Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 februari 2006
gepubliceerd op 15 maart 2006

Wet tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011087
pub.
15/03/2006
prom.
22/02/2006
ELI
eli/wet/2006/02/22/2006011087/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2006. - Wet tot wijziging van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Met deze wet wordt Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling, omgezet in Belgisch recht. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen

Art. 3.In het opschrift van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen wordt het woord « verzekeringsbemiddeling » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling ».

Art. 4.Voorafgaand aan het huidige hoofdstuk I van dezelfde wet, dat hoofdstuk Ibis zal vormen, wordt een nieuw hoofdstuk I ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.- Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° « verzekeringsbemiddeling » : de werkzaamheden die bestaan in het aanbieden, het voorstellen, het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van verzekeringsovereenkomsten of het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan; worden niet als verzekeringsbemiddeling beschouwd : - werkzaamheden uitgeoefend door een verzekeringsonderneming of door een werknemer van een verzekeringsonderneming onder de verantwoordelijkheid van deze laatste; - werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een verzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-expertise; 2° « herverzekeringsbemiddeling » : de werkzaamheden die bestaan in het aanbieden, het voorstellen, het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten of het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan; worden niet als herverzekeringsbemiddeling beschouwd : - werkzaamheden uitgeoefend door een herverzekeringsonderneming of door een werknemer van een herverzekeringsonderneming onder de verantwoordelijkheid van deze laatste; - werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een herverzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een herverzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-expertise; 3° « verzekeringstussenpersoon » : elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die activiteiten van verzekeringsbemiddeling uitoefent, zelfs occasioneel, of die er toegang toe heeft;4° « herverzekeringstussenpersoon « : elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die activiteiten van herverzekeringsbemiddeling uitoefent, zelfs occasioneel, of die er toegang toe heeft;5° « verantwoordelijke voor de distributie » : a) elke natuurlijke persoon behorend tot de leiding van of elke werknemer in dienst van een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon, die de facto de verantwoordelijkheid heeft van of toezicht uitoefent op de werkzaamheid van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling;b) elke natuurlijke persoon die in een verzekerings- of herverzekeringsonderneming de facto de verantwoordelijkheid heeft van of toezicht uitoefent op personen die instaan voor de distributie van verzekerings- of herverzekeringsproducten;6° « verzekeringsmakelaar » : de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon die verzekeringsnemers en verzekeringsondernemingen, of verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen, met elkaar in contact brengt, zonder in de keuze van deze gebonden te zijn;7° « verzekeringsagent » : de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon die, uit hoofde van een of meer overeenkomsten of volmachten, in naam en voor rekening van één of meerdere verzekerings- of herverzekeringsondernemingen werkzaamheden van verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling uitoefent;8° « verzekeringssubagent » : de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon, andere dan deze bedoeld in de punten 6° en 7°, die handelt onder de verantwoordelijkheid van de in 6° of 7° bedoelde personen;9° « verzekeringsonderneming » : een verzekeringsonderneming in de zin van art.91bis, 1° en 2°, van de controlewet verzekeringen; 10° « herverzekeringsonderneming » : een herver-zekeringsonderneming in de zin van art.91bis, 3°, van de controlewet verzekeringen; 11° « grote risico's » : risico's in de zin van artikel 1, 7, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;12° « lidstaat » : een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte;13° « lidstaat van herkomst » : a) indien de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon een natuurlijke persoon is, de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft en zijn werkzaamheden uitoefent;b) indien de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon een rechtspersoon is, de lidstaat waar zijn maatschappelijke zetel is gevestigd of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationale recht geen maatschappelijke zetel heeft, de lidstaat waar zijn hoofdkantoor is gevestigd;14° « lidstaat van ontvangst » : de lidstaat, andere dan de lidstaat van herkomst, waarin een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon een bijkantoor heeft of vrij diensten verricht;15° « CBFA » : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen;16° « bevoegde autoriteiten » : de autoriteiten in de zin van artikel 2, punt 11 van de richtlijn;17° « duurzame drager » : elk hulpmiddel dat de cliënt in staat stelt aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat hij deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan raadplegen en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd; onder duurzame drager wordt in het bijzonder verstaan computerdiskettes, cd-rom's, DVD's en de harde schijf van de computer van de consument waarop de elektronische post wordt opgeslagen, maar niet internet-websites, tenzij die voldoen aan de in de definitie van duurzame drager opgenomen criteria; 18° « de controlewet verzekeringen » : de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;19° « de wet van 2 augustus 2002 » : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;20° « de richtlijn » : Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling.»

Art. 5.Artikel 1 van dezelfde wet, wordt artikel 1bis van die wet, met dien verstande dat in dat artikel de volgende wijzigingen worden aangebracht : 1° het woord « verzekeringsovereenkomsten » wordt vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten »;2° de woorden « waaraan voldaan moet zijn om als verzekeringstussenpersoon op te treden of om verzekeringsproducten aan het publiek te koop aan bieden in welke vorm ook » worden vervangen door de woorden « betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheid van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling, de distributie van verzekeringen ».

