Etaamb.openjustice.be
Plan De Secteur
publié le 27 avril 1999

Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur "Courtrai". - Fixation définitive ou plan de modification partielle du plan de secteur "Courtrai" sur le territoire des communes d'Anzegem, Avelgem, de Dee Un arrêté du Gouvernement flamand du 10 novembere 1998 décide: Article 1 er . Le plan d(...)

source
ministere de la communaute flamande
numac
1999036408
pub.
27/04/1999
prom.
--
moniteur
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
liens
Conseil d'État (chrono)
Document Qrcode

Département de l'Environnement et de l'Infrastructure Plan de secteur "Courtrai". - Fixation définitive ou plan de modification partielle du plan de secteur "Courtrai" sur le territoire des communes d'Anzegem, Avelgem, de Deerlijk, Harelbeke, Courtrai, Kuurne, Lendelede, Menin, Espierres-Helchin, Waregem, Wevelgem et Zwevegem Un arrêté du Gouvernement flamand du 10 novembere 1998 décide:

Article 1er.Le plan de modification partielle de l'arrêté royal du 4 novembre 1977 portant fixation du plan de secteur "Courtrai", modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 14 décembre 1994, 11 janvier 1995, 9 juillet 1996 et 23 juillet 1998, est fixé définitivement pour des parties des feuilles 28/4, 28/8, 29/1, 29/2, 29/3, 29/5, 29/6, 29/7, 29/8 et 37/2 avec des prescriptions urbanistiques complémentaires telles que comprises dans les annexes 1re à 11 incluse au présent arrêté.

Art. 2.Les cartes indiquant la situation physique et juridique existante, appartenant aux parties non normatives du plan de secteur précité, sont comprises dans les annexes 12 à 21 au présent arrêté.

Art. 3.Le ministre flamand ayant l'aménagement du territoire dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.

Uittreksel uit het verslag van de Regionale Commissie d.d. 15 juli 1998 Advies gedeeltelijke herziening gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem GEWESTPLAN KORTRIJK. - ADVIES VAN DE STREEKCOMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING EN DE STEDENBOUW IN WEST-VLAANDEREN De Regionale Commissie van Advies in haar zitting van 15 juli 1998, Gelet op het decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, inzonderheid de artikelen 9, 10 en 11;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 december 1978 en bij besluiten van de Vlaamse regering van 3 oktober 1984, 15 en 29 september 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 november 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Kortrijk en de daarbij horende stedenbouwkundige voorschriften en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Oudenaarde;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 augustus 1979 houdende vaststelling van het gewestplan Ieper-Poperinge en latere wijzigingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 oktober 1992 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1967 houdende aanwijzing van een gewest (Kortrijk) waarvoor een plan van aanleg moet worden opgemaakt;

Gelet op het besluit d.d. 5 april 1995 van de Vlaamse regering zoals bijgesteld met de beslissing van 3 januari 1996 en bevestigd bij de beslissing van 2 april 1996 waarbij zij het voorontwerp-ruimtelijk structuurplan als toetskader aannam voor wijzigingen van de bestemmingen van de vigerende gewestplannen;

Gelet op het besluit d.d. 23 juli 1997 van de Vlaamse regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp-plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem;

Gelet op de brief d.d. 15 december 1997 van de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen aan het College van burgemeester en schepenen van de in het gewestplan Kortrijk gelegen gemeenten, waarbij het : openbaar onderzoek betreffende de gedeeltelijke herziening van het ontwerp-gewestplan Kortrijk wordt bevolen van 19 januari 1998 tot en met 19 maart 1998;

Gelet op de brief d.d. 7 mei 1998 van de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen waarbij het ontwerp-plan werd overgemaakt aan de Regionale Commissie van Advies en aan de Vlaamse regering;

Gelet op de adviezen van de gemeenteraden van Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem uitgebracht tijdens de periode van 60 dagen (20 maart tot en met 18 mei 1998) volgend op het openbaar onderzoek;

Gelet op het advies van de Bestendige Deputatie d.d. 18 mei 1998;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek van 19 januari 1998 tot en met donderdag 19 maart 1998, 16778 bezwaarschriften werden ingediend, ONDERZOEK VAN DE ADVIEZEN, BEZWAREN EN OPMERKINGEN KNELPUNTEN De Commissie formuleert na onderzoek van de bezwaren, opmerkingen en voorstellen een advies aangaande een aantal knelpunten. 1° Regionale bedrijventerreinen met openbaar karakter A.Brabantstraat, Waregem De Commissie merkt op - dat deze uitbreiding van de bestaande industrieterreinen de verbinding maakt tussen de bestaande bedrijventerreinen "Flanders Fieldweg, Vijverdamstraat, en Brabantstraat" en de industriezone gelegen langs de Vichtesteenweg, waardoor langs de E17 een massale industriezone ontstaat die de draagkracht van het gebied overschrijdt en belastend zou zijn voor de leefbaarheid van het achterland; - dat de ontsluiting langs de Vichtesteenweg niet verantwoord is vanwege de nabijheid van de centra van Vichte en Waregem en de weg die de industriezone Brabantstraat ontsluit niet berekend is op uitbreiding van industriële activiteiten; - dat deze uitbreiding gelegen is in de onmiddellijke nabijheid van een uitgebreide landelijke woonkorrel; - dat er een reële behoefte bestaat in de regio aan terreinen voor KMO; - dat een terrein voor KMO bedrijven in combinatie met een ruime bufferzone de hinder voor omwonenden kan beperken tot het normale niveau.

De Commissie adviseert met 2 onthoudingen en 1 stem tegen de zone voor Regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter niet te weerhouden en deze zone te bestemmen als gebied voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van de bestaande woonkorrel.

B. Harelbekestraat, Anzegem-Vichte De Commissie merkt op - dat dit regionaal bedrijventerrein paalt aan het woongebied en gelegen is vlakbij de kern van de deelgemeente Vichte; - dat deze locatie uitgespreid wordt langs de N36 waardoor de verkeerssituatie onveiliger wordt, mede door de meerdere bijkomende ontsluitingen en waardoor de kernen van Vichte en Deerlijk (Belgiek) nog meer naar elkaar toeslibben; - dat er een industrieterrein aanwezig is in de richting Deerlijk, langs de E17, waarvoor in deze ontwerp-gewestplanwijziging eveneens een uitbreiding is voorzien; - dat een zone voor KMO in combinatie met een ruime bufferzone ten overstaan van het aanpalende woongebied en met een ontsluiting langs de toegangsweg van het achterliggende industriegebied, het maximum alternatief is voor de draagkracht van het gebied.

De Commissie adviseert de zone voor Regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter niet te weerhouden en deze zone te bestemmen als gebied voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van het woongebied en met speciale aandacht naar de ontsluiting op de N36.

C). N391 Zwevegem De Commissie merkt op - dat dit regionaal bedrijventerrein nauw omsloten is door het woongebied; - dat delen van het vroegere woonuitbreidingsgebied behouden werden; - dat er geen bufferzones voorzien werden ten overstaan van het woongebied; - dat de ontsluiting goed is.

De Commissie adviseert dat, omwille van de integratie in het woongebied en als overgang naar de industriegebieden ten noorden en ten oosten, deze zone niet te weerhouden en te bestemmen als zone voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van het woongebied. 2° Woonwagenpark te Aalbeke De Commissie stelt vast - dat in het stedelijk gebied Kortrijk een nood bestaat aan woonwagenterreinen; - dat volgens het RSV deze woonwagenterreinen deel uitmaken van de woongebieden; - dat woonwagenterreinen dienen gelegen te zijn in de omgeving van de grote verkeersassen, dat de ontsluiting van woonwagenterreinen louter gericht is op toegang geven en deze ontsluiting het functioneren van wegen met een verbindingsfunctie niet mag hinderen; - dat voor de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het Vlaams Gewest, in afwachting van het nieuwe decreet betreffende de ruimtelijke ordening, moet gebruik maken van de gewestplannen; - dat het RSV voorziet dat de ruimtelijke afweging voor locaties voor woonwagenterreinen moet plaatsvinden in het kader van het provinciaal en gemeentelijk structuurplanningsproces en/of het afbakeningsproces voor de stedelijke gebieden; - dat de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Kortrijk nog niet gerealiseerd is; - dat de locatie voorgesteld in de ontwerp-gewestplanwijziging geen voorwerp heeft uitgemaakt van overleg tussen de verschillende bestuursniveaus.

De Commissie adviseert met 2 onthoudingen en 2 stemmen tegen de ontwerp-gewestplanwijziging betreffende het woonwagenterrein te Aalbeke ongunstig. 3° De zone voor parking in de verkeerswisselaar "het Ei" De Commissie stelt vast dat voor het deel van het binnengebied van het oprittencomplex "het Ei", dat een bestemming zone voor parking, bestemd voor de Kortrijkse Hallen, gekregen heeft met een ontsluiting via de bestaande parking van de Hallen, in de adviezen en bezwaren: 1.een ontsluiting gevraagd wordt rechtstreeks via de verkeerswisselaar; 2. een bestemming zone voor gemeenschapsvoorziening en diensten. De Commissie stelt dat, naar de visie van het RSV op een hoofdweg of primaire weg geen toegang kan gegeven worden tot belendende percelen, daar de verbindende functie op internationaal of Vlaams niveau en de verzamelende functie op Vlaams niveau niet kan verstoord worden en dat de ontsluiting geen voorwerp uitmaakt van een gewestplanwijziging.

De Commissie stelt verder dat de bestemming gemeenschapsvoorziening en openbaar nutsvoorziening de mogelijkheden tot ontwikkeling van het gebied verruimen. De Commissie acht het noodzakelijk dat een uitvoeringsplan dient opgemaakt voor de uitbouw van dit gebied. Dit uitvoeringsplan dient gerelateerd te worden aan de zone van het bestaande Hallencomplex en dient tevens de problematiek van verkeer en ontsluiting te behandelen.

De Commissie adviseert met 1 onthouding de ontwerp-gewestplanwijziging betreffende de zone "het Ei" ongunstig en stelt dat binnen het betrokken gebied het bijkomend voorschrift P dient geschrapt te worden en dat het betrokken gebied de bestemming gemeenschapsvoorziening en openbaar nut dient te krijgen.

Het minderheidsstandpunt bepleit het behoud van de bestemming op het huidige gewestplan. 4° Aanduiding lijninfrastructuren De Commissie stelt vast dat een aantal nog te verwezenlijken lijninfrastructuren en verkeerswisselaars grafisch niet meer aangeduid worden.Gezien hierdoor de toekomstige verwezenlijking en de aanpassing van deze wegen of delen van wegenis in gedrang komen, is het wenselijk dat de aanduiding behouden blijft. Dat de bufferzones ingetekend in het binnengebied van de wegen niet aangewezen zijn en dat bij de realisatie van de weg de overheid dient rekening te houden met alle aspecten van veiligheid en hinder, inclusief verkeersveiligheid en geluids- en visuele hinder. De Commissie adviseert de bezwaren hieromtrent gunstig. 5° Uitbreiding van de voorgestelde zoneringen of opname van nieuwe zoneringen in een vastgesteld ontwerp-gewestplan De Commissie stelt dat adviezen van gemeenteraden, Bestendige Deputatie, bezwaren en opmerkingen tot uitbreiding van voorgestelde zoneringen of tot opname van nieuwe zoneringen in en vastgesteld ontwerp-gewestplan het voorwerp moeten uitmaken van nieuwe voorstellen tot aanpassing/wijziging van een gewestplan waarover de Vlaamse regering en alleen zij beslist over het gevolg dat daaraan kan verleend worden;dat deze adviezen, bezwaren en opmerkingen ongunstig bevonden worden in de procedure tot gedeeltelijke herziening van het gewestplan Kortrijk ingevolge besluit van de Vlaamse regering d.d. 23 juli 1997. 6° De hoeves in bosgebied De Commissie stelt vast dat in de gebieden, welke in deze ontwerp-gewestplanwijziging aangeduid zijn als bosgebied, zich een aantal land- en tuinbouwexploitaties bevinden. De Commissie stelt eveneens vast dat binnen de zones, welke binnen de ontwerp-gewestplanwijziging de bestemming bos toegewezen krijgen, zich historische hoeves bevinden.

De Commissie adviseert dat, met 2 onthoudingen en 1 stem tegen, omwille van de continuïteit van de bedrijven, de exploitatiezetels, gelegen in bosgebied, de bestemming "uitbreiding voor bos" dienen te krijgen waardoor de bestemming die als grondkleur is weergegeven, blijft gelden tot op het moment dat de bosuitbreiding effectief gerealiseerd wordt.

ADVIEZEN GEMEENTEN Advies van de Commissie m.b.t. de adviezen van de gemeenteraden WAREGEM De gemeente Waregem geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor 1° de inplanting van de waterzuiveringsinstallatie, daar de voorgestelde inplanting de ontwikkeling van het aldaar gevestigde bedrijf schaadt en dat voor dit deel een bouwaanvraag werd ingediend door het bedrijf, welke gunstig geadviseerd werd door de administratie ROHM.De gemeente geeft een alternatieve inplantingsplaats welke volledig kan worden opgenomen in het natuurlijk landschap en de woonkern en het nabije natuurgebied niet schaadt.

De Commissie stelt vast dat de in de ontwerp-gewestplanwijziging voorgestelde bestemming niet meer verwezenlijkbaar is, vanwege de door de administratie ROHM gunstig geadviseerde bedrijfsuitbreiding en adviseert de bestemming te schrappen.

De Commissie adviseert het voorstel van de gemeente voor een nieuwe inplantingsplaats ongegrond omdat deze geen voorwerp heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5; 2° een deel van de bestemming natuurgebied Zavelputten, Beveren-Leie, hetgeen zich bevindt op het terrein van de nieuwe uitbreiding van de begraafplaats.De gemeente vraagt hier een aanpassing naar zone voor gemeenschaps- en openbaar nutsvoorziening voor het deel van de begraafplaats.

De Commissie adviseert gegrond. De uitbreiding begraafplaats dient de bestemming gemeenschaps- en openbaar nutsvoorziening te krijgen; 3° het bosuitbreidingsgebied aan de Spitaalbossen, voor het deel dat gesitueerd is ter plaatse van de bestaande woningen, koeren en hovingen.De gemeente vraagt hier de bestemming woonpark.

De Commissie stelt dat de woningen die in de ontwerp-gewestplanwijziging in bosuitbreidingsgebied komen te liggen, thans gelegen zijn in agrarisch gebied, dus zonevreemd zijn en dat de omzetting tot woonpark strijdig is met de reservering van gronden voor uitbreiding bos.

De Commissie adviseert ongegrond; 4° een deel van de uitbreiding industriezone Unilin, de nieuwe inname agrarisch gebied langs de Leemputstraat.De gemeente vraagt een bufferzone t.o.v. van de Leemputstraat, ter voorkoming van verkeer via deze weg en om te vermijden dat de uitbreiding dient om een nieuw bedrijf op te starten.

De Commissie stelt dat voor deze belangrijke uitbreiding van de industriezone een uitvoeringsplan aangewezen is voor de inrichting van het terrein en dat voorwaarden tot ontsluiting en bufferzones hierin dienen opgenomen te worden.

De Commissie wijst op de noodzaak van een uitvoeringsplan. De Commissie adviseert ongegrond; 5° zone voor dagrecreatie nabij het golfterrein, welke dient ingetekend te worden als zone voor verblijfsrecreatie. De Commissie stelt vast dat de grafische voorstelling niet overeenkomt met de tekst van de toelichting en vraagt deze zone in te tekenen als zone voor verblijfsrecreatie.

De Commissie adviseert gegrond; 6° het regionaal bedrijventerrein Brabantstraat.De gemeente vindt het eerder aangewezen om hier een ambachtelijke bedrijvenzone in te richten, gezien de grote vraag voor terreinen voor KMO's en de nabijheid van een woonkorrel. Verder ziet de gemeente een ambachtelijke zone op deze plaats als een eindpunt aan de inname van gronden voor industriële activiteiten. Verder wenst de gemeente de inrichting van deze ambachtelijke zone op zich te nemen.

De Commissie stelt dat de ontsluiting van dit gebied onvoldoende is en dat de draagkracht van het gebied bereikt is, dat de aanduiding van deze zone als regionaal bedrijventerrein te belastend zou zijn voor de leefbaarheid van het achterland dat een zone voor ambachtelijke bedrijven de hinder voor de omgeving beperkt en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 1A. De Commissie adviseert gegrond.

KORTRIJK De stad Kortrijk geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging mits, op kaartblad 29/1, A. voor de reservatiezone ringlaan R8 en omgeving 1° het behoud agrarisch gebied en reservatiestrook verkeerswisselaar R8-A17;2° de bufferzones rond R8 vervangen worden door gemeenschaps- en openbaar nutsvoorzieningen;3° het parkgebied ter hoogte pompstation R8 vervangen wordt door gemeenschaps- en openbaar nutsvoorzieningen;4° agrarisch en woongebied vervangen wordt door gemeenschaps- en openbaar nutsvoorzieningen daar het gebied tot de begraafplaats behoort;5° de nog aan te leggen delen van de R8 ingetekend worden conform richtlijnen RSV. De Commissie adviseert gegrond wat betreft de lijninfrastructuren en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4.

De Commissie adviseert gegrond betreffende de intekening van de bestaande begraafplaats en het pompstation als zone voor gemeenschaps- en openbaar nutsvoorziening;

B. voor de afschaffing reservatiezone "Vlasweg" het kruispunt Mellestraat, Gemeenhof ingetekend wordt als zone voor landelijk wonen, conform bestaande toestand.

De Commissie adviseert gegrond gezien de bestaande toestand ter plaatse;

C. het intekenen van het nieuwe tracé van de N328, het aansluitstuk met de R8, daar door het schrappen van een deel van het tracé er een vacuüm ontstaat.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende zones die geen deel uitgemaakt hebben van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie adviseert ongegrond;

D. het intekenen van de vervanging van de N50c.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende zones die geen deel uitgemaakt hebben van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging en adviseert ongegrond;

E. Behoud bestaande strook natuurgebied langs Leieboorden i.p.v. industriezone.

De Commissie stelt vast dat de continuïteit van het natuurgebied langs de Leie onderbroken wordt, dat er een klein deeltje natuurgebied wordt ingesloten en dat in het kader van de herwaardering van de Leievallei het niet aangewezen is industriële uitbreiding mogelijk te maken tot tegenaan de Leieboorden.

De Commissie adviseert gegrond.

De stad Kortrijk geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging mits, op kaartblad 29/5, A. het behoud van het recreatief park ten noorden van het stadsrandbos, gezien de densiteit van de omringende bebouwing.

De Commissie stelt dat de bestemming bosgebied het recreatieve aspect van de vijvers aantast.

De Commissie adviseert gegrond;

B. het intekenen van agrarische bestemming voor de hoeves binnen het stadsrandbos die nog in exploitatie zijn.

De Commissie stelt dat deze geïsoleerde hoeves geen toekomst hebben binnen dit bosgebied. De Commissie adviseert ongegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 6;

C. het intekenen van twee bedrijven langs de Cannaertstraat als agrarisch gebied, in het voorgesteld bosgebied en de hoeve ter hoogte van de Kennedylaan in te tekenen als zone voor dagrecreatie.

De Commissie stelt dat deze geïsoleerde hoeves geen toekomst hebben binnen dit bosgebied. De Commissie adviseert ongegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 6 voor de hoeves langs de Cannaertstraat en gegrond voor de zone dagrecreatie voor de hoeve ter hoogte van de Kennedylaan;

D. het intekenen van de uitbreiding industrie aan de vroegere pannenfabriek, als zone voor ambachtelijke bedrijven.

De Commissie stelt dat de locatie paalt aan een woongebied en adviseert gegrond;

E. het intekenen van de regionale zone voor diensten en handel (Barco) als zone voor industrie.

De Commissie stelt dat voor de leefbaarheid van het aldaar gevestigd bedrijf de bestemming industrie noodzakelijk is.

De Commissie adviseert gegrond;

F. het intekenen van de zone voor parking (het Ei) als gemengde zone voor gemeenschapsvoorzieningen en diensten en een rechtstreekse ontsluiting op de verkeerswisselaar.

De Commissie stelt dat de zone de bestemming Gemeenschapsvoorziening en openbaar nut dient te krijgen.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 3 en adviseert ongegrond;

G. het schrappen van de bestemming pleisterplaats voor woonwagenbewoners.

De Commissie adviseert gegrond, en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 2;

H. de nabestemming dagrecreatie van het ontginningsgebied achter de pannenfabriek behouden blijft.

De Commissie stelt dat de bestemming dagrecreatie kan uitgebouwd worden in een kader dat nauw aansluit bij de natuurwaarden uit de omgeving.

De Commissie adviseert gegrond.

De stad Kortrijk geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging met uitzondering van, op kaartblad 29/6, het intekenen van agrarisch gebied voor de hoeve in het bosgebied tussen Argendaalbos en Bellegembos.

De Commissie stelt dat deze geïsoleerde hoeves geen toekomst hebben binnen dit bosgebied en verwijst naar haar advies onder nr. 6.

De Commissie adviseert ongegrond.

ANZEGEM De gemeente Anzegem geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor A. het regionaal bedrijventerrein te Anzegem-Vichte, dat de leefbaarheid van de woonkern in gedrang brengt. De gemeente stelt een locatie voor een regionaal bedrijventerrein voor, aansluitend aan de industriezone Brabantstraat, Waregem.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten 1B en adviseert ongegrond voor de voorgestelde locatie welke geen deel uitgemaakt heeft van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst hiervoor naar haar advies onder knelpunten nr. 5;

B. het bosgebied en het bosuitbreidingsgebied Hemsrode, omwille van het teloorgaan van de bestaande natuurlijke elementen en het verdwijnen van rijke landbouwgronden.

De gemeente stelt voor om op gemeentelijk vlak extra maatregelen te nemen tot het valoriseren en het behoud van deze natuurlijke elementen.

De Commissie wijst erop dat mede door het toekennen van de bestemming bosuitbreiding de bescherming van kleine natuurgebieden en bronnen wegvalt, dat deze bronnen mede bepalend zijn voor de bestaande natuurwaarden in het deel dat de bestemming bosgebied krijgt, dat dit gebied een landschappelijke waarde heeft en dat om deze redenen een bos en uitbreiding voor bos niet aangewezen is.

De Commissie neemt nota van de intenties van het gemeentebestuur.

De Commissie adviseert gegrond;

C. het bosuitbreidingsgebied Hellestraat en Meuleberg, welke ecologisch eveneens onverantwoord is. De gemeente stelt voor reeds beboste percelen en nog te bebossen percelen op te nemen als bosgebied (ongeveer 13 ha samen) omdat deze een vrij homogeen bosgebied vormen.

De Commissie stelt dat deze locaties geen deel uitgemaakt hebben van het openbaar onderzoek en verwijst hiervoor naar haar advies onder nr. 5. De in de ontwerp-gewestplanwijziging voorgestelde zone voor uitbreiding voor bos is een optie van de Vlaamse regering waarbij vooropgesteld wordt dat het gebied een aaneensluitend ruimtelijk geheel wordt. De Commissie adviseert ongegrond;

D. de voorgestelde wijziging van de site voormalig pompgebouw (hoek Schelde-kanaal van Bossuit) gezien de bestemming van dit lokaal als infokantoor voor de intergemeentelijke VVV. De bestemming gemeenschapsvoorziening dient behouden te blijven.

De Commissie stelt dat de uitwerking van dit intergemeentelijk initiatief tot bevordering van het streektoerisme niet gehypothekeerd kan worden door de bestemming natuurgebied en adviseert gegrond.

DEERLIJK De gemeente Deerlijk geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor A. de omgeving van de Gavers: de gronden van het bestaand landbouwbedrijf mogen niet opgenomen worden als agrarisch gebied met ecologisch belang. Deze bestemming legt te zware beperkingen op aan de leefbaarheid van het bedrijf.

De Commissie stelt dat de wijziging van het gewestplan voorgesteld werd omwille van de drinkwatervoorziening in de vijver van de Gavers en het aangrenzend natuurgebied.

De Commissie adviseert met 1 onthouding ongegrond;

B. de voorgestelde wijziging van de site voormalig pompgebouw (hoek Schelde-kanaal van Bossuit), gezien de bestemming van dit lokaal als infokantoor voor de intergemeentelijke VVV. De bestemming gemeenschapsvoorziening dient behouden te blijven.

De Commissie adviseert gegrond (zie advies Anzegem);

C. de opmerkingen geformuleerd door de intercommunale Leiedal.

LEIEDAL (Kortrijk) 1. De herziening bevat zeer veel verschillende invalshoeken - Inzake de uitbreidingsgebieden voor bos. Het bezwaar heeft betrekking op de grote versnippering. Er worden met name veel kleine - te verspreid over de regio - bos-, park- of bosuitbreidingsgebieden voorzien. Dit gegeven kan nooit leiden tot een gewenste en noodzakelijke verbetering van omgevings- en woonkwaliteit.

Bovendien garandeert de bestemming bosuitbreidingsgebied niet dat er effectief ook een bos zal komen. - Inzake nieuwe bedrijventerreinen.

Het bedrijventerrein Vicht-Deerlijkstraat en Zwevegem ten zuiden van de N391 dienen aangeduid te worden als gebied voor ambachtelijke en KMO- bedrijven. - Inzake uitbreiding van bestaande bedrijven.

Deze gebieden worden aangeduid als "klassiek" industriegebied, wat inhoudt dat er zich eender welk nieuw bedrijf kan vestigen. Het is nodig dat deze gebieden aangeduid worden als "industriegebied voor de uitbreiding van bestaande bedrijven", tenzij dergelijke bestemming reeds via een BPA werd vastgelegd. - Inzake groene bufferzones.

Op verschillende plaatsen worden bufferzones oneigenlijk gebruikt. Zo is er geen groene bufferzone nodig tussen een autoweg en een industriegebied, binnen het weggebied van de ringlaan en binnen een verkeerswisselaar. - Inzake lijninfrastructuur.

Terzake is de gewestplanwijziging incoherent en inconsequent t.a.v. de andere aspecten. Uit de toelichting en de dossierbehandeling blijkt dat de weginfrastructuur enkel behandeld wordt op het Vlaamsgewestelijk niveau en niet op het subregionaal. Dit is planologisch-juridisch duidelijk een foutieve aanpak. De reeds sinds jaren bestaande consensus omtrent het binnengebied van de R8 en het tracé van de N391 wordt op de gewestplanwijziging onvolledig tot uiting gebracht. - Inzake waterwegen.

Het is onduidelijk of de grafische aanduiding "waterweg" de reeds bestaande stroken omvat die zowel langs de Leie als langs het kanaal Bossuit-Kortrijk zijn voorzien. Het is in ieder geval niet verantwoord de strook langs het water, ingenomen of voorzien voor een bedieningsweg (waar ook leidingen en collectoren aangelegd kunnen worden) als N- of P-gebied op te nemen. 2. Bezwaren per kaartblad en per gemeente - kaartblad 28/4 (plan 1) WEVELGEM: de groene bufferzone tussen de autoweg en de industriezone is overbodig.De wetgeving op de autowegen heeft een eigen regeling inzake de bouwvrije stroken. - kaartblad 29/1 (plan 2) WEVELGEM: de strook langs de Driemastenstraat vanaf de Gouden Bank tot de Westakker moet opgenomen worden als woongebied en niet als recreatief parkgebied omwille van de bestaande bebouwing en de realisatie van de bedieningsweg evenwijdig met de Driemastenstraat; het bosuitbreidingsgebied dient zijn huidige bestemming te behouden en indien men meent de bestemming te moeten wijzigen, dan moet dat een woonzone worden; aangaande de uitbreiding van het bedrijf Thermote dient het gebied waar het is gelegen de bestemming "industriegebied voor de uitbreiding van bestaand bedrijf" te krijgen.

LENDELEDE: het gebied van en rond de bestaande klei-ontginning moet aangepast worden aan de laatste versie van het BPA 14 Bergkapel. In het bijzonder dient op twee plaatsen een gebied voor ambacht en KMO aangeduid te worden (ten westen van een strook die reeds gebruikt wordt door aannemer Govaere en ten zuiden van een gebied dat reeds is bebouwd).

KORTRIJK (R8 en omgeving): op de grens tussen Kortrijk en Kuurne (ten zuiden van de Brugsesteenweg) dient de ringlaan centraal in de "groenzones" met een streeplijn aangeduid te worden; het weggebied van de ringlaan dient niet als groene bufferzone aangeduid te worden; de bestaande reservatiestrook en de bestemming agrarisch gebied ter hoogte van de nog te realiseren verkeerswisselaar R8-A19 moet behouden blijven; het bestaand pompstation op het hoekpunt van de R8 en de Heulebeek moet als openbare bestemming aangeduid worden en niet als parkgebied.

KUURNE: het goedgekeurde gemeentelijke structuurplan voorziet uitdrukkelijk dat de wijziging van het woonuitbreidingsgebied langs de Leie (in de herziening bestemd als recreatief parkgebied) en het woonuitbreidingsgebied Kerkweg (voorzien als parkgebied) gekoppeld is aan de opname van een nieuw woongebied op de Sint-Pieterswijk. In de doorliggende gewestplanwijziging is dit laatste gebied niet opgenomen, wat neerkomt op een onheuse behandeling van de gemeente en een miskenning van het subsidiariteitsprincipe. - kaartblad 29/2 (plan 3) KUURNE: wijziging woonuitbreidingsgebied Leiehoek (zie hoger). Het is noodzakelijk dat de volledige groenzone vastgelegd in het goedgekeurde BPA als parkgebied is aangeduid.

HARELBEKE: de strook tussen de Leie en de huisvuilverwerkingsinstallatie IMOG dient een openbare bestemming te krijgen; de N36 ter hoogte van de Gentsesteenweg moet aangeduid worden en de groene bufferzone aldaar is overbodig; in het noordelijk deel van de Gavers is een deel van het recreatiegebied gewijzigd in agrarisch gebied terwijl de bestemming "bosuitbreidingsgebied" hier meer aangewezen is; de uitbreiding van de bedrijven Vyncke en Verhaeghe dient opgenomen te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van bestaand bedrijf"; gezien het BPA 15 "Gavermeersen" de landbouwbestemming eenduidig vastgelegd heeft, is het niet aangewezen een agrarisch gebied met ecologisch belang aan te duiden in het gewestplan, temeer omdat dit belangrijke beperkingen oplegt aan de landbouwexploitatie.

DEERLIJK: de woning gelegen in de Zuid-Oosthoek van de N36-Statiestraat dient als woongebied aangeduid te worden; en de gronden van een goed functionerende hofstede in het gebied van de Gavers kunnen niet worden opgenomen als agrarisch gebied met ecologisch belang.

ANZEGEM: het bedrijventerrein Vichte-Deerlijkstraat dient de bestemming "gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen" te krijgen, gezien de ligging en de configuratie van het terrein.

WAREGEM: de uitbreidingen van Unilin, Huyzentruyt, Balta en Lys-Huyzentruyt dienen de bestemming "industriegebied bestemd voor de uitbreiding van bestaand bedrijf" te krijgen; de N382 ter hoogte van de Gentsteenweg moet aangeduid worden en de groene bufferzone aldaar is overbodig; waarom wordt de strook tussen de oude en de nieuwe Leie niet volledig als natuurgebied opgenomen? - kaartblad 29/3 (plan 4) WAREGEM: in het recreatiegebied moet ook verblijfsrecreatie mogelijk zijn; de bestaande woningen met bijhorende tuinen dienen niet opgenomen te worden in het bosuitbreidingsgebied omdat deze percelen uiteraard nooit bos zullen worden. - kaartblad 28/8 (plan 5) MENEN: de groene bufferzone gelegen in de verkeerswisselaar van de autoweg A19 en de expressweg is zinloos, net als deze die zich bevindt tussen de expressweg en het industriegebied; ter hoogte van de kruising van de expressweg met de Kortrijkstraat dient de expressweg centraal met een streepjeslijn aangeduid te worden (het evenzeer zinloos dit gebied als bos aan te duiden); het bos ten zuiden van de Leie dient beperkt te worden tot het gedeelte tussen de huidige en vroegere Leie. - kaartblad 29/5 (plan 6) MENEN: de uitbreiding Menen-Lavatra dient voorzien te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van een bestaand bedrijf", meer bepaald als "reservegebied voor beperkte industriële uitbreiding"; aansluitend op de Leie dient het gebied aangepast te worden aan de feitelijke grondinnamen van het bedrijf De Witte-Lietaer (een groter gebied moet derhalve de bestemming industrie krijgen).

KORTRIJK: de nabestemming van het ontginningsgebied Koekelberg dient behouden te blijven als recreatiegebied; de uitbreidingszone voor Barco dient opgenomen te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van het bestaand bedrijf" (dit gebied moet niet door de overheid gerealiseerd worden); het gebied binnen "Het Ei" zou een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen moeten zijn (ook de mogelijkheid om er gebouwen op te richten moet uitdrukkelijk voorzien worden alsook een rechtstreekse verkeersontsluiting vanaf het Hallencomplex op de autoweg moet voorzien worden). - kaartblad 29/6 (plan 7) ZWEVEGEM: het bedrijventerrein ten zuiden van de N391 dient aangeduid te worden als gebied voor ambachtelijke en KMO bedrijven; het gebied rond het bedrijf Lesage dient opgenomen te worden als "industriegebied voor uitbreiding van bestaande bedrijven"; tussen de E17 en het vroeger station Moen-Heestert wordt het tracé en de bijhorende reservatiestrook van de N391 weggelaten (het voorliggend wijzigingsplan wijzigt op verschillende plaatsen de bestaande bestemmingen gelegen binnen of palend aan deze reservatiestrook = algemeen gesteld dienen de bestaande basisbestemmingen van het gewestplan overal integraal behouden te worden). - kaartblad 29/7 (plan 8) AVELGEM: omgeving van de sluis van Bossuit (de strook tussen het pompgebouw en het kanaal moet volledig als gebied voor openbare bestemming aangeduid worden en de groenzone T heeft op die plaats geen enkel object en zou veel beter als woongebied worden opgenomen); het tracé van de N391 tussen de provincieweg en de grens met Henegouwen moet geschrapt worden.

