel 300, § 1.".

Art. 3.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Gegeven te Brussel, 20 februari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K54-1186.

Integraal verslag : 9 februari 2017.

^