Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 07 maart 2018

Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. - Geestelijke Gezondheidszorg. - Interkabinettenwerkgroep. - Taskforce GGZ. - Hervorming van de GGZ door de realisatie van zorgcircuits en netwerken in toepassing van artikel 107 van de wet op de zieke Missie De toekomstige organisatie van de Belgische geestelijke gezondheidszorg (ggz) in zorgcirc(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2017032157
pub.
07/03/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. - Geestelijke Gezondheidszorg. - Interkabinettenwerkgroep. - Taskforce GGZ. - Hervorming van de GGZ door de realisatie van zorgcircuits en netwerken in toepassing van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen Missie De toekomstige organisatie van de Belgische geestelijke gezondheidszorg (ggz) in zorgcircuits en zorgnetwerken werd door alle leden van de Interministeriële Conferentie (IMC) Volksgezondheid onderschreven in de Gemeenschappelijke verklaring van 24 juni 2002 van de Ministers bevoegd voor Volksgezondheid en Sociale Zaken inzake het toekomstig beleid voor de geestelijke gezondheidszorg, en in het daaropvolgende Amendement op de intentieverklaring van 24 juni 2002.

Opdat de organisatie van de ggz aan de basisprincipes van de gemeenschappelijke verklaring zou beantwoorden doet men een beroep op art. 107 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen.

De interkabinettenwerkgroep (ikw) `taskforce ggz' werd belast met de organisatie van deze werkzaamheden.

Samenvatting werkzaamheden ?Tussen juni en november 2017 bezochten de federale coördinator en de adjunct federale coördinatoren de Netwerkcomités en Functiecomités voor de meeste projecten in het kader van de opvolging van de evolutie van het project. De individuele coaching van de netwerkcoördinator werd voortgezet. De opvolging en de begeleiding van de projecten worden dus continu voortgezet. ? De federaal coördinator en de adjunct federaal coördinatoren hebben voor alle netwerken de evaluaties van 2017 op punt gesteld, zoals ook werd gedaan voor de evaluaties van 2016. ? Daarnaast vonden op regelmatige tijdstippen groepsbijeenkomsten plaats respectievelijk met de Nederlandstalige en Franstalige netwerkcoördinatoren. ? Veel communicatie werd gevoerd op nationaal en internationaal niveau om de evolutie van de geestelijke gezondheidszorg in België zichtbaar te maken. ? De vorming PSY107 van juni tot november 2017 bestond uit : ? Thematische intervisies `netwerken' voor netwerkcoördinatoren; ? Vervolgmodules functie 3 psychosociale rehabilitatie en herstel; ? Lokale support rond netwerkontwikkeling, governance en de rol van de netwerkcoördinator voor netwerkcomités (vervolg netwerken volwassenen); ? Thematische intervisie mobiele teams; ? Lokale support netwerkontwikkeling : design, governance en strategisch management; ? Tweedaagse vorming `Onderhandelen' voor netwerkcoördinatoren. ? De IMC van 21 maart 2016 heeft goedkeuring verleend aan de oprichting van het nieuw Overlegorgaan. ? In eerste instantie werden in de schoot van het overlegorgaan drie thematische werkgroepen opgericht, namelijk de werkgroep 'werkingsgebied107', `mobiele equipe' en `medische functie'.

Alle werkgroepen rapporteerden de vooruitgang van hun werkzaamheden in de plenaire vergaderingen van het Overlegorgaan `volwassenen'.

Tijdens de plenaire vergadering van 17 mei 2017 presenteerden de werkgroepen `werkingsgebieden107' en `mobiele equipe' het finaal product van hun gemeenschappelijk denk- en overlegwerk. De werkgroep `medische functie' deed dit tijdens de plenaire vergadering 15 juni 2017. De definitieve teksten van de werkgroepen werden op de website www.psy107.be gepubliceerd.

Tijdens deze plenaire vergadering is tevens beslist om te starten met de werkgroep `intensifiëring van de residentiële zorg'. Deze werkgroep komt regelmatig samen en aanbevelingen van het Overlegorgaan hieromtrent worden verwacht tegen eind 2017. Als dit hun patiënten ten goede komt, kunnen de ziekenhuizen reeds voorstellen rond intensifiëring samen met voorstellen rond de mobiele equipes voorbereiden.

Er werd afgesproken dat de definitieve teksten van de werkgroepen als basis dienen voor een uitvoerige bespreking in de ikw `taskforce ggz', en dit met als doel het resultaat te laten valideren door de IMC. Tevens werd in de ikw de verdere werkwijze en terugkoppeling aan het overlegorgaan afgesproken.