De Commissie verwijst naar haar advies onder Leiedal.

MENEN De stad Menen geeft een gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging met uitzondering van, op kaartblad 28/8, A. de wijziging naar bosgebied voor Leiemeersen - Bekenhoek op de rechteroever van de Leie. De stad stelt parkgebied voor naar de opties genomen in het voorontwerp BPA Leievallei;

B. de wijziging van agrarisch gebied naar bosgebied, aansluitend aan vorige wijziging. De stad stelt hier landschappelijk waardevol agrarisch gebied voor naar de opties genomen in het voorontwerp BPA Leievallei.

De Commissie stelt dat dit voorontwerp BPA geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek, dat een BPA in principe een verfijning is van een bestemming in het gewestplan en dat in die optiek de procedure van het BPA kan verder gaan en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie adviseert het advies onder A en B ongegrond;

C. de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bosgebied. Gezien deze aansluit bij een parkgebied aan de zijde van het woongebied en aan de overzijde van de Leie met het parkgebied en gezien de sterk verstedelijkte structuur van de wijk Barakken stelt de stad hier de zone parkgebied voor.

De Commissie stelt dat het bosgebied als dusdanig kan aansluiten en deel uitmaken van het parkgebied en adviseert ongegrond.

D. de bufferzones rond het regionaal bedrijventerrein, deze dienen voorzien te worden in een uitvoeringsplan, en het ontbreken van de aanduiding RO op het gewestplan.

De Commissie adviseert ongegrond betreffende de bufferzone en gegrond m.b.t. het aanbrengen van de aanduiding RO in de industriezone conform de toelichting; op het kaartblad 29/5, E. de uitbreiding van het industrieterrein ter plaatse van het bedrijf Lavatra. De gemeente wenst hier bestemming reservegebied voor beperkte industriële uitbreiding, waarbij een BPA dient opgemaakt te worden voor de eventuele uitbreiding van het bedrijf.

De Commissie stelt dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen een bufferzone voorziet bij de inrichting van de industrieterreinen doch dat het intekenen van een ruime bufferzone ten zuiden van het bedrijf ten overstaan van de aldaar gelegen woonzone, binnen de industrieterreinen, de hinder voor de omwonenden kan beperken en de werking van het bedrijf bevorderen.

De Commissie verwijst naar de motivatie voor de ontwerp-gewestplanwijziging vervat in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie adviseert ongegrond wat betreft de uitbreiding industrie en adviseert een ruime bufferzone binnen de industriezone;

F. het niet-intekenen van de aanpalende bestemmingszone waterweg als industriezone ten zuiden van de stad.

De Commissie stelt dat de waterweg geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

G. de bestemmingen van de reservatiestrook van de gerealiseerde N32 dienen overeen te stemmen met de bestaande bestemmingen en de bestemmingen toegekend in de vigerende BPA's. Een bosgebied ter hoogte van de kruising van de N32 en de N8 is niet meer verwezenlijkbaar en de expressweg dient op deze plaats centraal met een aslijn te worden aangeduid voor verdere uitbouwmogelijkheden.

De Commissie stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie stelt tevens dat de vigerende BPA's geen deel hebben uitgemaakt van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie adviseert gegrond met betrekking tot de bestemmingen van de gerealiseerde N32 en ongegrond m.b.t. de bestemmingen van de BPA's.

De Commissie adviseert gegrond betreffende het bosgebied binnen het gebied van de N32 en het intekenen van de centrale aslijn en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4;

H. de opname van de uitbreiding van het sportcomplex Wimbledon in het woongebied, analoog aan de opgestarte BPA - procedure.

De Commissie stelt dat het BPA geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

I. ter hoogte van het bedrijf De Witte-Lietaer, dient de zone langs de Leie de bestemming industriegebied te krijgen o.a. ter hoogte van het vergunde waterzuiveringsstation in plaats van deels natuurgebied, zone voor ambachtelijke bedrijven en woongebied, conform de bestaande toestand. De Commissie stelt dat de strook langs de Leie, over de breedte van het bedrijf De Witte-Lietaer, dient ingetekend te worden als industriegebied, conform de bestaande toestand. De Commissie adviseert gegrond.

AVELGEM De gemeente Avelgem geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor A. de bufferstrook langs het kanaal van Bossuit, welke als woongebied dient ingekleurd te worden. De Commissie stelt dat de bufferstrook deel uitmaakt van de ruimtelijke voorwaarden die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop, de vallei en de omgeving versterken.

De Commissie adviseert ongegrond;

B. de reservatiestrook voor de N391 tussen Avelgem en de Schelde dient geschrapt te worden, gezien de ontsluiting van het bedrijventerrein anders verwezenlijkt werd en de geplande weg waardevolle landschappen doorsnijdt.

De Commissie stelt dat de reservatiestrook voor de N391 geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestgewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

C. de voorgestelde wijziging van de site voormalig pompgebouw (hoek Schelde-kanaal van Bossuit) gezien de bestemming van dit lokaal als infokantoor voor de intergemeentelijke VVV. De bestemming gemeenschapsvoorziening dient behouden te blijven.

De Commissie stelt dat de uitwerking van dit intergemeentelijk initiatief tot bevordering van het streektoerisme niet gehypothekeerd kan worden door de bestemming natuurgebied en adviseert gegrond (zie advies Anzegem);

D. de landbouw- en horeca-uitbatingen in landschappelijk waardevol gebied dienen voldoende garantie te krijgen voor hun leefbaarheid.

De Commissie verwijst naar de voorschriften gesteld in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen en adviseert ongegrond.

HARELBEKE De stad Harelbeke geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor A. het "landschappelijk waardevol landbouwgebied" ten zuidoosten van de Gavers welke als dusdanig dient behouden te worden i.p.v . als landbouwgebied met ecologisch gebied bestemd te worden.

De Commissie stelt dat deze wijziging voorgesteld werd omwille van de drinkwatervoorziening in de vijver van de Gavers en het aangrenzend natuurgebied.

De Commissie adviseert ongegrond met 1 onthouding;

B. de omvorming van recreatiegebied in landbouwgebied ten noorden van de Gavers. Deze zone dient als nabestemming bos te krijgen.

De Commissie stelt dat de bestemming agrarisch gebied de aanleg van bos niet uitsluit.

De Commissie adviseert ongegrond;

C. de omvorming van "recreatiegebied" in "natuurgebied" van dat deel van het Gavergebied dat door wandelpaden doorkruist wordt. Dit deel moet de bestemming bosgebied krijgen.

De Commissie wijst erop dat de bestemming natuurgebied geen beperkingen oplegt voor bestaande wandelpaden.

De Commissie adviseert ongegrond;

D. het deel van het kanaalbos tussen de Beneluxbrug en de sluis van Zwevegem dat als recreatief parkgebied voorzien is en welke dient ingekleurd te worden als natuurgebied.

De Commissie stelt dat de continuïteit van het natuurgebied langs het kanaal dient verzorgd te worden, dat een recreatief park buiten het woongebied aansluitend op een omleidingsweg niet gewenst is.

De Commissie adviseert ongegrond;

E. de strook natuurgebied langs de Leie en de huisvuilverbrandingsoven welke dient beperkt te blijven tot de gronden van de Waterwegen.

De Commissie stelt dat de verbrandingsoven zich bevindt op een industrieterrein gelegen langs een bevaarbare waterloop, dat er zich op het vlak van mobiliteit ontwikkelingen kunnen voordoen waarbij huisvuil kan aangevoerd worden langs deze waterweg, dat deze ontwikkeling verhinderd kan worden door de bestemming natuurgebied.

De Commissie adviseert gegrond met 1 stem tegen;

F. de aanduiding van de uitbreiding van de zonevreemde bedrijven. Deze dient zo te zijn dat ze enkel dienstig zijn voor het bewuste bedrijf.

De Commissie wijst erop dat het koninklijk besluit van 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen de bestemmingensgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht en/of het exploitatierecht.

De Commissie adviseert ongegrond;

G. de aanduiding van de bufferzone T ter hoogte van de aansluiting van de N36 op de N43. Deze zone dient beschikbaar te blijven voor de N36.

De Commissie adviseert gegrond;

H. de als secundaire weg gerealiseerde N36, tussen de N43 en de weg Kortrijk, Bavikhove, Ooigem. Deze dient aangeduid te worden op het plan zoals beschreven in de toelichting.

De Commissie adviseert gegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4.

KUURNE De gemeente Kuurne geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging behalve voor A. de groenzone "Groene Long" die dient opgenomen te worden zoals in BPA Kerkweg. De Commissie stelt dat noch het gebied noch het BPA deel hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

B. ter compensatie van de open ruimten Leiemeers en Groene Long dient een aangetast gebiedsdeel in agrarische zone waarvoor een BPA genaamd Langebeek werd opgemaakt, in de wijziging van het gewestplan te worden opgenomen.

De Commissie stelt dat noch het gebied noch het BPA deel hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

C. het niet-opnemen van de R8 ten oosten van de N50 (grens met Kortrijk). Deze dient opgenomen te worden door een streeplijn in de T-zone.

De Commissie adviseert gegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4;

D. als correctie van het gebiedsdeel RP aan de Leie, dient een gedeelte woongebied ingekleurd te worden tot op de perceelsscheiding van de panden aan de Roterijstraat.

De Commissie adviseert gegrond voor een wijziging conform de bestaande toestand.

SPIERE-HELKIJN De gemeente Spiere-Helkijn geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor de voorgestelde wijziging van de site voormalig pompgebouw (hoek Schelde-kanaal van Bossuit) gezien de bestemming van dit lokaal als infokantoor voor de intergemeentelijke VVV. De bestemming gemeenschapsvoorziening dient behouden te blijven.

De Commissie stelt dat de uitwerking van dit intergemeentelijk initiatief tot bevordering van het streektoerisme niet gehypothekeerd kan worden door de bestemming natuurgebied en adviseert gegrond (zie advies Anzegem).

LENDELEDE De gemeente Lendelede geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging behalve voor A. de ontginningszone Bergkapel. Hier dienen de opties genomen in het voorontwerp BPA Bergkapel gerespecteerd te worden.

De Commissie stelt dat het BPA Bergkapel in voorontwerp, geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst hier naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie stelt dat het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen voorziet in een bufferzone bij de inrichting van een industrieterrein.

De Commissie stelt bovendien dat dient rekening gehouden te worden met de bestaande wooneenheden en de bestaande bedrijven en hun bedrijfszekerheid. De Commissie adviseert rekening te houden met de bestaande toestand en de particuliere bezwaren.

De Commissie adviseert gegrond betreft de principiële aanpassing van de zone met name de intekening van de bestaande bedrijven en wooneenheden en het afschaffen van de T-zone.

De Commissie stelt bovendien dat het iniatief van de realisatie van de nabestemming geschiedt door middel van een gemeentelijk plan van aanleg;

B. de opmerkingen geformuleerd door de intercommunale Leiedal.

De Commissie refereert naar haar advies onder Leiedal.

ZWEVEGEM De gemeente Zwevegem geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging behalve voor A. het Argendaalbos en Bellegembos welke verkeerdelijk worden benoemd als grondgebied van de gemeente Zwevegem.

De Commissie wijst erop dat de eigendom van grondgebied geen deel uitmaakt van de ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond;

B. de wijziging van agrarisch gebied naar bosgebied ter hoogte van het Grandvalbos en Kooigembos.

De gemeente wenst deze zone te behouden als landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De Commissie stelt dat het hier om een bestaand bos gaat en dat een opname als dusdanig wenselijk is.

De Commissie adviseert dit advies ongegrond;

C. de onduidelijke afbakening van het regionaal bedrijventerrein ten zuiden van de N391.

De Commissie verwijst voor de bestemming naar haar advies onder knelpunten nr. 1C. De Commissie adviseert dit advies gegrond;

D. het niet-vastleggen van het tracé voor de N391 vanaf de wijk Knokke. De gemeente wenst het doorgaand verkeer te leiden langs de oostelijke oever van het kanaal.

De Commissie stelt dat dit tracé heeft geen deel uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder nr. 5.

De Commissie adviseert ongegrond.

E. het geschrapte deel van de N391. De basisbestemmingen dienen hier behouden te blijven.

De Commissie stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie adviseert dit bezwaar gegrond.

WEVELGEM De gemeente Wevelgem geeft gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging, behalve voor A. De bosuitbreidingsgebieden De gemeente merkt op - dat er te grote versnippering is, dat er geen garantie is dat deze gebieden snel zullen bebost worden; - dat de hoeve Dermaux zijn huidige bestemming dient te behouden; - dat het bosuitbreidingsgebied te Gullegem zijn huidige bestemming dient te behouden en dat dit gebied potenties heeft als woongebied.

De Commissie adviseert gegrond, wat betreft het behoud van de bestemming van het vigerend gewestplan voor de bosuitbreidingsgebieden te Wevelgem en te Gullegem.

B. Het recreatief parkgebied De gemeente wenst: - dat de woningen en de horecazaken langs de Driemastenstraat (vanaf de Gouden Bank) terug worden opgenomen als woongebied i.p.v. recreatief park; - dat het vrije perceel naast de Gouden Bank in de Hondschotestraat eveneens wordt opgenomen in woongebied.

De Commissie adviseert gegrond met 2 onthoudingen, wat betreft de woningen en de horecazaken conform het vigerend gewestplan en gegrond wat betreft het perceel grond in de Hondschotestraat, welke kan opgenomen worden in het woongebied.

C. De bufferzones De gemeente merkt op dat de bufferzones tussen de autoweg en het industriegebied overbodig zijn, evenals binnen de verkeerswisselaar.

De Commissie adviseert ongegrond en stelt dat een lokale ontsluiting in de bufferzone kan geregeld worden via een uitvoeringsplan.

D. Het gebied voor ambachtelijke bedrijven De gemeente wenst dat de bedrijven die zich hier bevinden, garage, groentenverwerkend bedrijf en grootwinkelbedrijf, verder kunnen ontwikkelen en vraagt daarvoor een aangepaste zone.

De verfijning van de bestemmingen en voorwaarden kunnen vastgelegd worden in een BPA. De Commissie adviseert dit bezwaar ongegrond.

ADVIES VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN Advies van de Commissie m.b.t. tot het advies van de Bestendige Deputatie Voor de ontwerp-gewestplanwijziging tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem, wordt een GUNSTIG advies verleend voor een deel van de kaartbladen, 29/8 en 37/2.

De Commissie neemt nota van het gunstig advies voor de ontwerp-gewestplanwijziging voor de kaartbladen 29/8 en 37/2.

Voor de ontwerp-gewestplanwijziging tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Kortrijk op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem, wordt een GUNSTIG advies verleend voor een deel van Kaartblad 28/4: mits - het verwijderen van de bufferzone tussen het regionaal bedrijventerrein en de autostrade A17; - het intekenen van het tracé van de Kortrijkse ring.

De Commissie adviseert ongegrond betreffende de bufferzone en verwijst naar haar advies onder Wevelgem.

De Commissie adviseert gegrond wat betreft het intekenen van de Kortrijkse ring en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4.

Kaartblad 29/1: mits - er voor de ontginningszone Bergkapel te Lendelede rekening gehouden wordt met het BPA in opmaak; - in het recreatief parkgebied te Gullegem het woongebied behouden wordt; - de bestaande reservatiestrook en de bestemming agrarisch gebied ter hoogte van de verkeerswisselaar R8-A19 behouden wordt. - Het intekenen van het centrale tracé ten hoogte van de R 8 ten zuiden van de Brugse steenweg.

De Commissie stelt dat het BPA geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 en haar advies onder Lendelede en adviseert ongegrond.

De Commissie adviseert gegrond wat betreft het behoud van het woongebied gezien de bestaande toestand en betreffende de lijninfrastructuren en verwijst hiervoor naar haar advies onder knelpunten nr. 4.

Kaartblad 29/2: mits - de uitbreiding begraafplaats te Beveren-Leie ingetekend wordt als gemeenschapsvoorziening; - het laguneringsgebied afstand houdt van de oude Leie-arm. - Het regionaal bedrijventerrein te Vichte krijgt een ONGUNSTIG advies. Een ambachtelijke zone met een bufferzone ten overstaan van het woongebied, buiten de ambachtelijke zone, is een aanvaardbaar alternatief.

De Commissie adviseert gegrond wat betreft het intekenen van de uitbreiding van de begraafplaats als gemeenschapsvoorziening, zie advies Waregem.

De Commissie stelt dat afstand dient gehouden te worden van de oude Leiearm. De Commissie adviseert gegrond.

De Commissie adviseert gegrond wat betreft het bedrijventerrein in Anzegem-Vichte en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 1B. Kaartblad 29/3: mits - een goede ontsluiting van het regionaal bedrijventerrein Brabantstraat; - de zone voor dagrecreatie, zone voor verblijfsrecreatie wordt. - De bos- en bosuitbreidingsbestemming Hemsrode te Anzegem krijgt een ONGUNSTIG advies.

De Commissie verwijst naar haar advies onder nr IA wat betreft het bedrijventerrein Brabantstraat en beveelt de bestemming zone voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen aan met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van de bestaande woonkorrel.

De Commissie stelt vast dat de grafische voorstelling niet overeenkomt met de tekst van de toelichting en vraagt deze zone in te tekenen als zone voor verblijfsrecreatie.

De Commissie adviseert gegrond.

De Commissie wijst erop dat mede door het toekennen van de bestemming bosuitbreiding de bescherming van kleine natuurgebieden en bronnen wegvalt, dat deze bronnen mede bepalend zijn voor de bestaande natuurwaarden in het deel dat de bestemming bosgebied krijgt, dat dit gebied een landschappelijke waarde heeft en dat om deze redenen een bos en uitbreiding voor bos niet aangewezen is.

De Commissie adviseert gegrond en verwijst naar haar advies Anzegem.

Kaartblad 28/8 mits - het weglaten van de bufferzones rond de verkeerswisselaar en de expressweg (Oostelijke omleidingsweg te Menen); - het intekenen van de expressweg, ter hoogte van de kruising met de Kortrijkstraat; - dat er rekening gehouden wordt met het BPA Leievallei in opmaak.

De Commissie adviseert ongegrond met betrekking tot de bufferzone rond de verkeerswisselaar.

De Commissie adviseert gegrond voor de adviezen over de lijninfrastructuren en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 4.

De Commissie verwijst in verband met de intekening van het BPA naar haar advies onder knelpunten nr. 5 en adviseert ongegrond.

Kaartblad 29/5: mits - een bijkomende bufferzone in de industriële uitbreiding van het bedrijf Lavatra; - de ontsluiting van de parking van het "Ei" gebeurt via de parking van de Hallen; - de omgeving van De Witte-Lietaer, waar het BPA in opmaak dient gevolgd te worden.

De Commissie adviseert dit advies m.b.t. Lavatra gegrond en verwijst naar haar advies onder Menen.

De Commissie adviseert ongegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 3 wat betreft "het Ei".

De Commissie stelt dat de strook langs de Leie, over de breedte van het bedrijf De Witte-Lietaer, dient ingetekend te worden, conform de bestaande vergunde toestand. De Commissie adviseert gegrond en verwijst naar haar advies onder Menen.

Kaartblad 29/6: mits - het regionaal bedrijventerrein, palend aan het centrum van Zwevegem, wordt omgezet in ambachtelijke zone met ingetekende bufferzone; - de basisbestemmingen van het geschrapte tracé van de N391 behouden blijven.

De Commissie verwijst voor het regionaal bedrijventerrein naar haar advies onder 1C en adviseert gegrond.

De Commissie stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie adviseert gegrond.

Kaartblad 29/7: mits - Het intekenen van een zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut aan de sluis van Bossuit.

De Commissie stelt dat de uitwerking van dit intergemeentelijk initiatief tot bevordering van het streektoerisme niet gehypothekeerd kan worden door de bestemming natuurgebied adviseert gegrond.

GEHEEL VAN BEZWAREN EN OPMERKINGEN VAN PARTICULIEREN OPENBARE BESTUREN EN ANDEREN Advies van de Commissie m.b.t. de bezwaren/opmerkingen 1. Bezwaren en opmerkingen m.b.t. tot het woonwagenpark 1.1.1. NCMV KORTRIJK Het NCMV regio Kortrijk stelt vast dat de keuze van de locatie in strijd is met het RSV, gezien deze a) geen voorwerp heeft uitgemaakt van een afweging binnen provinciaal en gemeentelijke structuurplan;b) geen voorwerp van overleg heeft uitgemaakt binnen de afbakening van de stedelijke gebieden, waar het RSV duidelijke een samenspraak voorziet voor die afbakening. Dit resulteert in een grove schending van de principes van behoorlijk bestuur.

Verder haalt het NCMV aan dat de geest van het RSV geschonden is, daar een globale visie over de problematiek ontbreekt, dat uiteindelijk een grote last wordt opgelegd aan één kleine deelgemeente zonder een beleidsobjectief te realiseren.

Het NCMV stelt dat de draagkracht op gebied van de veiligheid wordt overschreden voor de gemeente Aalbeke, dat de ontsluiting niet rechtstreeks op de autosnelweg gebeurt en bijgevolg niet voldoet en dat de aanpalende gasinstallatie bijkomend gevaar oplevert. 1.1.2. WILLEMS FERNAND (Aalbeke) De persoon in kwestie is eigenaar van het belendend perceel. Hij beklemtoont voornamelijk het onveiligheidsgevoel en de daaruit voortvloeiende angst. 1.1.3.1 t.e.m. 1.1.3.5 TYPEBRIEF (Marke) De grote sociale overlast en het feit dat de Stad Kortrijk in het verleden afgelegen plaatsen aan zigeuners oplegde zijn een doorn in het oog. Ook de vereniging Vlaams Woonwagen Werk krijgt kritiek, want hun, ten voordele van de doortrekkenden genomen beslissing, komt over als een eerder ondoordachte en onoverwogen besluitvorming. 1.1.4. DE WILDE YVES (Aalbeke) Reageert niet op grond van xenofobe gevoelens, maar benadrukt wel de verkeers- en de fysieke onveiligheid. Ook het esthetische van de inplanting laat te wensen over. Tenslotte zijn er in de onmiddellijke nabijheid ook meer geschikte plaatsen voorhanden. 1.1.5. PUTMAN JACQUES (Marke) Vreest een ware diefstallenplaag en het feit dat de veiligheid zwaar gehypothekeerd zal worden. 1.1.6. VERBRUGGE RAPHAEL (Aalbeke) Betrokkene haalt aan dat z'n broodwinning in het gedrang zal komen en zegt dat er in de directe omgeving meerdere en betere inplantingsmogelijkheden voor een woonwagenpark zijn. 1.1.7. KETELS MARNIX (Aalbeke) Onhygiënische omstandigheden (zwerfvuil), criminaliteit, duistere praktijken (autohandel) en het feit dat alles werd beslist boven de hoofden van de omwonenden liggen bij betrokkene zwaar op de maag. 1.1.8. VAN VLIERBERGHE PATRICK (Kortrijk) Betwijfelt de nood aan nomadenstandplaatsen in het Kortrijkse. Er dreigt ook een soort "versmeltingsgevaar" met de residentiële wijken daar de afstand tot deze laatsten hoogstens 200 meter bedraagt.

Tenslotte zal het gevoel van veiligheid nog meer inkrimpen. 1.1.9. BONNE-DEPAUW F. (Aalbeke) Benadrukt de "wetteloosheid" waarin de nomaden leven met alle gevolgen vandien. Voorts dreigt de eerder rustige buurt overspoeld te worden met fenomenen (een niet gangbare levenswijze en dito opvattingen evenals criminaliteit en een daarmee samenhangend onveiligheidsgevoel) die daar geenszins thuishoren. 1.1.10. NCMV AALBEKE Tengevolge van de bijkomende inplanting zal het ongevallengemiddelde in deze drukke omgeving stijgen. Tevens wordt de nadruk gelegd op de reeds aanwezige grenscriminaliteit waaraan men de handen meer dan vol heeft. Extra bedreigingen van gelijk welke soort kan dus als kiespijn gemist worden. 1.1.11. CENTRUM VLAAMS OVERLEG WOONWAGENVERKEER (Leuven) In West-Vlaanderen en meer bepaald in Kortrijk is er daadwerkelijk nood aan een doortrekkersterrein.

De voorgestelde locatie voldoet aan de doelstellingen van het RSV met betrekking tot woonwagenterreinen. Niettemin moeten t.a.v. bepaalde aspecten een aantal "minimumnormen" nageleefd worden (o.a. op het vlak van de ontsluiting, de omvang, de inpassing, de privacy, de veiligheid en sociale controle en de leefbaarheid en beheersbaarheid). 1.1.12. VANACKERE MICHELINE Verwelkomt de woonwagenbewoners met open armen en verzet zich krachtdadig tegen elke vorm van kortzichtigheid. Betrokkene heeft dan ook geen enkel bezwaar tegen het onafwendbare contact met allerlei vreemde "cultuurelementen". 1.1.13. PETITIELIJST ACTIECOMITE WOONWAGENPARK A17 (Marke) : 1433 handtekeningen Benaderen ganse situatie objectief en wensen mee te werken om zodoende tot een compromisoplossing te komen. Toch hebben ze bepaalde bedenkingen bij de inplantingsplaats, de esthetische kant van de zaak, de veiligheid en de overlast ("elke vorm van bijkomende overlast is niet wenselijk").

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en neemt nota van de positieve opmerkingen en aanbevelingen en stelt dat de inrichting van het woonwagenpark, de maatregelen die dienen genomen te worden om de veiligheid en verkeersveiligheid te verzekeren niet behoren tot het niveau van het gewestplan.

De Commissie adviseert de bezwaren gegrond en verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 2. 2. Bezwaren en opmerkingen m.b.t. tot de omzetting van agrarisch gebied naar natuur- en parkgebied (kaartblad 29/6) 2.2.1. HALLAERT JULIEN (Sint-Denijs) (Grandvalbos) 25 % van de totale bedrijfsoppervlakte van betrokkene komt in bosuitbreidingsgebied te liggen waardoor de leefbaarheid ervan zwaar belast wordt. Tevens vormt de inkleuring van het desbetreffend gebied een miskenning van het cultuurhistorisch landschap (veel weekendwandelaars). De voorgestelde wijziging vormt bovendien geen geheel met het bestaande bos, want er wordt een afsnijding veroorzaakt door een zeer druk bereden autoweg richting Kortrijk. Schadevergoeding voor het waardeverlies van de gronden zal zeker gevorderd worden. 2.2.2. DEBAERE GABRIELE (Sint-Denijs) (Grandvalbos) Sluit zich volledig aan bij de argumentatie van de heer Hallaert J.(is zijn medewerkende echtgenote). Wil als bijkomende motivatie nog aanhalen dat de voorziene uitbreiding van het Grandvalbos in strijd is met "het eindrapport Ruimtelijke Visie-GAPAK" van 1995, waarin de mogelijke bebossing in open ruimten in elk geval beperkt wordt tot landbouwgronden die vrijkomen en dan nog tot kleikoppen, restgronden en waterwinningsgebieden. 2.2.4.1. t.e.m. 2.2.4.5. TYPEBRIEF (Sint-Denijs): ondertekend door 55 personen (Grandvalbos) Men wil de uitzonderlijke landschappelijke waarde van het geheel behoeden. Voorts vindt men dat het mogelijke erosiegevaar via deze bosuitbreiding geenszins zal ingedijkt worden, want dergelijke dreiging bestaat helemaal niet (de helling is er vooreerst niet eens zo steil en het meest steile deel werd als weiland aangelegd, dat op zichzelf reeds een voldoende buffer vormt tegen een erosiedreiging).

Ook de strijdigheid met het Eindrapport Ruimtelijke Visie-GAPAK" wordt vermeld en de onmiskenbare teloorgang van 2 bedrijven zit de ondertekenaars hoog. 2.2.5. DESLE GRETA (Sint-Denijs) (Grandvalbos) Klaagt het 19 % verlies aan bedrijfsoppervlakte aan waardoor de leefbaarheid en de inkomenszekerheid in het gedrang komen. Het gaat om een flagrante miskenning van het cultuurhistorisch karakter van het landschap waardoor vele recreanten noodgedwongen zullen moeten afhaken. Ook het feit dat er geen geheel ontstaat (afsnijding door drukke autoweg) wordt aangehaald. Schadevergoeding zal ongetwijfeld geëist worden. 2.2.6. VERHOEST JOZEF (Sint-Denijs) (Grandvalbos) Is medewerkend echtgenoot van Mevrouw Greta Deslé en sluit zich volledig bij de door haar geformuleerde argumentatie aan. Hijzelf benadrukt nog dat de voorgestelde uitbreiding niet in overeenstemming is met "het eindrapport Ruimtelijke Visie-GAPAK" uit 1995 en dat de uitbreiding in geen geval een zogenaamde erosiedreiging zou kunnen voorkomen. Tenslotte is het zo dat de geplande uitbreiding geen "totaalbos" tot stand brengt. 2.2.7. PATTYN JOSE EN LAURENT (Luigne) (Kooigembos) Willen voornamelijk het waardevol karakter van het landschap behoeden voor een eventuele bosuitbreiding De betreffende percelen zijn in een open en ongeschonden ruimte gelegen (één van de weinige die nog resten in het zuiden van de provincie) met agrarische bestemming, die rechtstreekse aansluiting heeft met andere open sites van de aanpalende gemeente. Bovendien is het voorstel in strijd met een studie van GAPAK (1995), waarin gesteld wordt dat bosuitbreiding in landschappelijk waardevol agrarisch gebied beperkt moet blijven tot landbouwgronden die vrijkomen en die voor een agrarische bestemming als minderwaardig moeten beschouwd worden. Met onrechtstreekse onteigening en de waardevermindering van de grond kunnen betrokkenen zich niet verzoenen. 2.2.8.1. t.e.m. 2.2.8.5. TYPEBRIEF (Sint-Denijs): ondertekend door 5 personen (Grandvalbos) Het aanplanten van een jong loofbos komt het landschappelijk waardevol karakter niet ten goede. Een bruuske en onnodige verandering in het dorpsgezicht van Sint-Denijs zal het resultaat zijn. Ook de inplantingslocatie is onverantwoord, want de Grote Dalstraat zal het reeds bestaande bos en de eventuele nieuwe inplanting van elkaar afsnijden, zodat er geenszins een geheel tot stand kan komen. Ook het argument als zou het bos er komen om de erosie tegen te gaan, raakt kant noch wal, want de meeste percelen zijn weiland die op zichzelf reeds doeltreffend zijn als erosie-afweer. 2.2.13.1. t.e.m. 2.2.13.9 KVLV HOLVOET EDITH: mede-ondertekend door 8 personen (Sint-Denijs) (Grandvalbos) Twee melkveebedrijven die voor het landschap en de wandelaar een cultuurhistorische waarde hebben, worden getroffen door het geplande voorstel om 6,5 ha landbouwgrond te transformeren naar bosuitbreidingsgebied. Het belang van beide bedrijven blijkt ook uit het gegeven dat ze het ras met een dubbel doel (melk en vlees) in stand houdt (rood, roodbont en blauw ras). De oppervlakte zal met respectievelijk 20 en 25 % dalen, wat de leefbaarheid zwaar zal hypothekeren. Ook de voorkoming van mogelijke erosie wordt weggewuifd.

Tevens werd een bosuitbreiding rond het Grandvalbos niet weerhouden als beleidspunt in het GNOP van Zwevegem. Dat de gemeente ernaar streeft om de kwaliteit van het landschap en de open ruimte te bewaren of te verbeteren, stoort betrokkenen geenszins, maar deze "groene visie" mag niet ten koste gaan van het functioneren van de hoofdbestemming die het gebied heeft. Tenslotte zullen de veiligheid en de mooie vergezichten tot het verleden behoren. 2.2.14. MAES PIERRE EN CNOCKAERT ANNIE (Kooigem) (Kooigembos) De voorziene uitbreiding van het Kooigembos,waarbij een omvorming van 3 ha waardevol agrarisch gebied naar bosuitbreiding wordt voorgesteld, betekent voor betrokkenen een verlies van zeer goede landbouwgrond. De vlotte bewerking ervan dreigt te verdwijnen en een produktieverlies is onafwendbaar. Bovendien zorgt de aanwezigheid van bomen in de nabijheid van landbouwgrond immer voor problemen (droogtrekking van de grond, schade aan werktuigen en wildschade). Ook het feit dat geen eensluidende omschrijving van het begrip "bosuitbreidingsgebied" bestaat (kan het al dan niet onteigend worden om er bos van openbaar nut aan te planten?), zorgt voor rechtsonzekerheid: Bovendien stelt art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de gewestplannen en ontwerp-gewestplannen dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard dient te worden. De vele recreanten die de streek bezoeken, bevestigen het cultuurhistorisch en waardevol karakter ervan. 2.2.15.1. t.e.m. 2.2.15.15. VINCKE MARCEL (VOORZITTER LANDELIJKE GILDE): mede-ondertekend door 14 andere personen (Sint-Denijs) (Kooigembos) De door betrokkenen geformuleerde motivatie is dezelfde als deze van mevrouw Holvoet Edith van het KVLV (zie puntje 2.2.13.) De Commissie stelt dat de bosuitbreidingsgebieden rond Kooigem- en Grandvalbos ingrijpende veranderingen teweeg brengen in het landschappelijk karakter van de omgeving en de agrarische activiteiten tezeer bezwaren. De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond en adviseert de bestemming van het vigerend gewestplan te behouden, wat betreft de bosuitbreidingsgebieden.

