Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 14 maart 2014

Uittreksel uit arrest nr. 164/2013 van 5 december 2013 Rolnummer : 5605 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de artikelen 101bis, 102bis, 103 en 105, &s Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechte(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014200291
pub.
14/03/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 164/2013 van 5 december 2013 Rolnummer : 5605 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en de artikelen 101bis, 102bis, 103 en 105, § 3, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 februari 2013 in zake Anne-Sylvie Maroy tegen de Landsbond van Liberale Mutualiteiten, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 maart 2013, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en de artikelen 101bis, 102bis, 103 en 105, § 3, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat de werknemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd in geval van palliatieve verzorging en die zonder opzegging is ontslagen maar met betaling van een vergoeding gedurende die periode van verminderde prestaties slechts aanspraak kan maken op een vergoeding berekend op grond van zijn verminderde bezoldiging en niet van de bezoldiging verbonden aan een voltijdse tewerkstelling, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : - ten eerste, in zoverre zij op het vlak van de berekeningsbasis van de verbrekingsvergoeding in geval van ontslag gedurende de periode van verminderde arbeidsprestaties twee categorieën van personen die zich in merkelijk verschillende situaties bevinden op dezelfde wijze behandelen, namelijk, enerzijds, de werknemer die een loopbaanonderbreking geniet om individuele redenen, waarvan hij de persoonlijke gepastheid beoordeelt en op een door hem gekozen ogenblik, en, anderzijds, de werknemer die zijn prestaties vermindert in geval van palliatieve verzorging, dit wil zeggen om redenen die losstaan van zijn persoon, en die hem worden opgelegd om redenen van menselijkheid en menselijke waardigheid en waarvoor het verlof niet in de tijd kan worden uitgesteld; - ten tweede, in zoverre zij, op het vlak van de berekeningsbasis van de verbrekingsvergoeding in geval van ontslag gedurende de periode van verminderde arbeidsprestaties twee categorieën ven personen die zich in algemeen genomen soortgelijke situaties bevinden van verminderde arbeidsprestaties om redenen en op een ogenblik die hun worden opgelegd veeleer dan uit te gaan van hun persoonlijke keuze en gepastheid, verschillend behandelen, namelijk, enerzijds, de werknemer met arbeidsongeschiktheid die zijn prestaties gedeeltelijk heeft hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn verzekeringsinstelling en, anderzijds, de werknemer die zijn prestaties heeft verminderd in geval van palliatieve verzorging ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (hierna : de Arbeidsovereenkomstenwet) en de artikelen 101bis, 102bis, 103 en 105, § 3, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen (hierna : de Herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).

B.1.2. Artikel 39, § 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet bepaalt : « Is de overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, dan is de partij die de overeenkomst beëindigt zonder dringende reden of zonder inachtneming van de opzeggingstermijn vastgesteld in de artikelen 59, 82, 83, 84 en 115, gehouden de andere partij een vergoeding te betalen die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn. De vergoeding is nochtans steeds gelijk aan het lopend loon dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, wanneer de opzegging uitgaat van de werkgever en met miskenning van het bepaalde in artikel 38, § 3, van deze wet of in artikel 40 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.

De opzeggingsvergoeding behelst niet alleen het lopende loon, maar ook de voordelen verworven krachtens de overeenkomst. ».

B.1.3. Artikel 101bis van de Herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is opgeheven bij de wet van 9 juli 2004. Voor het overige bepalen de voormelde artikelen van de wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten - waaraan artikel 100bis dient te worden toegevoegd - respectievelijk : «

Art. 100bis.§ 1. Een werknemer heeft recht op de volledige schorsing van zijn arbeidsovereenkomst, in geval van palliatieve verzorging van een persoon. § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder palliatieve verzorging verstaan, elke vorm van bijstand en inzonderheid medische, sociale, administratieve en psychologische bijstand aan en verzorging van personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden. § 3. De periode tijdens welke de werknemer zijn arbeidsovereenkomst kan schorsen, wordt vastgesteld op 1 maand. Deze periode kan met één maand verlengd worden. § 4. Het bewijs van de in § 2 aangehaalde reden van de schorsing van de arbeidsovereenkomst is ten laste van de werknemer.

