Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 06 december 2018

Uittreksel uit arrest nr. 99/2018 van 19 juli 2018 Rolnummer 6624 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 8, tweede lid, en 23, vierde lid, eerste zin, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individue Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018205718
pub.
06/12/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 99/2018 van 19 juli 2018 Rolnummer 6624 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 8, tweede lid, en 23, vierde lid, eerste zin, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 22 februari 2017 in zake het openbaar ministerie tegen T.L., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2017, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 8, tweede lid, en 23, in fine, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij toestaan dat zaken die toebehoren aan derden te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken zijn, in beslag worden genomen, aangezien zij niet voorzien in de teruggave aan die personen van de in beslag genomen zaken en evenmin voorzien in de oproeping van die personen opdat zij zich kunnen uitspreken over de verplichte verbeurdverklaring, terwijl daarentegen artikel 43bis van het Strafwetboek - volgens de nadere regels die zijn vastgesteld in het koninklijk besluit van 9 augustus 1991 - voorziet in specifieke regels van teruggave voor vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, voor de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld of voor de inkomsten uit de belegde voordelen, die derden, al dan niet tussenkomende partijen, opeisen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 8, eerste en tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens bepaalt : « Niemand mag verboden wapens vervaardigen, herstellen, te koop stellen, verkopen, overdragen of vervoeren, opslaan, voorhanden hebben of dragen.

In geval van inbreuk op het vorige lid worden de wapens in beslag genomen, verbeurd verklaard en vernietigd, zelfs indien zij niet aan de veroordeelde toebehoren ».

Vóór de wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek, bepaalde artikel 23, vierde lid, van die wet : « Onverminderd de toepassing van artikel 8, tweede lid, wordt de verbeurdverklaring uitgesproken overeenkomstig artikel 42 van het Strafwetboek. Het staat de rechter evenwel vrij ze niet uit te spreken in geval van inbreuk op de krachtens artikel 35, 7°, genomen reglementaire bepalingen ».

B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 8, tweede lid, en van artikel 23, vierde lid, zoals geciteerd in B.1, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 16 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij toestaan dat zaken die toebehoren aan derden te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken zijn, worden verbeurdverklaard, aangezien zij niet voorzien in de teruggave aan die personen van de verbeurdverklaarde zaken en evenmin voorzien in de oproeping van die personen opdat zij zich zouden kunnen uitspreken over de verplichte verbeurdverklaring, terwijl daarentegen artikel 43bis van het Strafwetboek - volgens de nadere regels die zijn vastgesteld in het koninklijk besluit van 9 augustus 1991 tot vaststelling van de termijn waarbinnen en de wijze waarop een rechtsmiddel kan worden aangewend door derden die beweren recht te hebben op een verbeurdverklaarde zaak - voorziet in specifieke regels van teruggave voor vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, voor de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld of voor de inkomsten uit die belegde voordelen, die derden, al dan niet tussenkomende partijen, opeisen.

B.3. De artikelen 42, 43 en 43bis van het Strafwetboek bepalen : «

Art. 42.Bijzondere verbeurdverklaring wordt toegepast : 1° Op de zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, en op die welke gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf, wanneer zij eigendom van de veroordeelde zijn;2° Op de zaken die uit het misdrijf voortkomen;3° Op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen.

Art. 43.Bij misdaad of wanbedrijf wordt bijzondere verbeurdverklaring toepasselijk op de zaken bedoeld in artikel 42, 1° en 2° altijd uitgesproken.

Bij overtreding wordt zij slechts uitgesproken in de gevallen bij de wet bepaald.

Art. 43bis.Bijzondere verbeurdverklaring toepasselijk op de zaken bedoeld in artikel 42, 3°, kan door de rechter in elk geval worden uitgesproken, maar slechts voor zover zij door de procureur des Konings schriftelijk wordt gevorderd.

