Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 maart 2012
gepubliceerd op 25 juli 2012

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Benelux-Staten en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en met het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009 (1)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2012015093
pub.
25/07/2012
prom.
29/03/2012
ELI
eli/wet/2012/03/29/2012015093/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

29 MAART 2012. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en met het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 29 maart 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Mevr. M. DE BLOCK Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Zitting 2011-2012. Senaat.

Documenten Ontwerp van wet ingediend op 1 december 2011, nr. 5-1371/1.

Verslag namens de Commissie nr. 5-1371/2.

Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 26 januari 2012.

Stemming, vergadering van 26 januari 2012.

Kamer.

Documenten Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 53-2024/1.

Verslag namens de commissie 53-2024/2.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd 53-2024/3.

Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 1 maart 2012.

Stemming, vergadering van 1 maart 2012.

Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen De BENELUX-STATEN (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden), die krachtens de bepalingen van de op 11 april 1960 gesloten Benelux-Overeenkomst gemeenschappelijk optreden en DE REPUBLIEK ARMENIE, hierna genoemd « de Overeenkomstsluitende Partijen », ERNAAR STREVEND de overname van personen die onregelmatig op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij verblijven, dit wil zeggen die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, en de doorgeleiding van te repatriëren personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken, Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Definities en werkingssfeer (1) In deze Overeenkomst dient te worden verstaan onder grondgebied van 1.de Benelux : het gezamenlijke grondgebied in Europa van het Koninkrijk België, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden; 2. de Republiek Armenië : het grondgebied van de Republiek Armenië.(2) In deze Overeenkomst dient te worden verstaan onder : 1.« onregelmatig verblijvende persoon » : eenieder die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf; 2. « derde Staat » : elke Staat die geen Benelux-Staat en niet de Republiek Armenië is;3. « onderdaan van een derde Staat » : eenieder die geen onderdaan van één der Benelux-Staten of van de Republiek Armenië is;4. « staatloze » : de persoon waarvan de status door het Verdrag betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954 bepaald wordt;5. « grenzen » : - de eerst overschreden grens die niet een gemeenschappelijke grens van de Overeenkomstsluitende Partijen is; - iedere binnen het Benelux-gebied of op het grondgebied van de Republiek Armenië gelegen lucht- of zeehaven, waar personenverkeer van of naar een derde land plaatsvindt.

Artikel 2 Overname van eigen onderdanen (1) Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten de onregelmatig verblijvende persoon over wanneer kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat hij de nationaliteit van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij heeft.(2) De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekt op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij en overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 binnen een termijn van drie werkdagen de voor de teruggeleiding van de over te nemen persoon noodzakelijke reisdocumenten.(3) De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden over, indien uit een later onderzoek blijkt dat deze op het moment van het verlaten van het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet de nationaliteit van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij had. Artikel 3 Overname van onderdanen van een derde Staat of van staatlozen (1) Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij en zonder formaliteiten de onderdanen van een derde Staat of staatlozen over die niet of niet meer voldoen aan de op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, wanneer kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat deze personen, op het ogenblik waarop hun onregelmatig verblijf op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij is vastgesteld, het recht hadden om regelmatig op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij te verblijven.(2) De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekt op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij en overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 binnen een termijn van drie werkdagen de voor de teruggeleiding van de over te nemen persoon noodzakelijke reisdocumenten. Artikel 4 Identiteit en nationaliteit (1) De identiteit en de nationaliteit van een overeenkomstig de in lid (1) van artikel 2 en lid (1) van artikel 3 opgenomen procedures over te nemen persoon kunnen worden aangetoond door middel van de volgende documenten : - een geldig nationaal identiteitsbewijs; - een geldig paspoort of paspoortvervangend reisdocument met foto (laissez-passer); - een geldig militair identiteitsbewijs of een ander identiteitsbewijs van het personeel van de strijdkrachten met een foto van de houder; - een document, zoals hiervoor beschreven, waarvan de geldigheidsduur is verstreken op de dag van ontvangst van het verzoek om overname. (2) De identiteit en de nationaliteit kunnen aannemelijk worden gemaakt aan de hand van de volgende documenten : - een ander officieel document dan zoals beschreven in het vorige lid, aan de hand waarvan de identiteit van de betrokkene kan worden vastgesteld (rijbewijs e.a.); - een document waaruit een consulaire inschrijving blijkt, een nationaliteitsbewijs of een bewijs van de burgerlijke stand. (3) Het vermoeden van identiteit en nationaliteit kan tevens worden ondersteund door middel van één van de volgende elementen : - een betrouwbare getuigenverklaring, opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij; - andere documenten waaruit de identiteit van de betrokkene blijkt; - fotokopieën van bovengenoemde documenten; - de verklaring van de betrokkene zelf, behoorlijk opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij; - de taal waarin de betrokkene zich uitdrukt.