De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de nadere regelen met betrekking tot het leveren van dit bewijs ». «

Art. 102bis.Een werknemer heeft recht op een vermindering van zijn arbeidsprestaties met 1/5 of 1/2 van het normaal aantal arbeidsuren van een voltijdse betrekking voor de palliatieve verzorging van een persoon, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 100bis, § § 2 tot en met 4 ». «

Art. 103.De termijn van de opzegging ter kennis gebracht aan de werknemer die zijn arbeidsprestaties overeenkomstig artikel 102 en 102bis heeft verminderd, zal ingeval van eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, worden berekend alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet had verminderd. Met de duur van deze opzeggingstermijn moet eveneens rekening worden gehouden bij het vaststellen van de vergoeding, bedoeld bij artikel 39 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten ». «

Art. 105.[...] § 3. Wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende een periode van vermindering van arbeidsprestaties in het kader van een ouderschapsverlof genomen in toepassing van deze afdeling, wordt onder ' lopend loon ' in de zin van artikel 39 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten begrepen het loon dat de werknemer krachtens zijn arbeidsovereenkomst zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd ».

B.2. In de interpretatie van de voormelde bepalingen die de verwijzende rechter aan het Hof voorlegt, heeft de werknemer die zijn prestaties in geval van palliatieve verzorging heeft verminderd en die tijdens die periode van vermindering van de prestaties wordt ontslagen, recht op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de verminderde arbeidsprestaties, en niet op basis van het loon dat hij zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.

Aan het Hof wordt gevraagd of het met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet bestaanbaar is dat, gelet op die berekeningsbasis van zijn opzeggingsvergoeding, de werknemer die om redenen van palliatieve verzorging zijn prestaties heeft verminderd, enerzijds, op dezelfde wijze wordt behandeld als de werknemer die zelf ervoor heeft gekozen zijn loopbaan te onderbreken en, anderzijds, anders wordt behandeld dan de arbeidsongeschikte werknemer die zijn prestaties gedeeltelijk heeft hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn verzekeringsinstelling.

Het Hof onderzoekt de twee aspecten van de prejudiciële vraag samen.

B.3. Krachtens de artikelen 37 en 39 van de Arbeidsovereenkomstenwet kunnen arbeidsovereenkomsten die voor onbepaalde tijd zijn gesloten, eenzijdig worden beëindigd door middel van een opzeggingstermijn, of, bij ontstentenis daarvan, door middel van een opzeggingsvergoeding, het ontslag om dringende reden buiten beschouwing gelaten.

Met artikel 39 van de Arbeidsovereenkomstenwet beoogt de wetgever de gevolgen van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst enigszins af te zwakken, door de opzegging in beginsel afhankelijk te stellen van een zekere opzeggingstermijn of, bij ontstentenis daarvan, van de betaling van een opzeggingsvergoeding.

De duur van de opzeggingstermijn wordt geregeld in de artikelen 59, 82, 83, 84 en 115 van de Arbeidsovereenkomstenwet, al naargelang het gaat om werklieden, bedienden of dienstboden. Krachtens artikel 39, § 1, van die wet moet de opzeggingsvergoeding worden bepaald aan de hand van het « lopende loon », dat in beginsel overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn. Artikel 39, § 1, tweede lid, preciseert dat de opzeggingsvergoeding niet alleen het lopende loon behelst maar ook alle voordelen verworven krachtens de overeenkomst.

B.4. Zoals zopas is opgemerkt, hebben, krachtens het voormelde artikel 39, § 1, alle werknemers die worden ontslagen zonder inachtneming van de opzeggingstermijn, recht op een opzeggingsvergoeding die gelijk is aan het lopende loon dat overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn.

In de door de verwijzende rechter aan het Hof voorgelegde interpretatie - en met uitzondering van het geval van de arbeidsongeschiktheid - stemt het « lopende loon » in geval van verminderde arbeidsprestaties overeen met het loon dat reëel wordt verworven en niet met het voordien verworven voltijdse loon, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met het al dan niet vrijwillige karakter van de vermindering van de arbeidsprestaties.

B.5. Om de loopbaanonderbreking voldoende attractief te maken, de werkzekerheid van de betrokken werknemers te waarborgen en om mogelijk onevenredige gevolgen van een ontslag tijdens of vanwege de loopbaanonderbreking te matigen, heeft de wetgever voorzien in een forfaitaire beschermingsvergoeding gelijk aan zes maanden loon in geval van een ontslag zonder dringende of voldoende reden (artikel 101, zesde lid, van de wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) en heeft hij bovendien in artikel 103 van de wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaald dat, voor de berekening van de opzeggingstermijn of het aantal maanden dat in aanmerking moet worden genomen voor het vaststellen van het bedrag van de opzeggingsvergoeding bedoeld in artikel 39, § 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet, moet worden uitgegaan van het basisjaarloon alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.