Art. 6.Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.- § 1. Deze wet is van toepassing op de verzekeringstussenpersonen en de herverzekeringstussenpersonen met België als lidstaat van herkomst of die in België werkzaam zijn. § 2. Deze wet is niet van toepassing op de in § 1 bedoelde personen, in de hiernavolgende gevallen : 1° wanneer zij hun activiteiten uitsluitend uitoefenen met het oog op het verzekeren of het herverzekeren van risico's van de eigen onderneming of van de groep van ondernemingen waartoe ze behoren; 2° wanneer de verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling betrekking heeft op verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten m.b.t. dewelke alle hiernavolgende voorwaarden vervuld zijn : a) de overeenkomst vergt slechts kennis van de verzekeringsdekking die geboden wordt;b) de overeenkomst is geen levensverzekeringsovereenkomst;c) de overeenkomst dekt geen aansprakelijkheidsrisico's;d) de persoon in kwestie heeft een andere hoofdberoepswerkzaamheid dan verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling;e) de verzekering is een aanvulling op de levering van een product of de verrichting van een dienst door eender welke aanbieder, en dekt : - het risico van defect, verlies of beschadiging van door die aanbieder geleverde goederen;of - het risico van beschadiging of verlies van bagage en andere risico's die verbonden zijn aan een bij die aanbieder geboekte reis, zelfs indien deze verzekering de dekking omvat van levensverzekerings- of aanspra-kelijkheidsrisico's, maar dan wel op voorwaarde dat de dekking bijkomend is aan de hoofddekking van de met de reis verbonden risico's. f) het bedrag van de jaarlijkse premie is niet hoger dan 500 euro en de volledige looptijd van de overeenkomst, met inbegrip van eventuele verlengingen, bedraagt niet meer dan vijf jaar; § 3. De personen die in een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die in België werkzaam is, als verantwoordelijke voor de distributie zijn aangewezen, moeten voldoen aan dezelfde vereisten van beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid als de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen zoals voorgeschreven in artikel 10, 1°, 2°bis en 3°.

De andere personen van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die op welke wijze ook in contact staan met het publiek met het oog op het te koop aanbieden of verkopen van de producten van hun onderneming moeten voldoen aan de in artikel 11, § 2, bepaalde vereisten inzake beroepskennis. »

Art. 7.Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.- Als een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon werknemers in dienst heeft, moet aan de vereisten van beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid als bedoeld bij artikel 10, 1°, 2°bis en 3°, worden voldaan door de verantwoordelijken voor de distributie.

De andere personen die zich rechtstreeks met verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling bezig houden, inzonderheid iedere persoon die daartoe op welke wijze ook in contact staat met het publiek, moeten voldoen aan de vereisten van beroepskennis als bedoeld in artikel 11, § 2. »

Art. 8.In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « tussenpersonen » wordt vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;2° de woorden « verantwoordelijken aan voor de distributie » worden vervangen door de woorden « een of meer natuurlijke personen als verantwoordelijke voor de distributie aan »;3° de woorden « een distributieactiviteit » worden vervangen door de woorden « respectievelijk een verzekeringsbemiddeling- of distributieactiviteit »;4° de woorden « ze er meer dan vijf personen tewerkstellen » worden vervangen door de woorden « er meer dan vijf personen actief zijn inzake verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling ».

Art. 9.Artikel 5 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 april 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 5.- § 1. Geen enkele verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon met België als lidstaat van herkomst, mag de activiteit van verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, zonder vooraf ingeschreven te zijn in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CBFA. Geen enkele verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon uit een andere lidstaat van herkomst dan België mag in België de activiteit van verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling uitoefenen zonder vooraf ingeschreven te zijn als verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon door de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst, onverminderd het bepaalde bij artikel 8, § 2.

Geen enkele verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon met woonplaats of maatschappelijke zetel in een land buiten de Europese Economische Ruimte, mag in België de activiteit van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, zonder vooraf ingeschreven te zijn in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bijgehouden door de CBFA. Het door de CBFA bijgehouden register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen wordt onderverdeeld in de categorieën « verzekeringsmakelaars », « verzekeringsagenten » en « verzekeringssubagenten ».

Een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon kan slechts in een van de voormelde categorieën worden ingeschreven. § 2. Verzekerings- en herverzekeringsonder-nemingen, die een vestiging hebben in België of er hun activiteiten uitoefenen zonder er gevestigd te zijn, mogen geen beroep doen op een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon die niet is ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in § 1.

Indien zij niettemin beroep doen op een niet ingeschreven verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon zijn zij burgerrechtelijk aansprakelijk voor de handelingen van deze tussenpersonen verricht in het kader van hun activiteit van verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling. »

Art. 10.In artikel 5bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 april 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon », wordt het woord « verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « verzekerings- of een herverzekeringsonderneming », wordt het woord « enkele » vervangen door het woord « meerdere » en wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsondernemingen »;2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het vroegere derde lid, dat het tweede lid is geworden, wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon » en wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsondernemingen »;4° in het vroegere vierde lid, dat het derde lid is geworden, wordt het woord « dadelijk » vervangen door het woord « onverwijld ».