Indien de zaken niet kunnen worden gevonden in het vermogen van de veroordeelde, raamt de rechter de geldwaarde ervan en heeft de verbeurdverklaring betrekking op een daarmee overeenstemmend bedrag.

Ingeval de verbeurdverklaarde zaken aan de burgerlijke partij toebehoren, zullen zij aan haar worden teruggegeven. De verbeurdverklaarde zaken zullen haar eveneens worden toegewezen ingeval de rechter de verbeurdverklaring uitgesproken heeft omwille van het feit dat zij goederen en waarden vormen die door de veroordeelde in de plaats gesteld zijn van de zaken die toebehoren aan de burgerlijke partij of omdat zij het equivalent vormen van zulke zaken in de zin van het tweede lid van dit artikel.

Iedere andere derde die beweert recht te hebben op de verbeurdverklaarde zaak, zal dit recht kunnen laten gelden binnen een termijn en volgens modaliteiten bepaald door de Koning.

De bijzondere verbeurdverklaring van de onroerende goederen moet of kan, naargelang de rechtsgrond die dit bepaalt, door de rechter worden uitgesproken, maar slechts voor zover zij door het openbaar ministerie schriftelijk werd gevorderd.

De schriftelijke vordering van het openbaar ministerie strekkende tot de verbeurdverklaring van een onroerend goed, dat niet strafrechtelijk in beslag is genomen overeenkomstig de toepasselijke vormvoorschriften, wordt op straffe van onontvankelijkheid kosteloos ingeschreven op de kant van de laatst overgeschreven akte of het vonnis bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de hypotheekwet van 16 december 1851. Het openbaar ministerie voegt een bewijs van de kantmelding bij het strafdossier voor de sluiting van de debatten. Het openbaar ministerie vordert de kosteloze doorhaling van de kantmelding, als daartoe grond bestaat.

De rechter vermindert zo nodig het bedrag van de in artikel 42, 3°, bedoelde vermogensvoordelen of van de in het tweede lid bedoelde geldwaarde om de veroordeelde geen onredelijk zware straf op te leggen ».

B.4.1. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende rechter zich moet uitspreken over de verbeurdverklaring van een voertuig dat heeft gediend om een misdrijf zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten te plegen, maar dat zou toebehoren aan een derde te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken is. Het komt de verwijzende rechter toe de feiten die aan hem worden voorgelegd vast te stellen en te kwalificeren en de normen te bepalen die op het geschil van toepassing zijn.

B.4.2. Een voertuig dat op grond van artikel 8 van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten is verbeurdverklaard, wordt als een verboden wapen beschouwd met toepassing van artikel 3, § 1, 17°, van die wet, dat, vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van de voormelde wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten, bepaalde : «

Artikel 3.§ 1. Als verboden wapens worden beschouwd : [...] 17° voorwerpen en stoffen die niet als wapen zijn ontworpen, maar waarvan, gegeven de concrete omstandigheden, duidelijk is dat degene die ze voorhanden heeft, draagt of vervoert, ze wenst te gebruiken voor het toebrengen van lichamelijk letsel aan of het bedreigen van personen ». Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die categorie van verboden wapens, die niet van nature wapens zijn, maar enkel wegens de omstandigheden waarin zij zijn gebruikt.

B.5.1. Krachtens de artikelen 42, 1°, en 43 van het Strafwetboek worden zaken welke gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf, slechts verbeurdverklaard wanneer zij eigendom van de veroordeelde zijn.

Krachtens de artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek kunnen vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, alsook de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en de inkomsten uit de belegde voordelen, worden verbeurdverklaard, zelfs indien zij toebehoren aan een derde die niet is betrokken bij het misdrijf waarvoor de dader wordt veroordeeld (Cass., 29 mei 2001, Arr.

Cass., 2001, nr. 316).

B.5.2. Indien de zaken die met toepassing van de artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek worden verbeurdverklaard, aan derden toebehoren, dienen zij, met toepassing van artikel 43bis, derde en vierde lid, van het Strafwetboek, te worden teruggegeven.