Artikel 5 Indiening van het verzoek om overname (1) Een verzoek om overname vindt schriftelijk plaats en omvat : 1.de personalia van de betrokkene (naam, voornaam, eventueel vroegere namen, bijnamen en pseudoniemen, alias, geboortedatum en -plaats, geslacht en laatste verblijfplaats); 2. de beschrijving van het paspoort of het paspoortvervangend reisdocument (onder meer serienummer, plaats en datum van afgifte, geldigheidsduur, afgevende autoriteit) en/of enig ander bewijs waaruit de nationaliteit van de betrokkene blijkt of door middel waarvan zijn nationaliteit kan worden aangetoond;3. twee pasfoto's.(2) De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij kan elke andere voor de overnameprocedure dienstige inlichting aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekken.(3) Het verzoek om overname wordt bij de bevoegde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ingediend en omvat de in het verzoek om overname opgesomde documenten.Er wordt een verslag van indiening/ontvangst van het verzoek en van de bij het verzoek gevoegde stukken opgesteld.

Artikel 6 Termijnen (1) De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij beantwoordt onverwijld, en in ieder geval binnen een termijn van maximaal 30 dagen, de tot haar gerichte verzoeken om overname.(2) De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij neemt de persoon wiens overname werd aanvaard onverwijld, doch uiterlijk binnen een termijn van één maand, over.Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij worden verlengd voor de tijd dat er nog juridische of praktische belemmeringen zijn.

