Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 januari 2017
gepubliceerd op 05 juni 2018

Wet houdende instemming met het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Warschau op 20 augustus 2001 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018012160
pub.
05/06/2018
prom.
20/01/2017
ELI
eli/wet/2017/01/20/2018012160/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

20 JANUARI 2017. - Wet houdende instemming met het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Warschau op 20 augustus 2001 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Warschau op 20 augustus 2001, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 januari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2094.

Integraal verslag: zonder verslag. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 03/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 29/06/2016), Decreet van de Franse Gemeenschap van 27/04/2017 (Belgisch Staatsblad van 24/05/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 26/02/2018(Belgisch Staatsblad van 18/04/2018), Decreet van het Waalse Gewest van 16/02/2017 (Belgisch Staatsblad van 24/03/2017), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 23/06/2017(Belgisch Staatsblad van 06/07/2017).(3) Datum inwerkingtreding : 02/05/2018. PROTOCOL TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REPUBLIEK POLEN TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REPUBLIEK POLEN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTDUIKEN EN HET ONTGAAN VAN BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN EN NAAR HET VERMOGEN, ONDERTEKEND TE WARSCHAU OP 20 AUGUSTUS 2001 HET KONINKRIJK BELGI", De Vlaamse Gemeenschap, De Franse Gemeenschap, De Duitstalige Gemeenschap, Het Vlaamse Gewest, Het Waalse Gewest, en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, enerzijds, en DE REPUBLIEK POLEN, anderzijds, WENSENDE de Overeenkomst te wijzigen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Warschau op 20 augustus 2001 (hierna te noemen "de Overeenkomst"), ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: ARTIKEL I 1. In artikel 3, paragraaf 1, subparagraaf g) van de Overeenkomst wordt punt 1 opgeheven en vervangen door het volgende: "1.in België, naargelang het geval, de Minister van Financiën van de federale Regering en/of van de Regering van een Gewest en/of van een Gemeenschap, of zijn gemachtigde vertegenwoordiger; en". 2. In artikel 3, paragraaf 1 van de Overeenkomst wordt, onmiddellijk na subparagraaf h), de volgende subparagraaf i) opgenomen: "i) betekent de uitdrukking "pensioenfonds" elke persoon die in een overeenkomst-sluitende Staat gevestigd is: 1.voor zover die persoon zich bezighoudt: A) met het beheren van pensioenstelsels of het verschaffen van pensioenuitkeringen; of B) met het verwerven van inkomsten ter voordele van één of meer personen die zich bezighouden met het beheren van pensioenstelsels of het verschaffen van pensioenuitkeringen; en 2. op voorwaarde dat die persoon ofwel: A) in het geval van België, een entiteit is die onder toezicht staat van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) of van de Nationale Bank van België of ingeschreven is bij de Belgische belastingadministratie;of B) in het geval van Polen, een naar Pools recht opgerichte entiteit is die onder toezicht staat van of ingeschreven is bij de Poolse Autoriteit voor Financieel Toezicht.".

ARTIKEL II Artikel 10, paragraaf 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende: "2. Deze dividenden mogen echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is overeenkomstig de wetgeving van die Staat belast worden, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan 10 percent van het brutobedrag van de dividenden.

Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van deze paragraaf, worden dividenden niet belast in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden: a) een vennootschap is die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat en die gedurende een ononderbroken tijdvak van ten minste 24 maanden onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt;b) een pensioenfonds is dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de aandelen of andere rechten terzake waarvan die dividenden worden betaald, in bezit worden gehouden voor het uitoefenen van een in artikel 3, paragraaf 1, subparagraaf i) bedoelde activiteit. Deze paragraaf laat onverlet de belastingheffing van de vennootschap terzake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.".

ARTIKEL III In artikel 11, paragraaf 3 van de Overeenkomst wordt, onmiddellijk na subparagraaf c), de volgende subparagraaf d) opgenomen: "d) interest betaald aan een pensioenfonds, op voorwaarde dat de schuldvordering terzake waarvan die interest betaald wordt, in bezit wordt gehouden voor het uitoefenen van een in artikel 3, paragraaf 1, subparagraaf i) bedoelde activiteit.".