Art. 11.Artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt opgeheven.

Art. 12.Artikel 7 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.- Voor de werkzaamheden bedoeld bij deze wet, mag niemand de titel dragen van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent of verzekeringssubagent, of van makelaar, agent, of subagent, met verwijzing naar de activiteit van verzekeringen, herverzekeringen, verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling, tenzij hij in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen is ingeschreven, respectievelijk in de categorie « verzekeringsmakelaars », « verzekeringsagenten » of « verzekeringssubagenten ». »

Art. 13.Artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.- § 1. Elke in België ingeschreven verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon die voornemens is voor het eerst in een andere lidstaat werkzaamheden uit te oefenen in het stelsel van vrijheid van vestiging of vrijheid van dienstverrichting, stelt de CBFA daarvan vooraf in kennis. In het register wordt aangegeven in welke lidstaten de tussenpersoon werkzaam is door middel van vrijheid van vestiging of vrijheid van dienstverrichting.

De CBFA stelt binnen een maand na deze kennisgeving de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die dit wenst van dit voornemen in kennis, en brengt de betrokken tussenpersoon van deze kennisgeving op de hoogte. § 2. De in een andere lidstaat dan België ingeschreven verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon kan zijn werkzaamheden in België aanvangen, hetzij door middel van vrijheid van vestiging, hetzij door middel van vrijheid van dienstverrichting, nadat hij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst hiervan in kennis heeft gesteld, en nadat deze autoriteit de CBFA op de hoogte gebracht heeft overeenkomstig de Europeesrechtelijke bepalingen terzake. De CBFA maakt de lijst van deze verzekerings- en herverzekeringstussenper-sonen bekend op haar website en zorgt voor een regelmatige actualisering ervan op basis van de haar beschikbare gegevens.

De in het eerste lid bedoelde verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon moet bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de wettelijke en reglementaire bepalingen naleven die in België van toepassing zijn op de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen om redenen van algemeen belang. De CBFA deelt de hier bedoelde verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen mee welke bepalingen naar haar weten van algemeen belang zijn. § 3. De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bedoeld in § 1, tweede lid, en de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bedoeld in § 2, kunnen hun werkzaamheden in de betrokken lidstaat van ontvangst ten vroegste aanvangen één maand na de datum van hun in kennisstelling door de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst. »

Art. 14.Artikel 9 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1999 en 2 augustus 2002, en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid wordt het woord « registratie » vervangen door het woord « inschrijving »;2° in het tweede lid worden de woorden « de werkzaamheden omschreven in artikel 2, § 1, » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling »;3° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 10 kunnen meerdere kandidaten hun aanvraag tot inschrijving collectief indienen, indien de naleving van hun verplichtingen als bedoeld in art.10 door een centrale instelling wordt geverifieerd. Deze centrale instelling moet een verzekeringstussenpersoon zijn, een herverzekeringstussenpersoon, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een onderneming onderworpen aan het aanvullend toezicht op een verzekeringsonderneming in de zin van artikel 91ter van de controlewet verzekeringen, of een andere onderneming of instelling die voldoet aan de voorwaarden door de Koning bepaald op voorstel van de CBFA. In dit geval wordt de inschrijvingsaanvraag door de centrale instelling ingediend onder haar verantwoordelijkheid. Voor de toepassing van deze wet wordt hun dossier behandeld alsof het om een enkele onderneming ging. De verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon wordt van rechtswege uit het register geschrapt wanneer de centrale instelling de intrekking van diens inschrijving vraagt. »; 4° in het vijfde lid worden de woorden « zijn beslissing » en « de in het derde lid vermelde documenten » respectievelijk vervangen door de woorden « haar beslissing » en « de gegevens van de in deze paragraaf vermelde documenten »;5° het zesde lid wordt opgeheven;6° het zevende lid wordt vervangen als volgt : « Indien de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon niet meer verkeert in de omstandigheden die hij in de verklaring op erewoord, bedoeld bij artikel 5bis, eerste lid, heeft vermeld, wordt hij naar een andere categorie in het inschrijvingsregister overgebracht.»; 7° het achtste en laatste lid wordt opgeheven;8° het artikel wordt aangevuld met een § 2, luidende : « § 2.De lijst van de ingeschreven verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen wordt bekendgemaakt op de website van de CBFA. De CBFA zorgt voor een regelmatige actualisering van de website op basis van de haar beschikbare gegevens.