Indien degene aan wie de zaken toebehoren, burgerlijke partij is in het strafproces, zal de rechter de teruggave ambtshalve uitspreken (artikel 43bis, derde lid). Indien de derde die beweert recht te hebben op de verbeurdverklaarde zaak zich geen burgerlijke partij heeft gesteld, dient hij zijn rechten te laten gelden binnen de termijn en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning (artikel 43bis, vierde lid).

Artikel 43bis, vierde lid, van het Strafwetboek werd uitgevoerd door het voormelde koninklijk besluit van 9 augustus 1991.

B.6. Artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten bepaalt, in geval van inbreuk op het eerste lid, dat de wapens in beslag worden genomen, verbeurdverklaard en vernietigd, zelfs indien zij niet aan de veroordeelde toebehoren.

B.7. De wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten bevat geen enkele bepaling die voorziet in de teruggave van zaken die zijn verbeurdverklaard met toepassing van artikel 8, tweede lid, wanneer die aan derden toebehoren. Die wet voorziet evenmin in de oproeping van die personen opdat zij zich kunnen uitspreken over de verplichte verbeurdverklaring.

B.8. De in B.3 geciteerde artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek zijn van toepassing op vermogensvoordelen die uit het misdrijf zijn verkregen. Artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten is zijnerzijds van toepassing op wapens die het voorwerp hebben uitgemaakt van een inbreuk op het eerste lid van dat artikel en in die zin komt de door die bepaling beoogde verbeurdverklaring overeen met de in de artikelen 42, 1°, en 43 van het Strafwetboek beoogde verbeurdverklaring.

B.9. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.

Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

B.10. In zijn arrest nr. 154/2007 van 19 december 2007 heeft het Hof erop gewezen dat de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten onder meer tot doel heeft de richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens gedeeltelijk om te zetten en België in staat te stellen deel te nemen aan de strijd tegen de wapenhandel door de opspoorbaarheid van alle wapens te verzekeren en de wapenmarkt te beveiligen (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2263/001, p. 3).

B.11.1. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk de aard van de misdrijven.

B.11.2. Het criterium van onderscheid is pertinent in het licht van de in B.9 beschreven doelstellingen. De verbeurdverklaring van een verboden wapen, zelfs indien het niet aan de veroordeelde toebehoort, kan worden verantwoord door de strijd tegen de wapenhandel en door het feit dat een verboden wapen in principe moet worden vernietigd, met toepassing van artikel 8 van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten.

B.12.1. Er moet nog worden onderzocht of, voor de wapens bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten, vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van de voormelde wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten, die maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk doet aan de rechten van de personen die niets met het misdrijf te maken hebben.

Zoals is vermeld in B.4.2, is het verboden wapen dat in de voorliggende zaak is verbeurdverklaard een voertuig dat, van nature, geen verboden wapen is, maar dat is geworden door de omstandigheden waarin het is gebruikt. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt overigens dat de verwijzende rechter heeft beslist dat dit voertuig niet moet worden vernietigd.

B.12.2. Het fundamentele beginsel van het persoonlijke karakter van de straffen vereist dat een straf slechts kan worden opgelegd aan degene die het misdrijf heeft gepleegd of eraan heeft deelgenomen (EHRM, 29 augustus 1997, A.P., M.P. en T.P. t. Zwitserland, § 48).

Dat beginsel wordt geschonden indien een strafsanctie wordt opgelegd aan een derde die niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het misdrijf. Het beginsel van het persoonlijke karakter van de straffen is eveneens van toepassing op bijkomende straffen.

B.12.3. De verbeurdverklaring van een voertuig, dat heeft gediend om een misdrijf bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten te plegen maar dat zou toebehoren aan een derde te goeder trouw die niet betrokken is bij het misdrijf, treft niet de dader van het misdrijf, maar een onschuldige derde, zelfs indien de verbeurdverklaring formeel lastens de veroordeelde dader wordt uitgesproken.

