Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 april 2007
gepubliceerd op 20 juli 2007

Wet houdende instemming met het Akkoord betreffende wederzijdse administratieve bijstand inzake douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 3 november 2003 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2007015071
pub.
20/07/2007
prom.
21/04/2007
ELI
eli/wet/2007/04/21/2007015071/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 APRIL 2007. - Wet houdende instemming met het Akkoord betreffende wederzijdse administratieve bijstand inzake douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 3 november 2003 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Akkoord betreffende wederzijdse administratieve bijstand inzake douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 3 november 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007. Senaat : Parlementaire documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 17 november 2006, nr. 3-1924/1. - Verslag, nr. 3-1924/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 8 februari 2007. Stemming, vergadering van 8 februari 2007. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2908/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2908/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 1 maart 2007.

Stemming, vergadering van 1 maart 2007. (2) Overeenkomstig zijn artikel 17 treedt dit Akkoord in werking op 1 augustus 2007. Akkoord betreffende wederzijdse administratieve bijstand inzake douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, hierna de « Overeenkomstsluitende Partijen » genoemd, Overwegende dat strafbare feiten op het vlak van de douanewetten nadeel berokkenen aan de economische en handelsbelangen van hun onderscheiden landen;

Overwegende dat het van belang is de juiste heffing te verzekeren van de douanerechten en andere belastingen en erop toe te zien dat beperkingen, verboden en controles correct worden toegepast;

Bewust van de noodzaak om op internationaal vlak samen te werken op het vlak van problemen bij de toepassing van hun douanewetgeving;

Ervan overtuigd dat de beteugeling van de douaneovertredingen doeltreffender kan worden gemaakt door de nauwe samenwerking tussen hun douaneautoriteiten;

Gezien de Aanbeveling van de Internationale Douaneraad betreffende de wederzijdse administratieve bijstand van 5 december 1953;