De website vermeldt voor iedere verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon, de gegevens noodzakelijk voor zijn identificatie, de datum van inschrijving, de categorie waarin hij is ingeschreven, desgevallend de datum van schrapping, evenals alle andere informatie die de CBFA nuttig acht voor een correcte informatie van het publiek. De CBFA bepaalt de voorwaarden waaronder de vermelding van schrapping van een tussenpersoon wordt weggelaten van de website. »

Art. 15.In artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin wordt het woord « verzekeringstussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen » en wordt het woord « verzekeringstussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon »;2° het 1° wordt vervangen als volgt : « 1° De vereiste beroepskennis bezitten, als bepaald bij artikel 11. »; 3° een 2°bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 2°bis Een voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid bezitten.»; 4° in het 3° wordt de eerste zin opgeheven en worden de woorden « wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « controlewet verzekeringen »;5° de eerste zin van het 4° wordt vervangen als volgt : « Het voorwerp zijn van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering die het gehele grondgebied van de Europese Economische Ruimte dekt.»; 6° in het 4°, wordt het woord « tussenpersonen » telkens vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsondernemingen » en worden de woorden « waarvoor of » vervangen door de woorden « voor rekening en »;7° in het 5°, wordt het woord « verzekeringsovereenkomsten » in de inleidende zin vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten », wordt in de Nederlandse tekst onder het eerste streepje en onder het tweede streepje het woord « verzekeringsovereenkomsten » vervangen door het woord « overeenkomsten », wordt onder het eerste streepje het woord « verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « verzekeringsonderneming of met een herverzekeringsonderneming » en worden onder het tweede streepje de woorden « niet in België toegelaten verzekeringsonderneming » vervangen door de woorden « in België gemachtigde verzekeringsonderneming of een buitenlandse herverzekeringsonderneming »;8° het 6° wordt vervangen als volgt : « 6° Wat hun activiteit van verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling in België betreft, slechts handelen met ondernemingen die met toepassing van de controlewet verzekeringen toegelaten zijn voor de uitoefening van deze activiteit in België, of met ondernemingen die, met toepassing van hoofdstuk Vter van dezelfde wet, gemachtigd zijn om in België hun verzekeringsdiensten aan te bieden.»; 9° een 6°bis wordt ingevoegd, luidende als volgt : « 6°bis Toetreden tot een buitengerechtelijke klachtenregeling.Hij dient ofwel zelf toegetreden te zijn tot een dergelijke klachtenregeling, ofwel lid te zijn van een beroepsvereniging die is toegetreden tot een dergelijke klachtenregeling. Hij dient bij te dragen tot de financiering van bedoelde klachtenregeling.

De Koning kan een buitengerechtelijke klachtenregeling oprichten met als opdracht geschillen tussen verzekeringstussenpersonen, herverzekeringstussenpersonen, verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen, aan de ene kant, en hun cliënten, aan de andere kant, te helpen oplossen door hierover advies te verstrekken of op te treden als bemiddelaar.

Het met toepassing van het vorige lid genomen besluit kan inzonderheid bepalen : - welk soort klachten en geschillen kunnen worden voorgelegd; - de samenstelling van de organen en de werking van deze buitengerechtelijke klachtenregeling; - de modaliteiten van financiering van deze klachtenregeling; de financiering gebeurt door de verzekeringsondernemingen die toegelaten zijn om in België het verzekeringsbedrijf te beoefenen, en door de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen die gemachtigd zijn om in België de activiteit van verzekerings- of herverzekeringsbemiddeling uit te oefenen; - de te volgen procedure en de termijnen waarbinnen advies dient te worden uitgebracht of als bemiddelaar moet worden opgetreden; - in welke vorm de adviezen of het optreden moet worden bekendgemaakt. 10° een 6°ter wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 6°ter Het bepaalde naleven bij de artikelen 12bis, 12ter en 12quater.»; 11° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « De verzekerings- en herverzekeringstussenperso-nen, en in het geval bedoeld in artikel 9, § 1, vierde lid, de centrale instelling, dienen de CBFA, volgens nadere regelen door haar bepaald bij reglement, met inbegrip van de periodiciteit, de naleving aan te tonen van het bepaalde bij het eerste lid.»

Art. 16.In dezelfde wet wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende : «

Art. 10bis.- De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, met de hoedanigheid van rechtspersoon worden bovendien slechts ingeschreven, en hun inschrijving wordt slechts gehandhaafd, op voorwaarde dat : 1° de personen die met de effectieve leiding worden belast, over de noodzakelijke professionele betrouwbaarheid, de vereiste beroepskennis als bepaald bij artikel 11, en de passende ervaring beschikken om deze functie waar te nemen;2° de CBFA in kennis is gesteld van de identiteit van, en gelet op de noodzaak van een gezond en voorzichtig beleid overtuigd is van de geschiktheid van, de personen die rechtstreeks of onrechtstreeks de controle uitoefenen over de tussenpersoon;de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen informeren de CBFA over elke wijziging in bedoelde controle. »