Artikel 7 Verval van de verplichting tot overname (1) Het verzoek om overname van een onderdaan van één der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde worden ingediend.(2) Het verzoek om overname van een onderdaan van een derde Staat of een staatloze dient uiterlijk binnen één jaar na vaststelling door de Overeenkomstsluitende Partij van de binnenkomst en de aanwezigheid van deze persoon op haar grondgebied te worden ingediend. Artikel 8 Doorgeleiding (1) Onverminderd artikel 12 staan de Overeenkomstsluitende Partijen de doorgeleiding van onderdanen van een derde Staat of staatlozen over hun grondgebied toe, indien een andere Overeenkomstsluitende Partij daarom verzoekt en de doorreis door eventuele derde Staten en de toelating tot de Staat van bestemming verzekerd is.(2) Het is niet absoluut noodzakelijk dat de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een transitvisum afgeeft.(3) De doorgeleiding kan door de Overeenkomstsluitende Partijen worden geweigerd wanneer de onderdanen van een derde Staat of staatlozen in de Staat van bestemming of in een andere Staat van doorreis dreigen blootgesteld te worden aan marteling, onmenselijke of onterende behandeling, doodstraf, vervolging op grond van ras, godsdienst, herkomst of nationaliteit, lidmaatschap van een maatschappelijke groepering of politieke overtuiging.(4) Ondanks verleende toestemming kunnen voor doorgeleiding overgenomen personen aan de andere Overeenkomstsluitende Partij worden teruggegeven, indien zich later omstandigheden als bedoeld in lid (3) van dit artikel of in artikel 12 voordoen of bekend worden, die doorgeleiding in de weg staan, of indien de verdere reis of de overname door de Staat van bestemming niet meer verzekerd is.(5) De Overeenkomstsluitende Partijen doen het nodige om doorgeleidingen, zoals beschreven in lid (1) hierboven, te beperken tot onderdanen van een derde Staat of staatlozen voor wie de rechtstreekse teruggeleiding naar de Staat van bestemming niet mogelijk is. Artikel 9 Gegevensbescherming De verstrekking van persoonsgegevens geschiedt uitsluitend wanneer deze verstrekking noodzakelijk is voor de toepassing van deze Overeenkomst door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen. Het gebruik van persoonsgegevens met betrekking tot een individueel geval wordt aan de interne wetgeving van de Republiek Armenië onderworpen en wanneer de controle door een bevoegde autoriteit van één der Benelux-Staten uitgeoefend wordt, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en aan de nationale wetgeving van die Staat die ter uitvoering van genoemde richtlijn is vastgesteld. Bovendien gelden hierbij de volgende uitgangspunten : 1. de persoonsgegevens worden overeenkomstig de wet en in billijkheid verwerkt;2. de persoonsgegevens worden verzameld met het duidelijke, uitdrukkelijke en verantwoorde doel bij te dragen tot de toepassing van deze Overeenkomst;deze gegevens worden noch door de autoriteit die ze heeft verstrekt noch door die welke ze ontvangen heeft op een wijze verwerkt die met dit doel onverenigbaar is; 3. de persoonsgegevens moeten passend, relevant en niet overmatig zijn ten opzichte van het doel waarvoor ze zijn verzameld en/of gebruikt; de verstrekte persoonsgegevens zullen in het bijzonder slechts op het volgende betrekking hebben : - concrete gegevens met betrekking tot de over te nemen persoon (bijvoorbeeld naam, voornaam, elke vroegere naam, bijnaam of alias; geboortedatum en -plaats, geslacht, huidige of vroegere nationaliteit); - identiteitskaart of paspoort (serienummer, geldigheidsduur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte); - doorreisplaatsen en gevolgde routes; - elke andere informatie die nodig is voor de identificatie van de over te nemen persoon of de behandeling van de verzoeken om overname, overeenkomstig deze Overeenkomst. 4. de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en in voorkomend geval bijgewerkt worden;5. de persoonsgegevens die in een vorm verstrekt worden waardoor identificatie van de betrokken personen mogelijk is kunnen niet langer bewaard worden dan de tijd nodig voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor ze verzameld en gebruikt zijn;6. zowel de autoriteit die de gegevens verstrekt als die welke ze ontvangt nemen iedere redelijke maatregel om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens zo nodig rechtgezet, vernietigd of afgeschermd worden wanneer de verwerking ervan niet aan de bepalingen van dit artikel voldoet;in het bijzonder, wanneer de persoonsgegevens niet passend, relevant of nauwkeurig zijn of wanneer ze overmatig zijn ten opzichte van het met hun verwerking nagestreefde doel. Dit houdt eveneens in dat de andere Overeenkomstsluitende Partij van elke rechtzetting, vernietiging of afscherming in kennis wordt gesteld; 7. indien de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt hierom verzoekt, stelt de autoriteit die ze ontvangen heeft haar in kennis van het gebruik dat van deze gegevens is gemaakt en van het verkregen resultaat;8. persoonsgegevens kunnen alleen aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt.Elke andere verstrekking aan andere instanties wordt afhankelijk gesteld van de voorafgaande toestemming van de autoriteit die ze heeft verstrekt; 9. zowel de autoriteit die gegevens verstrekt als die welke ze ontvangt zijn verplicht de verstrekking en de ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren. Artikel 10 Kosten (1) De kosten verbonden aan het overbrengen van personen die volgens de artikelen 2 en 3 worden overgenomen komen tot aan de grens van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, alsmede de kosten in verband met de overname als bedoeld in artikel 2, lid (3).(2) De kosten verbonden aan de doorgeleiding tot aan de grens van de Staat van bestemming, alsmede de eventueel uit de teruggeleiding voortvloeiende kosten, komen overeenkomstig artikel 8 ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij. Artikel 11 Comité van deskundigen (1) De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze Overeenkomst.Daartoe stellen zij een Comité van deskundigen in dat : 1. de toepassing van deze Overeenkomst volgt;2. voorstellen doet om vraagstukken in verband met de toepassing van deze Overeenkomst op te lossen;3. wijzigingen van en aanvullingen op deze Overeenkomst voorstelt;4. passende maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie uitwerkt en aanbeveelt.(2) De Overeenkomstsluitende Partijen behouden zich het recht voor, de voorgestelde maatregelen al dan niet goed te keuren.(3) Het Comité bestaat uit drie vertegenwoordigers voor de Benelux en een vertegenwoordiger voor de Republiek Armenië.De Overeenkomstsluitende Partijen wijzen daarin de voorzitter en zijn plaatsvervangers aan en wijzen tegelijkertijd plaatsvervangende leden aan. Bij het overleg kunnen nog andere deskundigen worden betrokken. (4) Het Comité komt, zo nodig, op voorstel van één der Overeenkomstsluitende Partijen bijeen. Artikel 12 Betrekking tot andere verdragen De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit : 1. het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, als gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen en het Verdrag van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen;2. verdragen inzake uitlevering en doorgeleiding;3. het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;4. het Europees gemeenschapsrecht voor het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;5. het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en de op 19 juni 1990 gesloten Overeenkomst ter uitvoering van genoemd akkoord van Schengen;6. internationale asielovereenkomsten, en de Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke Lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij één van de lidstaten wordt ingediend; 7. internationale conventies en overeenkomsten betreffende de overname van vreemdelingen. Artikel 13 Uitvoeringsprotocol Alle nodige praktische bepalingen voor de uitvoering van deze Overeenkomst worden in het Uitvoeringsprotocol vastgelegd.