De ikw `taskforce ggz' vergaderde hierover op 12 september en 4 oktober 2017.

De IMC vestigt vooreerst nog eens de aandacht op de bijzondere governance van deze ggz-netwerken. Deze is niet gebaseerd op reglementering, maar ontwikkelt zich op vrijwillige basis in het kader van pilootprojecten. Hierbinnen zal de intense samenwerking tussen het gehele werkveld en de verschillende bestuursniveaus moeten leiden tot afspraken die de meest gunstige evolutie mogelijk maken.

Op basis van de aanbevelingen van het Overlegorgaan voor volwassenen, wordt volgende consensus voorgesteld aan de IMC : Werkingsgebieden 107 In de schoot van het Overlegplatform GGZ werden een aantal principes inzake de werkingsgebieden van de netwerken overeengekomen, waarvan de kernpunten worden aangehouden door de IMC en waar de netwerken worden uitgenodigd zich aan te passen aan deze principes. Zo worden de groottes van twee verschillende actiegebieden onderscheiden om de werkingsgebieden van de netwerken 107 af te bakenen : het Microniveau, waarin de lokale samenwerking tussen concrete actoren centraal staat, zowel binnen als buiten de GGZ, met een omvang van circa 100.000 inwoners met een minimum 75.000 inwoners en maximum 125.000 inwoners. Op dit niveau staat ook de samenwerking tussen de GGZ en de eerstelijnsactoren centraal. het Macroniveau, of het niveau van de aansturing van een netwerk, met een omvang van : a. 200 à 300.0000 inwoners in rurale gebieden; b. 300 à 450.000 inwoners in semi-rurale gebieden; c. 450.000+ inwoners in stedelijke gebieden.

Hierbij is opdeling in subregio's mogelijk.

Dit heeft tot gevolg dat de initiële netwerken worden behouden, mits uitzondering ? van de netwerken in de provincie West-Vlaanderen, waar het aantal projecten wordt gewijzigd van 4 naar 3; ? van de netwerken in de provincie Henegouwen, waar het aantal projecten wordt gewijzigd van 3 netwerken naar 2; ? van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar één netwerk komt.

Als er verschillende netwerken in een provincie bestaan, respecteren deze netwerken bij voorkeur de grenzen van de zones van de geïntegreerde diensten voor thuiszorg door eventueel verschillende gebieden te bestrijken, teneinde de samenhang met de eerstelijnszorg te verzekeren. Om het werk van de hulpverleners en zorginstellingen te vereenvoudigen, mogen de verschillende netwerken elkaar niet overlappen.

Het akkoord van Vlaanderen is evenwel onder voorbehoud van de bepaling van de werkingsgebieden van de Vlaamse eerstelijnszones en de regionale zorgzones.

Wallonië behoudt in dit kader eveneens de verantwoordelijkheid over de organisatie van de eerstelijnszorg op zijn grondgebied.

Mobiele equipe Vanuit de aanbevelingen van het Overlegorgaan wordt het aantal mobiele equipes 2A bepaald in functie het aantal inwoners (1 per 150K inwoners) en het aantal mobiele equipes 2B in functie van de prevalentie (1,1 cases per 1000 inwoners, 1 VTE per 18 cases) waarbij ook hier het aantal inwoners de bepalende variabele is.

De territoriale indeling zal dus een direct effect hebben op het aantal en de grootte van de equipes. De leeftijdsgroep is deze van 18 tot 64 jaar.

In gans België is er volgens deze berekening een nood aan 46,1 equipes 2A en 47,0 equipes 2B. In principe moet elke equipe 2A bij voorkeur minstens 12 VTE tellen en elke equipe 2B minstens 9 VTE. In netwerken die een theoretische behoefte hebben aan bijvoorbeeld 2,2 equipes kunnen uiteraard equipes van meer dan 12 + 9 VTE worden toegestaan.

Het aantal equipes kan onderhandeld worden op basis van een voorstel van het netwerk. Het globaal aantal VTE moet wel gerealiseerd worden.

Dit kan gerealiseerd worden door middel van een bijkomende buiten gebruikstelling van bedden op vrijwillige basis. Er wordt gekozen om vooreerst deze techniek te hanteren voor de mobiele equipes, daarna pas voor de intensifiëring van de residentiële zorg (Functie 4) Netwerken die zelf onvoldoende middelen hebben (bedden) kunnen ondersteund worden (is onderdeel van de onderhandeling) op voorwaarde dat ze een voldoende inspanning leveren aangaande buiten gebruik stelling van bedden.