Art. 17.In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 april 1999 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, A, wordt onder d), in fine, het leesteken « .» vervangen door het leesteken « ; »; 2° § 1, 1° A, wordt aangevuld als volgt : « e) de witwaswetgeving, voorzover de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon onderworpen is aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme.»; 3° de bestaande tekst van het eerste lid van § 2 wordt onderdeel 1° van § 2, met dien verstande dat in de eerste zin de woorden « artikel 2, § 1, c), in artikel 2, § 2, tweede lid, » worden vervangen door de woorden « artikel 1, 8°, artikel 2, § 3, tweede lid, », en dat in de laatste zin de woorden « artikel 2, § 2, eerste lid, » worden vervangen door de woorden « artikel 2, § 3, eerste lid » en « § 1, B » vervangen wordt door « § 1, 1°, B »;4° de bestaande tekst van het tweede lid van § 2 wordt onderdeel 3° van § 2, met dien verstande dat de woorden « andere personen » worden vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;5° in § 2 wordt tussen 1° en 3° een 2° ingevoegd, luidend als volgt : « 2° de herverzekeringstussenpersonen zijn vrijgesteld van de kennis van de materies bepaald in § 1, 1°, A, a) en c).»; 6° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 2bis.Onder de vereiste beroepskennis bedoeld in artikel 10bis, 1°, wordt verstaan, een voldoende kennis van de materie bepaald bij § 1, 1°, B. Deze kennis is vereist, ook indien de in dat artikel bedoelde personen de hoedanigheid hebben van verantwoordelijke voor de distributie. »; 7° in § 3, eerste lid, 1°, wordt het woord « diploma's » vervangen door het woord « getuigschriften » en wordt de zin « Voor herverzekeringstussenpersonen wordt de duur van de praktische ervaring op vijf jaar vastgesteld.» toegevoegd; 8° § 3, eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° de houders van een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs, die een gespecialiseerde cursus in verzekeringen georganiseerd door of krachtens een decreet, een representatieve beroepsorganisatie, een verzekerings- of herverzekeringsonderneming of een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon, met inbegrip van de kredietinstellingen, met vrucht gevolgd hebben.Deze gespecialiseerde cursus dient erkend te worden door de CBFA. De Koning kan, op voorstel van de CBFA, de nadere regelen vaststellen waaraan de examens in verband met de hierbedoelde cursus in verzekeringen moeten voldoen. Betrokkene dient ook een praktische ervaring aan te tonen waarvan de duur door de Koning wordt bepaald, doch die niet langer mag zijn dan twee jaar.

Voor herverzekeringstussenpersonen wordt de duur van de praktische ervaring op vijf jaar vastgesteld. »; 9° in § 3, tweede lid, wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen »;10° in § 3, derde lid, wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsondernemingen » en wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringstussenpersonen »;11° in § 4 wordt het woord « tussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », en worden de woorden « artikel 2, § 2, tweede lid, » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3, tweede lid, ».

Art. 18.Artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt artikel 11bis van die wet, met dien verstande dat in dat artikel de volgende wijzigingen worden aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringsondernemingen » en worden de woorden « artikel 2, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3 »;2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het derde lid, dat het tweede lid wordt, wordt het woord « verzekeringstussenpersonen » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen », wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- en herverzekeringstussenpersoon » en worden de woorden « in het register » ingevoegd tussen de woorden « door de CBFA ingeschreven » en de woorden « met vermelding van »;4° in het vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden « artikel 2, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 2, § 3 ».

Art. 19.In hoofdstuk II van dezelfde wet wordt een afdeling 3 ingevoegd, die artikel 12 omvat, luidende : « Afdeling 3 Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie

Art. 12.- Artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst is toepasselijk op elke verzekeringsbemiddeling die onder de toepassing van deze wet valt. »

Art. 20.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, dat de artikelen 12bis tot 12quater omvat, luidende : « HOOFDSTUK IIbis . - Informatievereisten Afdeling 1 Door de verzekeringstussenpersoon te verstrekken informatie

Art. 12bis.- § 1. Voordat een verzekeringsovereenkomst gesloten wordt, en, zonodig, wanneer de overeenkomst gewijzigd of verlengd wordt, verstrekt de verzekeringstussenpersoon de cliënt ten minste de volgende informatie : 1° zijn identiteit en adres;2° het register van de verzekeringstussenpersonen waarin hij is ingeschreven, zijn inschrijvingsnummer in het register, en, bij afwezigheid van een inschrijvingsnummer, hoe zijn registerinschrijving kan worden geverifieerd, en desgevallend, de categorie waarin hij is ingeschreven;3° de naam en het adres van de verzekeringsonderneming waarin hij een rechtstreekse of middellijke deelneming van 10 % of meer van de stemrechten of van het kapitaal bezit;4° de naam en het adres van de verzekeringsonderneming of de moeder-onderneming van een verzekeringsonderneming, die een rechtstreekse of middellijke deelneming bezit van meer dan 10 % van de stemrechten of van het kapitaal van de verzekeringstussenpersoon;5° de naam en het adres van de instantie waarbij cliënten en andere belanghebbenden klachten over verzekeringstussenpersonen kunnen indienen. Bovendien deelt de verzekeringstussenpersoon de cliënt met betrekking tot de aangeboden overeenkomst mee : 1° dat hij adviseert op grond van een onpartijdige analyse die beantwoordt aan de bepalingen van § 2, dan wel, 2° dat hij een contractuele verplichting heeft om uitsluitend met één verzekeringsonderneming of met meerdere verzekeringsondernemingen verzekeringszaken te doen;in dat geval deelt hij op verzoek van de cliënt tevens de naam en het adres van deze verzekerings-onderneming(en) mee, dan wel, 3° dat hij geen contractuele verplichting heeft om uitsluitend met één verzekeringsonderneming of met meerdere verzekeringsondernemingen verzekeringszaken te doen, en niet adviseert op grond van een verplichting tot een onpartijdige analyse die beantwoordt aan de bepalingen van § 2;in dit geval deelt hij op verzoek van de cliënt tevens de naam en het adres mee van de verzekeringsonderneming(en) waarmee hij zaken doet of kan doen.

