MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE

Plan de Secteur « Limburgs Maasland ». - Fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Limburgs Maasland » sur le territoire de la commune de Maasmechelen (terrain de mine Eisden). - Erratum Dans le Moniteur belge du 7 juillet 2001, à la page 23675 est paru l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 mai 2001 portant fixation définitive du plan de modification partielle du plan de secteur « Limburgs Maasland » toutefois sans l'avis de la Commission consultative de la région. Ci-après suit cet avis.

Advies van de streekcommissie Gewestplan Limburgs Maasland Besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 houdende voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Limburgs Maasland op het grondgebied van de gemeente Maasmechelen.

Advies over het besluit van de Vlaamse regering en over de adviezen uitgebracht door de Bestendige Deputatie en de betrokken gemeenteraden.

Het dossier werd door de Streekcommissie besproken in vergadering van - 18 december 2000 - 15 januari 2001 - 22 januari 2001 I. Advies van de Commissie over het plangebied De Commissie geeft gunstig advies over de wijziging voorgesteld te Maasmechelen - uitbreidingsgebied voor stedelijke functies - met dien verstande dat het aanvullende stedenbouwkundig voorschrift wordt gewijzigd. De eerste zin "dit gebied is bestemd voor de uitbouw van stedelijke functies die complementair zijn aan het wonen" dient vervangen te worden door de zin :" Dit gebied is bestemd voor de uitbouw van stedelijke functies die complementair zijn aan het wonen zonder dat er een subcentrum mag gecreëerd worden" II. Advies van de Bestendige Deputatie Het advies van de Bestendige Deputatie d.d. 16 november 2000 luidt als volgt : Artikel 1 In verband met dit ontwerp-gewestplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Limburgs Maasland wordt een gunstig advies uitgebracht.

Advies : Dit advies wordt bijgetreden.

Argumentatie : Zie het eigen advies van de streekcommissie.

III. Adviezen van de betrokken gemeentebesturen. 1) Het advies van de gemeenteraad van de gemeente Kinrooi van 16 oktober 2000 luidt als volgt : Artikel 1 : Eénparig gunstig advies omtrent het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp-gewestplan Limburgs Maasland.(dossier : Eisden-Mijnterrein-herneming) Advies : dit advies wordt bijgetreden.

Argumentatie : zie het eigen advies van de streekcommissie over het plangebied. 2) De gemeenten Maasmechelen, Lanaken, Dilsen-Stokkem en Maaseik hebben geen advies uitgebracht zodat dit geacht wordt gunstig te zijn. IV. Bezwaarschriften Er werden 48 bezwaarschriften ingediend, twee individuele bezwaarschriften en 46 typebezwaarschriften.

Nr. 1 : Unizo, Casterstraat 64B1 3500 Hasselt Inhoud : - Het aanvullend voorschrift bepaalt dat het "uitbreidingsgebied voor stedelijke functies" als bestemming heeft " de uitbouw van stedelijke functies die complementair zijn aan het wonen. Dit reservegebied mag slechts aangesneden nadat een plan voor ruimtelijke ontwikkeling van dit gebied als één geheel is opgesteld en door ons is goedgekeurd. De integratie van de nog bestaande mijngebouwen in dit geheel is noodzakelijk. » - In de beslissing van de Vlaamse regering van 1 december 1993 over deze gewestplanwijziging wordt gesteld dat :" . .. deze ontwikkeling omwille van de eigen karakteristiek van het terrein als één geheel gepland moet worden en om die reden via een aanvullend stedenbouwkundig voorschrift wordt vastgelegd; dat het bijzonder voorschrift enerzijds de complementariteit van het wonen als voorwaarde stelt en anderzijds oplegt dat het gebied in zijn geheel via een goedgekeurd plan van aanleg wordt gerealiseerd; dat het gebied op zichzelf voldoende waarborgen biedt voor het tegenhouden van subcentra of monofunctionele stedelijke ontwikkelingen zoals distributie. » Unizo-Limburg stelt vast dat aan de voorwaarden van dit nieuwe ontwerp gewestplanwijziging, noch aan de goedgekeurde gewestplanwijziging van 1993 kan worden voldaan. 1. De complementariteit aan het wonen en meer specifiek met de mijncités van Eisden. Het goedgekeurde BPA is wat omvang, bestemming en invulling betreft weinig complementair met de mijncité Eisden. De voorziene projecten zijn van internationaal niveau en werken autonoom. Value Retail rekent jaarlijks op 4 miljoen bezoekers. Deze projecten hebben geen relatie met het wonen in de mijncités en kunnen dus niet complementair zijn. 2. Dit reservegebied mag slechts aangesneden nadat een plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van dit gebied als één geheel is opgesteld en door ons is goedgekeurd. Op 15 april 1999 heeft de Vlaamse regering een gedeeltelijke goedkeuring afgeleverd van het BPA "Uitbreidingszone voor stedelijke functies".