De Commissie ondersteunt de bestemming bos, in de ontwerp-gewestplanwijziging, conform de bestaande toestand ter plaatse. 3. Bezwaren en opmerkingen m.b.t. tot het bedrijventerrein te Anzegem-Vichte (kaartblad 29/2) 3.3.1. DEPRAETERE-WAELKENS (Vichte) Betrokkenen ijveren voor het voortbestaan van de groene zones. Ze kochten hun huis in deze optiek doch vrezen de overgang naar zware industrie met het gevolg dat hun toekomstplannen in het water dreigen te vallen. Ook de onzekerheid of het hoge kadastrale inkomen al dan niet zal aangepast worden indien de industriezone er komt, boezemt hen angst in. 3.3.2. ONLEESBAAR (ook geen vermelding van het adres) 3.3.3. BERTRAND LUC & INES (Vichte) Betrokkenen stellen dat de voorziene inplantingsplaats van de industriezone totaal verkeerd is daar ze zal grenzen aan hun woning.

De reeds bestaande verkeerschaos zal nog verder uitbreiden. Ook de vele jonge gezinnen die hier recentelijk komen wonen zijn zullen geenszins deugd hebben van hun dagelijks leven mochten de plannen uitwerking krijgen. 3.3.4. VANLERBERGHE CHRIST (Vichte) Stelt dat het rustige en landelijke karakter van de omgeving zal verdwijnen en dat er een aanzienlijke waardevermindering van hun duur betaalde grond zal plaatsvinden. Vraagt zich ook af of het kadastraal inkomen zal aangepast worden. Tenslotte zal het ook een negatieve invloed hebben op de handelszaak van de echtgenote van betrokkene (moeilijker bereikbaar, wegvallen van visuele publiciteit). 3.3.5. VANDEN HAUTTE (Vichte) De geplande industriezone is gelegen vlak naast een verkaveling van meer dan 100 loten bouwgrond. Er is in de onmiddellijke omgeving geen doeltreffende afscherming mogelijk en de Vlarem-wet biedt onvoldoende garanties om overlast te voorkomen voor de naburige woningen. 3.3.6.1. t.e.m. 3.3.6.132 BUURTCOMITE (petitielijst ondertekend door 132 personen) Men vreest een waardevermindering van de woningen en men vraagt zich af wie en hoe de kadastrale inkomens zullen herzien worden. Ook de inplantingsplaats is totaal verkeerd en het feit dat er in de nabijheid voldoende industriegrond aanwezig is stoort hen uitermate.

Bovendien is er in Vichte evenzeer noodzaak aan bijkomende bouwgrond. 3.3.7. CBA N.V. (Vichte) Heeft een woning aangeschaft in een rustige omgeving met de bedoeling haar bestuur toe te laten in een residentiële wijk te wonen. De dreigende waardevermindering van het onroerend goed en het niet optimaal benutten van nog resterende industriegrond elders in de gemeente, is voor de vennootschap onaanvaardbaar. 3.3.8. VANDEVIJVERE DIRK (Vichte) Vraagt om het kleine stukje open ruimte dat nog rest te behouden en stelt dat er in Vichte reeds voldoende industrie aanwezig is. Ook het niet goed benutten van de bestaande industriezones verklaart de onkunde van degenen die zich met de materie bezighouden. Voorts is de voorgestelde inplantingsplaats totaal verkeerd gekozen. Tenslotte is er onzekerheid wat er met de kadastrale inkomens zal gebeuren alsook wie de waardevermindering van de woningen zal opvangen (de verkeersproblematiek in de gemeente zal er eveneens niet op verbeteren). 3.3.9. VERMOERE ERIC (Vichte) Betrokkene zegt dat er een onvermijdelijke bijkomende verkeersdruk op de gemeente zal komen te liggen. Ook het feit of er met deze 8ha een oplossing zal geboden worden voor het industrievraagstuk lijkt hem zeer twijfelachtig. 3.3.10. DESCAMPS-LECONTE (Vichte) Betrokkenen zijn eigenaars van een villa in aanbouw die op een duur stuk grond werd ingeplant. Doch het feit dat het in een rustige omgeving is gelegen, gaf voor de doorslag om de zware financiële inspanningen te leveren. Nu komt de voorgestelde wijziging bij hen aan als een donderslag bij heldere hemel. Het niet ingelicht zijn omtrent de plannen zit hen erg hoog om nog maar te zwijgen van de te verwachten overlast. 3.3.11. DECLERCQ STEVEN (Vichte) Vreest allerlei hinder en zegt dat er veel geschiktere sites zijn om industriezones aan te leggen. De eventuele bijkomende tewerkstellingsmogelijkheden wegen niet op tegen de vele gedupeerden in de woonzone. 3.3.12. ROOSE-VIAENE (Vichte) De inplanting van een industriezone bij een woongebied van residentiële aard is onaanvaardbaar wetende dat de gronden duur werden aangekocht en dat de kadastrale inkomens eigen zijn aan dergelijke wijk. Grote financiële verliezen tengevolge van de waardeverminderingen zijn het resultaat. Er wordt bovendien nergens gesproken van een bufferzone tussen beide zones, zodat lawaaihinder en onveiligheid tengevolge van het toenemende verkeer de omgeving zullen teisteren. 3.3.13. DESMET-AMEZ (Vichte) Wie zal de minwaarde van de woningen vergoeden? De inplantingsplaats is totaal verkeerd gekozen en dit terwijl er andere, reeds bestaande zones zijn die veel geschikter zijn om de voorgestelde wijziging door te voeren.Tenslotte zal er een extra verkeersdruk op de gemeente komen te liggen. 3.3.14. HAJAJI-DECUYPERE (Vichte) Het is hoogst ongepast om een industriezone in te planten tegen een woonzone en een residentiële verkaveling. De duur aangekochte bouwgrond dreigt haar waarde te verliezen. Betrokkenen doen tenslotte het logische voorstel om eerst leegstaande industriegebouwen aan te wenden en reeds bestaande industriezones optimaal te benutten. 3.3.15. PARMENTIER NICOLE (Deerlijk) Kwam er wonen omwille van de rustige ligging. Het nog voorhanden zijn van beter gelegen industriegrond moet volgens haar eerst benut worden.

Het industrievraagstuk zal via deze 8ha zeker niet opgelost worden en ze vraagt zich af wie de minderwaarde van de woningen zal opvangen? 3.3.16. ROELS-SEYNHAEVE (Vichte) Geven uitdrukkelijk te kennen dat ze GEEN bedrijven, grenzend aan de verkaveling, wensen. Er werd hen destijds maximaal wooncomfort gegarandeerd. Nu vragen ze zich af wat er met het principe van de rechtszekerheid is gebeurd? Er ontstaat zowel visuele hinder als lawaai-overlast; er zijn andere meer geschikte inplantingsmogelijkheden. Ook het feit dat er tegenstrijdigheid blijkt uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is voor betrokkenen blijk van onkunde. 3.3.17. DELSOIR -MAES (Vichte) Deze schamele 8 ha zal het industrieprobleem niet oplossen maar het veroorzaakt daarentegen wel enorme overlast voor tal van gedupeerden in de onmiddellijke omgeving. 3.3.18. HERMANS-GEERTS (Vichte) Vrezen een leven in een wijk waar er reuk- en lawaaihinder, onnodige verkeersoverlast en eventuele milieuhinder van allerlei chemische stoffen zal zijn. Er zijn veel aantrekkelijkere inplantingsmogelijkheden voor een industriezone. Tenslotte willen betrokkenen weten wat er zal gedaan worden om de waardevermindering van de gronden en de woningen op te vangen? 3.3.19. DRIESSENS-LANNOY (Kortrijk) Het feit dat het om een regionaal bedrijventerrein gaat, houdt in dat er zich eender welke industrievorm kan vestigen (ververijen, tapijtweverijen,...). Dergelijke inplantingen zullen zonder meer geluids- en milieuhinder met zich brengen. Ook de verkeersveiligheid zal in het gedrang komen. Er wordt ook nergens gesproken van een bufferzone tussen de beide gebieden. Talrijke jonge gezinnen werden 2 jaar geleden naar het Schaliënhof gelokt onder het mom van een residentiële verkaveling met een rustig landelijk karakter. Nu lijkt het erop dat zij aan de overkant geconfronteerd zullen worden met een industriezone en dit zonder enige vorm van inlichting van overheidswege. Hun enige hoop is dan ook op het openbaar onderzoek gevestigd. 3.3.20. VANDERSCHELDEN JULIA (Vichte) Betrokkene stelt dat er elders in Vichte betere en minder hinderende inplantingsmogelijkheden voor een industriezone voorhanden zijn. Ook de nefaste invloed op de vele jonge gezinnen is voor haar onaanvaardbaar. Vraagt om dit kleine stukje landbouwgrond alstublieft ongemoeid te laten. 3.3.21. BULCKAEN-D'HAENE (Vichte) Het gaat om een ongepaste inplanting tegen een woonzone en een residentiële verkaveling. De industriebond "De Jagershoek" werd eerst als ambachtelijke zone vooropgesteld en nadien als zware industrie ingekleurd op het gewestplan. De particulier werd weer voor schut gezet. Er zal verkeerschaos ontstaan en dit zal de veiligheid van de vele kinderen niet ten goede komen. 3.3.22. LIPPENS-VANDENBROUCKE (Vichte) Een tijd geleden werd de uitbreiding van een reeds bestaand industrieterrein tussen Waregem en Anzegem afgekeurd, terwijl er zich daar geen woongebied bevindt ! Tevens spreekt men van een ambachtelijke zone, maar het staat ingekleurd als zware industrie (type E-klasse), met als resultaat heel veel milieu-, lawaai- en verkeershinder. 3.3.23. NUYTTENS-VANDAELE (Vichte) Industrie is noodzakelijk, maar dan wel op een weldoordachte plaats! Er is nog plaats genoeg in Vichte waar niemand er hinder van zal ondervinden. Verwijst ook naar "De Jagershoek" waar de burger eveneens voor schut werd gezet. Vraagt nadrukkelijk om dit stukje groen ongemoeid te laten. 3.3.24. GESELLE-DEMURIE (Vichte) Hebben hun grond duur aangekocht met de bedoeling er landelijk en rustig te kunnen wonen. Zijn niet akkoord met de bestemmingsverandering van een woonzone naar industriezone. Vrezen de hoogstwaarschijnlijke zware industrie die er zich zal komen vestigen, met alle mogelijke hinder vandien. Er zijn tal van andere meer geschikte inplantingsmogelijkheden in de gemeente. Stelt dat deze verschillende opties niet voldoende onderzocht worden, want bepaalde personen hebben er te veel belangen. 3.3.25. STEELAND JANIEK (Vichte) De droom om landelijk te wonen dreigt te verdwijnen. Bezwaarindiener ziet dit als gebrek aan democratie. De inplantingsplaats is totaal ongepast. Er is reeds voldoende industrie aanwezig in Vichte. Verwijst ook naar de "Jagershoek" de burger die er de dupe van was.

Bezwaarindiener vreest voor minwaarde van zijn eigendom. Er zijn andere meer geschikte inplantingsmogelijkheden voor dergelijke zones in de gemeente. Bezwaarindiener stelt voor bomen te planten en tevens eerst de leegstaande industriegebouwen aan te wenden. 3.3.26. DEVOS FR. (Vichte) Vichte heeft zich reeds voldoende ingespannen voor de industrie (zie o.a. de "Jagershoek") en vreest dat, mocht de wijziging doorgang vinden, ze zullen ingesloten raken. 3.3.27. DEVOS LUC (Vichte) Klaagt aan dat er een volledige insluiting door de industrie dreigt en dat deze 8 ha het industrieprobleem zeker niet zullen oplossen. Er zijn tal van andere en meer geschikte inplantingsmogelijkheden. Wie zal de minwaarde van de woningen opvangen? Zullen de K.I.'s naar beneden worden aangepast? Welke garanties zal men krijgen i.v.m. de inrichting van een industriezone? Als men de "Jagershoek" als voorbeeld kan nemen, kent men nu reeds het antwoord. De beloofde berm is er wel gekomen, zij het minder hoog dan verwacht. De beplanting is echter een lachertje. 3.3.28. DE RORE-DECLERCQ (Vichte) De illusie om rustig en landelijk te wonen dreigt te verdwijnen. De inplantingsplaats is totaal verkeerd gekozen. Wie zal de minderwaarde opvangen en wat zal er met de K.l.'s gebeuren? Zal 8 ha bijkomende industriegrond het probleem oplossen? Vele particulieren zijn er wel het slachtoffer van. Er zal tevens bijkomende verkeerschaos ontstaan.

Als men onder dit voornemen "herlocalisatie van bedrijven" moet verstaan is de logica voor niets meer nodig. 3.3.29. FEYS-MAHIEU (Vichte) Dreigen totaal ingesloten te worden door industriegrond. Zijn er niet reeds voldoende van dergelijke zones aanwezig in de gemeente? Bovendien worden deze niet optimaal benut. Wie zal opdraaien voor de minwaarde van de woningen? Er zal zich hoogstwaarschijnlijk een nieuwe "Jagershoek"-tactiek voordoen. Is dit een voorbeeld van "nieuwe politiek"? De buurt is reeds genoeg getroffen door allerlei hinder. 3.3.30. LOOSVELD-DEVOS (Vichte) Alle toekomstplannen vallen in duigen. Elders in de gemeente zijn er betere en meer geschikte inplantingsmogelijkheden voor dergelijke vestigingen. Wat zal er met de minderwaarde en de K.I.'s gebeuren? Men geeft voorrang aan enkele industriëlen die vaak niet uit de gemeente afkomstig zijn, terwijl men de plaatselijke bevolking laat stikken.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond wat betreft de inplanting van een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter en verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 1B 4. Bezwaren en opmerkingen m.b.t. tot het bedrijventerrein Brabantstraat, Waregem (kaartblad 29/2) 4.4.1. GERMAIN LOOSVELDT (Waregem) Alle rust en stilte in de straat zal verdwijnen. Drukte, lawaai en allerlei andere hinder zullen de omgeving zwaar belasten en schade toebrengen aan de eigendommen van de particulieren. Er zal een minderwaarde van de woningen optreden en de verkeersveiligheid dreigt ook ten onder te gaan. 4.4.2. VERCAEMST-VYNCKE (Waregem) Zullen van langs alle kanten ingesloten zijn door verkeer en beton.

Langs de andere kant van de E17 ligt nochtans grond genoeg om dergelijke plannen uit te voeren zonder dat een woonzone er last van heeft. 4.4.3. VERMOERE-VANDENBOGAERDE (Waregem) Bezwaarindieners werden stellig beloofd dat de binnenkant van de Brabantstraat gevrijwaard zou blijven van industrie. De droom om op den buiten te wonen lijkt nu wel definitief tot het verleden te gaan behoren. De aanpassing aan de drukte en de overlast zal er nooit komen. Het willekeurig aanleggen van industrie dient te stoppen. 4.4.4. TIJTGAT-DEJAGER (Waregem) Aan de overzijde van de E17 kan men dubbel zoveel industrie inplanten zonder dat woningen er hinder van ondervinden. Het zou een jammere zaak zijn mochten de voorziene plannen uitgevoerd worden, want betrokkene zou zijn hele hebben en houden verloren zien gaan. Dit weegt niet op tegen de tewerkstelling van slechts enkelen. 4.4.5. KLEOZ LENA (Waregem) Bejaarde dame die vreest dat de rust definitief voorbij zal zijn.

Haalt ook de meer geschikte inplantingsplaats aan de overzijde van de E17 aan. Vraagt zich af wie de minderwaarde van de woning zal opvangen? 4.4.6. DEVOS-CALLENS (Waregem) Bezwaarindieners stellen vragen aangaande de toekomst van de omgeving, over de minwaarde die hun eigendom zou kunnen krijgen en of deze wijziging kan tegengehouden worden. 4.4.7. DEPREESTER ROGER (Waregem) Het landelijke woongebied zal verdwijnen, verkeershinder met als gevolg de waardevermindering van de woning en het verdwijnen van de rust. 4.4.8. BENOIT-VANEDER (Waregem) De reeds bestaande industriezones werden tot op heden nog niet optimaal benut. Het rustig wonen zal definitief over zijn. De overlast, het toenemend verkeer en de aantasting van onze landelijke omgeving dragen ertoe bij dat er een waardevermindering van het eigendom zal optreden. 4.4.9. VIAENE-BRUNEEL (Waregem) Stellen dat ze zich moeilijk zullen kunnen aanpassen aan een omgeving die gedomineerd wordt door industrie. De leefkwaliteit zal ernstig aangetast worden, zonder nog te spreken van de waardevermindering van het eigendom. 4.4.10.1. VERBAUWHEDE M. (Waregem) Vraagt zich af of er onteigend zal worden en indien dit het geval zou zijn, dan kan de eventuele billijke schadevergoeding de vele ongemakken nooit of te nimmer compenseren. Wat zal er van de vele opgebouwde sociale contacten geworden? Wie zal er de minderwaarde van de woning opvangen? Wat met de onvermijdelijke hinder en verontreiniging? 4.4.10.2. VERBAUWHEDE G. (Waregem) zie 4.4.10.1. 4.4.11.1 t.e.m. 4.4.11.58. BRIEF ONDERTEKEND DOOR 58 INWONERS UIT DE OMGEVING Er zal een verlies zijn van de landelijke omgeving. Vele bewoners zijn er opgegroeid en zullen de betonnen inplantingen nooit gewoon worden; indien er onteigening dreigt, zal het zeer moeilijk zijn om een andere identieke leefomgeving te vinden zonder dat er zware financiële inspanningen geleverd worden; sociale contacten zullen verloren gaan en het is niet uitgesloten dat er zich gezinsdrama's zullen afspelen; het gaat om de zoveelste aanslag op de open ruimte in Vlaanderen. 4.4.12. DE CONINCK FRANKY (Waregem) Leeft in grote onzekerheid en angst. Indien er onteigening volgt, dan zal dat een financiële ramp betekenen (de totale waarde van het huis kan nooit vergoed worden en het zou trouwens zeer moeilijk zijn om een andere evenwaardige woning te vinden).Indien er industrie komt, dan zal dit allerlei ongemakken met zich brengen (leefkwaliteit daalt, waardevermindering van de woning en de grond en het ingesloten raken door allerhande betonnen constructies). Het zou zeker niet om een beperkte aantasting van het buitengebied gaan. Het voorstel is absurd en zinloos. 4.4.13. DE FRENE FRANK (Waregem) De gedane investeringen zullen niet meer renderen als er verdere grondinnames gebeuren. Het geleden verlies zal zeker niet gecompenseerd worden door de toegestane vergoedingen. Ook de veestapel dreigt in te krimpen daar zij eveneens grondgebonden is en i.v.m. het mestactieplan en de Europese inkomstensteun. Met de huidige voorstellen worden nu reeds 206,3 ha bijkomend bedrijventerrein afgebakend d.w.z. dat er nog slechts 118,3 ha overblijft voor economische activiteiten tot 2007. Met de bestaande nood aan uitbreiding van zonevreemde bedrijven zal een "quotum" van ongeveer 10 ha per gemeente niet volstaan. Een besparing op de inkleuring van bijkomende bedrijventerreinen dringt zich dan ook op. 4.4.14.1 t.e.m. 4.4.14.5 BRIEF ONDERTEKEND DOOR 5 LANDBOUWERS UIT DE OMGEVING Enkele landbouwers dreigen een bepaald percentage van hun bedrijfsoppervlakte te verliezen mochten de plannen ten uitvoer gelegd worden. De rest van de argumentatie is dezelfde als bij nummer 4.4.13. 4.4.15. DEWYN-LAGAISSE (Waregem) De leefomstandigheden voor het gezin zouden onmogelijk worden, daar het wonen in een rustige omgeving tot het verleden zal gaan behoren.

Mocht er onteigening plaatsvinden dan zal het zeer moeilijk, zoniet onmogelijk zijn om een gelijkaardige vestigingsplaats te vinden. Het zou veel beter zijn mocht men eerst de leegstaande industriegebouwen aanwenden. 4.4.16. VAN DEN BOGAERDE (Waregem) Heeft veel energie en geld in hun huis op den buiten geïnvesteerd en is dan ook verbolgen over de voorgelegde plannen. Ook de vele opgebouwde sociale contacten dreigen zo verloren te gaan. Er is ook zeer veel onzekerheid onder de buurtbewoners. 4.4.17. CNUDDE-VANHAUWAERT (Waregem) De leefomstandigheden en de woonomgeving zouden zeer zwaar lijden onder de realisatie van de voorgelegde plannen. De overgang van rust naar drukte zal een lichamelijke en psychische tol eisen. Men is bezorgd over een eventuele onteigening en ook de sociale contacten zullen verloren gaan. 4.4.18. DELORGE DANNY (Waregem) Heeft niet echt bezwaar tegen de uitbreiding, doch deze dreigt op een uiterst nadelige wijze te gebeuren. Stelt een kleine opschuiving voor tot aan de aanpalende gracht om te vermijden dat verschillende eigendommen binnen de industriezone zouden vallen. Onteigening zou dan overbodig worden. 4.4.19. VAN NEDER A. (Waregem) Leeft in grote onzekerheid en vreest aanpassingsmoeilijkheden. De stank en het lawaai zullen voor een ware ommekeer in het leven zorgen.

De waardevermindering van het onroerend goed zal eventueel nog kunnen worden opgevangen, maar de niet-materiële kant van de zaak zal op geen enkele wijze gecompenseerd kunnen worden. 4.4.20. DECLERCQ-DEKETELE (Waregem) Het inplanten van industrie rondom de eigendommen van de vele buurtbewoners zal ontegensprekelijk voor allerlei overlast en aanpassingsmoeilijkheden zorgen. Wat betrokkenen het meest zorgen baart, is het dreigende gevaar voor onteigening en de daaruit voortvloeiende schade aan de sociale contacten. 4.4.21. DELORGE-VANDEBOGAERDE (Waregem) Vraagt of het mogelijk is om eerst de reeds bestaande industriegronden in te nemen alvorens men nieuwe gebieden aansnijdt. Stelt tevens dat er andere en meer geschikte inplantingsmogelijkheden zijn (bv. Aan de overzijde van de E17). Ook de blijvende onzekerheid omtrent allerhande zaken knaagt aan alle gezinsleden. 4.4.22. TYTGAT MARIA (Waregem) Alle toekomstmogelijkheden voor de eigendom van betrokkene dreigen verloren te gaan. Er zal een enorme waardevermindering optreden en wie zal dit ongemak dan wel opvangen? Voorts is er niet eens sprake van een bufferzone om de woongelegenheden af te schermen. 4.4.23. CASTEELE MARCEL (Waregem) Het mag en kan de bedoeling niet zijn om veel inwoners te benadelen met allerlei vormen van hinder, waardevermindering van hun onroerende goederen of gedwongen onteigening. De minieme extra tewerkstellingsmogelijkheden wegen hier zeker niet tegen op. Er zijn bovendien alternatieve inplantingsplaatsen voorhanden. Ook de weinige informatie die van de gemeente werd bekomen stoort betrokkene. Kortom, het gaat om een aantasting van de waardigheid, want elkeen in de buurt had gekozen voor een rustig en groen leven. Er is trouwens al industrie genoeg aanwezig in de onmiddellijke buurt (wat zal er gebeuren met de waardevermindering van de woningen?) 4.4.24. DEDECKER DANIEL (Waregem) Waarom moeten zovelen voor zo weinigen inboeten op het vlak van rust, privacy en waarde van hun bezit? Aan de overzijde van de E17 is er veel betere inplantingsmogelijkheid die minder hinder zal veroorzaken. 4.4.25. POLLET JANINE (Waregem) Wat met de talrijke bewoners die gekozen hebben voor een rustig en landelijk leven? De wijziging van het gewestplan voorziet niet eens zones voor woonuitbreidingsgebieden noch een zone voor de gedupeerden om een gelijkwaardige woning te zoeken in geval van onteigening. Hét alternatief is de overzijde van de E17 waar de bedrijven trouwens van een betere publiciteit zullen kunnen genieten. Er is bovendien nergens sprake van een buffer of een groenscherm die de omwonenden kan beschermen. 4.4.26. AGALEV (Waregem) De landelijke woonomgeving wordt aan talrijke bewoners ontnomen. De opgegeven verklaringen zijn niets anders dan drogredenen. Wat zal er trouwens met de belangen van omwonenden gebeuren? De toegangsweg naar dit terrein is overigens niet geschikt voor de transport van vrachtwagens. Het volbouwen van open ruimtes is totaal niet verantwoord (zie ook Unilin in Desselgem). Zwaar verkeer en schoolgaande jongeren gaan niet samen. Er is uiteraard nood aan industrie, maar de inplanting ervan moet op een weloverwogen manier gebeuren.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg (art. 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening).

De Commissie stelt dat de inrichting van bufferzones in de industriegebieden geregeld is bij koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

De Commissie stelt tevens dat andere locaties geen deel hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond in verband met de inrichting van een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 1A. 5. Bezwaren m.b.t. uitbreiding Unilin Waregem-Desselgem 5.1. ADV. DOUTRELUIGNE VOOR PATTEEUW E.A. (Kortrijk) De bestemming agrarisch gebied is prioritair en moet dus behouden blijven, daar ze zeker niet is achterhaald. De wijziging naar industriezone is daarom onverantwoord. Het zou veel praktischer zijn om de uitbreiding uit te voeren in de Waregemstraat. Bovendien is het bedrijf Unilin zonevreemd. Tenslotte zou de uitbreiding ook kunnen gebeuren bij een andere afdeling van de groep in de regio (Wielsbeke of Ooigem). 5.2.1. t.e.m. 5.2.31. ADV. DECLERCK VOOR BEWONERS UIT DE OMGEVING.(Harelbeke) Het bezwaar is gericht tegen de omvorming van agrarisch gebied en bestaand parkgebied naar industriezone en tegen de omvorming van agrarisch gebied naar bufferzone. Het bestaande parkgebied moet behouden blijven als minimale afscherming ten opzichte van de thans in uitvoering zijnde uitbreiding van de nv Unilin. Er dient aangestipt te worden dat het bedrijf reeds tot op ca. 30 meter komt van de dichtsbij gelegen percelen van de Krekelhoek. Indien er een uitbreiding zou worden overwogen op de percelen 224a, 217a, 215d en 214d dan moet ook daar in een voldoende brede buffer voorzien worden (i.e. langs de Leemputstraat). De geplande wijziging is kennelijk onverenigbaar met de goede plaatselijke ordening: het algemeen belang kan niet worden opgeofferd aan het belang van één enkele onderneming. Tenslotte wordt er gewezen op reeds bestaande geluids- en verkeersoverlast, de onveilige verkeerstoestand en de algemene milieuhinder, inherent aan grootschalige industrie. Voor de heer Moerman zou de wijziging neerkomen op een verlies van 30 % van zijn bedrijfsoppervlakte en aangaande het perceel van de familie Vandekerckhove wordt er geen rekening mee gehouden dat de woning ontsloten wordt via een openbare weg. Bovendien zou hun woning volledig door industrie ingesloten worden. 5.3.1. t.e.m. 5.3.20. 20 TYPEBRIEVEN ONDERTEKEND DOOR BEWONERS UIT DE OMGEVING (Desselgem) De bewoners hebben gekozen om in een rustige en industrievrije omgeving te wonen. Bezwaarindieners merken op dat de meesten er reeds woonden alvorens er van industrie sprake was.

Bij grootschalige uitbreiding zal er een onaanvaardbare overlast en hinder ontstaan (geluid, verkeerschaos en veiligheidsproblemen en algemene milieuhinder, inherent aan industrie). 5.4.1 en 5.4.2 BVBA DE LEEMPUT (A. VANDEKERKHOVE EN HAERENS R.) (Desselgem) De toegangsweg van het perceel van betrokkenen (3 meter breed en ongeveer 250 meter lang) staat niet vermeld op de plannen. Op grond van de voorgestelde wijziging zal deze dwars door een fabriek lopen.

Tevens laat de Leemputstraat niet toe om personenwagens te laten dubbelen of te kruisen. Wat zal er dan allemaal niet gebeuren als er nog meer zwaar verkeer in de straat zal verschijnen.

De straat is voorts ook ingeschakeld in de "Stijn Streuvelsroute", de "Vlasroute" en de "Molenroute", welke alledrie een toeristisch wandeldoel hebben.

Bezwaarindiener vraagt zich af of er een bufferzone zal aangelegd worden en of de minwaarde van zijn eigendom zal vergoed worden.

Volgens bezwaarindiener wordt het agrarisch gebied en het uitzicht aangetast en zelfs vernietigd. Bezwaarindiener wijst er ook op dat er reeds 4 maal brand is uitgebroken, tijdens de laatste 2 jaar. Hij wijst erop dat de gevolgen van een ernstige brand.

De Commissie stelt dat in het vigerend gewestplan het bestaand bedrijf Unilin gelegen is in industriegebied en de vergunde uitbreiding in uitbreiding industriezone, dat een andere locatie geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek en verwijst hiervoor naar haar advies onder knelpunten nr. 5.

De Commissie stelt dat de bestemming bufferzone dient om gebieden met bestemmingen, die moeilijk met elkaar te verzoenen zijn van elkaar scheiden, in dit geval industriezone en woongebied. Binnen de bufferzone geldt absoluut bouwverbod.

De Commissie stelt dat maatregelen ter voorkoming van milieuhinder en ter bevordering van de verkeersveiligheid geen deel uitmaken van de procedure van een gewestplanwijziging.

De Commissie stelt dat voor deze belangrijke uitbreiding van de industriezone een uitvoeringsplan aangewezen is voor de inrichting van het terrein en dat voorwaarden tot ontsluiting en bufferzones hierin dienen opgenomen te worden.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg (art. 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening).

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond. 6. Bezwaren m.b.t. de uitbreiding Lavatra Menen-Lauwe 6.6.1. COTTENIER JOZEF (Lauwe) De spoorlijn is geenszins afdoende als bescherming tegen de hinder door Lavatra voortgebracht. De hele situatie lijkt verdacht veel op een poging tot regularisatie van een illegale toestand. Aanvankelijk was het een rustige buurt met een niet-hinderend dakpannenbedrijf, doch sinds de komst van Lavatra en haar stortactiviteiten, is er een steeds onveiligere verkeerssituatie ontstaan. 6.6.2. DEN HERT-MAES (Lauwe) De voorziene wijziging is onaanvaardbaar. Stank, stof, lawaai-en verkeershinder teisteren de omgeving reeds ettelijke jaren. De spoorlijn als een voldoende bescherming tegen de hinder bestempelen is gewoon lachwekkend. 6.6.3. DEBLAERE E. (Lauwe) Daar het concept Stadsbos niet uitgevoerd wordt kan er geen sprake zijn van integratie en is de inplanting visueel en ruimtelijk hinderlijk. Voor de aan- en afvoer, die ondertussen met zeker 50 % is toegenomen, bestaat geen enkel mobiliteitsplan. De stof-en lawaaihinder veroorzaakt door het zware vervoer overschrijden in ruime mate de aanvaardbare normen.

De economische situatie van het bedrijf, bij het uitbreiden ervan, zal niet opwegen tegen de negatieve gevolgen voor mens en milieu.

Er is reeds jarenlang zware hinder van het bedrijf en recentelijk heeft het geprobeerd om een illegale situatie te regulariseren.

Kortom, dergelijk bedrijf hoort NIET thuis in een woonkern. Bovendien wordt er onder het mom van recyclage afval gestort. 6.6.4. BOONE RIK- DEVOS (Lauwe) Stank, lawaai, stof, verkeershinder, ongedierte en visuele ongemakken teisteren reeds lange tijd de buurt. 6.6.5. VERFAILLE-DELILLE (Lauwe) Stank, lawaai, stof, verkeershinder, ongedierte en visuele ongemakken teisteren reeds lange tijd de buurt. Bovendien hoort dergelijke bedrijvigheid niet thuis in een woonzone. 6.6.6.1 t.e.m. 6.6.6.41. TYPEBRIEVEN ONDERTEKEND DOOR BUURTBEWONERS Stank, lawaai, stof, verkeershinder, ongedierte en visuele ongemakken teisteren reeds lange tijd de buurt. Bovendien hoort dergelijke bedrijvigheid niet thuis in een woonzone. Het bedrijf is momenteel zelfs in overtreding en de spoorlijn kan de hinder zeker niet opvangen, want het vuil ligt ongeveer 10 meter hoger. 6.6.7. HUYSE YVES (Lauwe) Daar het concept Stadsbos niet uitgevoerd wordt kan er geen sprake zijn van integratie en is de inplanting visueel en ruimtelijk hinderlijk. Voor de aan- en afvoer, die ondertussen met zeker 50 % is toegenomen, bestaat geen enkel mobiliteitsplan. De stof- en lawaaihinder veroorzaakt door het zware vervoer overschrijden in ruime mate de aanvaardbare normen.

De economische situatie van het bedrijf, bij het uitbreiden ervan, zal niet opwegen tegen de negatieve gevolgen voor mens en milieu.

Er is reeds jarenlang zware hinder van het bedrijf en recentelijk heeft het geprobeerd om een illegale situatie te regulariseren.

Kortom, dergelijk bedrijf hoort NIET thuis in een woonkern. Bovendien wordt er onder het mom van recyclage afval gestort 6.6.8.1. BVBA DEMAN-BRYS (Lauwe) Bedrijven in overtreding kunnen niet geregulariseerd worden via deze gewestplanwijziging! Het spoor vormt weliswaar een scheiding in de bouwzone, maar geen scheiding tussen industriegebied en woonzone.

Voorts zijn er het afgesloten uitzicht, de geluids-, stank- en afvalhinder. Ook hier wordt andermaal een uitgangspunt ter beoordeling van de aanvraag tot gewestplanwijziging geschonden: "het onderzoek houdt zowel rekening met de economische als met de ruimtelijke situatie van het bedrijf".