In de gevallen waarin is voorzien dat bepaalde informatie op verzoek van de cliënt wordt verstrekt, wordt deze in kennis gesteld van zijn recht om dergelijke informatie te vragen. § 2. Wanneer de verzekeringstussenpersoon de cliënt meedeelt dat hij adviseert op grond van een onpartijdige analyse, is hij verplicht zijn advies te baseren op een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare verzekeringsovereenkomsten, zodat hij overeenkomstig professionele criteria in staat is de verzekeringsovereenkomst aan te bevelen die aan de behoeften van de cliënt voldoet. § 3. Voorafgaand aan de sluiting van een verzekeringsovereenkomst identificeert de verzekeringstussenpersoon, in het bijzonder rekening houdend met de door de cliënt verstrekte informatie, ten minste de verlangens en behoeften van deze cliënt, en preciseert de elementen waarop zijn advies over een bepaald verzekeringsproduct is gebaseerd.

Deze preciseringen variëren in functie van de graad van ingewikkeldheid van de aangeboden verzekeringsovereenkomst. § 4. De in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde informatie moet niet worden gegeven wanneer de verzekeringsbemiddeling betrekking heeft op de verzekering van grote risico's.

Art. 12ter.- De verzekeringstussenpersoon vermeldt op zijn briefpapier en op de andere documenten betreffende zijn activiteit van verzekeringsbemiddeling die van hem uitgaan, alsook in zijn reclame, zijn inschrijvingsnummer in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen.

Op vraag van de cliënt deelt hij hem de aard en de draagwijdte van zijn bevoegdheden mee.

De verplichte vermeldingen bedoeld in het eerste lid worden, voor wat betreft de verzekeringsagenten, aangevuld met de namen van alle verzekeringsondernemingen in wiens naam en voor wiens rekening zij werkzaamheden van verzekeringsbemiddeling uitoefenen, en, voor wat betreft de verzekeringssubagenten, met de naam van de verzekeringstussenpersoon voor wie ze optreden.

De personen bedoeld in artikel 2, § 3, vermelden bij elk contact met het publiek de naam van de verzekeringsonderneming waarvoor zij op directe of indirecte wijze werken. De personen bedoeld in artikel 3, § 1, vermelden bij elk contact met het publiek de naam van de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon voor wie zij optreden. Afdeling 2. - Voorwaarden inzake informatieverstrekking

Art. 12quater.- Alle informatie die de cliënten op grond van artikel 12bis en 12ter moet worden meegedeeld, wordt verstrekt : a) op papier of op een andere duurzame drager die voor de cliënt beschikbaar en toegankelijk is;b) op duidelijke, nauwkeurige, en voor de cliënt begrijpelijke wijze;c) in een van de officiële talen van België of in elke andere taal die door partijen is overeengekomen. Bedoelde informatie mag op verzoek van de cliënt mondeling worden meegedeeld in het geval de verzekeringsdekking onmiddellijk ingaat. In dit geval wordt de informatie onmiddellijk na de sluiting van de overeenkomst aan de cliënt meegedeeld, overeenkomstig het bepaalde bij het eerste lid.

In geval van telefonische verkoop geschiedt de aan de cliënt te verstrekken informatie met toepassing van het bepaalde bij de wet van 24 augustus 2005 tot omzetting van verschillende bepalingen van de richtlijn financiële diensten op afstand en van de richtlijn privacy en elektronische communicatie. In dat geval wordt de informatie eveneens onmiddellijk na de sluiting van de overeenkomst aan de cliënt meegedeeld, overeenkomstig het bepaalde bij het eerste lid.

Art. 21.Het opschrift van hoofdstuk III van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « en administratieve maatregelen ».

Art. 22.Artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002 en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.- § 1. De CBFA wordt belast met de controle op de naleving van de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen.

Zij kan de daartoe noodzakelijke inlichtingen vorderen binnen de termijn die zij vaststelt.

Zij kan daartoe eveneens ter plaatse inspecties verrichten, en ter plaatse kennis nemen en een afschrift maken van elk gegeven in het bezit van de verzekerings-, herverzekeringstussenpersoon, verzekerings- of herverzekeringsonderneming.

