Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 maart 2004

Uittreksel uit arrest nr. 176/2003 van 17 december 2003 Rolnummer 2798 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 3, 4, 9 en 10, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 « tot wijziging van de be Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...)

bron
arbitragehof
numac
2004200605
pub.
08/03/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 176/2003 van 17 december 2003 Rolnummer 2798 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 3, 4, 9 en 10, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 « tot wijziging van de bepalingen aangaande de studies van de sector van de gezondheidswetenschappen in het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden en in de wet van 27 juli 1971 op de financiering van en het toezicht op de universitaire instellingen », ingesteld door R. Collet en anderen.

Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 9 oktober 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 oktober 2003, hebben R. Collet, wonende te 1040 Brussel, Aduatukersstraat 62, A. Harmansa, wonende te 6020 Dampremy, rue J. Wauters 48-1, M. Leroy, wonende te 7742 Hérinnes-lez-Pecq, chaussée d'Audenarde 157, L. A. Nguyen Minh, wonende te 7500 Doornik, chaussée de Douai 30, A. Nizigiyimana, wonende te 7700 Moeskroen, Molensstraat 13, en E. Rwagasore, wonende te 1200 Brussel, Campanilestraat 39, een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 3, 4, 9 en 10, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 « tot wijziging van de bepalingen aangaande de studies van de sector van de gezondheidswetenschappen in het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden en in de wet van 27 juli 1971 op de financiering van en het toezicht op de universitaire instellingen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2003, tweede uitgave).

Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens de vernietiging van dezelfde decretale bepalingen. (...) II. In rechte (...) B.1.1. Artikel 6 van de bijzondere wet van 9 maart 2003 tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vulde artikel 21 van deze laatste wet aan met een tweede lid, luidend als volgt : « In afwijking van artikel 3, zijn de verzoekschriften tot schorsing slechts ontvankelijk wanneer zij worden ingediend binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking van de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel. » B.1.2. Die bepaling was het gevolg van een amendement dat in de Senaat werd ingediend en dat als volgt werd verantwoord : « [...] Uit haar aard is de schorsingsprocedure een spoedprocedure, die ook van het Arbitragehof een bijzondere diligentie vergt (cf. het vereiste van artikel 23, volgens hetwelk het Hof ' onverwijld ' uitspraak dient te doen). In die omstandigheden lijkt het dan ook raadzaam ook van de verzoekers tot schorsing enige diligentie te vragen, en niet toe te laten dat tot het einde van de termijn van zes maanden wordt gewacht om een schorsing te vorderen. » (Parl. St., Senaat, 2001-2002, nr. 2-897/4, amendement nr. 45, pp. 10-11) B.2.1. De bijzondere wet van 9 maart 2003 is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2003 (eerste uitgave). Bij ontstentenis van een bijzondere bepaling is zij derhalve in werking getreden op 21 april 2003.

B.2.2. De verzoekers vorderen de schorsing van de artikelen 3, 4, 9 en 10, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 « tot wijziging van de bepalingen aangaande de studies van de sector van de gezondheidswetenschappen in het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden en in de wet van 27 juli 1971 op de financiering van en het toezicht op de universitaire instellingen ». Dat decreet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2003 (tweede uitgave), zijnde dezelfde dag als die waarop de bijzondere wet van 9 maart 2003 is bekendgemaakt. De verzoekers waren derhalve ervan verwittigd dat, krachtens de bijzondere wet van 9 maart 2003, vanaf 21 april 2003 een vordering tot schorsing van het bestreden decreet slechts ontvankelijk was wanneer zij werd ingesteld binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking ervan.

B.2.3. Nu de vordering tot schorsing is ingesteld op 9 oktober 2003, is de in artikel 21, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof bedoelde termijn verstreken.

B.2.4. De vordering tot schorsing is derhalve onontvankelijk.

Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 december 2003.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^