Medische functie Er wordt voorgesteld een forfaitair bedrag toe te kennen voor de medische functie ter compensatie van de medische honoraria gelinkt aan de buiten gebruik gestelde bedden in de ziekenhuizen van het netwerk.

Voor de bepaling van het bedrag wordt rekening gehouden met volgende parameters : bedrag van de vergoeding per uur, aantal uren voor beleidsontwikkeling en aantal uren klinische activiteit.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De forfaitaire vergoeding omvat een aantal huisbezoeken van de behandelende psychiater. (2A : 5u/week, 2B : 4u/week).

Het bedrag dat wordt voorzien voor deze huisbezoeken wordt opgesplitst in een vast bedrag dat via het BFM van het ziekenhuis wordt betaald en een supplement dat via een ziekenhuis wordt gefactureerd (via een Overeenkomstencommissie tussen Psychiatrische Ziekenhuizen en de Verzekeringsinstellingen).

Bijkomende huisbezoeken kunnen via de nomenclatuur worden aangerekend (in consult geroepen door huisarts). Consultaties (bijvoorbeeld in polykliniek) blijven steeds mogelijk.

Communicatie Qua timing, gebeurt een informatie omtrent deze wijzigingen, onmiddellijk na de IMC van 20 november 2017, door een schriftelijke communicatie per netwerk (met de concrete cijfers), aangevuld met informatiemomenten (in elke taalrol). Volgende data worden vastgelegd : o Waalse netwerken : 22 november 2017 o Brusselse netwerk : 23 november 2017 o Vlaamse netwerken : 27 november 2017.

De voorstellen van de netwerken voor de concrete uitvoering van de wijzigingen worden verwacht tegen 31 maart 2018 zodat deze kunnen worden besproken met de administraties. De realisatie zelf (in stappen) is te bepalen door de ikw `taskforce ggz'.

Zoals eerder aangegeven zijn ziekenhuizen en netwerken vrij om eventuele oefeningen rond intensifiëringen verder uit te werken.

Indien al ver gevorderd, kan dit zelfs samen ingediend worden met de voorstellen rond de mobiele equipes. ? Samenstelling Overlegorgaan Ondertussen werd een officiële vraag ontvangen betreffende een wijziging in de samenstelling van het Overlegorgaan. Mevrouw Martie MOL diende haar ontslag in als plaatsvervangend lid in het Overlegorgaan. In akkoord met de ikw `taskforce ggz' wordt mevrouw Marleen GEENTJES (Directeur PVT De Landhuizen en BW De Sprong) als plaatsvervanger binnen het overlegorgaan aangesteld.

Daarnaast heeft de heer Dirk Olemans, effectief lid, zijn functie als voorzitter van PAAZ-Overleg Vlaanderen neergelegd en heeft ook zijn ontslag aangeboden aan het Overlegorgaan. Hij wordt vervangen door de heer Piet SNOECK, de nieuwe voorzitter van het PAAZ-Overleg Vlaanderen.

Voorgestelde acties De IMC is akkoord met de voorgestelde wijziging in de samenstelling van het overlegorgaan en het voorstel van de ikw `taskforce ggz' inzake werkingsgebieden107, de mobiele equipe en medische functie en belast de ikw `taskforce ggz' met de verderzetting van de werkzaamheden.

De IMC verbindt zich tevens tot het snel opstarten van een reflectie over het geheel van de functies zoals beschreven in de gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken, met de bedoeling een gemeenschappelijk doel vast te leggen voor de federale Staat en de gefedereerde entiteiten in een perspectief van 5 tot 10 jaar.

Aldus gesloten te Brussel op 20 november 2017.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de Federale Staat : M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pour la Région Wallonne : A. GREOLI, Vice-Présidente et Ministre de l'Action sociale, de la Santé, de l'Egalité des chances, de la Fonction publique et de la Simplification administrative.

Pour la Communauté française : R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles A. GREOLI, Vice-Présidente, Ministre de la Culture et de l'Enfance Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : D. GOSUIN, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures G. VANHENGEL, Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheidsbeleid;

Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : C. JODOGNE, Membre du Collège réuni de la Commission communautaire commune, compétent pour de la Politique de Santé, Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales

^