Wanneer de CBFA praktijken vaststelt die strijdig zijn met andere wetgevingen dan deze wet, brengt zij de overheden die bevoegd zijn voor deze materies daarvan op de hoogte. Evenzo brengen die overheden de CBFA op de hoogte van de door hen vastgestelde inbreuken op wetten, besluiten of reglementen door personen onderworpen aan deze wet. Deze inlichtingen blijven onderworpen aan de regels van het beroepsgeheim waartoe die overheden zijn gehouden. § 2. Met het oog op een goede toepassing van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen werkt de CBFA samen met de bevoegde autoriteiten en met de autoriteiten van derde landen met een gelijkaardige opdracht, en kan zij met deze autoriteiten vertrouwelijke informatie uitwisselen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 75 en 77, §§ 1 en 2, van de wet van 2 augustus 2002. § 3. De CBFA verricht de in artikel 7,punt 1, van de richtlijn voorgeschreven kennisgeving van haar aanwijzing als bevoegde autoriteit aan de Europese Commissie. »

Art. 23.In dezelfde wet wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende : «

Art. 13bis.- § 1. Wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon niet werkt overeenkomstig de bepalingen van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, identificeert zij deze tekortkomingen en stelt de termijn vast waarbinnen deze toestand moet worden verholpen.

Zij kan voor deze termijn het uitoefenen van een deel of het geheel van de activiteit van de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon verbieden en de inschrijving in het register schorsen.

Indien de CBFA na deze termijn vaststelt dat de tekortkomingen niet zijn verholpen, schrapt zij de inschrijving van de betrokken verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon.

De schrapping houdt het verbod in de gereglementeerde werkzaamheid uit te oefenen en de titel te voeren. § 2. In afwijking van het bepaalde in § 1, wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon het bepaalde in artikel 10, eerste lid, 2°, 4°, 6°bis en 7°, niet nakomt, maant zij deze aan de tekortkoming te verhelpen binnen een maand na datum van aanmaning.

Indien na deze termijn de tekortkoming niet is verholpen, vervalt de inschrijving van de verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon in het register van rechtswege. De CBFA brengt de betrokken verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon hiervan op de hoogte. »

Art. 24.In dezelfde wet wordt een artikel 13ter ingevoegd, luidende : «

Art. 13ter.- Wanneer de CBFA vaststelt dat een verzekeringsonderneming niet werkt overeenkomstig de bepaling van deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, kan zij de maatregelen nemen als voorzien bij artikel 26, § 4, van de controlewet verzekeringen. »

Art. 25.In dezelfde wet wordt een artikel 13quater ingevoegd, luidende : «

Art. 13quater.Het directiecomité van de CBFA kan de notificatie van beslissingen tot inschrijving of tot weigering van inschrijving in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, alsmede van beslissingen tot wijziging, aanmaning, schorsing en schrapping van inschrijving, opdragen aan een door hem aangeduid lid van het personeel van de CBFA. »

Art. 26.In artikel 14 van dezelfde wet worden de woorden « wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen » vervangen door de woorden « controlewet verzekeringen ».

Art. 27.In artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1999 en 26 juni 2000, en bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid van § 1 wordt de tekst van het eerste streepje vervangen als volgt : « de werkzaamheid van verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon uitoefent zonder ingeschreven te zijn overeenkomstig het bepaalde bij artikel 5 »;2° in het eerste lid van § 1 wordt de tekst van het tweede streepje vervangen als volgt : « het bepaalde bij artikel 7 niet naleeft »;3° in het eerste lid van § 1 wordt zowel onder het vierde streepje als onder het vijfde streepje het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon »;4° in het eerste lid van §1 wordt onder het vijfde streepje het leesteken « .» vervangen door het leesteken « ; »; 5° de opsomming in het eerste lid van § 1 wordt aangevuld als volgt : « - nalaat de bij de artikelen 12bis en 12ter bedoelde informatie te vermelden; - nalaat om wijzigingen mee te delen aan de CBFA met betrekking tot informatie die deel uitmaakt van zijn inschrijvingsdossier in uitvoering van het bepaalde bij hoofdstuk II »; 6° in het tweede lid van § 1 wordt het woord « tussenpersoon » vervangen door de woorden « verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon »;7° in § 3 vervallen de woorden « en wordt uit het register geschrapt ».

Art. 28.In dezelfde wet wordt een artikel 15bis ingevoegd, luidende : «

Art. 15bis.- § 1. Onverminderd de andere bij deze wet voorgeschreven maatregelen kan de CBFA een persoon die geen gevolg geeft aan de aanmaningen die hem krachtens deze wet of de ter uitvoering ervan genomen besluiten of reglementen worden gegeven 1° een dwangsom opleggen van maximum 25.000 euro per overtreding of maximum 500 euro per dag vertraging; 2° openbaar maken dat deze persoon geen gevolg heeft gegeven aan haar aanmaningen om zich binnen de termijn die zij heeft vastgesteld te conformeren aan de voorschriften van deze wet of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten of reglementen. § 2. Het bepaalde bij artikel 16, § 3, is van overeenkomstige toepassing op de invordering van dwangsommen. »

Art. 29.Artikel 16 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.- § 1. Onder de bij deze wet gestelde voorwaarden en voor zover de feiten vatbaar zijn voor strafrechtelijke sancties, kan de CBFA een administratieve boete opleggen van 25 euro tot 25.000 euro, zonder 1 % van de tijdens het laatste boekjaar geïnde commissielonen te overschrijden, aan hem die een inbreuk heeft gepleegd bedoeld in artikel 15 van deze wet.

