Etaamb.openjustice.be
Wet van 27 april 2007
gepubliceerd op 08 mei 2007

Wet houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2007201506
pub.
08/05/2007
prom.
27/04/2007
ELI
eli/wet/2007/04/27/2007201506/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 APRIL 2007. - Wet houdende diverse bepalingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Definitieve arbeidsongeschiktheid

Art. 2.Artikel 34 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, opgeheven bij de wet van 17 juli 1985, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 34.§ 1. De arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, waardoor het voor de werknemer definitief onmogelijk wordt om het overeengekomen werk te verrichten, maakt niet uit zichzelf een einde aan de overeenkomst wegens overmacht. § 2. De in § 1 bedoelde definitieve arbeidsongeschiktheid moet worden vastgesteld hetzij door de behandelende geneesheer van de werknemer, hetzij door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Indien de vaststelling uitgaat van de behandelende geneesheer van de werknemer, dient dit te worden bevestigd door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Bij gebreke hieraan kan de door de behandelende geneesheer vastgestelde definitieve arbeidsongeschiktheid niet worden gebruikt om het einde van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht vast te stellen.

De Koning is bevoegd om, bij een in Ministerraad overlegd besluit, nadere procedureregels te bepalen aangaande de in het vorige lid bedoelde vaststelling van definitieve ongeschiktheid van de werknemer om het overeengekomen werk te verrichten. § 3. Wanneer een werknemer, overeenkomstig de § 2 bedoelde procedure, definitief ongeschikt wordt verklaard om het overeengekomen werk te verrichten, is de werkgever ertoe gehouden die werknemer aan het werk te houden overeenkomstig de aanbevelingen van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, door zijn arbeid aan te passen, of als dat niet kan door hem ander werk te geven, tenzij wanneer dat noch technisch noch objectief mogelijk is of wanneer dat om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist. § 4. Wanneer een aanpassing van de arbeidsomstandigheden technisch of objetief onmogelijk is of wanneer dat om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist of indien de werkgever geen ander werk kan aanbieden dat overeenstemt met de mogelijkheden van de werknemer of de werknemer een aanbod van ander werk dat overeenstemt met zijn mogelijkheden weigert, mag het einde van de overeenkomst wegens overmacht slechts worden vastgesteld na attestatie van de in § 1 bedoelde definitieve arbeidsongeschiktheid door de bevoegde geneesheer-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, binnen de termijn en volgens de nadere regels bepaald door de Koning.

De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan het recht van de werkgever de arbeidsovereenkomst te beëindigen mits naleving van een opzeggingstermijn of betaling van een vergoeding overeenkomstig de bepalingen van deze wet. § 5. Ter uitvoering van de Hem door dit artikel toegekende bevoegdheden, wint de Koning het advies in van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk. ».

Art. 3.Artikel 2 treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum. HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 1 september 1920 waarbij aan minderjarigen beneden 16 jaar toegang tot de bioscoopzalen wordt ontzegd

Art. 4.Artikel 2 van de wet van 1 september 1920 waarbij aan minderjarigen beneden 16 jaar toegang tot de bioscoopzalen wordt ontzegd, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 2.Het verbod, vervat in artikel 1, is niet van toepassing op de verdeling of de vertoning van films in een bioscoopzaal of op een plaats die toegankelijk is voor het publiek, welke zijn goedgekeurd door een commissie.

De beginselen die van toepassing zijn op de samenstelling, de organisatie en de werking van deze commissie, worden vastgesteld door de Koning. ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-3074 - 2006/2007 : 001 : Wetsontwerp. 002 : Verslag. 003 : Amendement. 004 : Aanvullend verslag. 005 : Tekst aangenomen door de commissies. 006 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 24 en 25 april 2007.

Stukken van de Senaat : 3-2429 - 2006/2007 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nrs. 2 en 3 : Verslagen.

Nr. 4 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 26 april 2007.

^