ARTIKEL IV De paragrafen 3 en 4 van artikel 12 van de Overeenkomst worden opgeheven en vervangen door het volgende: "3. De uitdrukking "royalty's", zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening, een model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een industriële, commerciële of wetenschappelijke uitrusting of voor inlichtingen (know-how) omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap; deze uitdrukking betekent eveneens vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op bioscoopfilms, en films of banden gebruikt voor televisie- of radiouitzendingen. 4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting of een zelfstandig beroep uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste basis, en het recht of het goed uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting of met die vaste basis.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of artikel 14, naar het geval, van toepassing.".

ARTIKEL V Artikel 18 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende: "Artikel 18 Pensioenen 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 19, paragraaf 2, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in die Staat belastbaar.2. Die pensioenen en andere soortgelijke beloningen die zijn betaald aan een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter uitvoering van de socialezekerheidswetgeving of in het kader van enig ander pensioenstelsel, mogen in de andere overeenkomstsluitende Staat belast worden, maar enkel wanneer die bijdragen die zijn betaald ter uitvoering van die wetgeving of in het kader van dat stelsel voor de belastingheffing in die andere Staat werden erkend.In dat geval zal de aldus geheven belasting niet hoger bedragen dan 10 percent van het brutobedrag van de betalingen.".

ARTIKEL VI Artikel 23 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende: "Artikel 23 1. In België: a) Indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt, niet zijnde dividenden, interest of royalty's, of vermogensbestanddelen bezit die ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst in Polen zijn belast, stelt België deze inkomsten of deze vermogensbestanddelen vrij van belasting, maar indien die inwoner een natuurlijke persoon is, stelt België die inkomsten alleen vrij van belasting voor zover ze effectief zijn belast in Polen.b) Niettegenstaande de bepalingen van subparagraaf a) en elke andere bepaling van de Overeenkomst, houdt België voor het berekenen van de aanvullende belastingen die worden geheven door de Belgische gemeenten en agglomeraties, rekening met de beroepsinkomsten die in België overeenkomstig subparagraaf a) vrijgesteld zijn van belasting.Die aanvullende belastingen worden berekend op de belasting die in België zou verschuldigd zijn indien de desbetreffende beroepsinkomsten uit Belgische bronnen waren behaald.