Zijn het volgende overeengekomen : Definities Atikel 1 Voor de toepassing van dit Akkoord verstaat men onder : 1. « douaneautoriteiten » : voor België, de Administratie der douane en accijnzen, Ministerie van Financiën en voor de Republiek Turkije, het Eerste Ministerie, Onder-Staatssecretariaat van de douane;2. « douanewetten » : het geheel van wettelijke en reglementaire voorschriften die door de douaneautoriteiten worden toegepast bij in-, uit- en doorvoer van goederen, zowel die welke de douanerechten of alle andere rechten en belastingen betreffen, als die welke verbodsbepalingen, beperkingen en controlemaatregelen betreffen;3. « douaneovertreding » : iedere overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;4. « persoon » : elke natuurlijke of rechtspersoon;5. « persoonsgegevens » : alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;6. « informatie » : elk gegeven, document, verslag, voor eensluidend verklaarde afschriften van die laatsten of elke andere mededeling;7. « inlichtingen » : verwerkte of geanalyseerde informatie met het oog op het verstrekken van verduidelijkingen betreffende een douaneovertreding;8. « verzoekende administratie » : de douaneautoriteit die een verzoek om bijstand indient;9. « aangezochte autoriteit » : de douaneautoriteit aan wie een verzoek om bijstand wordt gericht. Toepassingsgebied van het Akkoord Artikel 2 1. De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar wederzijdse bijstand, door tussenkomst van hun douaneautoriteiten, ter voorkoming, opsporing en beteugeling van alle strafbare feiten op het vlak van de douanewetgeving, overeenkomstig de bepalingen van dit Akkoord.2. De in dit Akkoord voorziene bijstand en samenwerking moeten worden verleend met inachtneming van de nationale wetsbepalingen en binnen de grenzen van de bevoegdheid en beschikbare middelen van de douaneautoriteiten. Toepassingsgebied van de bijstand Arikel 3 1. De bijstand voorzien in dit Akkoord omvat elke mededeling van inlichtingen van aard om de toepassing van de douanewetgeving en de juiste heffing van douanerechten en andere belastingen door de douaneautoriteiten te verzekeren.2. De douaneautoriteiten delen elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, alle informatie mee waarover zij beschikken met betrekking tot : a) nieuwe technieken om de douanefraude te bestrijden, die doeltreffend zijn gebleken;b) nieuwe tendenzen inzake douaneovertredingen, en middelen of methoden die daarbij worden gebruikt. Bijzondere gevallen van bijstand Artikel 4 Op verzoek, deelt de aangezochte autoriteit aan de verzoekende administratie informatie mee betrekking hebbende op volgende gevallen : a) de regelmatigheid van de uitvoer, vanuit het douanegebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, van goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij;b) de regelmatigheid van de invoer, in het douanegebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, van goederen die werden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, en, het douaneregime waaronder de goederen eventueel werden geplaatst. Artikel 5 Op verzoek van de douaneautoriteit van de ene Overeenkomstsluitende Partij oefent de douaneautoriteit van de andere Overeenkomstsluitende Partij, met inachtneming van zijn nationale wettelijke bepalingen en binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en beschikbare middelen, een bijzonder toezicht uit op : a) personen waaromtrent de verzoekende administratie redenen heeft om aan te nemen dat zij douaneovertredingen begaan of kunnen begaan;b) goederen die door de verzoekende administratie werden aangewezen als zijnde het voorwerp van een onregelmatig vervoer of waarvan vermoedt wordt dat het onregelmatig is, ter bestemming of bij vertrek van haar grondgebied;c) vervoermiddelen waarvan vermoed wordt dat ze worden gebruikt bij het plegen van douaneovertredingen in het douanegebied van de verzoekende Partij. Artikel 6 1. De douaneautoriteiten bezorgen elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, met inachtneming van hun respectieve nationale wetgeving en hun openbare orde, informatie en inlichtingen met betrekking tot reeds verrichte of voorgenomen handelingen die als een douaneovertreding zijn aan te merken of die als dusdanig aangemerkt kunnen worden.2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade kunnen toebrengen aan de economie, de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere essentiële belangen van een Overeenkomstsluitende Partij verstrekt de douaneautoriteit van de andere Overeenkomstsluitende Partij, onverwijld, en uit eigen beweging, de beschikbare informatie en inlichtingen. Informatie en inlichtingen Artikel 7 1. Originele dossiers, documenten en andere gegevens worden uitsluitend opgevraagd wanneer kopieën niet volstaan.In het geval dat de originelen niet kunnen worden verstrekt, worden voor eensluidend verklaarde afschriften aan de verzoekende Partij bezorgd. 2. Het toezenden van originele dossiers, documenten en andere gegevens geschiedt zonder afbreuk te doen aan de rechten die de aangezochte Partij of derden zouden hebben verworven op die documenten.3. De toegezonden originele dossiers, documenten en andere gegevens moeten zo spoedig mogelijk worden teruggezonden.4. De krachtens dit Akkoord uit te wisselen informatie en inlichtingen gaan vergezeld van alle relevante gegevens om deze informatie te interpreteren of te gebruiken. Experten en getuigen Artikel 8 Op verzoek van de douaneautoriteit van een van de Overeenkomstsluitende Partijen machtigt de douaneautoriteit van de andere Overeenkomstsluitende Partij, volgens eigen inzicht, haar ambtenaren om als getuige op te treden voor de rechtbanken of administratieve autoriteiten op het grondgebied van de verzoekende Partij, en om dossiers, documenten en andere gegevens, of voor eensluidend verklaarde afschriften ervan, over te leggen, die als van wezenlijk belang bij vervolging kunnen worden aangemerkt. Binnen de grenzen vastgelegd in de machtiging, leggen de ambtenaren getuigenis af over de vaststellingen die zij bij de uitoefening van hun functie hebben gedaan. Het verzoek om te getuigen moet onder meer vermelden in welke zaak en in welke hoedanigheid de ambtenaar getuigenis zal moeten afleggen.