Bij een cumulatie van al deze punten, kan het niet anders zijn dan dat ze een nefaste invloed uitoefenen op de werking van het kantoor van de vennootschap. 6.6.8.2. DEMAN-BRYS (Lauwe) Bedrijven in overtreding kunnen niet geregulariseerd worden via deze gewestplanwijziging. Het spoor vormt weliswaar een scheiding in de bouwzone, maar geen scheiding tussen industriegebied en woonzone.

Voorts zijn er het afgesloten uitzicht, de geluids-, stank- en afvalhinder. Ook hier wordt andermaal een uitgangspunt ter beoordeling van de aanvraag tot gewestplanwijziging geschonden: "het onderzoek houdt zowel rekening met de economische als met de ruimtelijke situatie van het bedrijf".

Bij een cumulatie van al deze punten, kan het niet anders zijn dan dat ze een nefaste invloed uitoefenen op de werking van het kantoor van de vennootschap. 6.6.9. VANDENBUERIE DENISE (Lauwe) Als alleenstaande bejaarde ervaart bezwaarindienster de omgeving als zeer onveilig door het zware en roekeloze verkeer. Ook de stank- en de milieuhinder maken het onmogelijk om in de tuin te zitten tijdens de zomermaanden. Een dergelijk bedrijf hoort helemaal niet thuis in een woonzone. 6.6.10. DECLERCQ-SERLET (Lauwe) De bewering dat het gebied voldoende is afgeschermd d.m.v. de spoorlijn is niet correct. De stank is bij wijlen ondraaglijk en de verkeerssituatie is verre van veilig. Ook stof en lawaai zijn hier dagelijkse kost.

De Commissie stelt dat maatregelen betreffende milieuhinder en verkeersveiligheid geen deel uitmaken van de procedure van een gewestplanwijziging.

De Commissie stelt vast dat een bufferzone werd voorzien ten noorden van het industriegebied tussen deze zone en het woongebied. Dat dergelijke bufferzone, andere dan deze voorzien bij de industriezones (koninklijk besluit van 28 december 1972) dient tot het scheiden van bestemmingen die moeilijk met elkaar te verzoenen zijn.

Dat rekening houdend met de mogelijke hinder, die de activiteiten van het daar gevestigde bedrijf kunnen ontwikkelen, en de omsloten situatie van het bedrijf een dergelijke bufferzone aan de zuidkant binnen de industriezone wenselijk zou zijn.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond en adviseert een bijkomende bufferzone in de industriezone. De Commissie verwijst naar haar advies onder Menen E), blz. 12. 8. Bezwaren m.b.t.de gronden binnen de verkeerswisselaar "Het Ei" 8.1. NCMV Regio Kortrijk Het onverantwoord vinden van de inbreng van een evenementenhal binnen het opritcomplex beperkt de uitbouw van de campus Hallen. Door de complementariteit van de 3 functies (beurzen) congressen en evenementen) is dit de enige zone waar de inbreng verantwoord is. 8.2. ACW De bestemmingswijziging van het Europark van bosgebied naar parking is een te éénzijdige benadering. In het kader van de ontwikkelingen van "Hoog Kortrijk" wordt voorgesteld deze zone als bestemming te geven: "Gemengde zone voor gemeenschapsvoorzieningen en diensten" (= wijziging van artikel 11 van de aanvullende stedenbouwkundige voorschriften). 8.3. cv Hallen Kortrijk Zijn akkoord met de bestemmingswijziging van bosgebied naar parking omwille van de noodzaak een uitwijkparking te voorzien voor de naastliggende gemeenschapsvoorzieningen.

Zijn niet akkoord met het feit dat wordt gesteld dat het bijkomend inbrengen van een evenementenhal onverantwoord is en dat de ontsluiting van de parking steeds via de Hallen dient te gebeuren.

Deze toelichting houdt een afbreuk in met de groeistrategie van de Hallen. De verdere uitbreiding van de Hallen kan enkel en alleen gebeuren binnen "Het Ei".

De 1500 à 2000 wagens die straks binnen "Het Ei" kunnen parkeren enkel toegang verlenen tot "Het Ei" via de Hallenterreinen zal leiden tot een gigantische overbelasting ervan en van de omgeving en tot chaotische toestanden. Een bijkomende op- en afrit zal de situatie veel verkeersveiliger maken. Er wordt ook gepleit voor een rechtstreekse toegang tot het Hallencomplex vanaf de E17. 8.4. Kamer voor Handel en Nijverheid Is van oordeel dat de oorspronkelijk voorziene stedenbouwkundige ontwikkeling met gebouwen en parking binnen "Het Ei" past in de visie van een geconcentreerde uitbouw van grootschalige activiteiten in de tertiaire sector.

Ook vanuit bereikbaarheidsoogpunt is de ontwikkeling en bundeling van activiteiten op die plaats van wezenlijk belang enerzijds ten aanzien van het openbaar vervoer waarvan de exploitatiemogelijkheden en de frequentie van de lijnen kunnen worden geoptimaliseerd en anderzijds ten aanzien van het autoverkeer door de nabijheid van verschillende belangrijke verkeersassen waarbij een rechtstreekse toegang tot de nieuwe parkings binnen "Het Ei" de verkeersafwikkeling in de omgeving beter kan regelen en de druk op de omgeving verminderen.

De opties in de voorliggende wijziging van het gewestplan Kortrijk remmen een evenwichtige ontwikkeling af en moeten worden bijgestuurd in functie van de voorgestane ontwikkeling van het gebied. 8.5. Matexpo Pleit ervoor dat naast een rechtstreekse toegang tot het Hallencomplex naar "Het Ei" ook zou voorzien worden in een rechtstreekse op- en afrit van "Het Ei" naar de E17 zoniet zal dit leiden tot een chaotische verkeershinder op de Doorniksesteenweg en de Kennedylaan zowel gedurende de expodagen als gedurende de opbouw- en afbraakdagen. 8.6. vzw Hoog Kortrijk Samenvattend: de mogelijkheid moet blijven bestaan om binnen de verkeerswisselaar gebouwen te voorzien en een rechtstreekse toegang tot de nieuwe parkings in het Ei is de beste oplossing om de verkeersafwikkeling in de omgeving beter te regelen.

Beste bestemming: gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

De omgeving van de Hallen wordt uitgebouwd tot een multifunctionele zone voor grootschalige activiteiten.

De gronden gelegen binnen de verkeerswisselaar het Ei zijn de noodzakelijke uitbreidingsmogelijkheid voor deze ontwikkeling.

Deze visie werd op 15 juli 1996 bekrachtigd door de gemeenteraad van Kortrijk.

I. De uitbouw van deze zone is conform de visie van het Structuurplan Vlaanderen dat opteert voor het concentreren en bundelen van activiteiten in stedelijke gebieden. De ontwikkeling van Kortrijk langs de Noord-zuidas is een garantie voor een gebundelde, geconcentreerde ontwikkeling en vormt het stedenbouwkundig antwoord op de betrachting om het ongeordend uitzwermen van functies tegen te gaan. De omgeving van de Hallen is het gebied voor grootschalige activiteiten.

II. De zone kan zowel met het openbaar als met privé-vervoer worden bereikt. De bundeling van activiteiten is gunstig voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer en laat ook een meervoudig gebruik van parkeerplaatsen toe.

Het voornaamste lijkt het concentreren van nieuwe grootschalige activiteiten op een dusdanige manier dat zij vanaf nu door een systeem van openbaar vervoer kunnen worden bediend. Door de concentratie van de ontwikkelingen langs de noord-zuidas kan zich in de toekomst een sterke openbaar vervoeras ontwikkelen die de verschillende delen van de stad met elkaar verbindt. Ook hier worden park-and- ride parkeerplaatsen voorzien.

Openbaar vervoer zal een steeds belangrijkere rol spelen in de stedelijke verkeersafwikkeling maar de aard van de activiteiten en de uren waarop deze plaatsvinden zijn van die aard dat er ook veel autoverkeer zal worden aangetrokken. Deze druk moet worden opgevangen en mag niet op de omgeving worden afgewenteld.

Door het samenleggen van activiteiten die afwisselend overdag en 's avonds volk aantrekken is een meervoudig gebruik van de parkeerplaatsen mogelijk en kan het bijkomend creëren van parkeerplaatsen worden beperkt.

III. De bouwmogelijkheden binnen de gronden van het Ei zijn belangrijk voor de uitbouw van de zone tot polyvalent gebied.

In de studie van de verschillende inplantingsmogelijkheden van de gebouwen is gebleken dat een te grote concentratie van verschillende functies naast mekaar problemen kan opleveren van bereikbaarheid en verkeersafwikkeling. Daarom moet de mogelijkheid blijven bestaan om in het Ei te kunnen bouwen. Het komt erop aan maximale flexibiliteit te behouden.

IV. Voor de ontsluiting van het autoverkeer werd een globaal plan uitgewerkt dat een vlotte verkeersafwikkeling moet garanderen en de druk op de omgeving moet verminderen. Parkeerproblemen in de omgeving bij grote manifestaties moeten worden opgelost door de invoering van blauwe zone en de aanleg van bijkomende parkings. Enkel bij grote manifestaties blijken de aanloopstroken tot de parkings niet voldoende groot (onvoldoende buffercapaciteit) en zijn er verkeersproblemen. De inplanting van een fimzalencomplex en een evenementenhal verandert de situatie in die zin dat er veel meer sprake is van geconcentreerde verkeersbelastingen voor en na de voorstellingen. Oplossing: het algemeen circulatieplan.

Beschrijving. 4.1. Algemene structuur van Hoog Kortrijk: moet de bestaande grootschalige functie in een logisch verband ordenen en de basislijnen vastleggen voor toekomstige ontwikkelingen.

Centrale stadsas: de Doorniksesteenweg (vooral gericht op openbaar vervoer, fietsers en plaatselijk autoverkeer). Typologisch een stedelijke hoofdstraat met meestal kleinere percelen die rechtstreeks toegang geven op deze straat.

De Beneluxlaan daarentegen is de verdeelweg voor het autoverkeer en geeft verbinding met het regionaal verkeersnet (ringlaan en autosnelweg). Is gekenmerkt door 3 grote ronde punten die toegang geven tot straten waarop de toegangen voor auto's van de bestaande en toekomstige grote functies worden geënt. Op deze Beneluxlaan worden dus geen gebouwen meer rechtstreeks ontsloten.

Een lus voor openbaar vervoer doorheen het gebied Hoog Kortrijk verbindt de belangrijkste functies onderling en brengt ze op een snelle manier in verbinding met de binnenstad. 4.2. Nieuwe aftakking op het Ei rond Gent: Doel: druktste weefzone van het Ei te ontlasten.

In samenspraak met AWV werd een alternatief uitgewerkt om deze bijkomende afrit verkeersveiliger te maken en meteen ook de mogelijkheid geeft de gronden gelegen in het Ei te ontsluiten. 4.3. Betere verkeersafwikkeling op het Ei: Door de aanleg van een nieuwe aftakking naar Gent werden 2 doelstellingen bereikt: de weefzone kant Hallen komt te vervallen: de voertuigen worden op afzonderlijke banen ofwel naar het Ei ofwel naar de E17 geleid wat de capaciteit merkelijk verhoogt maar vooral de verkeersveiligheid en de gronden binnen het Ei worden rechtstreeks toegankelijk vanop het Ei wat de capaciteit van de omgeving van de Hallen verdubbelt.

Door de cirkelconstructie ontstaat een zeer grote bufferzone.

Deze ingreep kan eenvoudig door een herbelijning van deze zone van het Ei. 4.4. Rechtstreekse toegang van het Hallencomplex naar het Ei: voordelen: 1. het verkeer vertrekkende uit de parking van de Hallen wordt niet langer gemengd met het stedelijk verkeer op de Kennedylaan;2. de situatie voor de fietsers op de Kennedylaan wordt veiliger doordat zij niet meer worden gemengd met de grote flux auto's vertrekkende uit de parking;3. de uitrijcapaciteit vanuit de Hallen wordt vergroot. Deze ingreep vergt geen bijkomende investeringen aangezien deze uitrit vanuit het Hallencomplex gebruik maakt van een bestaande rijstrook op het Ei. 4.5. Rechtstreekse toegang tot het Hallencomplex vanaf de E17: De uitrit die nu vertrekt vanop de E17 richting Hallen en Doorniksesteenweg kan in de toekomst exclusief worden voorbehouden voor de toerit tot de Hallen.

Positieve gevolgen: 1. de capaciteit vergroot opmerkelijk (geen verkeerslichten meer op de Doorniksesteenweg);2. het stedelijk verkeer en het openbaar vervoer op de Noord-Zuidas worden niet meer gehinderd door het piekverkeer naar de Hallen;3. het fietsverkeer op de Noord-Zuidas wordt veiliger omdat er geen conflict meer is met verkeer naar de Hallen. Kan in hoofdzaak met een herbelijning worden gerealiseerd. 4.6. Rotonde aan het kruispunt van de Beneluxlaan en de Kennedylaan: Doel: 1. de stedelijke structuur van het gebied te verduidelijken;2. de verkeersveiligheid te verhogen;3. de ongelijkmatige verkeersstromen beter te verwerken. Aangevat in april 1998. 4.7. Reorganisatie van de parking en realisatie van één gemeenschappelijk parkeerbeleid.

Hierbij wordt vooral gezorgd voor grotere in- en uitrijstroken zodat een veel grotere buffercapaciteit ontstaat.

V. De realisatie van een bijkomende afrit vanop het Ei naar de Hallencampus is noodzakelijk voor een goede verkeersafwikkeling en voor het verminderen van de belasting op stedelijke wegen.

In het structuurplan Vlaanderen en de mobiliteitsplannen wordt gestreefd naar een hiërarchie van wegen.

Door de complexiteit van het Ei is het moeilijk te zeggen welke delen van deze verkeerswisselaar behoren tot welk niveau van uitwisseling.

Door het feit dat de functies op de Hallencampus ook niet eenduidig te definiëren zijn (sommige hebben een betekenis op Vlaams niveau en andere op regionaal niveau) lijkt het logisch dat de aftakking op de verkeerswisselaar kan gebruikt worden voor beide niveaus.

Gevolgen op het wegennet bij het volledig uitvoeren van het geprojecteerde programma (zie berekeningen in bijlage): - belasting van de verschillende toegangen In geval van 3 toegangen tot de Hallencampus (Doorniksesteenweg, Kennedylaan, Ei) blijken de verschillende toegangen vrij gelijkmatig verdeeld en zijn er geen problemen voor de toegankelijkheid van het Hallencomplex.

Indien er slechts 2 toegangen zijn, zal de toegang langs de Kennedylaan overmatig worden belast (1600 pae/uur) en zullen er problemen ontstaan op de Kennedylaan (op de linksafslagstroken komende van het Ei) die invloed zullen hebben op de afwikkeling van de rotonde. - verkeersafwikkeling op het Ei Wanneer er 3 toegangen zijn tot de Hallencampus, blijven de verkeersstromen op alle takken van het Ei beneden hun maximumcapaciteit.

Indien er geen rechtstreekse toegang tot het Ei zou zijn, wordt de toevoerweg Eirotonde overlast (+1600 pae/uur) zodat er problemen van verkeersafwikkeling zullen ontstaan op deze tak en op de rotonde. - algemeen Voorgaande berekeningen werden uitgevoerd voor piekmomenten die zich een tien of twintigtal keer per jaar zullen voordoen. Op alle andere ogenblikken zal de verkeersbelasting (veel) lager liggen.

Maar ook op piekmomenten is een goede verkeersafwikkeling gewenst en alleen een 3e toegang tot het Hallencornplex zorgt voor een vlotte en veilige verkeersafwikkeling.

Een bijkomende aftakking op het Ei is de beste oplossing opdat de Kennedylaan en de Doorniksesteenweg hun functie van stedelijke wegen optimaal kunnen blijven spelen.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond wat betreft de ontsluiting via de verkeerswisselaar. De Commissie stelt dat het gebied de bestemming gemeenschapsvoorziening en openbaar nutsvoorziening dient te krijgen. De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 3. 9. Bezwaren m.b.t. de ontginningsgebieden 9.1. NV KORIMCO Kortrijk- Pottelberg Er zijn geen opmerkingen met betrekking tot deze bestemmingswijziging want ze was voorzien in het BPA nr. 61. Betrokkenen zijn van oordeel dat het een gemiste kans is om het woonuitbreidingsgebied dat één geheel uitmaakt met voornoemde 4,8 ha eenzelfde bestemming te geven conform het aangehaalde BPA. Kortrijk E17 De landbouwbestemming van de gronden ten noorden van de E17 is naar de toekomst toe volledig achterhaald (landbouwkundige exploitatie is niet meer mogelijk en de terreinen vormen één geheel met de omliggende nieuwe industriegebieden). Betrokkenen stellen een regionaal bedrijventerrein voor.

De Commissie stelt dat de locatie ten noorden van de E17 geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek van deze gewestplanwijziging en verwijst naar haar standpunt onder knelpunten nr. 5.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk doch ongegrond. 9.2. BVBA TIBERGIJN Een bestemmingswijziging van hun percelen tot industriegrond als tot woongebied dringt zich op (hun perceel zou dan onmiddellijk aansluiten met het ten zuiden van de Hazebeek bestaande woongebied).

Indien er een overgang moet gerealiseerd worden tussen dit laatstgenoemde woongebied en het vroegere ontginningsgebied zou het logisch zijn dat de bufferzone wordt ingekleurd op de grond (= afvalstort) die uiteindelijk de oorzaak is van de noodzaak om een overgang tot stand te brengen. Het is dus onredelijk dat het perceel van betrokkenen daartoe wordt aangewend. 9.3. NV IMMO LYS Gezien het thans bestaande gebruik van hun gebouwen (hangars) dringt een bestemmingswijziging van hun percelen tot industriegrond zich op.

In subsidiaire orde vraagt men of de zone waarin de gebouwen zich bevinden landbouwgrond zou blijven.

De overheid heeft zich bij het ontwerp van gewestplan gebaseerd op luchtfoto's waarop de hangars van bestrokkene niet vermeld staan. Men vraagt dus dat de correcte en volledige gegevens aan het dossier worden toegevoegd zodat blijkt dat de bufferzone slechts kan worden aangelegd tot aan de westergrens in plaats van tot aan de noordergrens van de percelen.

Indien er een overgang moet gerealiseerd worden tussen enerzijds de woonzone ten zuiden van de Hazebeek en het vroegere ontginningsgebied zou het logisch zijn dat de bufferzone wordt ingekleurd op de grond (= afvalstort) die uiteindelijk de oorzaak is van de noodzaak om een overgang tot stand te brengen. Het is dus onredelijk dat het perceel van betrokkenen daartoe wordt aangewend.

Tenslotte is de voorgestelde gewestplanwijziging onwettig omdat een bufferzone enkel als overgangsgebied kan dienen en niet voor enig ander stedenbouwkundig doel mag aangewend worden. 9.4. NV STEVAN Als algemeen bezwaar wordt aangehaald dat het dossier niet de documenten bevat die op afdoende wijze de gewestplanwijziging onderbouwen en motiveren.

Er zijn ook concrete bezwaren: - B.VI. 30 Lendelede-ontginningsgebied Het RSV stelt dat het opmaken van gebiedsgerichte visies gebeurt in een sectoraal overleg met alle betrokkenen en gekaderd worden in het ruimtelijk beleid voor het gebied. Nergens is er iets terug te vinden aangaande dergelijke visie (er is niet eens overleg gepleegd). Ten tweede is er, in tegenstelling tot wat in de toelichtingsnota beweerd wordt, geen enkel verband tussen de ligging van een ontginningsgebied en de nabijheid van een steenbakkerij. Voorts is het onjuist te stellen dat het andere ontginningsgebied te Lendelede tegemoetkomt aan de onmiddellijke behoeften en tenslotte zal er door de wijziging een waardevermindering optreden (de grond werd immers aangekocht met het oog op ontginning). - B.VI. 32 ontginningsgebied Bergkapel Het gaat om een gedeeltelijke wijziging in bufferzone. Volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 dient een afzonderingsgordel aangelegd te worden binnen de ontginningszone en niet eveneens er buiten. Een ander gedeelte van het gebied wordt gewijzigd in landelijk woongebied: dit is in strijd met het RSV dat versnippering van bewoning in het buitengebied wil tegengaan. De wijziging van landbouw naar groenzone kan pas zinvol zijn wanneer deze gelijktijdig en in combinatie met de realisatie van de nabestemming als ontginningszone gebeurt. Tenslotte gaat men niet akkoord met de bewering dat de bestemmingswijziging verder gedetailleerd zal worden in een BPA (dit is een uitholling van de bevoegdheid van het Vlaams Gewest). 9.5. KAREL VANDEPUTTE Als algemeen bezwaar wordt aangehaald dat het dossier niet de documenten bevat die op afdoende wijze de gewestplanwijziging onderbouwen en motiveren.

Er zijn ook concrete bezwaren met betrekking tot het ontginningsgebied te Lendelede (B.VI.30): Het RSV stelt dat het opmaken van gebiedsgerichte visies gebeurt in een sectoraal overleg met alle betrokkenen en gekaderd worden in het ruimtelijk beleid voor het gebied. Nergens is er iets terug te vinden aangaande dergelijke visie (er is niet eens overleg gepleegd). Ten tweede is er, in tegenstelling tot wat in de toelichtingsnota beweerd wordt, geen enkel verband tussen de ligging van een ontginningsgebied en de nabijheid van een steenbakkerij. Tenslotte is het onjuist te stellen dat het andere ontginningsgebied te Lendelede tegemoetkomt aan de onmiddellijke behoeften. 9.11. NV LIANIL Deze patrimoniumvennootschap is eigenaar van de gronden en van de gebouwen terwijl de NV Henri Govaere er opstalhouder en gebruiker van is. Deze laatste exploiteert aldaar een aannemingsbedrijf sinds 1954.

Doordat er door verschillende besturen geadviseerd werd dat niets zich tegen de verdere uitbating van het bedrijf verzet, wordt inname van bijkomende open ruimte in het buitengebied vermeden waardoor de doelstelling van het RSV gerealiseerd wordt. De bestemming van het bedrijf werd zowel door het BPA nr. 14 als door het sectoraal BPA erkend.

Het is echter zo dat, gezien de reeds sinds lang bestaande bedrijfsactiviteit, een bestemmingswijziging van de percelen naar industriegrond zonder andere nabestemming zich opdringt. Dit zou aansluiten bij de bestaande gewestplanvoorschriften volgens dewelke zich aan de zuidkant van het perceel een klein industrieterrein bevindt. In subsidiaire orde wordt er gevraagd om het perceel de bestemming woongebied te geven omdat de bedrijfsactiviteit daar namelijk compatibel mee is. Het bedrijf is trouwens vanaf de straatzijde nauwelijks als dusdaning herkenbaar.

De voorgestelde nabestemming als bosgebied is niet aanvaardbaar omdat door het niet kunnen gebruiken van het perceel 184 r 3 de bedrijfsuitbating wordt geschaad. Bovendien zijn de aangebrachte groenschermen compatibel met het achter het voornoemd perceel gelegen gebied. m.b.t. tot de bezwaren 9.2, 9.3, 9.4, 9.5. en 9.11: De Commissie verwijst naar haar advies onder de gemeente Lendelede, in verband met de zone Bergkapel.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond wat betreft een aanpassing aan de reële toestand en de afschaffing van de T-zone en rekening houdend met de bestaande bebouwing. 9.6. KORAMIC algemene bezwaren Men aanvaardt niet dat er in de voorliggende wijziging een aantal kleiwinningsgebieden geschrapt worden zonder dat er een integrale belangenafweging gebeurde op grond van een lange termijnvisie met betrekking tot localisatie en eventuele herschikking van deze gebieden. De overheid haalt aan dat de steenbakkerij niet meer actief is. Dit is om volgende redenen onaanvaardbaar: 1. noch in het koninklijk besluit van 28 december 1972 noch in het gewestplan zelf wordt voorzien dat de ontginning voor bepaalde ondernemingen kan of moet aangewend worden op zo'n wijze dat de afvoer van de ontgonnen grondstoffen naar andere locaties niet zou zijn toegelaten;2. de problematiek van de kleiwinning mag niet eng geografisch bekeken worden daar de markt van de keramische produkten enorm gediversifeerd is. specifieke bezwaren B.II.15. Waregem-Zavelput, kleiontginningsgebied Het eenzijdig schrappen van een gebied voor de ontginning van een natuurlijke rijkdom (zand) zonder dat dit kadert in een integrale afwerking kan, vanuit een bezorgdheid voor de continuïteit in de grondstoffenbevoorrading voor de sector, niet worden aanvaard.

B.VI.29. Zwevegem-Knokke, ontginningsgebied Er is geen fundamenteel bezwaar tegen de wijziging naar park -en agrarisch gebied op voorwaarde dat er een gelijke oppervlakte aan ontginningsgebied zou worden toegevoegd aan het kleiwinningsgebied van Heestert.

B.VI.30. Lendelede, ontginningsgebied Na aftrek van de randzones en van niet bruikbare bedekking bevat deze site nagenoeg 1 000 000 m3 zeer kwalitatieve dakpannenklei. Het eenzijdig schrappen los van de totale aanpak van de problematiek van de natuurlijke rijkdommen in de regio is onaanvaardbaar. 9.7. AFDELING NATUURLIJKE RIJKDOMMEN EN ENERGIE Het betreft het schrappen van het ontginningsgebied aan de Leiekant (Waregem), hetwelk nog een zandvolume bergt van minstens 500 000 m3.

Zolang er geen alternatief is weerhouden, kan niet akkoord worden gegaan met het eenzijdig schrappen van oppervlakten bestemd voor het winnen van grondstoffen. 9.8. AFDELING NATUURLIJKE RIJKDOMMEN EN ENERGIE Het betreft het schrappen van het ontginningsgebied aan de Beiaardlinde (Lendelede), hetwelk nog een zand- en kleivolume bergt van minstens 1 000 000 m3. Het eenzijdig doordrukken van een recente optie ten nadele van de veronderstelde rechtszekerheid via het gewestplan past niet in een beleid op langere termijn. Zolang er geen alternatief is weerhouden, kan niet akkoord worden gegaan met het eenzijdig schrappen van oppervlakten bestemd voor het winnen van grondstoffen. 9.9. AFDELING NATUURLIJKE RIJKDOMMEN EN ENERGIE Het betreft het schrappen van het ontginningsgebied aan de Bergelen (Wevelgem). Van de oorspronkelijke oppervlakte is er nog ongeveer 75 % ontginbaar en de niet aangesproken oppervlakte bergt nog een zandvolume van minstens 1 000 000 m3. Het eenzijdig doordrukken van een recente optie ten nadele van de veronderstelde rechtszekerheid via het gewestplan past niet in een beleid op langere termijn. Zolang er geen alternatief is weerhouden, kan niet akkoord worden gegaan met het eenzijdig schrappen van oppervlakten bestemd voor het winnen van grondstoffen. 9.10. AFDELING NATUURLIJKE RIJKDOMMEN EN ENERGIE Het eenzijdig doordrukken van een recente optie ten nadele van de veronderstelde rechtszekerheid via het gewestplan past niet in een beleid op langere termijn. Na een geologische benadering en het inschatten van de praktische haalbaarheid in verband met beschikbare oppervlakte en toegankelijkheid werd een compenserende oppervlakte ingetekend aan de Kwadestraat.Zolang er geen alternatief is weerhouden, kan niet akkoord worden gegaan met het eenzijdig schrappen van oppervlakten bestemd voor het winnen van grondstoffen in dit geval Zwevegem Lettenhof. 2.2.3. KERVYN DE LETTENHOVE (Louvain-la-Neuve) (Lettenhof) Benadrukt het enorme waardeverlies van de grond en stelt dat de desinteresse van de firma Koramic ervoor niet onmiddellijk tot een bestemmingswijziging moet leiden. Ook voor de pachter van de grond zal dit uiteraard een financiële aderlating betekenen (verlies van 27 % oppervlakte). Uit dit laatste gegeven vloeit dan ook nog het dreigende mestoverschot voort. Tenslotte verdenkt betrokkene de overheid ervan een verdoken "onteigeningspolitiek" te voeren. 2.2.12.1. LATEUR GUIDO (Zwevegem) (Lettenhof) 27 % van de in het bezit van betrokkene zijnde gronden zouden in het voorgestelde parkgebied terechtkomen. Het gaat om zeer vruchtbare zandleemgronden die drainagewerken ondergaan hebben en die uitermate geschikt zijn voor akkerbouwteelten. Een logisch inkomensverlies zal het resultaat zijn en bij de minste verstrenging van het mestdecreet zal een mestoverschot ontstaan. Daar er een tendens is tot grondgebondenheid, ook in de varkenssector, leidt dit alles tot een verre van rechtszekere positie wanneer de milieuvergunning van het bedrijf hernieuwd moet worden. De eventuele financiële tegemoetkoming zal geen garantie aan betrokkene kunnen geven dat hij een gelijkaardig perceel in de directe omgeving zal kunnen vinden. Dat de betrokken gronden levensnoodzakelijk zijn voor hem, hoeft dus geen twijfel. 2.2.10. DECUYPERE MONIQUE (Zwevegem) (Lettenhof) Ongeveer 90 % van de hoeve zal in parkgebied komen te liggen, wat zware gevolgen zal teweegbrengen m.b.t. de eigen ruwvoederwinning voor melkvee; tengevolge van het ontstane grondgebrek komen zowel bijkomende melkquota als premies in het gedrang. Ook mestoverschotten zu!len niet geringe proporties aannemen. 2.2.11. GOETHALS ETIENNE (Brugge) (Lettenhof) Volgens betrokkene bestaat het risico dat de reeds karig beschikbare landbouwgrond nog verder wordt opgesplitst, waardoor de hofstede niet meer rendabel zal zijn en waardevermindering van het geheel met zich brengt (gebouwen kunnen voor geen enkel ander doeleinde aangewend worden). Ook het feit dat er in Lendelede ontginningsgebied niet tot park wordt omgevormd, wekt het idee dat er met twee maten en twee gewichten wordt gewerkt.

De Commissie stelt dat de bevoorrading van grondstoffen dient verzekerd te worden en dat de afdeling natuurlijke rijkdommen en energie ter zake bevoegd is. De Commissie stelt dat de bezwaren van eigenaars en pachters van de locatie Lettenhof handelen over het verdwijnen van landbouwgronden. De Commissie stelt vast dat deze gronden op het vigerend gewestplan de bestemming ontginningsgebied hebben en geen agrarisch gebied. De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond wat betreft het behoud van de hoofdbestemming ontginningsgebied en adviseert als nabestemming de bestemming opgegeven in het ontwerp-gewestplan. 10. Bezwaren m.b.t. bos- en natuurgebieden OMGEVING GAVERDOMEIN 10.1.1. DEGEZELLE-DEVOS (Harelbeke-Heirweg) Indien de voorgestelde wijziging wordt uitgevoerd, zullen betrokkenen een groot stuk van hun bedrijfsoppervlakte verliezen. Het resultaat zal bestaan uit schade aan het allaam en een demotivatie bij de kinderen van de eigenaars. Het ontnemen van het zelfstandigen initiatief kan niet blijven voortduren! De Commissie stelt dat bedrijf van bezwaarindiener, volgens het vigerend gewestplan gedeeltelijk gelegen is in woongebied en gedeeltelijk in zone voor verblijfsrecreatie, dat de bestemming van het gedeelte gelegen in verblijfsrecreatie verandert in bosgebied en dat de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf in het gedrang komen.

De Commissie stelt echter dat, omwille van de eigendomsstructuur, het wenselijk zou zijn om de bestemming bosgebied slechts door te trekken tot de grens van het perceel en de eigendom van betrokkene integraal in te kleuren als woongebied.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond. 10.1.2. JEAN MATTHIJS-DE BRABANDERE (Kortrijk) Hun eigendom wordt ten onrechte als bosgebied ingekleurd. Ze vragen om het zijn feitelijke stedenbouwkundige bestemming van bouwgrond terug te geven omwille van de financiële inspanningen van destijds.

Bovendien paalt het perceel aan het stedelijk gebied van de gemeente Harelbeke waarmee het één gesloten geheel vormt. Een bouwzone aldaar zou een gezonde woongelegenheid tot stand brengen met een optimale ontsluiting naar de autosnelwegen in de buurt. 10.1.3. MATTHIJS-DEBRABANDERE (Kortrijk) In aanvulling op hun eerste schrijven, willen betrokkenen de aandacht vestigen op de tegenstrijdigheid die bestaat tussen de gewestplanwijziging en de ingesloten nota. De "fout" bestaat erin dat in beide documenten een verschillende oppervlakte wordt aangegeven welke onderhevig is aan omzetting van agrarisch gebied naar bosgebied.

Om een procedure voor de Raad van State te vermijden, stellen ze een compromis voor: "de strook grond langsheen de Heirweg (117 m lang en 50 m diep) als bouwgrond te voorzien".

De Commissie adviseert, rekening houdende met de motivatie van de bezwaarindiener, de omvorming van het bosgebied gelegen tussen de industriezone en het woongebied langs de Heirweg te Deerlijk/Harelbeke tot woongebied tot op een diepte van 50 m, aansluitend met de woonzone van het vigerend gewestplan.