B.12.4. Artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten bepaalt dat het wapen zal worden verbeurdverklaard zelfs indien het niet aan de veroordeelde toebehoort, ongeacht de goede trouw en de betrokkenheid bij het misdrijf van de derde aan wie het als wapen gebruikte voorwerp toebehoort. In die mate is die bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van het persoonlijke karakter van de straffen.

B.13.1. In zoverre de derde te goeder trouw bovendien niet over de mogelijkheid zou beschikken om de teruggave te verkrijgen van de verbeurdverklaarde zaken die aan hem toebehoren, maakt de verbeurdverklaring tevens een eigendomsberoving zonder vergoeding uit en is zij niet bestaanbaar met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

B.13.2. De Ministerraad voert aan dat de in het geding zijnde bepalingen grondwetsconform kunnen worden geïnterpreteerd. Artikel 23, vierde lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten, zoals geciteerd in B.1, verwijst uitdrukkelijk naar artikel 42 van het Strafwetboek. Volgens de Ministerraad zou die verwijzing noodzakelijkerwijs een verwijzing inhouden naar artikel 43bis van hetzelfde Wetboek, dat voorziet in een mechanisme van teruggave. Dat artikel zou betrekking hebben op alle bijzondere verbeurdverklaringen van goederen die toebehoren aan een derde, en niet alleen op die waarin artikel 42, 3°, van het Strafwetboek voorziet.

B.13.3. Zoals is vermeld in B.5.2, is artikel 43bis enkel van toepassing op zaken die worden verbeurdverklaard krachtens de artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek. Het kan bijgevolg niet worden toegepast op zaken die worden verbeurdverklaard krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten, ook al verwijst artikel 23, vierde lid, van die wet, zoals geciteerd in B.1, uitdrukkelijk naar artikel 42 van het Strafwetboek. De interpretatie van de Ministerraad kan dus niet in aanmerking worden genomen.

B.14. Krachtens artikel 5ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering dient elke belanghebbende derde die rechten kan doen gelden op de zaken bedoeld in de artikelen 42, 1° en 3°, 43bis, 43quater of 505 van het Strafwetboek, op de hoogte te worden gebracht van de rechtsdag voor het gerecht dat zal vonnissen over de grond van de zaak.

Die bepaling is evenwel niet van toepassing op belanghebbende derden die rechten kunnen doen gelden op de zaken die krachtens artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten kunnen worden verbeurdverklaard.

Daar de in artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten bedoelde verbeurdverklaring kan worden uitgesproken zonder dat de derde te goeder trouw aan wie de zaken toebehoren, in de mogelijkheid wordt gesteld om zich voor de strafrechter uit te spreken over de eventuele verbeurdverklaring, is die bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het algemeen beginsel van recht van verdediging.

B.15. In zoverre het betrekking heeft op voorwerpen bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten, - zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van de wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten -, die hebben gediend om een misdrijf bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten te plegen, maar die zouden toebehoren aan derden te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken zijn, is artikel 8, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.16. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 8, tweede lid, en artikel 23, vierde lid, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 19 van de wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij toestaan dat voorwerpen bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, van de voormelde wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten - zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 3 van de wet van 7 januari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/2018 pub. 12/01/2018 numac 2017014377 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek type wet prom. 07/01/2018 pub. 14/12/2018 numac 2018032395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens en van het Burgerlijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten - die toebehoren aan derden te goeder trouw die niet bij het misdrijf betrokken zijn, worden verbeurdverklaard, in zoverre zij niet voorzien in de teruggave aan die personen van de verbeurdverklaarde voorwerpen en in zoverre zij niet voorzien in de oproeping van die personen opdat zij zich zouden kunnen uitspreken over de eventuele verbeurdverklaring.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 juli 2018.

De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux J. Spreutels

^