Artikel 14 Territoriale toepassing Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door een kennisgeving aan de regering van het Koninkrijk België, depositaris van deze Overeenkomst, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt.

Artikel 15 Inwerkingtreding (1) Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de Overeenkomstsluitende Partijen de regering van het Koninkrijk België ter kennis heeft gegeven de voor de inwerkingtreding vereiste interne formaliteiten te hebben nageleefd.(2) De regering van het Koninkrijk België stelt ieder der Overeenkomstsluitende Partijen in kennis van de in lid (1) bedoelde notificaties en van de datum van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst. Artikel 16 Schorsing, opzegging (1) Deze Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.(2) Het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden gezamenlijk, en de Republiek Armenië kunnen deze Overeenkomst, na kennisgeving aan de regering van het Koninkrijk België, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt, om ernstige redenen, met name in verband met de bescherming van de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, schorsen.Wat betreft de intrekking van een dergelijke maatregel, brengen de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar onverwijld via diplomatieke weg op de hoogte. (3) Het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden gezamenlijk, en de Republiek Armenië kunnen deze Overeenkomst, na mededeling aan de regering van het Koninkrijk België, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt, om ernstige redenen opzeggen met inachtneming van de volkenrechtelijke bepalingen en beginselen.(4) De schorsing of opzegging van deze Overeenkomst wordt van kracht op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin de kennisgeving bedoeld in respectievelijk lid (2) en lid (3) door de regering van het Koninkrijk België is ontvangen. Artikel 17 Depositaris De regering van het Koninkrijk België is depositaris van deze Overeenkomst.

Ten blijke waarvan de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel op 3 juni 2009, in de Franse, Nederlandse en Armeense taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek. In geval van uiteenlopende interpretatie is de Franse tekst doorslaggevend.

Het origineel zal worden nedergelegd bij de regering van het Koninkrijk België, depositaris van deze Overeenkomst, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan aan alle Overeenkomstsluitende Partijen toezendt.

UITVOERINGSPROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameovereenkomst).

DE BENELUX-STATEN (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en DE REPUBLIEK ARMENIE, met het oog op de toepassing van de Overeenkomst van 3 juni 2009, tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Verzoek (1) De verzoeken om overname worden gedaan, wanneer de identiteit en de nationaliteit van de over te nemen persoon zijn aangetoond of aannemelijk gemaakt krachtens artikel 4 van de Overeenkomst.Deze verzoeken dienen te worden ingediend conform artikel 5 van de Overeenkomst. (2) De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij richt een verzoek tot de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.(3) Het verzoek bevat : - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, nummer van het dossier en datum van het verzoek; - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij; - de inleidende tekst die luidt : « Wij vragen dat de persoon ten aanzien van wie kan worden aangenomen dat voor hem/haar de overnameverplichting conform artikel 2 of 3 van de Overeenkomst bestaat, op het grondgebied van het Koninkrijk België (het Groothertogdom Luxemburg/het Koninkrijk der Nederlanden/de Republiek Armenië) wordt overgenomen »; - gegevens inzake de over te nemen persoon; - zo nodig, gegevens betreffende de minderjarige kinderen; - handtekening van de vertegenwoordiger en de officiële stempel van de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij. (4) De te verstrekken gegevens over de over te nemen persoon zijn de volgende : 1.personalia : - naam en voornamen; - geboortedatum; - geboorteplaats en -land; - geslacht; - plaats van de laatste woonplaats op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij; - zo nodig, vroegere namen, bijnamen of pseudoniemen; 2. beschrijving van het paspoort of paspoortvervangend reisdocument (onder meer het serienummer, plaats en datum van afgifte, geldigheidsduur, afgevende autoriteit) en/of elk ander document dat het mogelijk maakt om de nationaliteit van de betrokkene aan te tonen of aannemelijk te maken;3. twee (2) pasfoto's.(5) Gegevens betreffende de minderjarige kinderen : - naam en voornamen; - verwantschap met de houder van het reisdocument; - geboortedag, -maand en -jaar; - geboorteplaats.