Uitvoering van de verzoeken Artikel 9 Ingeval de aangezochte autoriteit de gevraagde inlichtingen niet bezit, zal zij, met inachtneming van haar nationale wettelijke en administratieve bepalingen : a) onderzoeken instellen teneinde de bedoelde inlichtingen te verzamelen, of b) het verzoek spoedig doorzenden aan de bevoegde autoriteit, of c) mededelen welke autoriteiten bevoegd zijn om aan het verzoek gevolg te geven. Artikel 10 1. Met machtiging van en onder de voorwaarden bepaald door de aangezochte autoriteit mogen ambtenaren van de verzoekende administratie, in een raadgevende hoedanigheid, aanwezig zijn op het grondgebied van de aangezochte autoriteit.Te dien einde kunnen de bedoelde ambtenaren, in bijzondere gevallen betrekking hebbende op onderzoeken naar de overtredingen van de douanewetgeving van kracht op het grondgebied van de verzoekende administratie, inlichtingen verstrekken en verkrijgen, daaronder begrepen de documenten of de bijstand die het voorwerp zijn van het verzoek uitgaande van de verzoekende autoriteit. 2. Wanneer ambtenaren van de verzoekende administratie zich, onder de in lid 1 van onderhavig artikel bepaalde voorwaarden, op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij bevinden, moeten zij te allen tijde het bewijs kunnen leveren dat zij officieel bevoegd zijn om te handelen.3. Zij genieten op dat grondgebied dezelfde bescherming en dezelfde bijstand als die welke aan de douaneambtenaren van de andere Overeenkomstsluitende Partij worden verleend overeenkomstig de wetgeving die er op het grondgebied van deze laatste van toepassing is en ze zijn aansprakelijk voor elke door hen, in voorkomend geval, begane overtreding. Bescherming van de inlichtingen Artikel 11 1. De informatie of de inlichtingen bekomen in het kader van de administratieve samenwerking overeenkomstig onderhavig Akkoord mogen enkel gebruikt worden voor de doeleinden van dit akkoord en door de douaneautoriteiten, behoudens indien de Overeenkomstsluitende Partij die de bedoelde informatie heeft verstrekt uitdrukkelijk het gebruik voor andere doeleinden of door andere autoriteiten heeft toegestaan.2. De informatie of de inlichtingen bekomen overeenkomstig onderhavig Akkoord moeten als vertrouwelijk beschouwd worden en genieten een bescherming die ten minste gelijkwaardig is aan het niveau voorzien in de nationale wetgeving van de Overeenkomstsluitende Partij die ze heeft ontvangen voor informatie en inlichtingen van dezelfde aard. Afwijkingen Artikel 12 1. De bijstand voorzien in dit Akkoord kan worden geweigerd ingeval die kan leiden tot aantasting van de soevereiniteit, de veiligheid, de openbare orde of enig ander wezenlijk nationaal belang van een van de Overeenkomstsluitende Partijen;indien een industrieel-, een handels- of een beroepsgeheim zou worden geschonden of nog indien de gevraagde bijstand niet verenigbaar is met wettelijke of administratieve voorschriften toegepast door die Overeenkomstsluitende Partij. 2. Wanneer de verzoekende administratie niet in staat is een gelijksoortig verzoek dat door de aangezochte autoriteit zou zijn ingediend in te willigen, vermeldt zij dit in de uiteenzetting van haar verzoek.In een dergelijk geval staat het de aangezochte autoriteit volledig vrij te bepalen welk gevolg aan het verzoek zal worden gegeven. 3. Het verlenen van de bijstand kan door de aangezochte autoriteit worden uitgesteld indien dit een lopend onderzoek, lopende gerechtelijke vervolgingen of een hangende procedure zou verstoren.In een dergelijk geval raadpleegt de aangezochte autoriteit de verzoekende administratie om te bepalen of bijstand kan worden verleend onder de door de aangezochte autoriteit gestelde voorwaarden. 4. Indien een verzoek om bijstand niet kan worden ingewilligd, wordt de verzoekende administratie daarvan onmiddellijk in kennis gesteld, onder opgave van de redenen en omstandigheden die voor het verder verloop van de zaak van belang kunnen zijn. Vorm en inhoud van de verzoeken om bijstand Artikel 13 1. De verzoeken gedaan in uitvoering van dit Akkoord worden schriftelijk geformuleerd.De documenten nodig voor de uitvoering van die verzoeken dienen te worden bijgevoegd. Indien de omstandigheden zulks vereisen, kunnen mondelinge verzoeken eveneens worden aanvaard, maar zij moeten schriftelijk te worden bevestigd. 2. De overeenkomstig lid 1 van dit artikel ingediende verzoeken bevatten de hiernavolgende gegevens : a) de autoriteit van wie het verzoek uitgaat;b) de aard van de procedure;c) het voorwerp en de reden van het verzoek;d) de namen en adressen van de partijen waarop de procedure betrekking heeft, indien bekend;e) een korte beschrijving van de onderzochte zaak en de opgave van de toepasselijke wettelijke bepalingen.3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij of in een voor deze Partij aanvaardbare taal. Kosten Artikel 14 1. De douaneautoriteiten brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit Akkoord zijn gemaakt, met uitzondering van de uitgaven voor getuigen en de vergoedingen voor deskundigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.De kosten zullen dienaangaande slechts worden gemaakt na voorafgaand akkoord van de verzoekende Staat. 2. Indien het verlenen van de bijstand hoge en ongewone kosten met zich meebrengt of zal meebrengen, stellen de Overeenkomstsluitende Partijen in overleg de voorwaarden vast waaronder aan het verzoek gevolg zal worden gegeven en de wijze waarop de kosten zullen worden gedragen. 3. De kosten verband houdende met de toepassing van de artikelen 8 en 10.1 worden gedragen door de verzoekende Partij.