Wanneer de inkomsten die een inwoner van België verkrijgt of het vermogen dat hij bezit, ingevolge enigerlei bepaling van de Overeenkomst vrijgesteld zijn van belasting in België, mag België om het bedrag van de belasting op het overige inkomen of vermogen van die inwoner te berekenen, niettemin het belastingtarief toepassen dat van toepassing zou zijn indien die inkomsten of vermogensbestanddelen niet waren vrijgesteld. c) Dividenden die een vennootschap die inwoner is van België verkrijgt van een vennootschap die inwoner is van Polen, worden in België vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op de voorwaarden en binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald.d) Wanneer een vennootschap die inwoner is van België van een vennootschap die inwoner is van Polen dividenden verkrijgt die niet zijn vrijgesteld overeenkomstig subparagraaf c), worden die dividenden toch vrijgesteld van de vennootschaps-belasting in België indien de vennootschap die inwoner is van Polen daadwerkelijk betrokken is bij de actieve uitoefening van een bedrijf in Polen.In dat geval worden die dividenden vrijgesteld op de voorwaarden en binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald, met uitzondering van die welke verband houden met de belastingregeling die van toepassing is op de vennootschap die inwoner is van Polen of op de inkomsten waaruit de dividenden worden betaald. Deze bepaling is slechts van toepassing op dividenden die worden betaald uit winst die voortkomt uit de actieve uitoefening van een bedrijf. e) Onder voorbehoud van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende de verrekening van in het buitenland betaalde belastingen met de Belgische belasting wordt, indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt die deel uitmaken van zijn samengetelde inkomen dat aan de Belgische belasting is onderworpen en die bestaan uit interest of royalty's, de van die inkomsten geheven Poolse belasting in mindering gebracht van de Belgische belasting met betrekking tot die inkomsten.f) Indien verliezen geleden door een onderneming die door een inwoner van België in een in Polen gelegen vaste inrichting wordt gedreven, voor de belastingheffing van die onderneming in België overeenkomstig de Belgische wetgeving werkelijk in mindering van de winst van die onderneming zijn gebracht, is de vrijstelling ingevolge subparagraaf a) in België niet van toepassing op de winst van andere belastbare tijdperken die aan die inrichting kan worden toegerekend, in zoverre als deze winst ook in Polen van belasting is vrijgesteld door de verrekening van die verliezen.2. In Polen wordt dubbele belasting op de volgende wijze vermeden: a) Indien een inwoner van Polen inkomsten verkrijgt die of vermogen bezit dat overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst in België mogen worden belast, stelt Polen, onder voorbehoud van de bepalingen van de subparagrafen b) en c) van deze paragraaf, deze inkomsten of dat vermogen vrij van belasting.b) Indien een inwoner van Polen inkomstenbestanddelen ontvangt die, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 7, 10, 11, 12, 13, 14 of 18 van de Overeenkomst in België mogen worden belast, verleent Polen een vermindering van de belasting naar het inkomen van die inwoner tot een bedrag dat gelijk is aan de in België betaalde belasting.Deze vermindering overschrijdt echter niet dat deel van de belasting zoals berekend vóór het verlenen van de vermindering, dat kan worden toegerekend aan die inkomstenbestanddelen die verkregen werden uit België. c) Wanneer de inkomsten die een inwoner van Polen verkrijgt of het vermogen dat hij bezit, ingevolge enigerlei bepaling van de Overeenkomst, in die Staat vrijgesteld zijn van belasting, mag Polen, om het bedrag van de belasting op het overige inkomen of vermogen van die inwoner te berekenen, rekening houden met de vrijgestelde inkomsten of het vrijgesteld vermogen. d) Niettegenstaande de bepalingen van subparagraaf b), worden dividenden die een vennootschap die inwoner is van Polen verkrijgt van een vennootschap die inwoner is van België, in Polen vrijgesteld van de vennootschapsbelasting wanneer de vennootschap die inwoner is van Polen op de datum van uitbetaling van de dividenden ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden uitbetaalt en dit gedurende een ononderbroken tijdvak van ten minste 24 maanden.".

ARTIKEL VII In artikel 25 van de Overeenkomst wordt, onmiddellijk na paragraaf 5, de volgende paragraaf 6 opgenomen: "6. Wanneer, a) een persoon overeenkomstig paragraaf 1 een geval heeft voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Staat omdat de maatregelen van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten voor hem geleid hebben tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de Overeenkomst, en b) de bevoegde autoriteiten er niet in slagen om binnen een termijn van twee jaar vanaf de datum dat het geval werd voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat, over dat geval overeenstemming te bereiken conform paragraaf 2, worden alle onopgeloste punten die voortkomen uit dat geval aan arbitrage onderworpen indien de persoon daarom verzoekt binnen een termijn van twee jaar vanaf de eerste dag waarop om arbitrage verzocht kan worden.Die onopgeloste punten worden evenwel niet aan arbitrage onderworpen indien daaromtrent reeds een beslissing werd uitgesproken door een rechterlijke instantie of een administratieve rechtbank van de ene of de andere overeenkomstsluitende Staat. Tenzij een rechtstreeks bij het geval betrokken persoon de overeengekomen regeling tot uitvoering van de arbitragebeslissing niet aanvaardt, is die beslissing bindend voor beide overeenkomstsluitende Staten en wordt ze uitgevoerd ongeacht de termijnen waarin het interne recht van die Staten voorziet. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten regelen de wijze van toepassing van deze paragraaf in onderlinge overeenstemming.".

