Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 14 maart 2016

Uittreksel uit arrest nr. 6/2016 van 14 januari 2016 Rolnummer : 6104 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 66 van de wet van 5 mei 2014 betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector, ingesteld do Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016200432
pub.
14/03/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 6/2016 van 14 januari 2016 Rolnummer : 6104 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 66 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector, ingesteld door de stad Andenne.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 november 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 december 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 66 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 juni 2014) door de stad Andenne, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Bourtembourg en Mr. N. Fortemps, advocaten bij de balie te Brussel. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepaling B.1.1. Het beroep heeft betrekking op artikel 66 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten « betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector », dat in de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten « tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen » een artikel 21/2 invoegt, dat luidt : « Het bedrag van de aanvullende werkgeverspensioensbijdragen die verschuldigd zijn voor de individuele responsabilisering, wordt verdeeld onder de gemeenten van de zone conform de bepalingen van artikel 68, §§ 2 en 3 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid ».

B.1.2. De wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid voorziet in de oprichting van hulpverleningszones en in de overdracht van het personeel van de vroegere gemeentelijke brandweerkorpsen naar de nieuwe zones. Voor dat personeel is een eenvormig administratief en geldelijk statuut voor alle hulpverleningszones vastgesteld. De bestreden bepaling past in een geheel van bepalingen die tot doel hebben de situatie, inzake sociale veiligheid en pensioenen, van alle vastbenoemde beroepspersoneelsleden van de hulpverleningszones te regelen.

In de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten wordt gepreciseerd : « De algemene richtlijn die gevolgd werd in deze wet is om de bepalingen van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen van toepassing te maken op de hulpverleningszones. Deze richtlijn geldt zowel voor de hulpverleningszones, in hun hoedanigheid van werkgevers, als voor de vastbenoemde of gelijkgestelde personeelsleden die ze te werk stellen » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3434/002, pp. 15-16).

B.2.1. De bestreden bepaling verwijst naar artikel 68, §§ 2 en 3, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid. Die bepaling, zoals gewijzigd bij artikel 23 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014000570 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 19/04/2014 pub. 30/10/2014 numac 2014000783 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. - Duitse vertaling sluiten « tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid », luidt : « § 2. De dotaties van de gemeenten van de zone worden jaarlijks vastgelegd door de raad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden.

Het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is.

Voor de eerste inschrijving van de gemeentelijke dotatie kan de raad van de prezone beslissen de datum van 1 november 2014 te verdagen en ten laatste op 1 november 2015 een akkoord bereiken. § 3. Bij gebrek aan dergelijk akkoord, wordt de dotatie van elke gemeente vastgesteld door de provinciegouverneur, rekening houdende met de volgende criteria voor elke gemeente : - de residentiële en actieve bevolking; - de oppervlakte; - het kadastraal inkomen; - het belastbaar inkomen; - de risico's aanwezig op het grondgebied van de gemeente; - de gemiddelde interventietijd op het grondgebied van de gemeente; - de financiële draagkracht van de gemeente.

Aan het criterium ' residentiële en actieve bevolking ' wordt een weging van minstens 70 % toegekend.

De gouverneur brengt elke gemeente op de hoogte van het bedrag van de gemeentelijke dotatie waarvoor hij moet instaan, dit ten laatste op 15 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is.

Voor de drie jaren die volgen op de integratie van de brandweerdiensten in de hulpverleningszones, houdt de gouverneur bij het bepalen van de gemeentelijke dotatie rekening met het passief van de gemeenten inzake de bijdragen bedoeld in artikel 10, § 4, van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

De gouverneur kan beslissen over specifieke betalingsmethoden voor de betaling van de gemeentelijke dotaties.

De gemeenteraad kan tegen de beslissing van de gouverneur beroep instellen bij de minister binnen een termijn van twintig dagen, te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving ervan aan de gemeentelijke overheid.

De minister van Binnenlandse Zaken beslist over dit beroep binnen een termijn van veertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de ontvangst ervan.

Ten laatste op de laatste dag van deze termijn deelt hij zijn beslissing mee aan de gouverneur, de zoneraad en de gemeenteraad.

Bij ontstentenis van een beslissing bij het verstrijken van deze termijn, wordt het beroep als verworpen beschouwd.

De beslissing aangaande het beroep geldt als inschrijving in de gemeentebegroting op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is ».

B.2.2. Bij zijn arrest nr. 5/2016 van 14 januari 2016 heeft het Hof het beroep met betrekking tot die bepaling verworpen.

Ten aanzien van het verzoek tot samenvoeging van de beroepen in de zaken nrs. 6104 en 6105 B.3.1. De Ministerraad, hierin gevolgd door de verzoekende partij, verzoekt het Hof de in de zaken nrs. 6104 en 6105 ingestelde beroepen samen te voegen. Het beroep in de zaak nr. 6105 heeft betrekking op artikel 23 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 23/07/2014 numac 2014000570 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 19/04/2014 pub. 30/10/2014 numac 2014000783 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. - Duitse vertaling sluiten « tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid ».

