Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 juli 2015
gepubliceerd op 04 september 2015

Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte betreft

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2015009389
pub.
04/09/2015
prom.
20/07/2015
ELI
eli/wet/2015/07/20/2015009389/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

20 JULI 2015. - Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte betreft (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In boek II, titel IV, van het Wetboek van strafvordering wordt een hoofdstuk IX ingevoegd, luidende "Hoofdstuk IX. Onderzoek naar de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte bij gelegenheid van een strafbaar feit".

Art. 3.In hoofdstuk IX, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 524quater ingevoegd, luidende : "

Art. 524quater.§ 1. Als er ernstige aanwijzingen zijn dat een slachtoffer van een misdrijf bij gelegenheid van dat strafbaar feit besmet kan zijn met een ernstige ziekte die voorkomt op een bij koninklijk besluit vastgestelde lijst, kan de procureur des Konings de verdachte vragen een bloedstaal te laten afnemen om te onderzoeken of hij drager is van deze ziekte. Als er ernstige aanwijzingen zijn dat het slachtoffer met deze ziekte besmet kan zijn via het bloed van een andere persoon dan de verdachte, kan de procureur des Konings dat ook aan die derde vragen. De verdachte en de derde kunnen enkel schriftelijk met de bloedafname instemmen. Deze instemming kan alleen op geldige wijze worden gegeven als de procureur des Konings of een officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, hem vooraf in kennis heeft gesteld van het wettelijk kader waarbinnen de afname wordt gevraagd; in het bijzonder wordt gewezen op het louter medisch doeleinde van de afname. Van die informatie wordt melding gemaakt in de schriftelijke instemming van de betrokkene. § 2. Indien de verdachte weigert met de bloedafname in te stemmen, kan de procureur des Konings in het belang van het slachtoffer bevelen dat van hem een hoeveelheid wangslijmvlies wordt afgenomen ten behoeve van het onderzoek bedoeld in paragraaf 1. Het bevel kan slechts worden gegeven na schriftelijke machtiging van de onderzoeksrechter op vordering van de procureur des Konings. § 3. Het onderzoek, bedoeld in paragraaf 1, wordt uitgevoerd door afname van een bloedstaal door een arts, tenzij aannemelijk is dat afname van bloed om bijzondere medische redenen onwenselijk is. In dat geval kan worden overgegaan tot de afname van een hoeveelheid wangslijmvlies, hetzij met vrijwillige medewerking van de betrokkene, hetzij op de wijze bepaald in paragraaf 2.

De verdachte of de derde die om een afname van een hoeveelheid bloed of van een hoeveelheid wangslijmvlies wordt verzocht kan vanaf de leeftijd van zestien jaar hiermee schriftelijk instemmen. Indien de verdachte of de derde de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt, dan dient hij zich voor de toepassing van de paragrafen 1 en 2 te laten begeleiden door minstens een van zijn ouders, door een advocaat of door een andere meerderjarige persoon van zijn keuze. § 4. Door een arts wordt zoveel bloed of een hoeveelheid wangslijmvlies afgenomen als voor het onderzoek, bedoeld in paragraaf 1 of paragraaf 2, noodzakelijk is. Indien de maatregel, bedoeld in paragraaf 2 onder fysieke dwang moet worden uitgevoerd, wordt die dwang uitgeoefend door politieambtenaren onder het bevel van een officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings. § 5. De procureur des Konings kan opdracht geven op bloed dat is aangetroffen ter zake van een misdrijf als bedoeld in paragraaf 1, een onderzoek als bedoeld in paragraaf 1 te verrichten.".

Art. 4.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 524quinquies ingevoegd, luidende : "

Art. 524quinquies.§ 1. Het onderzoek, bedoeld in artikel 524quater, §§ 1, 2 en 5, wordt door de procureur des Konings opgedragen aan een deskundige, verbonden aan een door de Koning erkend laboratorium. De deskundige bezorgt zo spoedig mogelijk een exemplaar van zijn verslag aan de behandelende arts van het slachtoffer. Hij bezorgt eveneens een exemplaar van zijn verslag aan de behandelende arts van de verdachte, als de verdachte binnen drie maanden na de bloedafname dan wel de afname van de hoeveelheid wangslijmvlies daarom verzoekt. Hij bezorgt, in voorkomend geval, eveneens een exemplaar van zijn verslag aan de behandelende arts van de derde van wie een hoeveelheid bloed of wangslijmvlies werd afgenomen, als deze derde binnen drie maanden na de bloedafname of de afname van de hoeveelheid wangslijmvlies daarom verzoekt. § 2. De deskundige meldt aan de procureur des Konings dat het verslag werd doorgestuurd. § 3. De deskundige vernietigt het afgenomen bloedstaal of de afgenomen hoeveelheid wangslijmvlies ten laatste een week na de datum van de analyse ervan. § 4. De resultaten van het onderzoek maken enkel deel uit van het medisch dossier. Zij worden beschouwd als gegevens die betrekking hebben op derden in de zin van artikel 9, § 2, derde lid, van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van de patiënt. De resultaten van het onderzoek maken geen deel uit van het strafdossier en hebben geen gevolg voor het verdere verloop van het opsporings- of gerechtelijk onderzoek. De resultaten kunnen niet als bewijs in rechte worden gebruikt. In zijn kantschrift vermeldt de procureur des Konings dat het onderzoek bedoeld in artikel 524quater, §§ 1, 2 of 5 werd gevraagd.".

Art. 5.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 524sexies ingevoegd, luidende : "

Art. 524sexies.§ 1. Het slachtoffer van een misdrijf als bedoeld in artikel 524quater, § 1, kan de procureur des Konings verzoeken het onderzoek bedoeld in artikel 524quater, § 1, te vragen. § 2. De procureur des Konings doet mededeling van zijn met redenen omklede beslissing op het verzoek binnen vierentwintig uur nadat hij het verzoek heeft ontvangen.".

Art. 6.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 524septies ingevoegd, luidende : "

Art. 524septies.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn, met uitzondering van artikel 524quater, § 2, tweede zin, van overeenkomstige toepassing op de onderzoeksrechter ingeval een gerechtelijk onderzoek wordt ingesteld.".

Art. 7.Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 januari 2017.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54 0540/ (2014/2015) Integraal Verslag : 9 juli 2015.

^