Bijgevoegd worden : - geboorteakte voor een op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geboren kind; - zo mogelijk, de geboorteakte voor een op het grondgebied van een andere Staat geboren kind; - een foto voor elk kind van vijf (5) jaar of ouder.

Artikel 2 Antwoord op het verzoek (1) Het antwoord op het verzoek wordt door de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij aan de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij conform de in artikel 6 van de Overeenkomst gestelde termijnen overgemaakt.(2) Het antwoord op het verzoek bevat : - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, nummer van het dossier en datum van het antwoord op het verzoek; - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij; - naam en voornamen, geboorteplaats en -datum van de betrokkene; - verklaring ter bevestiging dat er voor de betrokkene een overnameverplichting bestaat conform de bepalingen van artikel 2 of 3 van de Overeenkomst of - ingeval van een negatief antwoord een verklarende nota waarin wordt aangegeven waarom voor de betrokkene de identiteit niet kon worden aangetoond en/of dat de overnameverplichting conform de bepalingen van artikel 2 of 3 niet op hem/haar van toepassing is.

Artikel 3 Reisdocument (1) De bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij overhandigt de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij het positieve antwoord op het verzoek met het oog op de afgifte van het reisdocument.(2) De diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij geeft op grond van het positieve antwoord op het verzoek het reisdocument af voor de persoon van wie de overname is toegestaan.(3) Het reisdocument heeft een geldigheidsduur van tenminste één (1) maand.(4) Wanneer de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet in staat is een persoon vóór de datum waarop het reisdocument verloopt over te dragen dient zij de betrokken bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij daarvan in kennis te stellen.Zodra de effectieve overdracht van de betrokkene kan plaatsvinden dient de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een nieuw reisdocument te verstrekken met opnieuw een geldigheidsduur van één (1) maand en dit binnen de vijf (5) werkdagen die volgen op een verzoek daartoe van de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 4 Overnameprocedure (1) De bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij zal de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij van de teruggeleiding van de betrokkene drie (3) werkdagen vóór de geplande teruggeleding in kennis stellen.(2) Deze inkennisstelling geschiedt schriftelijk met opgave van de onderstaande gegevens : - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, nummer van het dossier en datum van de inkennisstelling van de teruggeleiding; - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij : 1. ingeval van vervoer met een vliegtuig dient de inleidende tekst als volgt te luiden : « Wij hebben de eer u mede te delen dat de persoon die aan de onderstaande gegevens beantwoordt naar het Koninkrijk België (het Groothertogdom Luxemburg/het Koninkrijk der Nederlanden/de Republiek Armenië) op ........ (dag, maand, jaar), van het vliegveld ............ met de vlucht .......... van ....... uur, aankomst op het vliegveld ........... om ......... uur zal worden teruggestuurd. »; 2. indien het vervoer om gegronde medische redenen over de weg plaatsvindt, dan luidt de inleidende tekst van de inkennisstelling over de teruggeleiding van betrokkene als volgt : « Wij hebben de eer u mede te delen dat de persoon die aan de onderstaande gegevens beantwoordt naar het Koninkrijk België (het Groothertogdom Luxemburg/het Koninkrijk der Nederlanden/de Republiek Armenië) op .......... (dag, maand, jaar), via de internationale grenspost van ........... zal worden teruggestuurd; - naam, voornamen, geboortedatum en -plaats van de persoon; - nummer van het dossier en datum van het antwoord op het verzoek; - in voorkomend geval aangeven dat betrokkene om redenen van gezondheidtoestand of leeftijd een behandeling of specifieke zorg behoeft; - in voorkomend geval aangeven dat betrokkene incidenten zou kunnen veroorzaken opdat de nodige begeleiding kan worden voorzien. (3) Indien de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in de onmogelijkheid verkeert de in artikel 6, lid (2), van de Overeenkomst