De Commissie verklaart met 4 stemmen tegen het bezwaar ontvankelijk en gegrond. 10.1.4. PIERRE EN TOM VANDEWALLE (Deerlijk) Ze dreigen 80 % van hun bedrijfsoppervlakte te moeten inleveren. Ook sommige bedrijfsgebouwen worden gedeeltelijk opgenomen als "ecologisch waardevol landbouwgebied" ! Een melkveebedrijf is bovendien meer dan welke andere exploitatievorm gebonden aan het gebruik van intensief weiland rondom de bedrijfszetel. Alle gronden die gelegen zijn in het 'agrarisch gebied met ecologische waarden hebben dure draineringswerken ondergaan en hebben dus reeds jarenlang hun oorspronkelijk karakter verloren. Er zal ook een enorme waardevermindering van de gronden ontstaan en er zullen strengere bemestingsnormen worden opgelegd. Ook de rechtszekerheid die bestond met het BPA "De Gavers" wordt volledig ondermijnd. Tenslotte zal het vegetatiewijzigingsbesluit van toepassing worden dat kan resulteren in een discussie over het al dan niet nodig zijn van een vergunning om grasland te kunnen scheuren. 10.1.5. DESMET-MAES (Harelbeke) De boomkwekerij van betrokkenen zal voor 50 % inkrimpen waardoor een uitbreiding van het familiebedrijfje onmogelijk wordt. De zoon des huizes ziet zo alle kansen tot overname van een rendabel bedrijf verloren gaan. Er werden recentelijk veel inspanningen geleverd op het vlak van het milieu. Vrezen dat ze geen vergunning meer zullen krijgen voor uiterst noodzakelijke overwinteringsserres.

Tenslotte zal er een aanmerkelijke waardevermindering van de gronden optreden en wordt de rechtszekerheid op grond van het BPA "De Gavers" compleet ondermijnd. 10.1.6. DESMET GEBRIEL (Harelbeke) Er wordt gevraagd om de gebieden die ingekleurd zijn als "ecologisch waardevol landbouwgebied" in hun oorspronkelijke bestemming terug te plaatsen om de leefbaarheid van een aantal bedrijven in de omgeving niet in gevaar te brengen. De bestemming "landschappelijk waardevol gebied" werd bevestigd in het BPA "De Gavers" en heeft reeds gedurende jaren zijn diensten bewezen. Er is dan ook geen enkele reden waarom dit gebied aan een omvorming zou moeten worden onderworpen. Er zal een gevoelige waardevermindering van gronden ontstaan en er zullen strengere bemestingsnormen opgelegd worden. Tenslotte zal er een toestand van rechtsonzekerheid geschapen worden. 10.1.7. VERHOYE PIET EN COLLEGA-LANDBOUWERS (Harelbeke) Heel wat jonge bedrijven worden door de voorliggende gewestplanwijziging getroffen. Vooral de bedrijfsoppervlakte heeft eronder te lijden. Ook de rechtszekerheid die bestond met het BPA "De Gavers" wordt volledig ondermijnd. Tenslotte zal het vegetatiewijzigingsbesluit van toepassing worden dat kan resulteren in een discussie over het al dan niet nodig zijn van een vergunning om grasland te kunnen scheuren.

De Commissie stelt dat deze bedrijven gelegen in agrarisch waardevol gebied, reeds aan een aantal beperkingen onderhevig zijn.

De Cornmissie stelt dat de wijziging naar ecologisch waardevol gebied verantwoord is vanwege de drinkwatervoorziening in de vijver van de Gavers en het aangrenzend natuurgebied.

De Commissie verklaart met 2 onthoudingen de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

BOS - EN BOSUITBREIDING WAREGEM. 10.1.8. NUYTTEN PAUL (Waregem) Vraagt om de betrokken gronden als agrarisch gebied te handhaven, want anders zal er een verlies aan bedrijfsoppervlakte optreden waardoor de leefbaarheid van de hoeve in het gedrang komt. Betrokkene is nog zeer jong en heeft 3 kleine kinderen en werd reeds zwaar getroffen door onteigeningen in het kader van Flanders Field. 10.1.9. SNAUWAERT FRANS (Waregem) Als uitbater van een landbouwbedrijf zouden de belangen van betrokkene en van zijn kinderen geschaad worden mochten de voorliggende plannen uitgevoerd worden. Er zal ook een waardevermindering van de gronden optreden tengevolge van de onzekere rechtssituatie waarin men zich bevindt. 10.1.10. LANDELIJKE GILDE WORTEGEM De weilanden gelegen in de secties B nr. 841X, 842K en 842L worden gebruikt door Joris Snauwaert, zoon van Frans, die er een landbouwbedrijf uitbaat. De gilde wil niet dat de bestemming van deze gronden gewijzigd zou worden. 10.1.17. DEFORCHE ANTOON (Waregem) Stelt voor om zijn perceel en dat van zijn buurman in een woonzone onder te brengen. Wat betreft de ruime achtergronden van de percelen zijn betrokkenen akkoord om er een bosuitbreidingsgebied van te maken.

De Commissie stelt dat het de optie is van de Vlaamse regering om dit bosuitbreidingsgebied een bufferende functie te geven tussen de waardevolle bossen op het grondgebied van Wortegem en het milieubelastende industriegebied anderzijds.

De Commissie stelt dat de woningen in het betrokken gebied zonevreemd zijn, en dat de bestemming van de grondkleur behouden blijft tot de verwezenlijking van het bosgebied.

De Commissie verklaart met 1 onthouding de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

BOS - EN BOSUITBREIDING ANZEGEM, 10. 1.13. LANDELIJKE GILDE ANZEGEM De leden vragen of de oorspronkelijke bestemming van het gebied behouden zou blijven. Het volledig bebossen van Hemsrode en omgeving zou het vernietigen betekenen van een enig en uniek weidelandschap dat bekend staat als wandelgebied. 10.1.14. DE POURCQ JULES (Anzegem) De uitbating van het bedrijf van betrokkene zal totaal onmogelijk worden indien de plannen ten uitvoer worden gelegd. Hij heeft het perceel steeds als een goede rentmeester onderhouden en iedereen in de mate van het mogelijke ervan laten meegenieten. 10.1.15. BENOIT DE MAERE D'AERTRYCKE (Anzegem) Vraagt uitdrukkelijk dat de gebieden die zijn ingekleurd als bosgebied en bosuitbreidingsgebied hun huidige landschappelijk waardevol karakter zouden behouden. Indien dit met zou gebeuren, zal de geplande "aaneensluiting" voor een ecologische ramp zorgen en een zeer grote teleurstelling betekenen voor de medemens.

Bos is inderdaad waardevol, maar de reeds bestaande bossen vervullen op een uitstekende manier hun funktie als leefgemeenschap. Het massaal aanplanten zou het broze evenwicht tussen bos en open ruimte voor lange tijd verstoren. Veel vogelsoorten zullen hun biotoop noodgedwongen moeten verlaten en het "Vortbosselke" zal verdrinken temidden van het door de overheid geplante bos. De bronnen lopen bovendien het risico van verzuring.

De huidige sociale funktie van het landschap zal belemmerd worden en een groter bos zal ongetwijfeld de uitnodigende en open sfeer negatief beïnvloeden.

T.o.v. de landgebruiker komt het neer op het opzettelijk negeren en onderkennen van de kennis van kleinere familiale bedrijven. Ook financiële repercussies in de vorm van een waardevermindering van de gronden zullen ontstaan. 10.1.16. CHARLOTTE DE LIMBURG STIRUM (Boechout) Betrokkene vindt, samen met haar zussen dat de wijziging naar bosgebied geen goed idee is, want daardoor gaan open ruimte en perspectief teloor (veel vogelsoorten zullen er de dupe van zijn).

Wat de wijziging naar bosuitbreidingsgebied betreft, zal er een probleem ontstaan doordat onder de hoogspanningslijn geen bos mag en kan aangelegd worden omwille van veiligheidsredenen.

De gronden in kwestie zijn zeer goed voor landbouwdoeleinden en zijn niet versnipperd (slechts 3 exploitanten voor 30 ha).

Aan de zijde van de Heirweg is sinds mensenheugnis een open landschap aanwezig en dit omwille van militair-historische redenen. Zou het verstandig zijn om dit gegeven uit de weg te ruimen? De Commissie wijst erop dat mede door het toekennen van de bestemming bosuitbreiding de bescherming van kleine natuurgebieden en bronnen wegvalt, dat deze bronnen mede bepalend zijn voor de bestaande natuurwaarden in het deel dat de bestemming bosgebied krijgt, dat dit gebied een landschappelijke waarde heeft en dat om deze redenen een bos en uitbreiding voor bos niet aangewezen is.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond.

BOS - EN BOSUITBREIDING TIEGEM 10.1.11. WINDELS DIRK (Tiegem) Wijst op de onzekerheden die zullen ontstaan. Wat zal er met de percelen gebeuren? Zal er nog plaats zijn voor landbouw in deze gebieden? 10.1.12. GAEREMYNCK JOHAN (Tiegem) Vraagt of de betrokken gebieden hun agrarische bestemming zouden behouden. In Tiegem werden er de laatste jaren reeds zeer veel bomen aangeplant. Het zou dan ook jammer zijn dat het typische landbouwkarakter van de gemeente teloor zou gaan door nog meer percelen te bebossen. Betrokkene vreest dat, mocht deze trend zich doorzetten, er voor hem geen toekomstmogelijkheden meer zijn in de landbouw. 10.1.18. DEMEULEMEESTER R. (Tiegem) Vraagt of de huidige agrarische bestemming van de betrokken gebieden behouden zou blijven.

Ongeveer de helft van zijn bedrijfsoppervlakte zou in bosuitbreidingsgebied komen te liggen, waardoor de leefbaarheid van het fruitbedrijf in het gedrang zou komen. Het perceel heeft een unieke ligging en is een meerwaarde voor het toerisme in de omgeving.

Er zal een situatie van rechtsonzekerheid ontstaan waar niemand de verdere gevolgen van kan inschatten.

Enkele privé initiatieven in de onmiddellijke omgeving hebben reeds voor de aanleg van extra bos gezorgd. Kan dit volstaan ter voldoening van de voorgelegde plannen? 10.1.19. LANNEAU PRUDENT (Ingooigem) De gronden die betrokkene samen met zijn zoon bewerkt zijn broodnodig voor de bedrijfsuitbating en de verdere uitbouw ervan. Ze hebben bovendien een zeer grote landbouwkundige waarde, maken deel uit van de ruilverkaveling Tiegem en zijn met gemeenschapsgelden verkaveld en gedraineerd. Ze vragen uitdrukkelijk om de agrarische bestemming van de percelen te behouden. 10.1.20. LOMBAERT FRANK (Ingooigem) De gebieden hebben momenteel de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde".

Overeenkomstig art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen van 8 juli 1997 is het de bedoeling dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard wordt. De inkleuring als bos houdt een fundamentele miskenning in van het cultuurhistorisch landschap. Bovendien is het economisch ondraaglijk omwille van de strengere bemestingsnormen en het van toepassing worden van het vegetatiewijzigingsbesluit dat voor een beknotting van de teeltvrijheid zorgt. Tenslotte zorgt het begrip "bosuitbreidingsgebied" voor enorm veel onzekerheid (Wat zijn de gevolgen op het vlak van de bemesting na de evaluatie van het MAP? Kan de betrokken grond onteigend worden? Hoe lang kunnen de gronden nog gebruikt worden? Het begrip is tevens niet duidelijk omschreven in de omzendbrief, wat de onzekerheid alleen maar groter maakt). 10.1.21. BEDRIJFSGILDE P/A D'HEYGERE (Ingooigem) Vinden het onverantwoord dat dergelijke grote innames gebeuren voor bos en bosuitbreiding zonder dat er duidelijkheid bestaat over de ligging van de 750 000 ha die volgens het RSV moeten voorbehouden worden voor de beroepslandbouw. De voorstellen zijn op zijn minst voorbarig. De gebieden hebben momenteel de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde". Overeenkomstig art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen van 8 juli 1997 is het de bedoeling dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard wordt. De inkleuring als bos houdt een fundamentele miskenning in van het cultuurhistorisch landschap. Bovendien is het economisch ondraaglijk omwille van de strengere bemestingsnormen en het van toepassing worden van het vegetatiewijzigingsbesluit dat voor een beknotting van de teeltvrijheid zorgt. Tenslotte zorgt het begrip "bosuitbreidingsgebied" voor enorm veel onzekerheid (Wat zijn de gevolgen op het vlak van de bemesting na de evaluatie van het MAP? Kan de betrokken grond onteigend worden? Hoe lang kunnen de gronden nog gebruikt worden? Het begrip is tevens niet duidelijk omschreven in de omzendbrief, wat de onzekerheid alleen maar groter maakt).

De overheid kan toch niet zomaar een bestemmingswijziging doorvoeren zonder te voorzien in een billijke schadevergoeding, want de gronden zullen minstens de helft in waarde dalen. 10.1.22. LOMBAERT FRANK (Ingooigem) De gebieden hebben momenteel de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde". Overeenkomstig art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen van 8 juli 1997 is het de bedoeling dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard wordt. De inkleuring als bos houdt een fundamentele miskenning in van het cultuurhistorisch landschap. Bovendien is het economisch ondraaglijk omwille van de strengere bemestingsnormen en het van toepassing worden van het vegetatiewijzigingsbesluit dat voor een beknotting van de teeltvrijheid zorgt: Tenslotte zorgt het begrip "bosuitbreidingsgebied" voor enorm veel onzekerheid (Wat zijn de gevolgen op het vlak van de bemesting na de evaluatie van het MAP? Kan de betrokken grond onteigend worden? Hoe lang kunnen de gronden nog gebruikt worden? Het begrip is tevens niet duidelijk omschreven in de omzendbrief, wat de onzekerheid alleen maar groter maakt).

De Commissie stelt dat het de optie is van de Vlaamse regering om de bebossingsindex te verhogen en om een aantal individuele boscomplexen te versterken en de versnippering tegen te gaan.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg (art. 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening) De Commissie wijst er tevens op dat bij de bestemming bosuitbreidingsgebied de bestemming die als grondkleur is weergegeven tot op het moment dat de bosuitbreiding effectief gerealiseerd wordt.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

OMGEVING GOUDEN BANK, GULLEGEM 10.1.23. VERBEKE ANDRE (Gullegem) Verzet zich tegen het inkleuren als recreatief parkgebied van de grond die gelegen is langs de Hondschotestraat en de Ballingstraat. Het geheel is omgeven door woonhuizen en er werd aan de Ballingstraat vroeger nog een verkaveling goedgekeurd. Het zou dus veel logischer zijn dat de desbetreffende percelen ingekleurd worden als woonzone. 10.1.24. LAPEIRE FRIEDA (Gullegem) Met de doorliggende plannen krijgt de eigendom van betrokkene het statuut van recreatief parkgebied en wordt het dus een zonevreemde woning. De volumebeperking komt hierdoor op 700m3 en in geval van storm- of brandschade is heropbouw niet meer mogelijk, met het gevolg dat er een waardevermindering van het onroerend goed ontstaat. Hoopt dat het om een rekenfout gaat en wensen de bestemming van woonzone te behouden. 10.1.25. DEVOS HUBERT/MANUELA (Gullegem) Hun perceel is centraal gelegen ten opzichte van de dorpskom en dit maakt het geschikt voor een uitbreidingsproject. Dit zou trouwens overeenstemmen met het structuurplan Zuid-West-Vlaanderen dat woonuitbreiding voorziet op deze gronden. Bovendien maakt de inkleuring als recreatief parkgebied de woning zonevreemd en wordt het dus onmogelijk om te verbouwen, herbouwen of om het een andere bestemming te geven. 10.1.26. VANDEPUTTE/DEVOS (Gullegem) De huidige bestemming van hun eigendommen is landbouwzone, die op de plannen gewijzigd wordt in bosuitbreidingsgebied. Aangezien geen termijn wordt opgegeven binnen dewelke het bos zal gerealiseerd worden, vrezen zij dat de landbouwfunktie niet lang meer verzekerd is.

Dit betekent een minwaarde voor de betrokken percelen.

De Commissie stelt dat de percelen die in het vigerend gewestplan de bestemming woongebied hadden, deze bestemming in het ontwerp-gewestplan dienen te behouden, conform de bestaande toestand.

De Commissie verklaart deze bezwaren ontvankelijk en gegrond en verwijst naar haar advies onder de gemeente Wevelgem.

Wat betreft het perceel gelegen in de Hondschotestraat, naast de Gouden Bank, stelt de Commissie dat hiervoor de bestemming woonzone aangewezen is.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond.

De Commissie stelt dat betreffende de gronden in de Hondschotestraat die de bestemming bosuitbreidingsgebied toegewezen krijgen, deze in het vigerend gewestplan de bestemming agrarisch gebied hebben en geen woonuitbreidingsgebied, doch dat het wenselijk is dat de bestemming van het vigerend gewestplan behouden blijft.

De Commissie verklaart dit bezwaar ontvankelijk en gegrond.

BEDRIJF VERHAEGHE 10.1.27. DEMUNSTER MARC EN DE 3 EIGENAARS (Harelbeke) De uitbreiding van het zonevreemd bedrijf Verhaeghe zou met zich brengen dat enkele jonge landbouwbedrijven zwaar zouden moeten inleveren (vooral hun bedrijfsoppervlakte zou inkrimpen).

Door betrokkenen werd recentelijk ook zwaar geïnvesteerd op het vlak van de mestopslag en de stalinrichting. Het is onaanvaardbaar dat ten gunste van een zonevreemd bedrijf uitbreiding wordt toegestaan terwijl het buffergroen op de percelen gelegd wordt van de omliggende eigenaars. Een groenscherm moet geïntegreerd worden binnen het bedrijfsplan ! 10.1.28. CASTELEIN (Harelbeke) Vernamen de voorliggende wijziging op een toevallige manier (moeten de eigenaars dan niet op de hoogte gebracht worden omtrent de plannen?).

Betrokkenen zien de noodzaak niet in om een buffer-bosgebied aan te leggen op de voorgestelde grond. Evenmin kunnen ze zich akkoord verklaren met de opmerking als "zou het slechts om een beperkt agrarisch gebruik van de betrokken grond gaan en het ingesloten karakter ervan". Het is integendeel een uitermate sterk ontsloten perceel.

Er zal ook een waardevermindering optreden en een onderwerping aan strengere normen en voorwaarden zal het gevolg zijn (de huurprijs zal automatisch dalen). Ze kunnen zich niet van de indruk ontdoen dat de aanvraag tot wijziging louter een persoonlijk voordeel betreft.

De Commissie stelt dat de twee bosgebieden die het bedrijf omgeven in de ontwerp-gewestplanwijziging niet tegemoet komen aan de optie van de Vlaamse Gemeenschap om versnippering tegen te gaan, dat het natuurgebied dat verdwijnt door de uitbreiding van het bedrijf geen grote natuurwaarde bezit en dat het koninklijk besluit van 28 december 1972 voorziet in de inrichting van een bufferzone binnen het industriegebied.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond en adviseert dat de zones van de bosgebieden hun bestemming van het vigerend gewestplan zouden behouden.

OMGEVING WEVELGEM 10.1.29. DERMAUW SIMONE (Assebroek) Beweert dat de wijziging van agrarisch naar bosuitbreidingsgebied een grote waardevermindering van de gronden tot gevolg zal hebben. 10.1.30. DEBRABANDERE FRANK (Bavikhove) Verzet zich tegen het feit dat zijn hoevegebouwen niet als agrarisch werden ingekleurd. Dit is een onrechtvaardige situatie, want de gelegenheid daartoe is zeker voorhanden geweest. Het komt er op neer dat hij bestraft wordt voor het aanplanten en onderhouden van het groen rondom de hofstede. 10.1.31. DERMAUW YVONNE (Bavikhove) Beweert dat de wijziging van agrarisch naar bosuitbreidingsgebied een grote waardevermindering van de gronden tot gevolg zal hebben. Ze zal planschade eisen mochten de plannen uitgevoerd worden. 10.1.32. DEBRABANDERE ARM. (Kortrijk) Voor het voortbestaan van de hoeve is het nodig dat de gronden gelegen in de onmiddellijke omgeving agrarisch blijven. Is het niet zo dat de landbouwgronden in de streek van Kortrijk steeds schaarser worden? Waarom bebost men niet de verderop gelegen gronden van het oude stort en deze gelegen in de directe omgeving van het klaverblad en de A17? Tenslotte zal er ook een aanzienlijke waardevermindering ontstaan. Men zal niet aarzelen om planschade in te dienen. 10.1.33. VANFLETEREN ANDRE (Lauwe) Wil bezwaar indienen tegen het inkleuren van een deel van zijn gronden en een deel van zijn landbouwbedrijfszetel (wat is daar de ecologische waarde van??) als agrarisch gebied met ecologisch belang. Dit heeft onmiddellijke repercussies op de bedrijfsvoering meer bepaald betreffende de toepassing van het mestdecreet zonder dat daar een schadeloosstelling tegenover staat. Zowel de rentabiliteit als de toekomstperspectieven lijden daaronder. Ook de teeltvrijheid zal beperkt worden wanneer het vegetatiewijzigingsbesluit van toepassing wordt. 10.1.34. DEBRABANDERE BEATRIJS (Kortrijk) Door het inkleuren als bos van de familiegrond zal er een waardevermindering optreden. Het nut daarvan is onbegrijpelijk want het gaat om vruchtbare grond die gunstig gelegen is voor landbouwer Piet Dermauw. 10.1.35.1. en 10.1.35.2. DERMAUW EN D'HOOP (Wevelgem) De bestemmingswijziging van de percelen is onaanvaardbaar want voor de uitbating van het bedrijf is betrokkene er volledig van afhankelijk (aanwezigheid van de onontbeerlijke waterput). Gezien de nog lopende pacht van negen jaar en de intentie om over te schakelen naar bio-landbouw vragen betrokkenen om de agrarische bestemming te behouden. 10.1.36. DERMAUW-HUYGHE (Wevelgem) De bestemmingswijziging van de percelen is onaanvaardbaar want voor de uitbating van het bedrijf is betrokkene er volledig van afhankelijk (aanwezigheid van de onontbeerlijke waterput). Gezien de nog lopende pacht van negen jaar en de intentie om over te schakelen naar bio-landbouw vragen betrokkenen om de agrarische bestemming te behouden.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en gegrond, wat betreft het bosuitbreidingsgebied te Wevelgem en verwijst naar haar advies onder Wevelgem.

De Commissie merkt op dat de gronden bedoeld in het bezwaar Van Fleteren niet opgenomen worden in agrarisch gebied met ecologisch belang, doch in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Dit bezwaar is niet gegrond.

De Commissie verklaart het bezwaar Dermauw-Huyghe ontvankelijk en gegrond.

VERKEERSWISSELAAR AALBEKE 10.1.37. BONNE JANNETTE (Marke) De inkleuring van de Klarenhoek als bos- en bosuitbreidingsgebied betekent voor betrokkene 90 % verlies aan bedrijfsoppervlakte.

Recentelijk werden er echter enkele belangrijke investeringen gedaan.

De gebieden hebben momenteel de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde".

Overeenkomstig art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen van 8 juli 1997 is het de bedoeling dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard wordt. De inkleuring als bos houdt een fundamentele miskenning in van het cultuurhistorisch landschap. Bovendien is het economisch ondraaglijk omwille van de strengere bemestingsnormen en het van toepassing worden van het vegetatiewijzigingsbesluit dat voor een beknotting van de teeltvrijheid zorgt.

De overheid kan toch niet zomaar een bestemmingswijziging doorvoeren zonder te voorzien in een billijke schadevergoeding, want de gronden zullen minstens de helft in waarde dalen. 10.1.38. DEMEULENAERE NOEL (Wielsbeke) Hun hoeve maakt deel uit van een homogeen landbouwgebied en wordt beschouwd als één van de meest waardevolle historische landbouwbedrijven in de omgeving. De opname ervan in het bosgebied doet afbreuk aan dit gegeven en komt neer op een ondoordachte en onverantwoorde miskenning van het ontstaan van de nederzetting.

De omschakeling naar bos is bovendien in strijd met de principes van het RSV en met artikel 1 van het decreet op de ruimtelijke ordening (er werd geen enkele bedrijfseconomische afweging gemaakt ten aanzien van de vastgelegde optie). Tenslotte wordt de economische last van de optie ten laste gelegd van de particulieren zonder dat er een belangenafweging heeft plaatsgevonden. 10.1.39. DECRUYNAERE JOHAN (Aalbeke) Het bezwaar van betrokkene betreft de begrenzing van bos- en bosuitbreidingsgebied van het stadsrandbos van 100 ha bos en 12,7 ha bosuitbreiding. Deze grenzen houden geen rekening met het uitgestipte beleid van het Vlaams Gewest en de wetenschappelijke studies van o.a. ir. B. Van Elegem en van Dr. Ir. Myriam Dumortier. Wanneer men het eigen beleid niet kan en durft uitvoeren, getuigt dit van belangenbehartiging en corruptie of incompetentie. 10.1.40. VERRUE ANDRE (Kortrijk) De oorspronkelijk voorgestelde planmatige manier om tot een multifunctioneel stadsrandbos "De Preshoek" te komen en de bestemmingswijziging die daarvoor het startsein tot realisatie zou zijn, zijn slechts gedeeltelijk in de voorliggende gewestplanwijziging opgenomen. Gezien de absolute noodzaak om in het Kortrijkse tot meer bos te komen is de inperking van het bebossingsproject betreurenswaardig. Anderzijds worden te Marke een honderdtal hectaren als bosgebied aangeduid. Dit dient absoluut behouden te blijven om tot een evenwichtig gewestplan voor Kortrijk te komen. Deze zijn immers de aanzet tot de realisatie van een groter groenproject met grensoverschrijdend karakter. 10.1.41. HOLVOET MARC (Marke) De inkleuring van de Klarenhoek als bos -en bosuitbreidingsgebied betekent voor betrokkene 95 % verlies aan bedrijfsoppervlakte.

De gebieden hebben momenteel de bestemming "agrarisch gebied met landschappelijke waarde".

Overeenkomstig art. 15 van de omzendbrief betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp- gewestplannen en de gewestplannen van 8 juli 1997 is het de bedoeling dat het landschappelijk karakter zoveel als mogelijk bewaard wordt. De inkleuring als bos houdt een fundamentele miskenning in van het cultuurhistorisch landschap.

Bovendien is het economisch ondraaglijk omwille van de strengere bemestingsnormen en het van toepassing worden van het vegetatiewijzigingsbesluit dat voor een beknotting van de teeltvrijheid zorgt.

De overheid kan toch niet zomaar een bestemmingswijziging doorvoeren zonder te voorzien in een billijke schadevergoeding, want de gronden zullen minstens de helft in waarde dalen. 10.1.42. BOERENBOND (Heule) Bebossen zoals opgegeven in de voorliggende plannen is onaanvaardbaar omwille van de recreatieve meerwaarde die ten onder zal gaan.

Bovendien zal 140 ha goede landbouwgrond verloren gaan. Realisatie van het plan betekent het onvermijdelijke faillissement voor minstens 2 gezinsbedrijven. Er zullen ook strengere bemestingsnormen van toepassing worden zonder dat er in een opvang van het sociaal passief wordt voorzien. Ook de bemestingsdruk zal automatisch gaan toenemen (de cruciale kaap van 100 kg fosfaat per ha zal overschreden worden) m.a.w. bos is dus milieu-onvriendelijk! Tenslotte is het vertrouwen van de landbouwsector geschokt, want de wijziging gaat veel verder dan de overeenkomst m.b.t. het GNOP (het overleg tussen landbouw en natuur wordt dus miskend), de gewestelijke overheid houdt geen rekening met de prioriteitenlijst van de stedelijke overheid en het uitgetekende plan is er een waaromtrent nooit overleg met de landbouw is geweest.

De Boerenbond vraagt dat er rekening zou worden gehouden met het plaatselijke overleg tussen de natuur en de landbouw, dat in het noordoostelijke deel van het bos van de verkeerswisselaar zou worden ingekleurd zoals voorzien in het GNOP en dat aldaar de mogelijkheid wordt opengehouden voor de bouw van een proefcentrum voor biologische teelt 10.1.43. LG MENEN Daar de Klarenhoek in Marke ingekleurd wordt als bosgebied zullen er twee dynamische bedrijven van de kaart verdwijnen. Het kan toch de bedoeling niet zijn om waardevolle beroepsactiviteiten op te offeren aan een prestigeproject. De landbouw is noodzakelijk voor de bescherming van de open ruimte, voor de tewerkstelling en de voedselproduktie ! 10.1.44. LG LAUWE EN REKKEM Daar de Klarenhoek in Marke ingekleurd wordt als bosgebied zullen er twee dynamische bedrijven van de kaart verdwijnen. Het kan toch de bedoeling niet zijn om waardevolle beroepsactiviteiten op te offeren aan een prestigeproject. De landbouw is noodzakelijk voor de bescherming van de open ruimte, voor de tewerkstelling en de voedselproduktie ! 10.1.45. BEDRIJFSGILDE (Menen) Voelt zich solidair met de getroffen landbouwers in de Klarenhoek.

Daar het normaal is dat bij een herschikking van de bestemming van gebieden de betrokken sectoren geraadpleegd worden, doch dit in casu nog niet gebeurde, formuleert de gilde enkele bezwaren.

De landbouw in de streek wordt gekenmerkt door zeer dynamische bedrijven die uitermate goed inspelen op de marktsituatie. Vandaar dat het belangrijk is om de nog beschikbare gronden optimaal te benutten.

Daarom mogen marginale activiteiten zoals bosbouw geen verarming tot stand brengen in de regio (restgronden zijn daarvoor beter geschikt).

De Commissie stelt dat het de optie is van de Vlaamse regering om binnen het regionaalstedelijk gebied Kortrijk een zone vast te leggen voor bosaanleg en natuurontwikkeling, gezien het arrondissement Kortrijk behoort tot de bosarmste streken van Vlaanderen.

De Commissie stelt tevens dat de bestemming agrarisch gebied bebossing niet uitsluit.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg (art. 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening).

De Commissie verwijst in verband met de bestaande landbouwzetels en eventuele historische hoeves naar haar advies onder knelpunten nr. 6.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond en adviseert voor de ingesloten landbouwzetels de bestemming bosuitbreidingsgebied en voor de historische hoeves een bestemming die kadert in de bestemming bosgebied.

De Commissie verwijst tevens naar haar eindadvies m.b.t. de gevolgen van de sectorale wetgeving op de nieuwe bestemmingen en hun omgeving.

OMGEVING VAN DE SCHELDE (omzetting agrarisch gebied naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied) 10.1.46. MESPREUVE MARC (Kerkhove) Voor betrokkene komt de wijziging neer op een aanzienlijk verlies aan bedrijfsoppervlakte, mestafzet- en stockeringsproblemen, onzekere toekomstperspectieven, waardevermindering van het onroerend goed, problemen met de aflossing van de lopende schulden en demotivatie van de kinderen om het bedrijf voort te zetten. 10.1.47. ADVOCAAT VAN CAENEGEM (Ronse) Cliënten van schrijver gaan niet akkoord met de omzetting van agrarisch gebied naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde. De exploitatie werd immers reeds overgedragen aan de zoon des huizes en er werden al zware investeringen gedaan. Bovendien is het de bedoeling om het bedrijf met omringende percelen uit te breiden doch ook deze hebben in de wijziging de nieuwe bestemming verkregen. De kans bestaat trouwens ook dat het een meergezinsbedrijf wordt, want de jongste zoon is eveneens in de landbouw geïnteresseerd. 10.1.48. VANDENNIEUWENBORG (Outrijve) De bedrijfszetel van betrokkene is reeds gedeeltelijk gelegen in een woonzone. Het resterende gedeelte ervan en een groot deel van de gronden zou na de wijziging in landschappelijk waardevol gebied terecht komen. Daardoor zou het moeilijk worden om in de toekomst de nodige milieuvergunningen te bekomen die vereist zijn voor de uitbating van het melkveebedrijf. De gronden blijven nodig om de ruwvoederwinning te verzekeren voor het vee. De bedrijfsopvolging komt eveneens in het gedrang, de onroerende goederen zullen in waarde dalen en er ontstaat een situatie van rechtsonzekerheid (vooral op het vlak van de milieuvergunningen). Kortom, het zou een zware klap betekenen voor de jongere generaties en een hypothekering van hun toekomst. 10.1.49 MOERMAN LUC (Outrijve) De Kasteelhoeve is momenteel een horeca-uitbating. De ligging van de eigendommen binnen de grenzen van het BPA nr. 1 "Centrum" en de onmiddellijke nabijheid van de dorpskern zouden logischerwijze moeten leiden tot het opnemen ervan binnen een woonzone, alwaar naast wonen ook handel en dienstverlening kan en mag plaatsvinden. 10.1.50. DESMET LUC (Bossuyt) Vraagt om de bestemmingswijziging naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde niet door te voeren en de bestemming agrarisch gebied te behouden.

Bezwaren m.b.t. de bedrijfszetel zijn: deze kan onmogelijk een landschappelijke waarde hebben, de rechtszekerheid tot een verdere bedrijfsuitbating komt in het gedrang en er is een schending van het eigendomsrecht (er is een waardevermindering van de onroerende goederen en de overheid voorziet geen enkele financiële tegemoetkoming).

Bezwaren m.b.t. de gronden zijn: een inkleuring waardoor de rechtszekerheid wordt aangetast van degene die het landschap gebracht heeft tot wat het op vandaag is, vormt een miskenning van het geleverde werk van de landbouwer. Bovendien bestaat er geen enkele garantie dat het gebied niet wordt afgebakend als een onderdeel van een GENO (grote eenheid natuur in ontwikkeling) of als verwervingsgebied in het kader van het decreet op het natuurbehoud, waardoor er op termijn bijkomende beperkingen of randvoorwaarden kunnen opgelegd worden. Tenslotte zal ook het vegetatiewijzigingsbesluit van toepassing worden. 10.1.51. BOERENBOND AVELGEM De inkleuring als agrarisch gebied met landschappelijke waarde betekent een verzwaring voor de landbouw. Vooral het mee inkleuren van de bedrijfszetels is voor hen onaanvaardbaar.