B.3.2. Met toepassing van artikel 100 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof kan het Hof de beroepen tot vernietiging betreffende eenzelfde norm samenvoegen. Te dezen hebben de beroepen geen betrekking op dezelfde norm. De samenvoeging van de zaken is overigens een maatregel die het Hof neemt rekening houdend met de vereisten van een goede rechtsbedeling.

Er dient niet te worden ingegaan op het verzoek tot samenvoeging.

Ten aanzien van het eerste middel B.4. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De verzoekende partij verwijt de bestreden bepaling de aanvullende werkgeverspensioenbijdragen die verschuldigd zijn voor de individuele responsabilisering en met betrekking tot de personeelsleden van de hulpverleningszones, ten laste te leggen van de gemeenten die de hulpverleningszone samenstellen en niet ten laste te leggen van de zone zelf, hetgeen een discriminatie zou teweegbrengen tussen die gemeenten, die die bijdragen moeten betalen terwijl zij niet de hoedanigheid van werkgever van die personeelsleden hebben, en alle andere plaatselijke besturen die zijn onderworpen aan de betaling van dezelfde bijdragen met betrekking tot de personeelsleden van wie zij de werkgever zijn.

B.5.1. De artikelen 19 en 20 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten leggen aan bepaalde besturen die lid zijn van het gesolidariseerd pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen van de Dienst van de Bijzondere Socialezekerheidstelsels (DIBISS) een responsabiliseringsbijdrage op die een aanvulling is op de werkgeversbijdragen inzake pensioenen. Die aanvulling is door het provinciale of lokale bestuur, door de lokale politiezone of door de hulpverleningszone verschuldigd wanneer de eigen pensioenbijdragevoet van die werkgever groter is dan de basispensioenbijdragevoet die is vastgesteld met toepassing van artikel 16 van de wet van 24 oktober 2011. De eigen pensioenbijdragevoet is de verhouding tussen, enerzijds, de uitgaven inzake pensioenen die het gesolidariseerd pensioenfonds van de DIBISS gedurende het beschouwde jaar heeft gedragen voor de gewezen personeelsleden van de betrokken werkgever en hun rechthebbenden, en, anderzijds, de loonmassa die overeenstemt met het aan pensioenbijdragen onderworpen loon dat voor datzelfde jaar door die werkgever werd uitbetaald aan zijn vastbenoemd personeel dat bij het fonds is aangesloten. B.5.2. Zoals gepreciseerd in de parlementaire voorbereiding van de bestreden wet, « zijn [het] inderdaad slechts de geresponsabiliseerde werkgevers die in een rechtvaardiger mate moeten bijdragen tot de solidariteit vermits ze er momenteel niet voldoende aan deelnemen en zulks een deficit doet ontstaan » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1770/001, p. 38). De geresponsabiliseerde werkgevers zijn die van wie de loonmassa van de aan het benoemde personeel uitbetaalde lonen te laag is ten opzichte van de last van de pensioenen verschuldigd aan hun voormalige benoemde personeelsleden en hun rechthebbenden.

B.5.3. De aanvulling van de werkgeversbijdrage inzake pensioenen, verschuldigd als individuele responsabilisering en berekend met toepassing van de voormelde bepalingen, heeft tot doel een specifiek fenomeen te compenseren dat het probleem van de financiering verergert, of althans het bijdragepercentage verhoogt : « In het bijzonder gaat het om de vermindering van het aantal vastbenoemde ambtenaren en daardoor om de daling van de pensioenbijdragen. In combinatie met de stijgende pensioenlasten en rekening houdend met de manier waarop het bijdragepercentage vastgesteld wordt op basis van ' ontvangsten en uitgaven in evenwicht ', leidt dit tot een constante stijging van het bijdragepercentage dat nodig is om de uitgaven te dekken » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1770/001, p. 6).

Om dat fenomeen in te dijken heeft de wetgever een gedeeltelijke responsabilisering van bepaalde werkgevers willen organiseren : « Een identieke ' responsabiliseringscoëfficiënt ' wordt toegepast op alle geresponsabiliseerde besturen. Hij is van toepassing op de elementen die eigen zijn aan de individuele situatie bij elk van de betrokken besturen, met name op het verschil tussen de pensioenlast gedragen door de solidariteit voor het beschouwde bestuur en de pensioenbijdragen die dit bestuur betaalt aan het basispercentage in het kader van de solidariteit. [...] [...] De bijkomende pensioenbijdragen zijn enkel patronaal, zonder aandeel van het personeelslid. Enerzijds, vloeien zij voort uit de houding van de werkgever en zijn niet ten laste van de personeelsleden » (ibid., pp. 18-19).

B.5.4. De basispensioenbijdrage die door elke overheidswerkgever wordt betaald, wordt berekend op basis van de loonmassa die overeenstemt met de lonen die hij elk jaar aan zijn vastbenoemd personeel uitbetaalt.

