Etaamb.openjustice.be
Wet van 26 maart 2003
gepubliceerd op 22 mei 2003

Wet houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2003022575
pub.
22/05/2003
prom.
26/03/2003
ELI
eli/wet/2003/03/26/2003022575/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2003. - Wet houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet is van toepassing op autopsies die worden uitgevoerd op kinderen die onverwacht en om medisch onverklaarbare redenen vóór de leeftijd van achttien maanden overleden zijn.

Art. 3.Bij elk overlijden van een kind dat de volle leeftijd van achttien maanden niet heeft bereikt, wordt een autopsie uitgevoerd om de doodsoorzaak op te sporen, tenzij één van de ouders zich daartegen verzet.

De arts die het overlijden vaststelt, is verplicht de ouders in kennis te stellen van het recht op weigering van een autopsie en hen te informeren over alle aspecten van het post-mortem-onderzoek en van de vragen waarover dat laatste duidelijkheid zou kunnen scheppen.

De beslissing van de ouders om een autopsie te weigeren of ermee in te stemmen wordt schriftelijk vermeld in het medisch dossier van het kind.

Art. 4.Het lichaam van het kind wordt overgebracht naar een centrum voor wiegendood van een algemeen ziekenhuis dat over een erkende dienst voor kindergeneeskunde, een erkende functie voor lokale neonatale zorg en een dienst voor anatomopathologie beschikt.

Bovendien moet het centrum een specifieke expertise hebben voor opvang van ouders en familieleden van de overleden kinderen, die door de Koning nader kan worden omschreven.

De Koning bepaalt eveneens de nadere voorwaarden met betrekking tot het transport, de autopsie en de psychologische ondersteuning van de ouders en het gezin en stelt de financieringsregelen ter zake vast.

De ouders betalen geen kosten in het kader van de toepassing van deze wet.

Art. 5.Als beide ouders overleden zijn of vallen onder het statuut van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard zijn, beslist de persoon die de voogdij uitoefent ten aanzien van het kind de autopsie te aanvaarden of te weigeren, onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regels die van toepassing zijn op de ouders, met dien verstande dat de personen die in staat van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard zijn zoveel mogelijk en in verhouding tot hun begripsvermogen betrokken worden bij het beslissingsproces.

Art. 6.Wanneer de autopsie doorgaat overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3 en 5, moet ze zo snel mogelijk worden uitgevoerd.

Daarbij moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen van de ouders, en eventueel van de personen die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen ten aanzien van het kind.

Art. 7.De autopsie wordt uitgevoerd met respect voor het stoffelijke overschot door de patholoog-anatoom van het centrum voor wiegendood volgens een standaardprocedure opgesteld binnen het centrum. De vermelding « wiegendood » komt pas op het overlijdenscertificaat als een bewijs van autopsie is voorgelegd.

Art. 8.De resultaten worden aan de ouders meegedeeld tijdens een onderhoud, naar hun keuze door een arts van het centrum of door de arts aan wie op verzoek van de ouders de resultaten moeten worden overgezonden.

Art. 9.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Na twee jaar wordt de wet door de Federale Kamers geëvalueerd.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1)Senaat.

Stukken : 2-409-1999/2000 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Destexhe. 2-409-2001/2002 : Nrs. 2 en 3 : Amendementen.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Handelingen van de Senaat : 29 november 2001.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Stukken : Doc. 50 1550/(2000/2001) : 001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. 002 tot 008 : Amendementen. 009 : Verslag. 010 : Tekst aangenomen door de commissie. 011 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en teruggezonden naar de Senaat.

Zie ook : Integraal verslag : 28 november 2002.

Senaat.

Stukken : 2-409-2002/2003 : Nr. 7 : Ontwerp geamendeerd door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Nrs. 8 en 9 : Amendementen.

Nr. 10 : Verslag.

Nr. 11 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 12 : Amendementen.

Nr. 13 : Tekst opnieuw geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Handelingen van de Senaat : 21 januari 2003.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Stukken : Doc. 50 1550/(2000/2001) : 012 : Ontwerp opnieuw geamendeerd door de Senaat. 013 : Amendement. 014 : Verslag. 015 : Tekst aangenomen door de commissie.

Zie ook : Integraal verslag : 19 en 20 februari 2003.

^