Rechtsonzekerheid in het kader van bouwvergunningen en een eventuele afbakening als verwervingsgebieden zorgen voor een onzekere toekomst.

De aanduiding als reservaatgebied zorgt ervoor dat er ten aanzien van deze gebieden afstandsregels van tel worden voor veeteeltbedrijven.

Alvorens er dergelijke gebieden kunnen aangeduid worden, moet de VLAREM-wetgeving aangepast worden.

Met betrekking tot de inkleuring als natuurgebied vanuit agrarisch gebied met bijzondere waarde wenst men aan te stippen dat het om een typevoorbeeld gaat van de evolutie waarbij er voortdurend naar een strengere norm ten opzichte van de landbouw gestreefd wordt.

Natuurgebieden zullen in het kader van het MAP op termijn een 0 bemestingsnorm opgelegd krijgen. Vragen om deze gronden de bestemming agrarisch gebied met ecologische waarde te geven. 10.1.52. GERNIERS VICTOR (Kaster) Er dreigt inkomstenverlies voor betrokkene. De huidige bestemming van de gebieden is noch schadelijk noch achterhaald en biedt een beschermend karakter. Er zijn te weinig natuurelementen aanwezig die echt de bescherming behoeven van een reservaatgebied. De voorgestelde wijziging maakt het huidig extensief landbouwgebruik van de gronden onmogelijk evenmin als een economisch grondgebruik op termijn.

Bovendien is de omvorming tot reservaat- of natuurgebied absoluut niet noodzakelijk voor het goed ruimtelijk functioneren van de streek, die gekenmerkt wordt als een open landelijk gebied met voldoende potentieel inzake milieu en natuur. Er zal ook een waardevermindering van de onroerende goederen ontstaan en de leefbaarheid van het bedrijf worden bedreigd daar het verlies aan cultuurgrond onvoldoende gecompenseerd kan worden. 10.1.53. MAROY FRANS (Helkijn) De bestemmingswijziging van de bedrijfszetel van natuurgebied naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde is positief voor de bedrijfssituatie van betrokkene, hoewel de nieuwe bestemming niet echt relevant is met deze van het omliggende homogene agrarische gebied. De inkleuring als natuurgebied vormt echter een bedreiging voor het bedrijf. Hun eigendom palend aan de hoevegebouwen valt er binnen, wat de verdere uitbating hypothekeert, want deze zone is de enige uitwijkingsmogelijkheid naar optimalisatie van het bedrijf, gezien de nabijheid van het waterwingebied (uitbreiding van eender welke aard zou totaal onmogelijk worden). Tenslotte vormt deze zone geen enkel morfologisch geheel met de omliggende natuurgebieden. 10.1.54. DELDAELE ROGER (Spiere) De bestemmingswijziging van de bedrijfszetel van natuurgebied naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde is positief voor de bedrijfssituatie van betrokkene, hoewel de nieuwe bestemming niet echt relevant is met deze van het omliggende homogene agrarische gebied.

De inkleuring als natuurgebied vormt echter een bedreiging voor het bedrijf. Hun eigendom palend aan de hoevegebouwen valt er binnen, wat de verdere uitbating hypothekeert, want deze zone is de enige uitwijkingsmogelijkheid naar optimalisatie van het bedrijf, gezien de nabijheid van het waterwingebied (uitbreiding van eender welke aard zou totaal onmogelijk worden).

Tenslotte vormt deze zone geen enkel morfologisch geheel met de omliggende natuurgebieden.

De Commissie stelt dat het aanduiden van dit gebied als landschappelijk waardevol gebied en natuurgebied kadert in de optie van de Vlaamse regering om ruimtelijke voorwaarden te creëren die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop en de omgevende vallei versterken, dat het intekenen van de hoeve Moerman als woongebied een versnippering betekent van het landschappelijk waardevol gebied.

De Commissie stelt dat planschade en vergoedingen wegens onbebouwbaarheid behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg (art. 35 en 36 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening).

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond. 11. Bezwaren m.b.t. natuur in het algemeen 11.1.1. AGALEV KORTRIJK A.2. Stadsrandbos Kortrijk Het voorstel tot wijziging is te beperkt in omvang om tegemoet te komen aan de nood om een boscomplex van enige omvang te verkrijgen.

De corridor tussen het Kennedybos en de verkeerswisselaar is niet breed genoeg. Die strook zou even breed moeten zijn als het Kennedybos zelf tot aan de Cannaertstraat en doorgetrokken moeten worden tot aan de Sjouwer.

De aanzet van een bos is in feite een groenscherm en niets laat vermoeden dat de achterliggende landbouwzone ooit omgevormd zal worden tot een bos.

De zone voor gemeenschapsvoorziening achter de school Open Groen te Marke komt tot aan de Markebeek: dit is veel te ver. Momenteel is dit landbouwgrond. Het zou beter omgevormd worden tot bosgebied zodat de ingang van het bos daar kan voorzien worden.

Het woonuitbreidingsgebied te Marke zou best bosgebied worden en de boerderij op de hoek van de Preshoekstraat zou het best uit de woonzone gelicht worden.

Kortom in plaats van het een bestemming bosuitbreidingsgebied te geven, zou het beter bosgebied worden.

A.8. Kortrijk-Europark De wijziging van bosgebied naar een zone voor parking is onaanvaardbaar omdat dit gebied aansluit op het Kennedybos en ecologisch waardevol is. De bijkomende parkingmogelijkheid zal het probleem aan het bioscoopcomplex niet oplossen, wel integendeel.

A.9. Woonwagenpark Wordt volledig ondersteund omdat het beantwoordt aan een behoefte en op een geschikte site is gelegen.

B. De wijzigingen in de Schelde- en de Leievallei worden volledig ondersteund.

C. Regionale Bedrijventerreinen.

Over het algemeen heeft men geen vertrouwen in de behoeftenraming van de GOM. Iedereen weet dat speculatie met industriegrond erg lucratief is en zolang er geen bouwverplichting is of een belasting worden er teveel opties genomen die zelden of nooit gerealiseerd worden.

C.1.2. Harelbeke E17 Er wordt voorgesteld om deze wijziging te schrappen aangezien de bedrijventerreinen van de vorige gewestplanwijziging nog steeds niet gerealiseerd werden.

C.1.3. Zwevegem ten zuiden van de N391 Ook deze wijziging zou moeten geschrapt worden en het woonuitbreidingsgebied zou naar een agrarische zone gewijzigd moeten worden.

C.1.7. Vichte- Deerlijkstraat Dit voorstel is totaal in tegenspraak met het RSV waar er sprake is van geconcentreerde bundeling en vrijwaring van het buitengebied.

C.II.10. Zwevegem Kanaal Oost Men stelt voor dit gebied te wijzigen naar landschappelijk waardevol gebied in plaats van naar lokaal bedrijventerrein.

C.III. Zonevreemde bedrijven C.III.12. Menen Lavatra Bedrijven in overtreding kunnen niet geregulariseerd worden. Het huidige voorstel is nu zelfs al achterhaald want men is alweer aan het uitbreiden in een landbouwzone.

C III.19. Barco De voorgestelde wijziging is totaal onverantwoord gezien de vrijgekomen ruimte langs de Beneluxlaan sinds de laatste gewestplanwijziging. Daar is er plaats genoeg maar blijkbaar geen interesse.

C.III.26. Van Lerberghe De uitbreiding in een agrarisch gebied is wel degelijk een aantasting van het buitengebied. Het is namelijk geen finaliteit maar een tussenstap naar een verdere uitbreiding.

D.10. Instellen van een reservatiestrook voor de omleiding van de bestaande N8 De inplantingsplaats is totaal verkeerd want het gaat daar om een uitermate recreatief gebied. Het wooncomfort in de wijk "De Kappaert" zal sterk aangetast worden.

ALGEMENE CONCLUSIE: er wordt een kleine inspanning gedaan om de groenstructuur van de regio op te waarderen, maar de realisatie van een bos laat op zich wachten. Anderzijds wordt er ruim tegemoet gekomen aan de vraag naar nieuwe industrieterreinen. Gaat het dan wel over een evenwichtige gewestplanwijziging??? 11.1.4. DEBAERE JULES (Kortrijk) A.2. Stadsrandbos Kortrijk Het voorstel tot wijziging is te beperkt in omvang om tegemoet te komen aan de nood om een boscomplex van enige omvang te verkrijgen.

De corridor tussen het Kennedybos en de verkeerswisselaar is niet breed genoeg. Die strook zou even breed moeten zijn als het Kennedybos zelf tot aan de Cannaertstraat en doorgetrokken moeten worden tot aan de Sjouwer.

Het woonuitbreidingsgebied te Marke zou best bosgebied worden.

A.8. Kortrijk-Europark De wijziging van bosgebied naar een zone voor parking is onaanvaardbaar omdat dit gebied aansluit op het Kennedybos en ecologisch waardevol is. De bijkomende parkingmogelijkheid zal het probleem aan het bioscoopcomplex niet oplossen, wel integendeel. Er is bovendien geen uitgewerkt mobiliteitsplan en de financiële draagkracht zal enorm zijn.

A.9. Woonwagenpark Wordt volledig ondersteund omdat het beantwoordt aan een behoefte en op een geschikte site is gelegen.

B.II.12. Kortrijk-Marke Men opteert om het de bestemming van een natuurgebied te geven.

B.IV.19. Kortrijk-Kooigem De beste bestemming voor dit gebied is bos.

C. Regionale bedrijventerreinen Over het algemeen heeft men geen vertrouwen in de behoeftenraming van de GOM. Iedereen weet dat speculatie met industriegrond erg lucratief is en zolang er geen bouwverplichting is of een belasting worden er teveel opties genomen die zelden of nooit gerealiseerd worden.

C.III.12. Menen Lavatra De uitbreiding ervan ligt het best in lijn van de potentiële bebossing voorzien door de studie van Aminal.

C.III.19. Barco.

Het lijkt meer verantwoord om dit bedrijf te zien uitbreiden in oostelijke richting. De voorziene ruimte langs de Beneluxlaan biedt daartoe mogelijkheden.

C.III.26. Van Lerberghe Er wordt voorgesteld dit bedrijf niet te laten uitbreiden omwille van het millieubelastend karakter ervan. Een herlocatie dringt zich op.

C.III.28. Kortrijk-Pottelberg De beste bestemming is parkgebied voor deze zone.

D. Lijninfrastructuren D.11. Kortrijk-reservatiestrook N50 B/C Het is niet echt noodzakelijk dat die strook er komt.

ALGEMENE CONCLUSIE: de groenstructuur in de regio verbetert; het geplande groot bosproject is er niet gekomen; de wijziging is niet evenwichtig genoeg om de leefbaarheid van de streek te verbeteren. 11.1.6. MISSIAN PIET/AGALEV (Kortrijk) A.2. Stadsrandbos Kortrijk Het voorstel tot wijziging is te beperkt in omvang om tegemoet te komen aan de nood om een boscomplex van enige omvang te verkrijgen.

De corridor tussen het Kennedybos en de verkeerswisselaar is niet breed genoeg. Die strook zou even breed moeten zijn als het Kennedybos zelf tot aan de Cannaertstraat zodat een deel ervan kan gebruikt worden door de jeugdbewegingen. Anderzijds wordt de druk dan weggenomen om deze zone te laten wijzigen in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Ook zou deze corridor moeten doorgetrokken worden tot aan de Sjouwer.

De aanzet van een bos is in feite een groenscherm en niets laat vermoeden dat de achterliggende landbouwzone ooit omgevormd zal worden tot een bos.

De zone voor gemeenschapsvoorziening achter de school Open Groen te Marke komt tot aan de Markebeek: dit is veel te ver. Momenteel is dit landbouwgrond. Het zou beter omgevormd worden tot bosgebied zodat de ingang van het bos daar kan voorzien worden.

Het woonuitbreidingsgebied te Marke zou best bosgebied worden en de boerderij op de hoek van de Preshoekstraat zou het best uit de woonzone gelicht worden.

Kortom, in plaats van het een bestemming bosuitbreidingsgebied te geven, zou het beter bosgebied worden.

A.8. Kortrijk-Europark De wijziging van bosgebied naar een zone voor parking is onaanvaardbaar omdat dit gebied aansluit op het Kennedybos en ecologisch waardevol is. De bijkomende parkingmogelijkheid zal het probleem aan het bioscoopcomplex niet oplossen, wel integendeel.

A.7. Stedelijk project West-Kortrijk Er is geen nood aan een nieuwe stadsringweg die dit project doorsnijdt, want er is tot op heden geen mobiliteitsplan waarin het nut ervan bewezen wordt.

A.9. Woonwagenpark Wordt volledig ondersteund omdat het beantwoordt aan een behoefte en op een geschikte site is gelegen.

B. De wijzigingen in de Schelde- en de Leievallei worden volledig ondersteund.

C. Regionale Bedrijventerreinen.

Over het algemeen heeft men geen vertrouwen in de behoeftenraming van de GOM. Iedereen weet dat speculatie met industriegrond erg lucratief is en zolang er geen bouwverplichting is of een belasting worden er teveel opties genomen die zelden of nooit gerealiseerd worden.

C.III. Zonevreemde bedrijven C.III.19. Barco De voorgesteld wijziging is totaal onverantwoord gezien de vrijgekomen ruimte langs de Beneluxlaan sinds de laatste gewestplanwijziging. Daar is er plaats genoeg maar blijkbaar geen interesse.

C.III.26. Van Lerberghe De uitbreiding in een agrarisch gebied is wel degelijk een aantasting van het buitengebied. Het is namelijk geen finaliteit maar een tussenstap naar een verdere uitbreiding.

ALGEMENE CONCLUSIE: er wordt een kleine inspanning gedaan om de groenstructuur van de regio op te waarderen, maar de realisatie van een bos laat op zich wachten. Anderzijds wordt er ruim tegemoet gekomen aan de vraag naar nieuwe industrieterreinen. Gaat het dan wel over een evenwichtige gewestplanwijziging??? 11.1.8. NATUURWERKGROEP DE GAVERS (Kortrijk) A. REGIONAAL STEDELIJK GEBIED KORTRIJK A.1. Harelbeke-Deerlijk-De Gavers (kaartblad 29/2) De wijziging van verblijfsrecreatie naar natuurgebied wordt uitdrukkelijk ondersteund (het is noodzakelijk om ongewenste recreatieve druk in de toekomst te vermijden). Wel wordt er gevraagd om de voorziene bestemming van N-gebied op delen in een deel N-gebied (hoofdzakelijk lage weiden) en een deel bosgebied te bekomen, omwille van de bestaande toestand van bos.

A.2. Stadsrandbos Kortrijk (kaartblad 29/5) Het gaat om een voorstel dat onmisbaar is voor de streek. De voorgestelde bosuitbreidingszone van 12,7 ha zou eveneens bos moeten worden.

A.3. Wevelgem, Gullegem (omgeving Heulebeek Hoeve Bulskamp) (kaartblad 29/1) - wijziging van dagrecreatie en agrarisch gebied naar recreatief parkgebied.

Het voorgestelde recreatief parkgebied moet gewoon parkgebied worden. - wijziging van agrarisch gebied naar bosuitbreidingsgebied.

Wensen dat de overheid duidelijk kiest voor de realisatie op korte termijn stellen dan ook de wijziging naar bosgebied voor in plaats van naar bosuitbreiding.

A.4. Wevelgem-Leiebos (kaartblad 29/5) De wijziging naar bosgebied te vervanging van de optie bosuitbreidingsgebied (15,6 ha) is noodzakelijk om de realisatie op korte termijn meer kansen te geven.

A.5. Kuurne-Leievallei (kaartblad 29/1 en 29/2) Het voorgestelde recreatief parkgebied moet parkgebied worden als duidelijke ondersteuning van het behoud van kwaliteitsvolle open ruimte in de Leievallei.

A.8. Kortrijk-Europark (kaartblad 29/5) De voorgestelde wijziging schrappen en de bestemming van bosgebied behouden.

B. BUITENGEBIED B.I. Scheldevallei B.I.1. Spiere-Helkijn (kaartblad 37/2) De wijziging naar natuurgebied wordt volledig ondersteund.

B.I.2. Avelgem-Scheldemeersen (kaartblad 29/7) De wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied vormt een erkenning van de bufferfunctie van dit gebied en wordt volledig ondersteund.

B.I.3. Avelgem- Scheldeburcht De voorgestelde wijziging vormt een erkenning van de biologische waarde en wordt ondersteund.

B.I.4. Avelgem-Kerkhove (kaartblad 29/7 en 29/8) De wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied vormt een erkenning van de bufferfunctie van dit gebied en wordt volledig ondersteund.

B.1.5. Avelgem-Kerkhove-Scheldemeanders (kaartblad 29/7 en 29/8) De opname als natuurgebied wordt volledig ondersteund.

B.II.Leievallei B.II.7. Menen-Leiemeersen Bekenhoek (op rechteroever, kaartblad 28/8) De wijziging naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde is belangrijk om de huidige natuurlijke structuur van de Leievallei die reeds sterk onder druk staat te beschermen en kansen tot ontwikkeling te geven.

B.II.8. Menen-Barakken (kaartblad 28/8) De wijziging naar bos- en parkgebied is verantwoord gezien de sterke druk die uitgaat van het verstedelijkt gebied.

B.II.10. Wevelgem (landbouwgebieden op rechteroever, kaartblad 29/5) De wijziging van agrarisch naar landschappelijk waardevol gebied wordt ondersteund daar dit een voortzetting is van het aangrenzende N-gebied en aldus een bufferfunctie naar bebouwing vervult.

B.II.11. Wevelgem- Biezenveld (kaartblad 29/5) De wijziging van ontginningsgebied naar ontginningsgebied met nabestemming natuur wordt ondersteund omwille van de mogelijkheden tot natuurontwikkeling en ondersteuning van de natuurlijke structuur van de Leievallei.

B.II.12. Kortrijk-Marke-bosuitbreiding langs de Leie (kaartblad 29/5) Stellen een wijziging van landschappelijk waardevol gebied naar natuurgebied voor.

B.II.13. Kortrijk-Marke Het Schrijverke (kaartblad 29/5) Dit gebied wordt best natuurgebied.

B.II.14. Wevelgem en Harelbeke, Batikhove-binnengebied oude Leiearm (kaartblad 29/2) De wijziging naar bosgebied wordt volledig ondersteund.

B.II.15. Waregem, Zavelput, klei-ontginningsgebied (kaartblad 29/2) De wijziging van dagrecreatie naar natuurgebied wordt ondersteund, want het is een logische erkenning van de huidige grote natuurwaarde van het gebied.

Het ontginningsgebied zou beter wijzigen in natuurgebied in plaats van landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

B.III. Kanaal Kortrijk-Bossuit B.III.16. Moen-kanaalbermen (kaartblad 29/6) De wijziging naar N-gebied met wetenschappelijke en R-gebied wordt ondersteund.

B.IV. Bosuitbreiding B.IV.18. Anzegem-Hemsrode (kaartblad 29/3) De wijziging naar bos -en bosuitbreidingsgebied wordt ondersteund althans voor wat de bosuitbreiding betreft.

B.IV.19. Kortrijk, Kooigem-Grandvalbos en Kooigembos (kaartblad 29/6) De voorgestelde wijziging naar bosuitbreiding zou beter veranderen in bosgebied.

B.IV.20. Zwevegem-Argendaal en Bellegembos (kaartblad 29/6) Rechtzetting: deze bossen liggen op Kortrijks grondgebied en niet in Zwevegem. De wijziging naar bosgebied wordt ondersteund.

B.IV.21. Anzegem, Tiegem-Hellebos, Sint-Arnoldusbos (kaartblad 29/7) De wijziging naar bosuitbreidingsgebied wordt volledig ondersteund.

B.IV.24. Waregem, Desselgem-laguneringsveld (kaartblad 29/2) Hier wordt voorgesteld dat er in nabestemming natuur wordt voorzien, vooral gezien het feit dat het gebied gelegen is naast reeds aanwezige N-gebieden en langs de Leie. Vragen om de nabestemming natuur vast te leggen.

C. BEDRIJVENTERREINEN C.III.12. Menen-Lavatra (kaartblad 29/5) Men stelt voor om de optie industrie te vervangen door bosgebied.

C.III.l9. Kortrijk-Barco (kaartblad 29/5) Vragen om de agrarische bestemming te behouden.

D. LIJNINFRASTRUCTUREN D.11. Kortrijk (kaartbladen 29/2 en 29/6) Stellen voor om de reservatiestrook van de stedelijke weg N50 b/c te schrappen omdat deze nieuwe weg ruimteverslindend is en de verkeersleefbaarheid vermindert.

E. ALGEMENE CONCLUSIES BIJ DE VOORSTELLEN VAN DE GEWESTPLANWIJZIGING Het leidt geen twijfel dat er een nadruk werd gelegd op het realiseren van nieuwe industrieterreinen m.a.w. op wijzigingen naar "harde" gewestplanbestemmingen. Tevens moet de voorziene winst voor de natuur gerelativeerd worden want meestal gaat het gewoon om het toekennnen van een passende planologische bestemming welke overeenkomt met de bestaande natuurwaarden. Bovendien is de échte natuuruitbreiding veel kleiner dan aanvankelijk werd voorzien en beperkt ze zicht hoofdzakelijk tot bebossingsprojecten. Snelle realisatie van deze laatsten dringt zich op!! Tenslotte moet de versterking van de natuurlijke structuur van de valleigebieden van de Schelde en de Leie eveneens een prioriteit zijn in het proces van de ruimtelijke planning. 11.1.9. BRIEF ONDERTEKEND DOOR 5 PERSONEN P/A ANN LAMSENS (Roeselare) B.I.3. Avelgem-Scheldeburcht: de voorgestelde wijziging wordt ten volle ondersteund want ze past in de filosofie van het RSV om de natuurlijke structuur van de Scheldevallei te versterken.

B.III.16. Moen-kanaalbermen: de wijziging wordt ondersteund.

B.IV.19. Grandvalbos en Kooigembos: de voorgestelde bosuitbreiding moet bosgebied worden.

B.IV.20. Argendaal- en Bellegembos: de bosuitbreiding wordt ondersteund.

B.IV.21. Hellebos en Sint-Arnoldusbos: de bosuitbreiding wordt ondersteund.

B.VI.27. Waterwinningsgebieden en beschermingszones: de inkrimping ervan moet opgeheven worden.

D.15. Kortrijk, Zwevegem - schrapping van reservatie N391: de schrapping wordt ondersteund en het woonpark "Den Helder" moet verder ingekrompen worden.

Betreffende de bezwaren 11.1-11.4-11.6-11-8.11-9 De Commissie verklaart de adviezen ontvankelijk.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanswijziging.

Betreffende bezwaar A2 Stadsrandbos. De Commissie stelt dat het de optie is van de Vlaamse regering om de bebossingsindex te verhogen en een aantal bosgebieden en bosuitbreidingsgebieden vast te leggen.

Gebieden die niet in deze ontwerp-gewestplanwijzigingen opgenomen werden hebben geen deel uitgemaakt van het openbaar onderzoek en de Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 5.

Betreffende bezwaar A7 Stedelijk project. De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar A8, Europark. De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 3 en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar BII 12 stelt de Commissie dat het de optie is van de Vlaamse regering om de bebossingsindex te verhogen en een aantal bosgebieden en bosuitbreidingsgebieden vast te leggen. De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar BII 15 Zavelputten te Beveren-Leie stelt de Commissie dat de voorziening van grondstoffen dient verzekerd te worden, dat de administratie van Natuurlijke Rijkdommen en Energie terzake bevoegd is.

De Commissie verklaart dit bezwaar ongegrond en adviseert ontginningsgebied met nabestemming de bestemming voorgesteld in de ontwerp-gewestplanwijziging zie advies Ontginningsgebieden.

Betreffende bezwaar B IV 18 betreffende Anzegem-Hemsrode, negatief advies aangaande het bosuitbreidingsgebied. De Commissie stelt vast dat het bosuitbreidingsgebied en het bosgebied een geheel vormen en verwijst naar haar advies onder Anzegem. De Commissie verklaart het bezwaar gedeeltelijk gegrond en adviseert voor het gebied het behoud van de bestemmingen van het vigerend gewestplan.

Betreffende bezwaar B IV 19 betreffende Kooigem- en Grandvalbos, bosuitbreiding dient bosgebied te worden.

De Commissie stelt dat de motivatie voor de aanduiding als bosuitbreidingsgebied vervat is in de motivatie en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart dit bezwaar ongegrond en verwijst naar haar advies onder "Geheel van bezwaren en opmerkingen van particulieren, openbare besturen en anderen" punt 2 en adviseert de bestemmingen van het vigerend gewestplan te behouden, wat betreft de gebieden met uitbreiding voor bos.

Betreffende bezwaar B IV 24 Desselgem laguneringsveld. De Commissie stelt dat de noodzaak zich stelt om slib tijdelijk op te slaan, dat deze locatie zich profileert als de minst schadelijke, dat volgens haar advies afstand dient gehouden te worden van de oude Leiearm, dat deze Leiearm in de ontwerp-gewestplanwijziging Roeselare-Tielt ingekleurd is als natuurgebied, dat de opmerking van de administratie van de Bovenschelde inhoudt dat deze wenst afstand te houden van de waterloop. De Commissie verklaart dit bezwaar gegrond.

Betreffende bezwaar C: De Commissie stelt dat de uitwerking en reglementen van een Bedrijventerrein geen deel uitmaakt van de ontwerp-gewestplan procedure. De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C I 2 Bedrijventerrein Harelbeke: De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C I 3 Bedrijventerrein Zwevegem: De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 1C en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C I 7 Bedrijventerrein Vichte: De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten 1B. Betreffende bezwaar C II 10 Zwevegem kanaal Oost lokaal Bedrijventerrein: De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C III 12 Bedrijventerrein Lavatra: De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verwijst naar haar advies onder Menen/Lavatra en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C III 19 Barco uitbreiding: De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond en verwijst naar haar advies onder Kortrijk.

Betreffende bezwaar C III 26 Van Lerberghe: De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar C III 28 Pottelberg: De Commissie verwijst naar haar advies onder Kortrijk en stelt de bestemming ambachtelijke bedrijven en KMO's voor en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar D10 en D11: schrapping reservatiestroken gevraagd.

De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende bezwaar D15 schrapping van de N391. De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verwijst naar haar advies onder Zwevegem waarin gesteld wordt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

Bovendien verwijst de Commissie naar haar advies onder knelpunten nr. 5 aangaande locaties die geen deel hebben uitgemaakt van deze ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond. 11.1.2. ROHM WEST-VLAANDEREN MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN Voor de gemeenten waarvoor een wijziging of aanduiding werd voorgesteld van het woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, werd geen enkele van deze voorstellen weerhouden in het voorliggend plan.

Op sommige plaatsen worden harde niet-watergebonden bestemmingen onmiddellijk langs een waterweg voorgesteld, terwijl buffering precies is aangewezen.

Op kaartblad 29/2 wordt ten noorden van Desselgem een gebied voorzien voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen ten behoeve van een laguneringsveld. Ten onrechte en volkomen ongevraagd door AROHM werd niet enkel de tussenliggende zone tussen Leie-arm en rechtgetrokken Leie ingekleurd maar ook de gedeeltelijke oude Leie-arm.

Op kaartblad 29/6 wordt tussen het Bellegembos en het Argendaalbos een zone aangeduid als bosgebied. De schrapping van de zone voor dagrecreatie ten westen van het Bellegembos wordt ondersteund doch het niet schrappen van zo'n zone ten zuidoosten van het bos wordt betreurd. De opportuniteit van een bos tussen een park- en natuurgebied kan wel degelijk in vraag gesteld worden.

Aansluitend zijn er meer geschikte sites voor bebossing.

Op kaartblad 29/3 wordt er ten noorden van Anzegem een bos- en een bosuitbreidingsgebied aangeduid. Binnen de uitbreidingszone dient het natuurgebied rond het brongebied behouden te blijven.

Het is tevens raadzaam om niet het geheel te bebossen doch over grotere zoekzones meer te bebossen.

Op kaartblad 29/7 is de bosuitbreidingszone ten noordwesten van Tiegem opnieuw te minimaal geconcentreerd om een voldoende ruimte aan te bieden waarbinnen concrete projecten mogelijk zijn.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar betreffende het niet opnemen van bestemmingen en bepaalde bufferingen ongegrond.

De Commissie stelt dat volgens haar advies onder 11.1 dat afstand dient gehouden te worden van de oude Leie-arm, dat deze Leie-arm in de ontwerp-gewestplanwijziging Roeselare-Tielt ingekleurd is als natuurgebied, dat de opmerking van de administratie van de Bovenschelde inhoudt dat deze wenst afstand te houden van de waterloop. De Commissie verklaart dit bezwaar gegrond.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en dat de zone voor dagrecreatie geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek en verwijst hiervoor naar haar advies onder knelpunten onder nr. 5 en verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende Anzegem-Hemsrode verwijst de Commissie naar haar advies onder de gemeente Anzegem en adviseert het behoud van de bestemmingen van het vigerend gewestplan.

De Commissie adviseert gegrond.

Betreffende bosuitbreiding te Tiegem neemt de Commissie stelling dat de de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond. 11.1.3. BOERENBOND (Moorsele) Er wordt bezwaar aangetekend tegen volgende inkleuringen: 49 ha landbouwgrond wordt onttrokken aan de agrarische zone ten voordele van het regionaal bedrijventerrein Gullegem-Moorsele. 7 ha landbouwgrond gelegen in de landbouwzone gaat verloren voor het lokaal bedrijventerrein in de Ballingstraat. 13 ha landbouwgrond wordt bosuitbreidingsgebied in de omgeving van de Bergelenput. 10 ha agrarisch gebied wordt gewijzigd in een parkzone aan de Bergelenput. 23 ha agrarisch gebied wordt agrarisch gebied met landschappelijke waarde.

De rechtszekerheid van de land- en tuinbouwers komt door dit alles in het gedrang.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond, behalve voor de uitbreiding voor bos rond Bergelenput waar de Commissie adviseert om de bestemming van het vigerend gewestplan te behouden. 11.1.5. AMINAL AFDELING BOS EN GROEN (Brugge) 1° Op diverse plaatsen wordt de bevestiging van op het gewestplan van een bestaande, sinds jaren beboste toestand meegerekend in de ruimtebalans.Deze gegevens zijn bijgevolg niet bruikbaar volgens het RSV. 2° A1 Gavers: (zie ruimtebalans) Het heeft weinig zin het bestaande landbouwbedrijf als een kleine enclave in het bosgebied te bestendigen en de nadruk te leggen op de verdere landbouweconomische uitbouw van het bedrijf (integratie ervan binnen de Gavers moet nagestreefd worden).Bosuitbreiding zou in kwestie de beste bestemming zijn. 3° A2 Stadsrandbos: de voorziene oppervlakten zijn een aanzet tot het bos, maar voldoen nog niet aan de vereisten terzake.Er zijn klaarblijkelijk ook enkele vergissingen in de planimetrering geslopen (vooral de oppervlakte die overgaat van agrarisch naar bos- of bosuitbreidingsgebied lijkt overschat). 4° A4 Wevelgem-Leiebos: het noordelijk deel van het bosuitbreidingsgebied bestaat uit een villa, een opslagplaats voor een bedrijf en een tuin.Het is weinig realistisch dit op te nemen binnen het bosuitbreidingsgebied. 5° A8 Kortrijk-Europark: er moeten alternatieven gezocht worden voor dit project! Er zijn talrijke natuurwaarden voorhanden en de financiële kant van de zaak zal gigantisch zijn.6° BII11 Wevelgem Biezenveld: de naam blijkt onjuist te zijn! Het dient waarschijnlijk Marke Koekelberg te zijn.7° BII12 Kortrijk-Marke: het is aangewezen dit gebied op te nemen als natuurgebied.Een klein deel tussen dit gebied en de autostrade is om onbekende redenen niet in de gewestplanwijziging opgenomen. Een schermbos zou hier op z'n plaats zijn. 8° BIV19 Grandval- en Kooigembos: reeds jaren bebost en als dusdanig opgenomen in de ruimtebalans.9° BV24 Waregem-Desselgem: de oppervlakte van het laguneringsveld overschrijdt de benodigde oppervlakte en neemt zelfs de helft van de "te vrijwaren oude Leiemeander" in.Het verdient de voorkeur enkel de strikt nodige oppervlakte af te bakenen en de rest in natuurgebied te houden. 10° BVI32 Stort Lendelede Bergkapel : de voor "nabestemming bos" en "bufferzone" voorziene gebieden moeten in hun geheel behouden blijven.11° CIII14 Harelbeke-Verhaeghe: het buffer-bosgebied wordt gezien zijn doelstelling en beperkte oppervlakte beter opgenomen als buffergebied in plaats van bosgebied.1° en 2° De Commissie stelt dat de ruimtebalans geen deel uitmaakt van de ontwerp-gewestplanwijzigingen dat het deel verblijfsrecreatie geen deel heeft uitgemaakt van het openbaar onderzoek en verwijst naar haar advies onder knelpunten onder nr.5. 3° De Commissie neemt nota van de opmerking onder nr.3. 4° De Commissie verwijst naar haar advies onder gemeente Wevelgem en adviseert om de bestemming van het vigerend gewestplan te behouden voor de ganse zone.5° De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr.3. 6° De Commissie neemt nota van de opmerking en stelt dat de benaming geen deel uitmaakt van de gewestplanprocedure.7° De Commissie stelt dat de locatie geen deel heeft uitgemaakt van de gewestplanwijziging en verwijst naar haar advies onder knelpunten nr.6. De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.8° De Commissie neemt nota van de opmerking en verwijst naar punt 1 en 2. 9° De Commissie stelt dat volgens haar advies onder 11.1 dat afstand dient gehouden te worden van de oude Leie-arm, dat deze Leie-arm in de ontwerp-gewestplanwijziging Roeselare-Tielt ingekleurd is als natuurgebied, dat de opmerking van de administratie van de Bovenschelde inhoudt dat deze wenst afstand te houden van de waterloop. 10° De Commissie verwijst naar haar advies onder de gemeente Lendelede. 11° De Commissie verwijst naar haar bezwaar onder 10.1.27 en 10.1.28.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk, onder 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10 en 11 ongegrond en onder 9 gegrond. 11.1.7.1. t.e.m. 11.1.7.5. VZW NATUURRESERVATEN (TYPEBRIEF ONDERTEKEND DOOR 5 PERSONEN) - Stadsrandbos Kortrijk: het huidig project valt veel kleiner uit dan aanvankelijk gepland. Er mag niets meer van afgenomen worden en wijziging naar bosgebied moet behouden blijven. De voorziene wijziging naar bosuitbreidingsgebied moet tevens veranderd worden in bosgebied. - Wevelgem,Gullegem: de wijziging naar parkgebied wordt ondersteund en het voorziene bosuitbreidingsgebied moet veranderen in bosgebied. Ook de hoeve "Te Bulskamp" moet in een parkgebied ondergebracht worden. - Wevelgem-Leiebos: de bestemming ervan moet bos worden. - De Scheldemeersen te Avelgem en te Kerkhove werden terecht ingekleurd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. - De wijzigingen met betrekking tot de Leievallei worden integraal ondersteund. - Ook de voorziene bosuitbreidingen te Anzegem-Hemsrode, Kooigem, Zwevegem en Tiegem worden volledig ondersteund.