ARTIKEL VIII Artikel 26 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende: "Artikel 26 Uitwisseling van inlichtingen 1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten of de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met de Overeenkomst.De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. Niettegenstaande het voorafgaande, mogen de door een overeenkomstsluitende Staat ontvangen inlichtingen voor andere doeleinden worden gebruikt indien ze overeenkomstig de wetgeving van beide Staten voor die andere doeleinden mogen worden gebruikt en indien de bevoegde autoriteit van de Staat die de inlichtingen verstrekt, de toestemming geeft voor dat gebruik. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat aan een overeenkomstsluitende Staat de verplichting wordt opgelegd: a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer op basis van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen voor het verzamelen van inlichtingen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden.De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.Voor zover zulks nodig is om die inlichtingen te verkrijgen heeft de belastingadministratie van de aangezochte overeenkomstsluitende Staat de bevoegdheid om te vragen inlichtingen kenbaar te maken en om een onderzoek en verhoren in te stellen, niettegenstaande andersluidende bepalingen in de binnenlandse belastingwetgeving van die Staat.".

ARTIKEL IX Onmiddellijk na artikel 28 van de Overeenkomst wordt het volgende artikel 28A opgenomen: "Artikel 28A Beperking van de voordelen Niettegenstaande de andere bepalingen van de Overeenkomst, zijn de voordelen van de Overeenkomst niet van toepassing indien inkomsten betaald of verkregen zijn in verband met een kunstmatige constructie.".

ARTIKEL X 1. In het Protocol bij de Overeenkomst wordt, onmiddellijk na paragraaf 1, de volgende paragraaf 1A opgenomen: "1A.Met betrekking tot de artikelen 10, paragraaf 2, subparagraaf a) en 23, paragraaf 2, subparagraaf d): Voor het berekenen van het ononderbroken tijdvak van ten minste 24 maanden gedurende hetwelk de deelneming in bezit moet worden gehouden, wordt rekening gehouden met de maanden die voorafgaan aan de datum van betaling van de dividenden, alsmede met de maanden die volgen op die datum.". 2. In het Protocol bij de Overeenkomst worden, onmiddellijk na paragraaf 2, de volgende paragrafen 2A en 2B opgenomen: "2A.Met betrekking tot artikel 15, paragrafen 1 en 2: Er is overeengekomen dat een dienstbetrekking uitgeoefend wordt in een overeenkomstsluitende Staat wanneer de werkzaamheid van de werknemer ter zake waarvan de lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen worden betaald, daadwerkelijk in die Staat wordt uitgeoefend. De werkzaamheid wordt daadwerkelijk in die Staat uitgeoefend wanneer de werknemer fysiek in die Staat aanwezig is voor het uitoefenen van de werkzaamheid, ongeacht de plaats waar de arbeidsovereenkomst werd opgemaakt, de woonplaats van de werkgever of van de persoon die de beloningen uitbetaalt, de plaats of het tijdstip van betaling van de beloningen, of de plaats waar de resultaten van het werk van de werknemer worden geëxploiteerd. 2B. Met betrekking tot artikel 23, paragraaf 1, subparagraaf a): Er is overeengekomen dat een inkomensbestanddeel in Polen belast is, wanneer dat inkomensbestanddeel in Polen onderworpen is aan het belastingstelsel dat normaal op dat inkomensbestanddeel van toepassing is overeenkomstig de Poolse belastingwetgeving.".

ARTIKEL XI 1. Elk van de overeenkomstsluitende Staten zal de andere langs diplomatieke weg in kennis stellen van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Protocol is vereist.Het Protocol zal in werking treden op de datum waarop de laatste van deze kennisgevingen is ontvangen. 2. De bepalingen van het Protocol zullen van toepassing zijn: a) met betrekking tot de bij de bron verschuldigde belastingen, op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na 1 januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar waarin het Protocol in werking is getreden;b) met betrekking tot de andere belastingen, op inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na 1 januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar waarin het Protocol in werking is getreden;c) met betrekking tot andere belastingen, wanneer er geen belastbaar tijdperk is, voor alle belastingvorderingen die ontstaan op of na 1 januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar waarin het Protocol in werking is getreden.3. Dit Protocol maakt een integrerend deel uit van de Overeenkomst en zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst zelf van kracht blijft. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Luxemburg, op 14 april 2014, in de Poolse, Franse en Nederlandse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.

^