De wetgever kan daarentegen niet in redelijkheid worden verweten dat hij niet zover is gegaan om ook voor het bedrag van de opzeggingsvergoeding te bepalen dat moet worden uitgegaan van het basisjaarloon alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet had verminderd, of dat hij geen onderscheid heeft ingevoerd naar gelang van de vorm van tijdskrediet of loopbaanvermindering.

Het Hof zou die keuze enkel kunnen afkeuren in geval van een kennelijk onredelijke beoordeling, hetgeen in beginsel niet het geval lijkt te zijn voor de gevallen van vrijwillige vermindering van de prestaties waarvoor artikel 101 van de Herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals reeds opgemerkt, bepaalt dat de werkgever die de arbeidsovereenkomst beëindigt zonder dringende reden of om een reden waarvan de aard en de oorsprong niet vreemd zijn aan de vermindering van de arbeidsprestaties, naast de opzeggingsvergoeding een forfaitaire beschermingsvergoeding dient te betalen die gelijk is aan het loon van zes maanden.

B.6. In de prejudiciële vraag wordt bij de vergeleken categorieën van werknemers evenwel die van de arbeidsongeschikte werknemers begrepen die hun prestaties gedeeltelijk hebben hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van hun verzekeringsinstelling.

Zoals het Hof in zijn arrest nr. 89/2009 van 28 mei 2009 (B.8) heeft geoordeeld, « [verkeert] de arbeidsongeschikte werknemer [...] in een situatie van deeltijdse hervatting en derhalve van deeltijdse tewerkstelling waarvoor hij, anders dan de werknemers in een stelsel van deeltijdse arbeidsprestaties met toepassing van de artikelen 101 en 103 van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, waarover het Hof in zijn arresten nr. 51/2008 van 13 maart 2008 en nr. 77/2008 van 8 mei 2008 uitspraak heeft gedaan, niet zelf kiest maar waartoe hij ingevolge zijn gezondheidstoestand wordt gebracht ». Het Hof heeft derhalve geoordeeld dat artikel 39, § 1, van de Arbeidsovereenkomstenwet slechts bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het « aldus wordt geïnterpreteerd dat de arbeidsongeschikte werknemer die met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn ziekenfonds het werk gedeeltelijk hervat, recht heeft op een opzeggingsvergoeding waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van het lopende loon voor volledige arbeidsprestaties waarop hij recht heeft krachtens zijn arbeidsovereenkomst op het ogenblik van de opzegging ».

B.7. Zoals in B.2 is opgemerkt, vergelijkt de verwijzende rechter, met betrekking tot de berekeningsbasis van de opzeggingsvergoeding, de situatie van de werknemer die zijn prestaties heeft verminderd om redenen van palliatieve verzorging met die, enerzijds, van de werknemer die zijn prestaties op vrijwillige basis (B.5) heeft verminderd, en met die, anderzijds, van de arbeidsongeschikte werknemer die zijn prestaties gedeeltelijk heeft hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn verzekeringsinstelling (B.6).

B.8.1. Het « palliatief verlof » is in de Herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ingevoerd bij de artikelen 73 en 75 van de wet van 21 december 1994 « houdende sociale en diverse bepalingen », waarbij respectievelijk een artikel 100bis en een artikel 102bis zijn ingevoegd. De bevoegde minister heeft tijdens de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Senaat, 1994-1995, nr. 1218-2, pp. 72 en 73) gepreciseerd : « Het recht op loopbaanonderbreking omwille van palliatieve verzorging is zeer ruim opgevat; d.w.z. dat de werkgever [lees : werknemer] die zijn loopbaan om deze redenen wenst te onderbreken, geen familiale band hoeft te hebben met de persoon die hij wenst te verzorgen. Dit betekent eveneens dat meerdere personen kunnen instaan voor de verzorging van éénzelfde persoon voor zover uiteraard het bewijs geleverd is dat zij werkelijk deze verzorging op zich nemen. Daartoe zal bij koninklijk besluit worden vastgesteld welke de bewijzen zijn die moeten geleverd worden. Hierbij moet met grote omzichtigheid te werk worden gegaan teneinde het medisch beroepsgeheim en de privacy van de betrokkenen te eerbiedigen. [...] Het ontwerp van wet voorziet uitdrukkelijk dat de loopbaanonderbrekers omwille van palliatieve verzorging niet hoeven vervangen te worden.