In geval van herhaling binnen een termijn van vijf jaar wordt het maximum gebracht op 3 % zonder dat het bedrag 75.000 euro mag overschrijden.

Ingeval de overtreder een verzekerings- of herverzekeringsonderneming is, wordt de in het eerste en tweede lid bedoelde 1% of 3% berekend op de technische en financiële opbrengsten zoals toegepast in artikel 82 van de controlewet verzekeringen.

De administratieve boete mag worden berekend in een dagbedrag. § 2. Ingeval de CBFA op basis van ernstige aanwijzingen vaststelt dat een verzekerings- of herverzekeringstussenpersoon niet voldoet aan de bij artikel 10, eerste lid, 2°bis, gestelde vereiste van voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid, of een bij artikel 10bis, 1°, bedoelde persoon niet beschikt over de noodzakelijke professionele betrouwbaarheid en passende ervaring, volgt zij de procedure bepaald bij de artikelen 70 tot en met 72 van de wet van 2 augustus 2002. § 3. Indien de overtreder in gebreke blijft de administratieve boete te betalen, wordt de beslissing van de CBFA of de in kracht van gewijsde gegane beslissing van het Hof van Beroep gezonden aan de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen met het oog op de invordering van het bedrag van de boete. De invordering geschiedt ten bate van de Schatkist.

De vervolgingen ingesteld door de in het eerste lid bedoelde administratie verlopen overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949. »

Art. 30.Artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 17.- § 1. De herverzekeringstussenpersonen die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar de werkzaamheid van herverzekeringsbemiddeling uitoefenen, krijgen, onverminderd het bepaalde in het tweede en derde lid, de toelating om die werkzaamheden verder uit te oefenen. Niettegenstaande het bepaalde bij artikel 3 kunnen de als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen hun werkzaamheden verder uitoefenen, indien zij die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar uitoefenen.

De in het eerste lid bedoelde herverzekeringstussenpersonen moeten, binnen zes maanden te rekenen van de inwerkingtreding van deze wet, bij de CBFA een aanvraag tot inschrijving indienen waaraan, in voorkomend geval, de naamlijst wordt toegevoegd van de als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen.

De aanvraag moet vergezeld gaan van de nodige bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeringstussenpersoon voldoet aan de in artikel 10, eerste lid, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 6°bis, 7°, en 10bis voor wat de professionele betrouwbaarheid betreft, gestelde vereisten. § 2. De als verantwoordelijke voor de distributie aangewezen personen van een herverzekeringsonderneming kunnen hun werkzaamheden verder uitoefenen, indien zij die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds vijf jaar uitoefenen. De betrokken herverzekeringsondernemingen dienen, binnen zes maanden te rekenen van de inwerkingtreding van deze wet, de in artikel 12 bepaalde naamlijst over te leggen aan de CBFA, alsook het bewijs dat deze personen beantwoorden aan de in artikel 10, eerste lid, 3°, gestelde vereisten. »

Art. 31.Artikel 18 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 18.- De herverzekeringsondernemingen beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de inwerkingtreding van de wet om de CBFA aan te tonen dat de in artikel 2, § 3, bedoelde personen aan de in dat artikel opgesomde vereisten beantwoorden. De verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen beschikken over eenzelfde termijn om aan te tonen dat de personen deel uitmakend van de effectieve leiding als bedoeld in artikel 10bis aan de in dat artikel gestelde vereisten inzake professionele betrouwbaarheid beantwoorden. »

Art. 32.Artikel 20 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid : « De Koning kan, binnen de perken van de richtlijn, bevoegdheden die bij deze wet aan de CBFA worden toegekend, geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere autoriteit of een andere instantie. Dit besluit wordt genomen na in ministerraad te zijn overlegd, behalve voor overgedragen bevoegdheden die taken van materiële uitvoering betreffen, en na advies van de CBFA. » HOOFDSTUK III Wijzigingen van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst

Art. 33.In artikel 13 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie »;2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « Wanneer de verzekeraar de bedragen die hij in het kader van de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst aan de verzekerde of zijn rechthebbende is verschuldigd, niet rechtstreeks aan deze laatsten betaalt, bevrijdt enkel de werkelijke ontvangst van deze betaling door de verzekerde of zijn rechthebbende de verzekeraar van zijn verplichtingen.» HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 34.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 17, 2°, dat in werking treedt zes maanden na bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad en van artikel 15, 9°, dat in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2004-2005 : Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden.- Wetsontwerp, 51-1993, nr. 1.

Zitting 2005-2006 : Parlementaire bescheiden. - Amendementen, 51-1993, nrs. 2 en 3. - Verslag, 51-1993, nr. 4. - Tekst aangenomen door de commissie, 51-1992, nr. 4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-1993, nr. 6.

Integraal verslag : 12 januari 2006.

Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-1510, nr. 1

^