De Commissie neemt nota van de positieve opmerkingen en stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering. De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 11.1.10.WATERWEGEN EN ZEEWEGEN AFDELING BOVENSCHELDE (Kortrijk) Waregem-Desselgem (laguneringsveld): de oude Leie-arm mag onttrokken worden aan de bestemmingswijziging en kan zijn bestemming van natuurgebied behouden. Men zal een bufferstrook van 5 meter aanhouden tussen de arm en het laguneringsveld.

De Commissie neemt nota van de aanwijzing en verwijst naar haar advies onder 11.1. De Commissie verklaart ontvankelijk en gegrond. 11.1.11. SP KUURNE Voor deel A5 Kuurne Leievaliei zijn er bezwaren : de versterking van de natuurlijke structuur van het valleigebied van de Leie moet een prioriteit zijn in het proces van de ruimtelijke planning. Tevens wil men een maximaal behoud van de open ruimten met mogelijkheden tot passieve recreatie. Er mag geen verdere uitbreiding komen van de aanwezige actieve recreatie. Het voorgestelde recreatieve parkgebied moet parkgebied worden als duidelijke ondersteuning van het behoud van kwaliteitsvolle open ruimten in de Leievallei.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering. De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 11.1.12. ARRONDISSEMENTSRAAD KORTRIJK ONDERTEKEND DOOR 34 PERSONEN - Met betrekking tot het buitengebied: de voorstellen m.b.t. de natuurlijke structuur en de bosstructuur zijn voorbarig en men wil dan ook bezwaar indienen tegen alle omzettingen van agrarisch gebied (al dan niet met landschappelijke waarde) naar bos, park, reservaat of natuur. - Met betrekking tot de zones voor economische activiteit: met de huidige voorstellen worden er reeds 206 ha bijkomend industrieterrein afgebakend d.w.z. dat er tot 2007 nog slechts 118 ha overblijft voor economische activiteiten. Het is in elk geval onverantwoord om industriezones in te kleuren zonder dat een begroting gemaakt wordt van de nodige ruimte voor uitbreiding van zonevreemde bedrijven.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 11.1.13. MORISSE P. (Lauwe) - Menen-Lavatra: een bedrijf in overtreding kan niet geregulariseerd worden!! Wie heeft ooit een trein gezien die milieuhinder tegenhoudt?? - Stadsrandbos Kortrijk: het voorstel is te beperkt om tegemoet te komen aan de nood om een boscomplex van enige omvang te verkrijgen. De corridor tussen het Kennedybos en de verkeerswisselaar is niet breed genoeg. Die strook zou even breed moeten zijn als het Kennedybos zelf tot aan de Cannaertstraat zodat een deel ervan kan gebruikt worden door de jeugdbewegingen. Anderzijds wordt de druk dan weggenomen om deze zone te laten wijzigen in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Ook zou deze corridor moeten doorgetrokken worden tot aan de Sjouwer. Tenslotte zou de uitbreiding een schermfunctie vervullen tegenover de oprukkende industriële inplantingen van zowel Menen als van Noord-Frankrijk.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering. De Commissie verwijst eveneens naar haar advies onder knelpunten nr. 5 aangaande locaties die niet opgenomen zijn in de ontwerp-gewestplanwijziging. - A.8. Kortrijk-Europark De wijziging van bosgebied naar een zone voor parking is onaanvaardbaar omdat dit gebied aansluit op het Kennedybos en ecologisch waardevol is. De bijkomende parkingmogelijkheid zal het probleem aan het bioscoopcomplex niet oplossen, wel integendeel.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering. De Commissie verwijst naar haar standpunt onder knelpunt nr. 3.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond. 11.1.14. VZW HOOG KORTRIJK Met betrekking tot de zone gelegen tussen de E17 en de Cannaertstraat stelt men voor om de hoevegebouwen aldaar gelegen te bewaren en eventueel een recreatieve of didactische bestemming te geven.

De Commissie verwijst naar haar advies onder Kortrijk, waar dagrecreatie wordt voorgesteld en verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond. 12. DIVERSEN 12.1.1. TYPEBRIEF ONDERTEKEND DOOR 4 PERSONEN P/A CATTEEUW JACQUES (Zwevegem) Betrokkenen willen bezwaar indienen tegen de uitbreiding van de ambachtelijke zone die, gelegen in een woonzone daar niet gewenst is en beter als woonzone zou aansluiten op de huidige toestand (plan 29/6).

De Commissie verwijst naar haar advies onder gemeente Zwevegem en stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie adviseert dit bezwaar gegrond. 12.1.2. GOUSSEAU GABRIEL (Zwevegem) Het is onaanvaardbaar dat de bestemming van het perceel in een goedgekeurd gewestplan gewijzigd wordt van woningbouw naar agrarisch gebied. Het is niet omdat een strook van ca. 100 meter diepte niet bebouwd is dat men de bestemming ervan moet wijzigen: betrokkene kon niet verkavelen juist omwille van die reservatiezone. Er zal ook enorm veel planschade zijn en tevens is er discriminatie t.o.v. hen die wel hebben kunnen bouwen in het woonpark.

De Commissie verwijst naar haar advies onder gemeente Zwevegem en stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie adviseert dit bezwaar gegrond. 2.2.9. MAES MARCEL (Zwevegem) (Schrapping tracé) Het ontwerp voorziet een wijziging van woonpark, waarbinnen de eigendom van betrokkene ligt, naar bos- en agrarisch gebied. Ook de afbakening van het park wordt aan wijzigingen onderworpen, wat evenmin aanvaardbaar is. Mochten de vooropgestelde plannen uitgevoerd worden, zal betrokkene niet nalaten om een dossier van planschade in te dienen. Het zal immers blijken dat de inplanting voor elkeen waardeloos zal zijn als het niet in het woonpark geïntegreerd blijft.

De Commissie stelt dat m.b.t. de bestemming bos het hier gaat om de beplanting van bouwgrond, dat het over een beperkt stukje bos gaat en dat uitbreiding tot een groot boscomplex niet mogelijk is.

De Commissie verwijst tevens naar haar advies onder gemeente Zwevegem en stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie adviseert dit bezwaar gegrond. 12.1.3. VLAAMSE MAATSCHAPPIJ VOOR WATERVOORZIENING (Brussel) - Harelbeke-Stasegem Gelet op de nieuwe bestemming die dit terrein intussen heeft gekregen is het noodzakelijk dit als gebied voor openbare nutsvoorziening in het gewijzigde gewestplan op te nemen. De bouwaanvraag voor de tweede fase van het drinkwaterproduktiecentrum werd geweigerd. Dit veroorzaakt een enorme vertraging in het ganse proces en is onaanvaardbaar, want de tijdige realisatie is noodzakelijk. - Kooigem Het terrein waarop het waterproductiecentrum van Kooigem is gelegen heeft op het gewestplan nog steeds de bestemming landschappelijk waardevol gebied. Gezien de nieuwe bestemming die het terrein heeft gekregen is het noodzakelijk dit als gebied voor openbare nutsvoorziening in het gewijzigde plan op te nemen. - Avelgem-Kerkhove De VMV vraagt uitdrukkelijk dit gedeelte van de voorgestelde wijziging niet uit te voeren totdat de lopende MER-studie duidelijk heeft gemaakt welke effecten er te verwachten zijn op het vlak van de drinkwaterwinning. Mocht blijken dat er ingrijpende effecten te verwachten zijn dan dient een alternatief gezocht te worden op de rechteroever van de Schelde.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende locaties die niet zijn opgenomen in de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie adviseert het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.4. AQUAFIN (Aartselaar) De voorziene wijziging van de gronden gelegen langs de Sint-Jansstraat te Beveren-Leie (van gebied voor milieubelastende industrieën naar gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen) wordt door Aquafin toegejuicht. Tussen deze zone en de Leie (ter hoogte van Trakelweg en de Leie-oever) wordt een strook natuurgebied voorzien. Aquafin stelt voor om (een deel van) deze strook eveneens in te kleuren als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

De Commissie verwijst naar haar advies onder de gemeente Waregem i.v.m. de locatie waarvoor een bouwvergunning aan het plaatselijke bedrijf gunstig werd geadviseerd door de administratie ROHM. De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.5. PIETERS TEXTIEL (Waregem/ Beveren-Leie) Het door hen in 1991 aangekochte stuk industriegrond krijgt in de plannen een bestemming van openbaar nut. Betrokkenen zijn daarmee niet akkoord, want de aankoop gebeurde in functie van een bedrijfsuitbreiding en er werd trouwens reeds een bouwplan ingediend.

Dergelijke evolutie kon door hen niet voorzien worden aangezien de zone voor openbaar nut aanvankelijk voorzien was aan de overzijde van de nieuwe Leie nl. op de zone die nu gewijzigd wordt naar bosgebied.

De Commissie verwijst naar haar advies onder de gemeente Waregem i.v.m. de locatie waarvoor een bouwvergunning aan het plaatselijke bedrijf gunstig werd geadviseerd door de administratie ROHM. De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 6 wat betreft het aanwijzen van een nieuwe locatie.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond, wat betreft de zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut. 12.1.6. BRUYNEEL CARL (Deerlijk) Rekening houdend met volgende feitelijke gegevens (de verkavelingvergunning VK 44-9 d.d. 23 juli 1970, de aanpalende en omliggende bouw- en verkavelingsvergunningen, de aanpalende ambachtelijke zone "Jagershoek" en de voorziene uitbreiding bij de wijziging, de voldoende uitgeruste weg, de aard van de Olekenbosstraat, het huidig gebruik als omhaagd grasveld in combinatie met de omgevende bestemming, wat geen aanleiding kan geven tot aantasting van de open ruimte, de aankoop als "bouwgrond" en de verregaande waardevermindering als gevolg van de vigerende wetgeving), vraagt betrokkene om zijn perceel bij de doorliggende wijziging en de percelen waarvoor rechtsgeldige bouw-en verkavelingsvergunningen werden afgeleverd en zich uitstrekkend langs de Olekenbosstraat op het grondgebied van de gemeenten Deerlijk en Vichte, tot aan de ambachtelijke zone "Jagershoek" BPA nr. 11 koninklijk besluit van 10 oktober 1990 bij de voorliggende wijziging in te kleuren als woonzone.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 wat betreft het aanwijzen van een nieuwe locatie.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.7. GALLOO N V (Menen) Is verbaasd dat het stuk grond dat bij hun bedrijf aanleunt niet meer het voorwerp uitmaakt van de gewestplanwijziging (dit in tegenstelling tot het eerste voorstel). De gedempte Leiegronden werden aangekocht met de bedoeling om een verbinding tot stand te kunnen brengen met het Franse zusterbedrijf. Vraagt om deze gronden mede in te kleuren teneinde een paar belangrijke milieu-investeringen te kunnen realiseren, alsook de toegang tot de nieuwe Leie (op Frans grondgebied) te kunnen verzekeren.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 wat betreft het aanwijzen van een nieuwe locatie.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.8. DEMIDDEL J. (Waregem) De hen toebehorende percelen werden niet in de gewestplanwijziging opgenomen. De gemeente Zwevegem had aanvankelijk de bedoeling om ze als woongebied te herschikken. Betrokkenen vragen nu om dit alsnog te doen en zoniet, om ze tenminste dezelfde functie toe te bedelen als de overige belendende percelen.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 wat betreft het aanwijzen van een nieuwe locatie.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.9. BIS FRESH (Avelgem) Is misnoegd over het feit dat het tracé van de N391 nog steeds vermeld staat op de wijzigingsplannen. Eertijds waren alle instanties nochtans overeengekomen om dat te schrappen (het deel tussen de provincieweg en de grens met Henegouwen). Mochten de plannen uitgevoerd worden, dan zal het bedrijf haar geplande uitbreiding moeten opbergen waardoor haar toekomst en die van de 35 werknemers onzeker wordt.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.10 MICHELS CARLO (Anzegem/Vichte) Betrokkene vraagt dat zijn stuk grond zou ingekleurd worden als woonzone en dit om volgende redenen: er is geen sprake meer van een open, gaaf en homogeen gebied gezien de bebouwing achter het perceel de goede plaatselijke ordening zou niet worden geschaad, er werden bij een vroegere aanvraag (werd geweigerd) geen bezwaren geformuleerd, er was wel degelijk sprake van vervangingbouw, er werden in de buurt analoge bouwvergunningen afgeleverd en de grond wordt (en werd) geenszins voor landbouwdoeleinden gebruikt.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 wat betreft het aanwijzen van een nieuwe locatie.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.11. BARCO (Kortrijk) Zijn tevreden dat de gevraagde uitbreiding, aansluitend op de vestiging Kennedypark, weerhouden is in de doorliggende herziening.

Willen echter wel bezwaar formuleren tegen de bestemming van deze uitbreiding nl. regionale gemengde zone voor diensten en handel.

De bezwaren zijn als volgt geformuleerd: de vestiging aan het Kennedypark is bestemd voor de toekomstgerichte uitbouw van de Barcocampus waar een geïntegreerd activiteitennetwerk wordt ontwikkeld. Dergelijke activiteiten (onderzoek, aanmaak, ontwikkeling en assemblage van hoogtechnologische elektronica) vallen, rekening houdend met de voorschriften van het gewestplan, niet onder de noemer "diensten". Ten tweede is het zo dat het bedrijf dit terrein zelf wil ontwikkelen en het voor hen dus ongunstig zou zijn dat het zich in een gemengde zone voor handel en diensten zou liggen.

Ze stellen voor om het desbetreffend gebied in te kleuren als "gebied voor milieubelastende industrie" of als "industriegebied bestemd voor de uitbreiding van het bestaand bedrijf".

De Commissie verwijst naar haar advies onder Kortrijk.

De Commissie verklaart dit bezwaar ontvankelijk en gegrond voor de bestemmingswijziging gebied voor milieubelastende industrie doch ongegrond voor de bestemmingswijziging industrie voor uitbreiding van het bestaand bedrijf. 12.1.12. LYS-CARPETS (Waregem/Beveren-Leie) In het voorstel tot wijziging van het gewestplan wordt aangehaald dat een aantal zonevreemde bedrijven uitgebreid zouden worden, waaronder de zone Lys-Huyzentruyt. Het nieuwe voorstel van Leiedal is echter eerder een inkrimping dan een uitbreiding, aangezien de nieuwe zone een gedeelte van een bestaand en vergund gebouw uitsluit. Betrokkenen denken dat dit een vergissing is en hopen dat het ganse perceel 514 tot industriezone kan bestemd worden, zodat de uiterst noodzakelijke uitbreiding van de N.V. Lys kan aangevat worden.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende gebieden die geen deel hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek van de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 12.1.13. N.V. DE ABEEL (Beveren-Leie) Op 9 augustus 1993 werd een bouwvergunning afgeleverd voor het bouwen van fabricatiehallen, stapelruimtes en parkings. Deze bedrijfsgebouwen werden niet in het herziene plan opgenomen. Hetzelfde geldt voor een in oktober vergund bureelgebouw. Het is de betrokken vennootschap niet duidelijk waarom er in de voorgestelde gewestplanwijziging geen rekening werd gehouden met de bestaande vergunde toestand. Noch bij Leiedal noch bij de GOM kon men hen van antwoord dienen. Het spreekt voor zich dat, mochten er omtrent al deze gegevens problemen ontstaan, de impact op de tewerkstelling en de verdere evolutie van het bedrijf niet in te schatten is. Betrokkenen vragen om deze toestand te regulariseren.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende gebieden die geen deel hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek van de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie wijst erop dat de bouwvergunning geldig blijft onder de voorwaarden bepaald in het decreet op de ruimtelijke ordening.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond.

LEIEDAL (Kortrijk) 1. De herziening bevat zeer veel verschillende invalshoeken - Inzake de uitbreidingsgebieden voor bos Het bezwaar heeft betrekking op de grote versnippering.Er worden met name veel kleine - te verspreid over de regio - bos-, park- of bosuitbreidingsgebieden voorzien. Dit gegeven kan nooit leiden tot een gewenste en noodzakelijke verbetering van omgevings- en woonkwaliteit.

Bovendien garandeert de bestemming bosuitbreidingsgebied niet dat er effectief ook een bos zal komen. - Inzake nieuwe bedrijventerreinen.

Het bedrijventerrein Vicht-Deerlijkstraat en Zwevegem ten zuiden van de N391 dienen aangeduid te worden als gebied voor ambachtelijke en KMO- bedrijven. - Inzake uitbreiding van bestaande bedrijven.

Deze gebieden worden aangeduid als "klassiek" industriegebied, wat inhoudt dat er zich eender welk nieuw bedrijf kan vestigen. Het is nodig dat deze gebieden aangeduid worden als "industriegebied voor de uitbreiding van bestaande bedrijven", tenzij dergelijke bestemming reeds via een BPA werd vastgelegd. - Inzake groene bufferzones.

Op verschillende plaatsen worden bufferzones oneigenlijk gebruikt. Zo is er geen groene bufferzone nodig tussen een autoweg en een industriegebied, binnen het weggebied van de ringlaan en binnen een verkeerswisselaar. - Inzake lijninfrastructuur.

Terzake is de gewestplanwijziging incoherent en inconsequent t.a.v. de andere aspecten. Uit de toelichting en de dossierbehandeling blijkt dat de weginfrastructuur enkel behandeld wordt op het Vlaamsgewestelijk niveau en niet op het subregionaal. Dit is planologisch-juridisch duidelijk een foutieve aanpak. De reeds sinds jaren bestaande consensus omtrent het binnengebied van de R8 en het tracé van de N391 wordt op de gewestplanwijziging onvolledig tot uiting gebracht. - Inzake waterwegen.

Het is onduidelijk of de grafische aanduiding "waterweg" de reeds bestaande stroken omvat die zowel langs de Leie als langs het kanaal Bossuit-Kortrijk zijn voorzien. Het is in ieder geval niet verantwoord de strook langs het water, ingenomen of voorzien voor een bedieningsweg (waar ook leidingen en collectoren aangelegd kunnen worden) als N- of P-gebied op te nemen.

De Commissie verklaart het bezwaar van de intercommunale Leiedal ontvankelijk.

De Commissie neemt nota van de algemene bemerkingen, adviezen en bezwaren. 2. Bezwaren per kaartblad en per gemeente - kaartblad 28/4 (plan 1) WEVELGEM: de groene bufferzone tussen de autoweg en de industriezone is overbodig.De wetgeving op de autowegen heeft een eigen regeling inzake de bouwvrije stroken.

De Commissie verwijst hier naar haar advies onder Wevelgem en verklaart het bezwaar ongegrond. - kaartblad 29/1 (plan 2) WEVELGEM: de strook langs de Driemastenstraat vanaf de Gouden Bank tot de Westakker moet opgenomen worden als woongebied en niet als recreatief parkgebied omwille van de bestaande bebouwing en de realisatie van de bedieningsweg evenwijdig met de Driemastenstraat; het bosuitbreidingsgebied dient zijn huidige bestemming te behouden en indien men meent de bestemming te moeten wijzigen dan moet dat een woonzone worden; aangaande de uitbreiding van het bedrijf Thermote dient het gebied waar het is gelegen de bestemming "industriegebied voor de uitbreiding van bestaand bedrijf" te krijgen.

De Commissie verwijst voor de strook woongebied en het bosuitbreidingsgebied naar haar advies onder de gemeente Wevelgem.

De Commissie wijst erop dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht.

De Commissie verklaart het bezwaar omtrent het woongebied en de uitbreiding voor bos gegrond.

De Commissie verklaart het bezwaar omtrent de benaming uitbreiding voor bestaand bedrijf ongegrond.

LENDELEDE: het gebied van en rond de bestaande klei-ontginning moet aangepast worden aan de laatste versie van het BPA 14 Bergkapel. In het bijzonder dient op twee plaatsen een gebied voor ambacht en KMO aangeduid te worden (ten westen van een strook die reeds gebruikt wordt door aannemer Govaere en ten zuiden van een gebied dat reeds is bebouwd).

De Commissie verwijst hiervoor naar haar advies onder de gemeente Lendelede.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond en adviseert rekening te houden met de bestaande wooneenheden en bedrijven.

KORTRIJK (R8 en omgeving): op de grens tussen Kortrijk en Kuurne (ten zuiden van de Brugsesteenweg) dient de ringlaan centraal in de "groenzones" met een streeplijn aangeduid te worden; het weggebied van de ringlaan dient niet als groene bufferzone aangeduid te worden; de bestaande reservatiestrook en de bestemming agrarisch gebied ter hoogte van de nog te realiseren verkeerswisselaar R8-A19 moet behouden blijven; het bestaand pompstation op het hoekpunt van de R8 en de Heulebeek moet als openbare bestemming aangeduid worden en niet als parkgebied.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 4 betreffende aanduiding lijninfrastructuren en voor het pompstation naar haar advies onder Kortrijk.

De Commissie verklaart het bezwaar gegrond.

KUURNE: het goedgekeurde gemeentelijke structuurplan voorziet uitdrukkelijk dat de wijziging van het woonuitbreidingsgebied langs de Leie (in de herziening bestemd als recreatief parkgebied) en het woonuitbreidingsgebied Kerkweg (voorzien als parkgebied) gekoppeld is aan de opname van een nieuw woongebied op de Sint-Pieterswijk in de voorliggende gewestplanwijziging is dit laatste gebied niet opgenomen wat neerkomt op een onheuse behandeling van de gemeente en een miskenning van het subsidiariteitsprincipe.

De Commissie verwijst naar haar advies onder Kuurne en naar haar advies onder knelpunten nr. 6 aangaande gebieden die niet opgenomen zijn in de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond. - kaartblad 29/2 (plan 3) KUURNE : wijziging woonuitbreidingsgebied Leiehoek (zie hoger). Het is noodzakelijk dat de volledige groenzone vastgelegd in het goedgekeurde BPA als parkgebied is aangeduid.

De Commissie verwijst naar haar advies onder Kuurne en naar haar advies onder knelpunten nr. 5 aangaande gebieden die niet opgenomen zijn in de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

HARELBEKE: de strook tussen de Leie en de huisvuilverwerkingsinstallatie IMOG dient een openbare bestemming te krijgen; de N36 ter hoogte van de Gentsesteenweg moet aangeduid worden en de groene bufferzone aldaar is overbodig; in het noordelijk deel van de Gavers is een deel van het recreatiegebied gewijzigd in agrarisch gebied terwijl de bestemming "bosuitbreidingsgebied" hier meer aangewezen is; de uitbreiding van de bedrijven Vyncke en Verhaeghe dient opgenomen te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van bestaand bedrijf"; gezien het BPA 15 "Gavermeersen de landbouwbestemming eenduidig vastgelegd heeft, is het niet aangewezen een agrarisch gebied met ecologisch belang aan te duiden in het gewestplan, temeer omdat dit belangrijke beperkingen oplegt aan de landbouwexploitatie.

De Commissie stelt dat de verbrandingsoven zich bevindt op een industrieterrein gelegen langs een bevaarbare waterloop, dat er zich op het vlak van mobiliteit ontwikkelingen kunnen voordoen waarbij huisvuil kan aangevoerd worden langs deze waterweg, dat deze ontwikkeling verhinderd kan worden door de bestemming natuurgebied.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond en adviseert industriegebied voor milieubelastende industrie. De Commissie verwijst tevens naar haar advies onder Harelbeke E blz. 14.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 4 aangaande de aanduiding van lijninfrastructuren. De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en gegrond.

Betreffende de uitbreiding van bovengenoemde bedrijven stelt de Commissie dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

De Commissie stelt dat deze wijziging voorgesteld werd omwille van de drinkwatervoorziening in de vijver van de Gavers en het aangrenzend natuurgebied.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond mits 1 onthouding.

DEERLIJK: de woning gelegen in de Zuid-Oosthoek van de N36-Statiestraat dient als woongebied aangeduid te worden; het is onaanvaardbaar dat de gronden van een goed functionerende hofstede worden opgenomen als agrarisch gebied met ecologisch belang.

Betreffende de woning verwijst de Commissie naar haar advies onder knelpunten nr. 5 betreffende zones die niet opgenomen zijn in de ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

De Commissie stelt dat deze wijziging voorgesteld werd omwille van de drinkwatervoorziening in de vijver van de Gavers en het aangrenzend natuurgebied.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

ANZEGEM: het bedrijventerrein Vichte-Deerlijkstraat dient de bestemming "gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen" te krijgen, gezien de ligging en de configuratie van het terrein.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunten nr. 1B en verklaart het bezwaar gegrond.

WAREGEM: de uitbreidingen van Unilin, Huyzentruyt, Balta en Lys-Huyzentruyt dienen de bestemming "industriegebied bestemd voor de uitbreiding van bestaand bedrijf" te krijgen; de N382 ter hoogte van de Gentsteenweg moet aangeduid worden en de groene bufferzone aldaar is overbodig; waarom wordt de strook tussen de oude en de nieuwe Leie niet volledig als natuurgebied opgenomen? Betreffende de uitbreiding van bovengenoemde bedrijven stelt de Commissie dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht. De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 5 betreffende de aanduiding van de lijninfrastructuren en verklaart het bezwaar gegrond.

De Commissie verwijst naar de motivatie van de ontwerp-gewestplanwijziging vervat in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verklaart het bezwaar ongegrond. - kaartblad 29/3 (plan 4) WAREGEM: in het recreatiegebied moet ook verblijfsrecreatie mogelijk zijn; de bestaande woningen met bijhorende tuinen dienen niet opgenomen te worden in het bosuitbreidingsgebied omdat deze percelen uiteraard nooit bos zullen worden.

De Commissie adviseert gegrond betreffende het intekenen van de bestemming verblijfsrecreatie, conform de toelichting.

De Commissie adviseert ongegrond betreffende de woningen in uitbreiding voor bos en verwijst hiervoor naar haar advies onder Waregem. - kaartblad 28/8 (plan 5) MENEN: de groene bufferzone gelegen in de verkeerswisselaar van de autoweg A19 en de expressweg is zinloos, net als deze die zich bevindt tussen de expressweg en het industriegebied; ter hoogte van de kruising van de expressweg met de Kortrijkstraat dient de expressweg centraal met een streepjeslijn aangeduid te worden (het is evenzeer zinloos dit gebied als bos aan te duiden); het bos ten zuiden van de Leie dient beperkt te worden tot het gedeelte tussen de huidige en vroegere Leie.

De Commissie verwijst naar haar advies onder knelpunt nr. 4 betreffende de aanduiding van de lijninfrastructuren en verklaart het bezwaar gegrond.

De Commissie verwijst naar haar advies onder Menen en verklaart het bezwaar aangaande de bufferzone tussen de verkeerswisselaar en het industriegebied en het bosgebied ongegrond. - kaartblad 29/5 (plan 6) MENEN: de uitbreiding Menen-Lavatra dient voorzien te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van een bestaand bedrijf", meer bepaald als "reservegebied voor beperkte industriële uitbreiding aansluitend op de Leie dient het gebied aangepast te worden aan de feitelijke grondinnamen van het bedrijf De Witte-Lietaer (een groter gebied moet derhalve de bestemming industrie krijgen).

Betreffende de uitbreiding Lavatra stelt de Commissie dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht. De Commissie verwijst naar haar advies onder Menen.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond.

Betreffende het bedrijf De Witte-Lietaer verwijst de Commissie naar haar advies onder Menen en verklaart het bezwaar gegrond.

KORTRIJK: de nabestemming van het ontginningsgebied Koekelberg dient behouden te blijven als recreatiegebied; de uitbreidingszone voor Barco dient opgenomen te worden als "industriegebied voor de uitbreiding van het bestaand bedrijf" (dit gebied moet niet door de overheid gerealiseerd worden); het gebied binnen "Het Ei" zou een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen moeten zijn (ook de mogelijkheid om er gebouwen op te richten moet uitdrukkelijk voorzien worden alsook een rechtstreekse verkeersontsluiting vanaf het Hallencomplex op de autoweg moet voorzien worden).

Betreffende de nabestemming van het ontginningsgebied verwijst de Commissie naar haar advies onder Kortrijk.

De Commissie verklaart dit bezwaar gegrond.

Betreffende de uitbreiding Barco stelt de Commissie dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht. De Commissie verwijst naar haar advies onder Kortrijk en adviseert industriegebied voor milieubelastende industrie.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond wat de aanduiding industrie voor uitbreiding van het bestaand bedrijf betreft.

Betreffende de zone "Het Ei" verwijst de Commissie naar haar advies onder knelpunten nr. 3.

De Commissie verklaart het bezwaar ongegrond. - kaartblad 29/6 (plan 7) ZWEVEGEM: het bedrijventerrein ten zuiden van de N391 dient aangeduid te worden als gebied voor ambachtelijke en KMO bedrijven; het gebied rond het bedrijf Lesage dient opgenomen te worden als "industriegebied voor uitbreiding van bestaande bedrijven"; tussen de E17 en het vroeger station Moen-Heestert wordt het tracé en de bijhorende reservatiestrook van de N391 weggelaten (het voorliggend wijzigingsplan wijzigt op verschillende plaatsen de bestaande bestemmingen gelegen binnen of palend aan deze reservatiestrook = algemeen gesteld dienen de bestaande basisbestemmingen van het gewestplan overal integraal behouden te worden).

De Commissie verwijst naar advies onder knelpunten 1C betreft het bedrijventerrein ten zuiden van de N391.

De Commissie verklaart het bezwaar gegrond.

De Commissie wijst erop dat het koninklijk besluit d.d. 28 december 1972, betreffende de inrichting en de toepassingen van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen stelt dat de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen de bestemmingsgebieden omschrijven en niet het eigendomsrecht.

De Commissie verklaart het bezwaar omtrent het bedrijf Lesage ongegrond.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder Zwevegem en stelt dat de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van een weg dienen behouden te blijven bij het schrappen van de weg, of bij realisatie.

De Commissie verklaart het bezwaar gegrond. - kaartblad 29/7 (plan 8) AVELGEM: omgeving van de sluis van Bossuit (de strook tussen het pompgebouw en het kanaal moet volledig als gebied voor openbare bestemming aangeduid te worden en de groenzone T heeft op die plaats geen enkel object en zou veel beter als woongebied worden opgenomen); het tracé van de N391 tussen de provincieweg en de grens met Henegouwen moet geschrapt worden.

De Commissie stelt dat de uitwerking van dit intergemeentelijk initiatief tot bevordering van het streektoerisme niet gehypothekeerd kan worden door de bestemming natuurgebied en adviseert gegrond. 13. NATUURVERENIGINGEN 13.1.1.1. t.e.m. 13.1.1.60. TYPEBEZWAARSCHRIFTEN INGEDIEND DOOR VERSCHILLENDE VERENIGINGEN. 1. Natuurreservaten Wevelgem A.REGIONAAL STEDELIJK GEBIED KORTRIJK A.1. Harelbeke-Deerlijk-De Gavers (kaartblad 29/2) De wijziging van verblijfsrecreatie naar natuurgebied wordt uitdrukkelijk ondersteund (het is noodzakelijk om ongewenste recreatieve druk in de toekomst te vermijden). Wel wordt er gevraagd om de voorziene bestemming van N-gebied op delen in een deel N-gebied (hoofdzakelijk lage weiden) en een deel bosgebied te bekomen, omwille van de bestaande toestand van bos.

A.2. Stadsrandbos Kortrijk (kaartblad 29/5) Het gaat om een voorstel dat onmisbaar is voor de streek. De voorgestelde bosuitbreidingszone van 12,7 ha zou eveneens bos moeten worden.

A.3. Wevelgem, Gullegem (omgeving Heulebeek Hoeve Bulskamp) (kaartblad 29/1) - wijziging van dagrecreatie en agrarisch gebied naar recreatief parkgebied.

Het voorgestelde recreatief parkgebied moet gewoon parkgebied worden. - wijziging van agrarisch gebied naar bosuitbreidingsgebied.

Wensen dat de overheid duidelijk kiest voor de realisatie op korte termijn. Stellen dan ook de wijziging naar bosgebied voor in plaats van naar bosuitbreiding.

A.4. Wevelgem-Leiebos (kaartblad 29/5) De wijziging naar bosgebied ter vervanging van de optie bosuitbreidingsgebied (15,6 ha) is noodzakelijk om de realisatie op korte termijn meer kansen te geven.