De wetgever, vanuit de noodzaak de financiering van de pensioenen van de benoemde personeelsleden van de plaatselijke besturen te waarborgen, heeft getracht de negatieve gevolgen, voor die financiering, van de vermindering, door bepaalde werkgevers, van hun aantal benoemde personeelsleden ten opzichte van het aantal voormalige statutaire personeelsleden en hun rechthebbenden die een pensioen ontvangen ten laste van het gesolidariseerd pensioenfonds van de DIBISS te corrigeren.

Een dergelijke handelwijze vanwege de overheidswerkgevers is weliswaar wettig en toelaatbaar, maar heeft gevolgen voor de financiering van de pensioenen die verschuldigd zijn aan hun voormalige benoemde personeelsleden. Bij zijn arrest nr. 71/2013 van 22 mei 2013 heeft het Hof geoordeeld dat het niet onredelijk was dat de wetgever de werkgevers die op die manier de moeilijkheden inzake financiering van de pensioenen van het vastbenoemd personeel van de plaatselijke besturen mee verergeren, tracht te responsabiliseren door hun een gedeelte van de financiële gevolgen van hun keuzen inzake benoeming van hun personeel te laten dragen.

B.5.5. Artikel 65 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten voegt in de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten een artikel 21/1 in, dat een juridische fictie creëert voor de berekening van de responsabiliseringsbijdrage die de gemeenten en de intercommunales die vastbenoemd personeel hebben overgedragen aan een hulpverleningszone, verschuldigd zijn. Die fictie vormt een tijdelijk corrigerend mechanisme om te voorkomen dat de responsabiliseringsbijdrage van de betrokken gemeenten en intercommunales kunstmatig wordt verhoogd door de overdracht van het personeel.

De bestreden bepaling maakt geen deel uit van dat corrigerend mechanisme en de toepassing ervan is overigens niet beperkt in de tijd.

B.6. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, heeft artikel 21/2 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten, ingevoegd bij de bestreden bepaling, tot gevolg de gemeenten die de hulpverleningszone vormen het bedrag ten laste te leggen van de aanvullende werkgeverspensioenbijdragen die de zone voor de individuele responsabilisering verschuldigd is. Het gegeven dat de rekening wordt gericht aan en betaald door de zone zelf doet geen afbreuk aan het feit dat het bedrag van de bijdragen, met toepassing van de bestreden bepaling, rechtstreeks wordt gedragen door de gemeenten die lid zijn van de zone en niet door de begroting van die laatstgenoemde. Hoewel het juist is dat die begroting grotendeels bestaat uit de dotaties ten laste van de gemeenten, bestaat zij eveneens uit andere financieringsbronnen en valt zij voor de rest niet samen met de begrotingen van de gemeenten die de zone vormen.

B.7. De verantwoording voor het amendement dat aan de oorsprong van de bestreden bepaling ligt, geeft aan : « Artikel 21/2 voorziet hoe de responsabiliseringsfactuur gericht aan een hulpverleningszone verdeeld moet worden onder de gemeenten die de zone vormen. Eerder dan een nieuwe verplichte verdeelsleutel uit te vinden, werden de bepalingen van artikel 68, § 2 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid toegepast. Bij gebrek aan akkoord tussen de gemeenten over een onderling overeengekomen verdeelsleutel, zullen de parameters voorzien door artikel 68, § 2, derde lid, toegepast worden » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3434/002, p. 24).

B.8. Aangezien de responsabiliseringsbijdrage tot doel heeft een deficit in de financiering van de pensioenen van de benoemde ambtenaren van de plaatselijke besturen en van hun rechthebbenden als gevolg van keuzes op het vlak van personeelsbeleid te compenseren en aangezien het opleggen ervan bijgevolg rechtstreeks verbonden is met de beslissingen die de plaatselijke werkgevers ter zake nemen, is het niet redelijk verantwoord de last van die bijdrage te laten dragen door een of meer andere rechtspersonen dan de werkgever die verantwoordelijk is voor het beleid inzake de benoeming van zijn personeel.

B.9. Overigens vormt de onvoorzienbaarheid van het bedrag dat de hulpverleningszone verschuldigd is als aanvullende werkgeverspensioenbijdragen geen belemmering voor de inschrijving van die post in de begroting van de zone zelf. Andere schulden die in de begroting van de hulpverleningszones zijn opgenomen, vertonen immers eveneens een onvoorzienbaar bedrag, waarbij de opmaak van een begroting per definitie steunt op ramingen.

B.10. Het middel is gegrond. Artikel 66 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector dient te worden vernietigd.

Daar het tweede en het derde middel die door de verzoekende partij zijn aangevoerd, niet kunnen leiden tot een ruimere vernietiging, dienen zij niet te worden onderzocht.

Om die redenen, het Hof vernietigt artikel 66 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 14 januari 2016.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels

^