Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 20 februari 2001

Benoeming van een vast lid en een plaatsvervangend lid (N) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) Op 18 november 1999 is de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij toepassing van artikel 4 van de wet van 18 jul(...) Op 21 december 2000 is de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij toepassing van artikel 4 van voorm(...)

bron
kamer van volksvertegenwoordigers
numac
2001019084
pub.
20/02/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS


Benoeming van een vast lid (N) en een plaatsvervangend lid (N) van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) Op 18 november 1999 is de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij toepassing van artikel 4 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten (Belgisch Staatsblad van 26 juli 1991), gewijzigd bij wet van 1 april 1999 (Belgisch Staatsblad van 3 april 1999), overgegaan tot de benoeming van de vaste leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P).

Op 21 december 2000 is de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij toepassing van artikel 4 van voormelde wet, overgegaan tot de benoeming van de plaatsvervangende leden van het Vast Comité P. Bij toepassing van artikel 6 van voormelde wet, moet de Kamer van volksvertegenwoordigers voor het Vast Comité van toezicht op de politiediensten overgaan tot de benoeming van een Nederlandstalig vast lid en van zijn plaatsvervanger, ingevolge het ontslag op 1 februari 2001 van een vast lid en de vacature van plaatsvervanger.

Het vast lid is belast met het voltooien van het mandaat waarvan de uitoefening door zijn voorganger werd beeïndigd.

Het plaatsvervangend lid is belast met het voltooien van het mandaat dat het vast lid ophoudt uit te oefenen.

Opdrachten Het toezicht uitgeoefend door het Vast Comité P heeft in het bijzonder betrekking op de bescherming van de rechten die de Grondwet en de wet aan de personen waarborgen, alsook op de coördinatie en de doelmatigheid van de politiediensten. De precieze taak is omschreven in de artikelen 8 en volgende van de voormelde wet van 18 juli 1991.

Benoemingsvereisten Op het moment van hun benoeming dienen het lid en zijn plaatsvervanger aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1. Belg zijn.2. Beschikken over de burgerlijke en politieke rechten.3. De volle leeftijd van 35 jaar hebben bereikt.4. Hun woonplaats in België hebben.5. Kunnen aantonen over een relevante ervaring te beschikken van ten minste zeven jaar in het domein van het strafrecht of van de criminologie, het publiek recht, of technieken inzake management verworven in functies die bij de werking, activiteiten en organisatie van de politiediensten, inlichtingen- en veiligheids-diensten aanleunen alsook functies met een hoge graad van verantwoordelijkheid hebben uitgeoefend.6. Beschikken over de nodige kwaliteiten van loyaliteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gevoelige gegevens of houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau "zeer geheim" krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. Onverenigbaarheden Het lid en zijn plaatsvervanger mogen : - geen bij verkiezing verleend openbaar mandaat uitoefenen; - geen openbare of particuliere betrekking of activiteit uitoefenen die de onafhankelijkheid of de waardigheid van het ambt in gevaar zou kunnen brengen; - geen lid zijn van een politiedienst of van een inlichtingendienst; - niet tegelijkertijd lid zijn van het Vast Comité P en het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten.

Deze voorwaarden worden gecontroleerd op het ogenblik dat het plaatsvervangende lid in functie treedt.

Bijzondere bepalingen : (artikel 65 van de wet van 18 juli 1991) - de artikelen 1, 6, 11 en 12 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten zijn, in voorkomend geval en met de nodige aanpassingen, van toepassing op de leden van het Vast Comité P; - de magistraten van de rechterlijke orde kunnen worden benoemd tot lid van het Vast Comité P. Artikel 293 van het Gerechtelijk Wetboek is niet van toepassing op die benoemingen; - de magistraat van het openbaar ministerie die wordt benoemd tot lid van het Vast Comité P behoudt zijn plaats op de ranglijst en wordt geacht zijn ambt of functie te hebben uitgeoefend. Gedurende de opdracht ontvangt hij de wedde verbonden aan zijn ambt in de rechterlijke orde niet meer. Voor zover het een voltijdse opdracht betreft, kan in de vervanging van een magistraat bij het hof van beroep of bij het arbeidshof worden voorzien door een benoeming en, in voorkomend geval, een aanwijzing in overtal. Is de betrokken magistraat van het openbaar ministerie een korpschef dan is artikel 323bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing.

Statuut De leden van het Vast Comité P hebben een statuut dat gelijk is aan dat van de raadsheren bij het Rekenhof. De regels in verband met het geldelijk statuut van de raadsheren bij het Rekenhof zoals vervat in de wet van 21 maart 1964 m.b.t. de vergoedingen van de leden van het Rekenhof, zoals gewijzigd bij de wetten van 14 maart 1975 en 5 augustus 1992, zijn op hen van toepassing.

Kandidaatstelling De kandidaatstellingen, met CV, dienen uiterlijk de 21e dag na deze bekendmaking, bij ter post aangetekende brief te worden gericht aan de Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, Kamer van Volksvertegenwoordigers, 1008 Brussel.

Zij moeten vergezeld zijn van de documenten die het bewijs leveren dat voornoemde voorwaarden vervuld zijn.

De kandidaten dienen te vermelden of zij kandidaat zijn voor het mandaat van vast lid, of voor het mandaat van plaatsvervangend lid, of voor beide mandaten.

De kandidaten dienen te vermelden in hun brief van kandidaatstelling dat zij ermee instemmen dat zij kunnen onderworpen worden aan een veiligheidsonderzoek om na te gaan of zij voldoen aan de hoger vermelde (sub 6°) benoemingsvereiste.

Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij de heer R. Jansoone, op het Secretariaat-generaal van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, te 1008 Brussel, tel. 02/549 80 93.

^