Tenuitvoerlegging van het Akkoord Artikel 15 1. De onderscheiden douaneautoriteiten treffen de nodige schikkingen opdat de bijstand via rechtstreeks contact tussen de daartoe aangewezen ambtenaren zou kunnen worden verleend.De namen, telefoonnummers en telefaxnummers van de aangewezen ambtenaren zullen worden uitgewisseld. 2. De douaneautoriteiten vaardigen gedetailleerde bepalingen uit om de tenuitvoerlegging van dit Akkoord te vergemakkelijken.3. De douaneautoriteiten trachten, in onderling overleg, iedere moeilijkheid of twijfel gerezen bij de toepassing van dit Akkoord uit de weg te ruimen. Toepassing Artikel 16 1. Dit Akkoord is van toepassing op het douanegebied van beide Overeenkomstsluitende Partijen zoals dat is bepaald in hun nationale wetgeving.2. Informatie betreffende douanefraude en -onregelmatigheden met een communautair belang die door de douaneautoriteiten van Turkije aan de douaneautoriteiten van België zouden worden medegedeeld, kunnen door deze laatsten aan de Europese Commissie worden ter kennis gebracht, mits daartoe voorafgaand toestemming werd gekregen vanwege de douaneautoriteiten van Turkije. Inwerkingtreding en beëindiging Artikel 17 1. Elk van de Overeenkomstsluitende Partijen brengt de andere Partij, schriftelijk en via diplomatieke weg, ervan in kennis dat de krachtens zijn Grondwet of andere nationale wetgeving bepaalde procedures betreffende de inwerkingtreding van dit Akkoord werden vervuld.Dit Akkoord treedt in werking de eerste dag van de derde maand volgend op de datum van die kennisgeving. 2. Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van dit Akkoord of op verzoek van een van de Overeenkomstsluitende Partijen, komen de douaneautoriteiten samen met het oog op een hernieuwd onderzoek van dit Akkoord. Artikel 18 1. Dit Akkoord wordt gesloten voor onbepaalde duur, maar elke Overeenkomstsluitende Partij kan dit Akkoord op elk ogenblik bij kennisgeving via diplomatieke weg opzeggen.2. De opzegging heeft uitwerking zes maanden na de datum van de kennisgeving van de opzegging aan de andere Overeenkomstsluitende Partij.Procedures die op het ogenblik van de opzegging nog lopende zijn, moeten niettemin, overeenkomstig de bepalingen van dit Akkoord, worden afgehandeld.

Ten blijke waarvan, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Ankara, op 3 november 2003, in twee exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Turkse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.

^