Dit gebied is reeds aangesneden zonder dat er een goedgekeurd plan van aanleg is voor de totale oppervlakte van de uitbreidingszone voor stedelijke functies. 3. In de beslissing van de Vlaamse regering van 1993 staat te lezen dat subcentra en monofunctionele functies zoals distributie, hier niet thuishoren. Value Retail heeft een netto verkoopoppervlakte van 15 000 m2 waar vooral kleding en schoenen zullen verkocht worden. Daarnaast komt er nog een Main Street met winkels en horeca. Er is dus wel sprake van distributie en een nieuw centrum.

De voorwaarden die opgelegd worden in het ontwerp gewestplan zijn achterhaald en kunnen niet meer worden gerealiseerd.

Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden.

Argumentatie De argumenten van bezwaarindiener zijn gericht tegen het BPA "uitbreiding stedelijke functies", opgesteld door de gemeente Maasmechelen en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 april 1999. Indien dit BPA niet in overeenstemming is met de voorschriften van het gewestplan, moet het BPA zelf worden aangevochten, of met het gewestplan in overeenstemming gebracht. Nr. 2 Bond Beter Leefmilieu Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel Inhoud : Bond Beter Leefmilieu is tegen deze loutere herneming. Voor dit gebied werd immers een BPA goedgekeurd dat de bouw van een zogenaamd "outletcenter" mogelijk maakt, een shoppingcentrum waar einde reeksen aan sterk verlaagde prijzen worden aangeboden. De inplanting van dit shoppingcenter met een oppervlakte van 20 000m2 is om twee redenen fundamenteel in strijd met de doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : - Dit outletcenter zal een enorme verkeersstroom op gang brengen, op een zaterdag worden 20Ç000 bezoekers per auto verwacht. Dit is in strijd met de doelstelling van het RSV om de groei van het autoverkeer af te remmen. Dit outletcenter zorgt voor enorme toename van het autoverkeer en voor een toename van de afgelegde afstand om te gaan winkelen, gelet op de straal van 100 tot 150 km waaruit men klanten wil recruteren. - Het shoppingcenter is een grootstedelijke activiteit die ingeplant wordt in een kleinstedelijk gebied. Het outletcenter mikt op bijna 4 miljoen bezoekers per jaar die gerecruteerd worden uit een straal van 100 tot 150 kilometer. Dit kan bezwaarlijk een kleinstedelijke activiteit genoemd worden. Dit outletcenter vormt dus een bedreiging voor het draagvlak van onder meer het regionaal stedelijk gebied Hasselt/Genk, meer bepaald voor de handel in de binnenstad. Bovendien zal het outletcenter ook zorgen voor een enorme verkeersoverlast in het kleinstedelijk gebied Maasmechelen zelf. Dit dreigt de doelstelling van bundeling van activiteiten in stedelijke gebieden te ondergraven.

Om de doelstellingen van het RSV alsnog te respecteren en voor de toekomst veilig te stellen, vraagt bezwaarindiener het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift als volgt aan te vullen en te verduidelijken : « grootschalige commerciële activiteiten of grootschalige detailhandel die het niveau van het kleinstedelijk gebied overstijgen zijn niet toegelaten; dit moet blijken uit een BPA of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat opgemaakt moet worden na goedkeuring van deze gewestplanherziening; er moet een studie uitgevoerd worden naar de optimale ontsluitingsmogelijkheden vooraleer het gebied wordt ontwikkeld. » Het huidig BPA is bovendien ook in strijd met het nu geldige aanvullend stedenbouwkundig voorschrift, dat duidelijk stelt dat het gebied "als één geheel" via een goedgekeurd BPA wordt gerealiseerd.

Het huidige goedgekeurde BPA heeft slechts betrekking op een gedeelte van het uitbreidingsgebied voor stedelijke functies. Ook om deze reden is een herziening van het bestaande BPA noodzakelijk. Bond Beter Leefmilieu vraagt daarom dat de herziening van het BPA vastgelegd wordt in het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift en/of in het besluit van de Vlaamse regering tot goedkeuring van deze gewestplanherziening. De Vlaamse regering kan de herziening van dit BPA eisen (en zelfs in de plaats van de gemeente een nieuw BPA opmaken) op basis van de artikelen 12, 22 en 41 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996.

Op basis van artikel 41 is dit mogelijk indien een BPA niet meer in overeenstemming is met een gewestplan dat verordenende kracht heeft verkregen.

Advies : Dit bezwaar wordt niet bijgetreden Argumentatie : Zie de argumentatie onder bezwaarschrift 1 Type - bezwaarschriften : Inhoud : De argumenten van deze bezwaarschriften zijn dezelfde als deze van bezwaar nr. 2 Advies : Deze bezwaren worden niet bijgetreden.

Argumentatie Zie de argumentatie onder bezwaar nr. 1 Gedaan in zitting van 22 januari 2001.

Hilde Houben-Bertrand, Jan Ruyters, Gouverneur-Voorzitter. secretaris.