A.5. Kuurne-Leievallei (kaartblad 29/1 en 29/2) Het voorgestelde recreatief parkgebied moet parkgebied worden als duidelijke ondersteuning van het behoud van kwaliteitsvolle open ruimte in de Leievallei.

A.8. Kortrijk-Europark (kaartblad 29/5) De voorgestelde wijziging schrappen en de bestemming van bosgebied behouden.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanwijziging.

Betreft de bezwaren onder A2, A3, A4, A5 en A6 stelt de Commissie dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

Betreft het bezwaar onder A6 verwijst de Commissie naar haar advies onder knelpunt nr. 3.

De Commissie verklaart de bezwaren ongegrond.

B. BUITENGEBIED B.I. Scheldevallei B.I.1. Spiere-Helkijn (kaartblad 37/2) De wijziging naar natuurgebied wordt volledig ondersteund.

B.I.2. Avelgem-Scheldemeersen (kaartblad 29/7) De wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied vormt een erkenning van de bufferfunctie van dit gebied en wordt volledig ondersteund.

B.I.3. Avelgem-Scheldeburcht De voorgestelde wijziging vormt een erkenning van de biologische waarde en wordt ondersteund.

B.I.4. Avelgem-Kerkhove (kaartblad 29/7 en 29/8) De wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied vormt een erkenning van de bufferfunctie van dit gebied en wordt volledig ondersteund.

B.I.5. Avelgem-Kerkhove-Scheldemeanders (kaartblad 29/7 en 29/8) De opname als natuurgebied wordt volledig ondersteund.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanwijziging.

B.II.Leievallei B.II.7. Menen-Leiemeersen Bekenhoek (op rechteroever, kaartblad 28/8) De wijziging naar agrarisch gebied met landschappelijke waarde is belangrijk om de huidige natuurlijke structuur van de Leievallei die reeds sterk onder druk staat te beschermen en kansen tot ontwikkeling te geven.

B.II.8. Menen-Barakken (kaartblad 28/8) De wijziging naar bos- en parkgebied is verantwoord gezien de sterke druk die uitgaat van het verstedelijkt gebied.

B.II.10. Wevelgem (landbouwgebieden op rechteroever, kaartblad 29/5) De wijziging van agrarisch naar landschappelijk waardevol gebied wordt ondersteund daar dit een voortzetting is van het aangrenzende N-gebied en aldus een bufferfunctie naar bebouwing vervult.

B.II.11. Wevelgem-Biezenveld (kaartblad 29/5) De wijziging van ontginningsgebied naar ontginningsgebied met nabestemming natuur wordt ondersteund omwille van de mogelijkheden tot natuurontwikkeling en ondersteuning van de natuurlijke structuur van de Leievallei.

B.II.12. Kortrijk-Marke-bosuitbreiding langs de Leie (kaartblad 29/5) Stellen een wijziging van landschappelijk waardevol gebied naar natuurgebied voor.

B.II.13. Kortrijk-Marke Het Schrijverke (kaartblad 29/5) Dit gebied wordt best natuurgebied.

B.II.14. Wevelgem en Harelbeke, Batikhove-binnengebied oude Leiearm (kaartblad 29/2) De wijziging naar bosgebied wordt volledig ondersteund.

B.II.15. Waregem, Zavelput, klei-ontginningsgebied (kaartblad 29/2) De wijziging van dagrecreatie naar natuurgebied wordt ondersteund, want het is een logische erkenning van de huidige grote natuurwaarde van het gebied.

Het ontginningsgebied zou beter wijzigen in natuurgebied in plaats van landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verwijst voor het bezwaar Waregem-Zavelput naar haar advies onder "ontginningsgebieden" en stelt dat de bevoorrading van grondstoffen dient verzekerd te worden en dat de afdeling natuurlijke rijkdommen en energie ter zake bevoegd is. De Commissie adviseert het behoud van de hoofdbestemming ontginningsgebied en adviseert als nabestemming de bestemming opgegeven in het ontwerp-gewestplan.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

B.III. Kanaal Kortrijk-Bossuit B.III.16. Moen-kanaalbermen (kaartblad 29/6) De wijziging naar N-gebied met wetenschappelijke en R-gebied wordt ondersteund.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanwijziging.

B.IV. Bosuitbreiding B.IV.18. Anzegem-Hemsrode (kaartblad 29/3) De wijziging naar bos- en bosuitbreidingsgebied wordt ondersteund althans voor wat de bosuitbreiding betreft.

B.IV.19. Kortrijk, Kooigem-Grandvalbos en Kooigembos (kaartblad 29/6) De voorgestelde wijziging naar bosuitbreiding zou beter veranderen in bosgebied.

B.IV.20. Zwevegem-Argendaal en Bellegembos (kaartblad 29/6) Rechtzetting: deze bossen liggen op Kortrijks grondgebied en niet in Zwevegem. De wijziging naar bosgebied wordt ondersteund.

B.IV.21. Anzegem, Tiegem-Hellebos, Sint-Arnoldusbos (kaartblad 29/7) De wijziging naar bosuitbreidingsgebied wordt volledig ondersteund.

B.IV.24. Waregem, Desselgem-laguneringsveld (kaartblad 29/2) Hier wordt voorgesteld dat er in nabestemming natuur wordt voorzien, vooral gezien het feit dat het gebied gelegen is naast reeds aanwezige N-gebieden en langs de Leie. Vragen om de nabestemming natuur vast te leggen.

De Commissie neemt nota van de positieve benadering van een aantal elementen in deze ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verwijst voor Anzegem-Hemsrode naar haar advies onder de gemeente Anzegem en adviseert het behoud van de bestemmingen van het vigerend gewestplan.

De Commissie stelt dat de motivatie voor de ontwerp-gewestplanwijziging voor de zonering Hellebos en St.

Arnoldusbos vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verwijst voor het laguneringsveld te Desselgem naar haar advies onder adviezen nr. 11.

De Commissie verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

C. BEDRIJVENTERREINEN C.III.12. Menen-Lavatra (kaartblad 29/5) Men stelt voor om de optie industrie te vervangen door bosgebied.

C.III.l9. Kortrijk-Barco (kaartblad 29/5) Vragen om de agrarische bestemming te behouden.

De Commissie stelt dat de motivatie voor dit project vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering en verwijst voor Barco naar haar advies onder Kortrijk.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond.

DE LIJNINFRASTRUCTUREN D.11. Kortrijk (kaartbladen 29/2 en 29/6) Stellen voor om de reservatiestrook van de stedelijke weg N50 b/c te schrappen omdat deze nieuwe weg ruimteverslindend is en de verkeersleefbaarheid vermindert.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond.

E. ALGEMENE CONCLUSIES BIJ DE VOORSTELLEN VAN DE GEWESTPLANWIJZIGING. Het leidt geen twijfel dat er een nadruk werd gelegd op het realiseren van nieuwe industrieterreinen m.a.w. op wijzigingen naar "harde" gewestplanbestemmingen. Tevens moet de voorziene winst voor de natuur gerelativeerd worden want meestal gaat het gewoon om het toekennnen van een passende planologische bestemming welke overeenkomt met de bestaande natuurwaarden. Bovendien is de échte natuuruitbreiding veel kleiner dan aanvankelijk werd voorzien en beperkt ze zicht hoofdzakelijk tot bebossingsprojecten. Snelle realisatie van deze laatsten dringt zich op!! Tenslotte moet de versterking van de natuurlijke structuur van de valleigebieden van de Schelde en de Leie eveneens een prioriteit zijn in het proces van de ruimtelijke planning.

De Commissie neemt nota van het standpunt van de bezwaarindieners en verwijst naar de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering. 2. Natuurwerkgroep het Boompje (Deerlijk) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem. 3.Werkgroep leefmilieu Zwevegem Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem. 4. Velt vzw Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.5. De Levensboom Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.6. De Wielewaal Waregem Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.7. JNM Leievallei Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.8. Natuurreservaat Grensleie (Wervik) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.9. Wielewaal Anzegem Idem punt l Natuurreservaten Wevelgem.10. Zuid Westvlaamse Natuur-en Milieukoepel (Wevelgem) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.11. Wielewaal Zuid West-Vlaanderen (Deerlijk) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.12. Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming (Heule) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.13. Natuurvereniging De Vlasbek (Kuurne) Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem.14. Typebrief ondertekend door 58 personen Idem punt 1 Natuurreservaten Wevelgem. 13.1.2.1. KORTRIJKSE MILIEURAAD A. REGIONAAL STEDELIJK GEBIED KORTRIJK A.2. Stadsrandbos Kortrijk (kaartblad 29/5) Het voorliggend plan is zeker niet voldoende om het nijpend bostekort in het Kortrijkse op te vangen. Men wil benadrukken dat het een absoluut minimum is en dat deze bosuitbreiding dan ook integraal behouden moet blijven. Er wordt tevens voor een realisatie op korte termijn gepleit en men wenst dat er geen enkele ondergraving zou gebeuren van de voorgestelde wijzigingen. Tenslotte vragen ze om de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bosuitbreidingsgebied (12,7 ha) om te vormen naar bosgebied.

A.7. Stedelijk project West-Kortrijk (kaartblad 29/1) De ringweg is niet nodig en daarom vraagt men de schrapping van deze reservatiestrook.

A.8. Kortrijk-Europark (kaartblad 29/5) Men heeft bezwaar dat het bosgebied binnen de verkeerswisselaar omgezet wordt naar een zone voor parking. Niet alle alternatieven voor dergelijke zone werden onderzocht (o.a. ondergronds, tijdens de drukste perioden gebruik maken van de parking van de nabijgelegen campus van de Vlaamse Hogescholen,...).

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

B. BUITENGEBIED B.II. Leievallei B.II.11. Wevelgem-Biezenveld (kaartblad 29/5) De Milieuraad wenst dit voorstel tot wijziging te ondersteunen.

B.II.12. Kortrijk-Marke-bosuitbreiding langs de Leie (kaartblad 29/5) Men stelt voor om de bestemming te wijzigen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied. Het zou een logische erkenning zijn van de natuurwaarde en de potenties voor natuurontwikkeling.

B.II.13. Kortrijk-Marke Het Schrijverke (kaartblad 29/5) Dit project krijgt de volledige ondersteuning.

B.IV. Bosuitbreiding B.IV. 19. Kortrijk, Kooigem-Grandvalbos en Kooigembos (kaartblad 29/6) Stelt voor om de bestemming van het project om te vormen tot bosgebied.

B.IV.20. Zwevegem, Argendaalbos en Bellegembos (kaartblad 29/6) Schaart zich achter het project en de voorgestelde bestemmingswijziging moet zeker doorgevoerd worden. Een realisatie op korte termijn is wenselijk.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

C. BEDRIJVENTERREINEN C.III.12. Menen-Lavatra (kaartblad 29/5) De Milieuraad stelt voor om de optie industriegebied te schrappen en om te vormen naar bosgebied.

C.III.I9. Kortrijk-Barco (kaartblad 29/5) Stelt voor de wijziging te schrappen en de agrarische functie te behouden.

C.III.28. Kortrijk-Pottelberg (kaartblad 29/5) Men heeft bezwaar tegen deze uitbreiding omdat er veel inheemse en uitzonderlijke fauna en flora dreigen te verdwijnen. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 september 1980 stelt dat de aldaar voorkomende diersoorten volledige bescherming genieten. De Milieuraad stelt voor om dit gebied te wijzigen in een parkgebied.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

D. LIJNINFRASTRUCTUUR Men gaat akkoord met de schrapping van de tracés D 13, 15, 16 en 17 (kaartblad 29/1). Men heeft echter bezwaar tegen het instellen van een reservatiestrook voor een nieuwe stedelijke weg (westelijke ring) D11 (er zijn reeds voldoende wegen, het beschermd dorpsgezicht van Preetjesmolen zou geschonden worden, het kan een eerste aanzet zijn tot een verdere aanleg van de N328 en de N50 b en c). Kortom alle reservatiezones voor de aanleg van nieuwe wegen in het Kortrijkse moeten geschrapt worden. Er is ook een algemeen bezwaar tegen alle penetratiewegen waardoor de R8 haar verkeersontlastende en verkeersontradende functie zou verliezen. Men vraagt volledige afwerking van de R8 waardoor nieuwe wegen overbodig worden.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem. 13.1.2.2 NATUURRESERVATEN VZW AFDELING KORTRIJK A. REGIONAAL STEDELIJK GEBIED KORTRIJK A.2. Stadsrandbos Kortrijk (kaartblad 29/5) Het voorliggend plan is zeker niet voldoende om het nijpend bostekort in het Kortrijkse op te vangen. Men wil benadrukken dat het een absoluut minimum is en dat deze bosuitbreiding dan ook integraal behouden moet blijven. Er wordt tevens voor een realisatie op korte termijn gepleit en men wenst dat er geen enkele ondergraving zou gebeuren van de voorgestelde wijzigingen. Tenslotte vragen ze om de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bosuitbreidingsgebied (12,7 ha) om te vormen naar bosgebied.

A.8. Kortrijk-Europark (kaartblad 29/5) Het is schandalig dat in één van de bosarmste regio's van Vlaanderen 8 ha gerealiseerd bosgebied zou opgeofferd worden aan parking. De eventuele noodzaak aan parking is gecreëerd door de aanleg van het bioscoopcomplex en had van in het begin in het project moeten ingecalculeerd worden. Het gaat bovendien om een ecologisch zeer waardevol gebied met zeldzame fauna en flora. Tenslotte werden de alternatieven voor de parking niet grondig onderzocht. Men vraagt om de bestemming bos te behouden.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

B. BUITENGEBIED B.II. Leievallei B.II.11. Wevelgem- Biezenveld (kaartblad 29/5) De vzw wenst voorstel tot wijziging te ondersteunen.

B.II.12. Kortrijk-Marke-bosuitbreiding langs de Leie (kaartblad 29/5) Men stelt voor om de bestemming te wijzigen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied. Het zou een logische erkenning zijn van de natuurwaarde en de potenties voor natuurontwikkeling.

B.II.13. Kortrijk-Marke Het Schrijverke (kaartblad 29/5) Dit project krijgt de volledige ondersteuning.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

B.IV. Bosuitbreiding B.IV.19. Kortrijk, Kooigem-Grandvalbos en Kooigembos (kaartblad 29/6) Stelt voor om de bestemming van het project om te vormen tot bosgebied.

B.IV.20. Zwevegem, Argendaalbos en Bellegembos (kaartblad 29/6) Schaart zich achter het project en de voorgestelde bestemmingswijziging moet zeker doorgevoerd worden. Een realisatie op korte termijn is wenselijk.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

C. BEDRIJVENTERREINEN C.III.12. Menen-Lavatra (kaartblad 29/5) De vzw stelt voor om de optie industriegebied te schrappen en om te vormen tot bosgebied.

C.III.l9. Kortrijk-Barco (kaartblad 29/5) Stelt voor de wijziging te schrappen en de agrarische functie te behouden.

C.III.28. Kortrijk-Pottelberg (kaartblad 29/5) Men heeft bezwaar tegen deze uitbreiding omdat er veel inheemse en uitzonderlijke fauna en flora dreigen te verdwijnen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 september 1980 stelt dat de aldaar voorkomende diersoorten volledige bescherming genieten. De vzw stelt voor om dit gebied om te vormen tot natuurgebied.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem.

D. LIJNINFRASTRUCTUUR Men gaat akkoord met de schrapping van de tracés D 13, 15, 16 en 17 (kaartblad 29/1). Men heeft echter bezwaar tegen het instellen van een reservatiestrook voor een nieuwe stedelijke weg (westelijke ring) D11 (er zijn reeds voldoende wegen, het beschermd dorpsgezicht van Preetjesmolen zou geschonden worden, het kan een eerste aanzet zijn tot een verdere aanleg van de N328 en de N50 b en c). Kortom alle reservatiezones voor de aanleg van nieuwe wegen in het Kortrijkse moeten geschrapt worden. Er is ook een algemeen bezwaar tegen alle penetratiewegen waardoor de R8 haar verkeersontlastende en verkeersontradende functie zou verliezen. Men vraagt volledige afwerking van de R8 waardoor nieuwe wegen overbodig worden.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 Natuurreservaten Wevelgem. 13.1.3.1. t.e.m. 13.1.3.79 TYPEBEZWAARSCHRIFT ONDERTEKEND DOOR 83 PERSONEN (Wevelgem) Men vraagt een integrale uitbouw van het regionaal bos (570 ha) zoals voorgesteld door de Vlaamse Regering. Men wil het behoud van het bosgebied van "Het Ei" als onderdeel van het stadsbus.

Men wil niet dat "Het Ei" omgevormd wordt tot parking en de 28 ha in de Cannaertstraat moeten omgevormd worden tot bosgebied als uitbouw van het stadsbos.

De Commissie stelt dat de motivatie voor deze ontwerp-gewestplanwijziging vervat is in het besluit en de toelichting van de Vlaamse regering.

De Commissie verwijst betreffende de zone "Het Ei" naar haar advies onder knelpunten nr. 3.

De Commissie verwijst eveneens naar knelpunten onder nr. 5 voor zones die geen deel uitmaken van deze ontwerp-gewestplanwijziging.

De Commissie verklaart het bezwaar ontvankelijk en ongegrond. 13.1.4. PETITIELIJST OOK IK DOE MEE VOOR MEER BOS ONDERTEKEND DOOR 47 PERSONEN (Otegem) Men vraagt een integrale uitbouw van het regionaal bos (570 ha) zoals voorgesteld door de Vlaamse regering. Men wil het behoud van het bosgebied van Het Ei" als onderdeel van het stadsbos. Men wil niet dat "Het Ei" omgevormd wordt tot parking en de 28 ha in de Cannaertstraat moeten omgevormd worden tot bosgebied als uitbouw van het stadsbos.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1.3. 13.1.5. t.e.m. 13.1.5.43. PETITIELIJST OOK IK DOE MEE VOOR MEER BOS ONDERTEKEND DOOR 186 PERSONEN Men vraagt een integrale uitbouw van het regionaal bos (570 ha) zoals voorgesteld door de Vlaamse regering. Men wil het behoud van het bosgebied van "Het Ei" als onderdeel van het stadsbos. Men wil niet dat "Het Ei" omgevormd wordt tot parking en de 28 ha in de Cannaertstraat moeten omgevormd worden tot bosgebied als uitbouw van het stadsbos.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1.3. 13.1.6.1. t.e.m. 13.1.6.39. NATUURWERKGROEP HET SCHRIJVERKE A. REGIONAAL STEDELIJK GEBIED KORTRIJK A.2. Stadsrandbos Kortrijk (kaartblad 29/5) Het voorliggend plan is zeker niet voldoende om het nijpend bostekort in het Kortrijkse op te vangen. Men wil benadrukken dat het een absoluut minimum is en dat deze bosuitbreiding dan ook integraal behouden moet blijven. Er wordt tevens voor een realisatie op korte termijn gepleit en men wenst dat er geen enkele ondergraving zou gebeuren van de voorgestelde wijzigingen. Tenslotte vragen ze om de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bosuitbreidingsgebied (12,7 ha) om te vormen naar bosgebied.

A.8. Korttrijk-Europark (kaartblad 29/5) Het is schandalig dat in een van de bosarmste regio's van Vlaanderen 8 ha gerealiseerd bosgebied zou opgeofferd worden aan parking. De eventuele noodzaak aan parking is gecreëerd door de aanleg van het bioscoopcomplex en had van in het begin in het project moeten ingecalculeerd worden. Het gaat bovendien om een ecologisch zeer waardevol gebied met zeldzame fauna en flora. Tenslotte werden de alternatieven voor de parking niet grondig onderzocht. Men vraagt om de bestemming bos te behouden.

B. BUITENGEBIED B.II. Leievallei B.II.11. Wevelgem-Biezenveld (kaartblad 29/5) De vzw wenst voorstel tot wijziging te ondersteunen.

B.II.12. Kortrijk-Marke-bosuitbreiding langs de Leie (kaartblad 29/5) Men stelt voor om de bestemming te wijzigen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied. Het zou een logische erkerining zijn van de natuurwaarde en de potenties voor natuurontwikkeling.

B.II.13. Kortrijk-Marke Het Schrijverke (kaartblad 29/5) Dit project krijgt de volledige ondersteuning.

B.IV. Bosuitbreiding B.IV.19. Kortrijk, Kooigem-Grandvalbos en Kooigembos (kaartblad 29/6) Stelt voor om de bestemming van het project om te vormen tot bosgebied.

B.IV.20. Zwevegem, Argendaalbos en Bellegembos (kaartblad 29/6) Schaart zich achter het project en de voorgestelde bestemmingswijziging moet zeker doorgevoerd worden. Een realisatie op korte termijn is wenselijk.

C. BEDRIJVENTERREINEN C.III.12. Menen-Lavatra (kaartblad 29/5) De vzw stelt voor om de optie industriegebied te schrappen en om te vormen tot bosgebied.

C.III.I9. Kortrijk-Barco (kaartblad 29/5) Stelt voor de wijziging te schrappen en de agrarische functie te behouden.

C.III.28. Kortrijk-Pottelberg (kaartblad 29/5) Men heeft bezwaar tegen deze uitbreiding omdat er veel inheemse en uitzonderlijke fauna en flora dreigen te verdwijnen. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 september 1980 stelt dat de aldaar voorkomende diersoorten volledige bescherming genieten. De vzw stelt voor om dit gebied om te vormen tot natuurgebied.

D. LIJNINFRASTPUCTUUR Men gaat akkoord met de schrapping van de tracés D 13, 15, 16 en 17 (kaartblad 29/1). Men heeft echter bezwaar tegen het instellen van een reservatiestrook voor een nieuwe stedelijke weg (westelijke ring) D11 (er zijn reeds voldoende wegen, het beschermd dorpsgezicht van Preetjesmolen zou geschonden worden, het kan een eerste aanzet zijn tot een verdere aanleg van de N328 en de N50 b en c). Kortom alle reservatiezones voor de aanleg van nieuwe wegen in het Kortrijkse moeten geschrapt worden. Er is ook een algemeen bezwaar tegen alle penetratiewegen waardoor de R8 haar verkeersontlastende en verkeersontradende functie zou verliezen. Men vraagt volledige afwerking van de R8 waardoor nieuwe wegen overbodig worden. 13.1.7. PETITIEAKTIE VAN DE KORTRIJKSE MILIEURAAD ONDERTEKEND DOOR 14977 PERSONEN Men vraagt een integrale uitbouw van het regionaal bos (570 ha) zoals voorgesteld door de Vlaamse regering. Men wil het behoud van het bosgebied van "Het Ei" als onderdeel van het stadsbos.

Men wil niet dat "Het Ei" omgevormd wordt tot parking en de 28 ha in de Cannaertstraat moeten omgevormd worden tot bosgebied als uitbouw van het stadsbos.

De Commissie verwijst naar haar standpunt onder 13.1 natuurreservaten Wevelgem en verklaart de bezwaren ontvankelijk en ongegrond.

EINDADVIES De Commissie stelt vast dat: - de adviezen van de gemeenteraden en de Bestendige Deputatie, alsmede de verschillende bezwaren en opmerkingen aanleiding geven tot gemotiveerde voorstellen voor aanpassingen; - en adviseert onder verwijzing naar haar motiveringen, geformuleerd bij het onderzoek van deze adviezen, bezwaren en opmerkingen, het ontwerp-plan tot gedeeltelijke herziening van het gewestplan Kortrijk, op het grondgebied van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem, volgende adviezen: Voor de knelpunten onder: 1A. Regionaal bedrijventerrein Brabantstraat Waregem De Commissie adviseert de zone voor regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter niet te weerhouden en deze zone te bestemmen als gebied voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van de bestaande woonkorrel. 1B. Regionaal bedrijventerrein Harelbekestraat, Anzegem-Vichte De Commissie adviseert de zone voor regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter niet te weerhouden en deze zone te bestemmen als gebied voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen, met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van het woongebied en met speciale aandacht naar de ontsluiting op de N36. 1C. Regionaal bedrijventerrein N391 Zwevegem De Commissie adviseert, omwille van de integratie in het woongebied en als overgang naar de industriegebieden ten noorden en ten oosten, deze zone niet te weerhouden en te bestemmen als zone voor ambachtelijke bedrijven, kleine en middelgrote ondernemingen met daarin een ruime bufferzone ten overstaan van het woongebied. 2. Woonwagenpark te Aalbeke De Commissie geeft een ongunstig advies betreffende deze zone in deze ontwerp-gewestplanwijziging en verwijst hieromtrent naar de motivering vermeld onder punt 2° blz.3. 3. De zone voor parking in de verkeerswisselaar "Het Ei" De Commissie adviseert voor de zone binnen de verkeerswisselaar de bestemming gemeenschapsvoorziening en openbaar nut.De Commissie adviseert tevens dat deze zone verder dient uitgewerkt te worden bij middel van een uitvoeringsplan dat gerelateerd is aan de zone van het bestaande Hallencomplex en dat de verkeers- en ontsluitingsproblematiek behandelt. 4. Lijninfrastructuren De Commissie adviseert de te verwezenlijken lijninfrastructuren en verkeerswisselaars grafisch aan te duiden en geen bufferzones en bosgebieden in het binnengebied van de wegen aan te wijzen.6. Hoeves in bosgebied De Commissie adviseert, omwille van de continuïteit van de bedrijven, de exploitatiezetels in het bosgebied, te bestemmen als uitbreiding voor bos, waardoor de bestemming, die als grondkleur is weergegeven, blijft gelden tot op het moment dat de bosuitbreiding effectief gerealiseerd wordt. Voor de kaartbladen onder: Kaartbladen 28/4 - 29/8 - 37/2 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op deze kaartbladen.

Kaartblad 29/1 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. de bestemming ontginningsgebied Beiaardlinde behouden blijft met de bestemming landbouw als nabestemming; 2. voor de zone Bergkapel te Lendelede de bestaande bedrijven en wooneenheden worden ingetekend, de bufferzone wordt weggelaten en de nabestemming wordt gerealiseerd d.m.v. een gemeentelijk plan van aanleg; 3. voor de zone recreatief parkgebied te Wevelgem (Gullegem) het woongebied wordt ingetekend conform het vigerend gewestplan;4. voor het perceel gelegen in recreatief parkgebied, langs de Hondschotestraat te Gullegem, de bestemming woongebied ingetekend wordt;5. het bosuitbreidingsgebied langs de Hondschotestraat te Gullegem, de bestemming van het vigerend gewestplan behoudt;6. het weglaten van de bufferzone binnen het weggebied van de ringlaan;7. het intekenen van de reservatiestrook ter hoogte van de verkeerswisselaar R8-A19;8. het intekenen van de R8 ten oosten van de N5O met een centrale streeplijn;9. het intekenen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nutsvoorzieningen van het pompstation op de hoek van de R8 en de Heulebeek;10. het intekenen van het kruispunt Mellestraat-Gemeenhof als gebied voor wonen met landelijk karakter; 11. het intekenen van een strook natuurgebied langs de Leie i.p.v. gebied voor milieubelastende industrieën, conform het vigerend gewestplan; 12. het intekenen van de uitbreiding begraafplaats te Kortrijk als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;13. het inkleuren van een deel woongebied ter correctie van het recreatief parkgebied op het grondgebied Kuurne;14. de bestemming ontginningsgebied Bergelen behouden blijft met de bestemming parkgebied als nabestemming. Kaartblad 29/2 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. het laguneringebied te Waregem (Desselgem) op een afstand ingetekend wordt van de oude Leiearm;2. de bestemming ontginningsgebied Zavelput te Waregem (Beveren-Leie) behouden blijft met als nabestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied;3. het schrappen van het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen voor de waterzuiveringsinstallatie te Waregem (Beveren-Leie); 4. het intekenen van een woonzone, aansluitend aan de woonzone Heirweg Deerlijk/Harelbeke i.p.v. bosgebied voor een diepte van 50 m; 5. het integraal intekenen van het perceel van het bedrijf Degezelle Heirbaan 266 Harelbeke als woonzone i.p.v. gedeeltelijk bos; 6. het regionaal bedrijventerrein te Anzegem (Vichte) ingetekend wordt als gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebied voor kleine en middelgrote bedrijven, met aandacht voor de ontsluiting en met ruime bufferzone t.o.v. van het woongebied; 7. ter hoogte van het bedrijf Verhaeghe, de bosgebieden hun oorspronkelijke bestemming behouden;8. de gronden van de vestiging Imog te Harelbeke ingetekend worden als gebied voor milieubelastende industrie tot aan de gronden van de waterwegen;9. het intekenen van de N36 ter hoogte van de verkeerswisselaar en het weglaten van de bufferzones in het binnengebied van de weg;10. de aanduiding van de als secundaire weg gerealiseerde N36 tussen de N43 en de weg Kortrijk, Bavikhove, Ooigem, conform de toelichting;11. het intekenen van de zone RP gelegen tussen de Beneluxbrug en de omleidingsweg te Zwevegem als natuurgebied;12. er voor het bedrijf Unilin een uitvoeringsplan wordt opgemaakt met aandacht voor de bufferzone en de ontsluiting; 13. het behoud van de bestemming agrarisch gebied van het vigerend gewestplan m.b.t. het bezwaar DERMAUW-HUYGHE- 10.1.36.

Kaartblad 29/3 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. het aanbrengen van de grafische aanduiding van gebied voor verblijfsrecreatie ter hoogte van het golfterrein te Waregem;2. het behoud van de bestemmingen van het vigerend gewestplan op de locatie Hemsrode te Anzegem; 3. het regionaal bedrijventerrein Brabantstraat ingetekend wordt als gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebied voor kleine en middelgrote ondernemingen met ruime bufferzone t.o.v. de bestaande woonkorrel.

Kaartblad 28/8 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. het intekenen van de centrale aslijn van de expressweg ter hoogte van het kruispunt met de Kortrijkstraat;2. het intekenen van de bestemmingen van het vigerend gewestplan ter hoogte van de gerealiseerde N32;3. het weglaten van het bosgebied binnen het weggebied van de N32;4. het intekenen van de aanduiding RO in het zone regionaal bedrijventerrein, conform de toelichting. Kaartblad 29/5 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. het intekenen van een bufferzone aan de zuidkant van de uitbreiding van het bedrijf Lavatra binnen het industrieterrein;2. het behoud van de bestemming recreatiepark aan de noordkant van het stadsrandbos;3. het behoud van de bestemming van het vigerend gewestplan voor de uitbreiding voor bos te Wevelgem;4. de land- en tuinbouwexploitatiezetels welke thans in bosgebied gesitueerd worden ingetekend worden als uitbreiding voor bos;5. de hoeve ter hoogte van de Kennedylaan, de bestemming dagrecreatie krijgt;6. de historische hoeves binnen de bestemming bos, een bestemming krijgen welke kadert binnen de bestemming bos;7. de nabestemming dagrecreatie voor het ontginningsgebied behouden blijft conform het vigerend gewestplan;8. de zone van de verkeerswisselaar "Het Ei" ingetekend wordt als zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nutsvoorziening en dat er voor de uitwerking van de zone een uitvoeringsplan dient opgemaakt te worden dat de relatie legt tussen de zone van het bestaande Hallencomplex en de ontsluitings- en verkeersproblematiek behandelt;9. de zone RD voor het bedrijf Barco ingetekend wordt als gebied voor milieubelastende industrie;10. de zone voor woonwagenpark geschrapt wordt;11. de zone voor milieubelastende industrie aan de vroegere pannenfabriek verandert wordt in zone voor ambachtelijke bedrijven of voor kleine en middelgrote bedrijven;12. het intekenen van de bestemming gebied voor milieubelastende industrie ter hoogte van het bedrijf De Witte-Lietaer, conform de bestaande vergunning. Kaartblad 29/6 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: 1. het regionaal bedrijventerrein te Zwevegem ingetekend wordt als gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen met ruime bufferzone t.o.v. het woongebied; 2. de ontginningszone Lettenhof te Zwevegem de bestemming ontginningsgebied behoudt met nabestemming parkgebied;3. de oorspronkelijke bestemmingen van het vigerend gewestplan binnen de reservatiestrook van de geschrapte N391 behouden blijven;4. de bestemming van het woonpark Den Helder in het vigerend gewestplan behouden blijft;5. de land- en tuinbouwexploitatiezetels welke thans in bosgebied gesitueerd worden ingetekend worden als uitbreiding voor bos;6. de uitbreiding bos van het Grandvalbos en Kooigem de bestemming van het vigerend gewestplan behouden. Kaartblad 29/7 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits: - het intekenen van de site van het voormalig pompgebouw als gebied voel gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorzieningen.

Algemeen De Commissie stelt dat waardevolle historische gebouwen, welke zonevreemd liggen, moeten kunnen gerenoveerd en instand gehouden worden, ongeacht de zone waarin ze zich bevinden.

De Commissie stelt vast dat de voorliggende ontwerp-gewestplanwijziging m.b.t. de exploitaties en investeringen door de toepassing van de sectorale decreten en regelgevingen waaronder o.m. het mestdecreet, het decreet op de milieuvergunningen, het bosdecreet en zelfs het decreet op de ruimtelijke ordening en de natuurbeschermingswetgeving, gevolgen hebben die deze exploitaties en investeringen bezwaren; dat terecht door meerdere bezwaarindieners op deze gevolgen wordt gewezen; dat mede als gevolg van de afstandsregels deze gevolgen zich uitstrekken tot de exploitaties die zich buiten deze ontwerp-gewestplanwijziging situeren. De Commissie adviseert de Vlaamse regering bij de vaststelling van het gewestplan tevens verordenende maatregelen te treffen waarbij de inrichtingen verder kunnen exploiteren zonder dat er wijzigingen worden aangebracht aan de lopende vergunning en exploitatievoorwaarden en de vergunningen kunnen vernieuwd worden voor een voldoende termijn. De Commissie verwijst naar de rechtstoestand en regelgeving van voor de gewestplanwijziging.

De Secretaris, De 2e Ondervoorzitter, Etienne Mares. Jacques Devolder.

^