Dit is ingegeven door het feit dat het hier gaat over zeer korte periodes van onderbreking waardoor het om arbeidsorganisatorische redenen quasi onmogelijk is om over te gaan tot vervanging ».

B.8.2. In een koninklijk besluit van 22 maart 1995, genomen ter uitvoering van het voormelde artikel 100bis, § 4, worden verschillende nadere regelen voor het recht op palliatief verlof gepreciseerd en wordt een recht op de onderbrekingsuitkeringen geopend, waarop de werknemer die gebruik maakt van dat verlof, aanspraak kan maken.

B.9. Zoals uit de in B.1.3 en in B.8 vermelde bepalingen blijkt, heeft elke werknemer recht op een verlof voor palliatieve verzorging van een persoon (artikel 100bis). Palliatieve verzorging wordt gedefinieerd als « elke vorm van bijstand en inzonderheid medische, sociale, administratieve en psychologische bijstand aan en verzorging van personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden » (artikel 100bis, § 2; zie ook het voormelde besluit). Het palliatief verlof kan worden verleend voor een beperkte periode van één maand, die eventueel met een maand extra kan worden verlengd (artikel 100bis, § 3). Wanneer de werknemer dat verlof aanvraagt, heeft hij, naargelang het geval, recht op de schorsing van zijn overeenkomst of op de tijdelijke vermindering van zijn arbeidsprestaties (artikel 100bis, § § 2 en 3; artikel 102bis).

B.10. In geval van arbeidsongeschiktheid is het de gezondheidstoestand van de werknemer zelf die hem tot een deeltijdse tewerkstelling beperkt, terwijl het in het geval van een palliatief verlof de gezondheidstoestand van een persoon « die [lijdt] aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase [bevindt] » die de werknemer ertoe brengt het genoemde verlof aan te vragen. Hoewel uit de in B.8.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat er niet noodzakelijk familiale banden moeten bestaan tussen de werknemer en de persoon waarvoor hij wil zorgen, kan redelijkerwijs worden aangenomen dat de werknemer met de genoemde persoon sterke affectieve banden heeft, zodat de situatie van het levenseinde van die naaste - en met het oog waarop de werknemer zijn prestaties vermindert - wordt beschouwd als een reden die buiten de werknemer is gelegen.

Bovendien beperkt de wetgever de duur van het palliatief verlof tot maximaal twee maanden, hetgeen een bijzonder korte periode is.

Ten slotte dient te worden opgemerkt dat op dezelfde wijze als de onmogelijkheid voor de werknemer om, ingevolge ziekte of ongeval, zijn werk te verrichten de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schorst (artikel 31 van de Arbeidsovereenkomstenwet) in de paragrafen 1 en 3 van artikel 100bis van de in het geding zijnde wet uitdrukkelijk is voorzien in de schorsing van de arbeidsovereenkomst in geval van palliatieve verzorging van een persoon.

B.11. Uit het voorgaande volgt dat, doordat de in het geding zijnde bepalingen impliceren dat de werknemer die zijn prestaties heeft verminderd om redenen van palliatieve verzorging en die tijdens die periode van vermindering van prestaties wordt ontslagen, recht heeft op een opzeggingsvergoeding berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de verminderde arbeidsprestaties en niet op basis van het loon dat hij zou hebben verdiend indien hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd, de genoemde bepalingen tot gevolg hebben die werknemer, enerzijds, op dezelfde wijze te behandelen als de werknemer die zijn prestaties vrijwillig heeft verminderd en, anderzijds, anders te behandelen dan de arbeidsongeschikte werknemer die zijn prestaties gedeeltelijk heeft hervat met de toestemming van de adviserende geneesheer van zijn verzekeringsinstelling, zonder dat, om de in B.10 uiteengezette redenen, noch die gelijke behandeling, noch dat verschil in behandeling, redelijk worden verantwoord.

B.12. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en de artikelen 100bis, 102bis, 103 en 105, § 3, van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de werknemer die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd om redenen van palliatieve verzorging, alleen recht heeft op een compenserende opzeggingsvergoeding waarvan het bedrag wordt berekend op basis van het loon dat overeenstemt met de verminderde arbeidsprestaties.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 5 december 2013.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels

^