vermelde termijn voor de overdracht van de betrokkene in acht te nemen, dient zij de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij daarvan onverwijld in kennis te stellen.Zodra de effectieve overdracht van betrokkene kan plaatsvinden, dient de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij daarvan binnen de onder lid (1) van dit artikel gestelde termijnen in kennis te stellen. Artikel 5 Grensovergangen De plaatsen waar personen daadwerkelijk kunnen worden overdragen en overgenomen krachtens de Overeenkomst zijn : 1. Voor het Koninkrijk België : - via de lucht : de luchthaven Brussel Nationaal - over de weg : de door de Dienst Vreemdelingenzaken te bepalen grensposten 2.Voor het Groothertogdom Luxemburg : - via de lucht : de luchthaven van Luxemburg - over de weg : 3. Voor het Koninkrijk der Nederlanden : - via de lucht : het vliegveld Schiphol te Amsterdam - over de weg : 4.Voor de Republiek Armenië : - via de lucht : de luchthaven van Zvartnots van Erevan - over de weg : Artikel 6 Bevoegde instanties (1) De bevoegde instanties van de Belgische Overeenkomstsluitende Partij zijn : 1.voor het voorleggen van de verzoeken aan de bevoegde instanties van de Republiek Armenië, de ontvangst van de antwoorden op de verzoeken, het verkrijgen bij de Ambassade van de Republiek Armenië van de nodige reisdocumenten evenals voor het toezenden van de inkennisstellingen van de teruggeleiding van betrokkenen : - Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken van het Koninkrijk België Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken WTC II Antwerpsesteenweg 59 b 1000 Brussel Telefoon : ++ 32 2-206 15 84 cel « identificatie » ++ 32 2-206 15 46 cel « identificatie » Fax : ++ 32 2 274 66 17 2. voor de ontvangst van de verzoeken afkomstig van de bevoegde Armeense instanties, het antwoord op de verzoeken evenals voor de ontvangst van de inkennisstellingen van de teruggeleiding van betrokkenen : - Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken van het Koninkrijk België Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken WTC II Antwerpsesteenweg 59 b 1000 Brussel Telefoon : ++ 32 2-206 15 91 Bureau C ++ 32 2-206 15 92 Bureau C ++ 32 2-206 15 94 Bureau C ++ 32 2-206 15 51 Bureau C Fax : ++ 32 2 274 66 11 Bureau C (2) De bevoegde instantie van de Luxemburgse Overeenkomstsluitende Partij is : Ministère des Affaires étrangères et de l'Immigration Direction de l'Immigration Boîte postale 752 L-2017 Luxembourg Telefoon : ++ 352 478 45 74 ++ 352 478 45 46 Fax : ++ 352 22 16 08 (3) De bevoegde instantie van de Nederlandse Overeenkomstsluitende Partij is : Ministerie van Justitie IND - Immigratie- en Naturalisatiedienst Bureau Dublin Postbus 449 NL-6900 AK Zevenaar Telefoon : ++ 31 31 636 87 24 Fax : ++ 31 31 636 86 49 (4) De bevoegde instantie van de Armeense Overeenkomstsluitende Partij is : Ministère des Affaires étrangères Place de la République Maison de gouvernement - 2, Erevan 0010 République d'Arménie Telefoon : ++ 37410 544041 (301) Fax : ++ 37410 543925 Artikel 7 Comité van deskundigen De bevoegde instanties van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen elkaar binnen de dertig (30) dagen na de inwerkingtreding van de Overeenkomst in kennis van de samenstelling van hun delegatie in het krachtens artikel 11 van de Overeenkomst ingestelde Comité van deskundigen. Artikel 8 Taal De Overeenkomstsluitende Partijen communiceren met elkaar in de Franse taal.

Artikel 9 Slotbepaling Dit Protocol zal van toepassing zijn vanaf de dag van de inwerkingtreding van de Overeenkomst, gesloten tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen.

Gedaan te Brussel op 3 juni 2009, in de Franse, Nederlandse en Armeense taal, zijnde de teksten in de drie talen gelijkelijk authentiek. In geval van uiteenlopende interpretatie is de Franse tekst doorslaggevend.

Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Republiek Armenië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, en het Uitvoeringsprotocol, gedaan te Brussel op 3 juni 2009 (1)

Staten

Datum Authentificatie

Type instemming

Datum instemming

Datum interne inwerkingtreding

ARMENIE

03/06/2009

Kennisgeving


BELGIE

03/06/2009

Kennisgeving

16/04/2012


LUXEMBURG

03/06/2009

Kennisgeving

21/01/2010


NEDERLAND

03/06/2009

Kennisgeving

07/12/2009


(1) Deze overeenkomst is nog niet in werking getreden overeenkomstig haar artikel 15.

^