Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 07 juli 2020

Uittreksel uit arrest nr. 205/2019 van 19 december 2019 Rolnummer 7133 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling An Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. L(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2020202080
pub.
07/07/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 205/2019 van 19 december 2019 Rolnummer 7133 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 21 februari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 maart 2019, heeft de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel III.26, § 2 [van het Wetboek van economisch recht] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het bepaalt dat de onontvankelijkheid die het instelt gedekt is indien ze niet door de verwerende partij(en) voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen en dit zou impliceren dat de rechter deze ontvankelijkheid [lees : onontvankelijkheid] die ingegeven is als sanctiemechanisme voor het niet-naleven van fiscaal- en sociaalrechtelijke controlemogelijkheden niet ambtshalve zou mogen opwerpen, terwijl verwerende partijen tegen wie een vordering is gericht die omwille van een andere reden van openbare orde onontvankelijk zou moeten worden verklaard wel het voordeel kunnen genieten dat de rechter deze onontvankelijkheid ambtshalve kan opwerpen ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Uit de prejudiciële vraag en het verwijzende vonnis kan worden afgeleid dat aan het Hof een vraag wordt gesteld over de bestaanbaarheid van artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling een verschil in behandeling doet ontstaan tussen verwerende partijen die geconfronteerd worden met een vordering vanwege een onderneming die niet is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, en personen die worden geconfronteerd met een vordering vanwege een onderneming die er wel is ingeschreven, maar niet voor de activiteit waarop de vordering betrekking heeft. Het verwijzende rechtscollege legt de nadruk op het feit dat de wetgever in beide gevallen dezelfde economische algemene belangen nastreeft, maar enkel in het geval van een foutieve inschrijving niet toelaat dat de rechter de vordering ambtshalve onontvankelijk verklaart. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de in het geding zijnde bepaling tot die hypothese.

B.2. Artikel III.26, § 2, van het Wetboek van economisch recht werd opgeheven bij artikel 2 van de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012222 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het Wetboek van Economisch Recht wat de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen betreft type wet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019012261 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijzigingen van boek I "Definities", van boek XV "Rechtshandhaving" en vervanging van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 02/05/2019 pub. 21/05/2019 numac 2019012245 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, teneinde de kinderopvangdiensten toe te voegen aan de uitzonderingen op de auteursrechtenregeling type wet prom. 02/05/2019 pub. 20/05/2019 numac 2019012244 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie type wet prom. 02/05/2019 pub. 23/05/2019 numac 2019012209 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de programmawet van 27 april 2007 sluiten « tot wijziging van het Wetboek van Economisch Recht wat de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen betreft ». Die opheffing is gebaseerd op verschillende overwegingen. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever heeft vastgesteld dat het niet altijd eenvoudig of zelfs mogelijk is om de juiste activiteit te identificeren.

Bovendien was het mogelijk om na de verklaring van onontvankelijkheid van een vordering, de inschrijving aan te passen en de vordering opnieuw in te dienen, waardoor zowel voor de betrokken onderneming als voor het gerechtelijk systeem bijkomende werklast en kosten konden ontstaan. Tot slot wordt de foutieve inschrijving reeds strafrechtelijk bestraft (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-3029/001, pp. 3-4).

B.3. Aangezien procedurewetten van onmiddellijke toepassing zijn, is de bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019012222 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het Wetboek van Economisch Recht wat de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen betreft type wet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019012261 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijzigingen van boek I "Definities", van boek XV "Rechtshandhaving" en vervanging van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 02/05/2019 pub. 21/05/2019 numac 2019012245 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, teneinde de kinderopvangdiensten toe te voegen aan de uitzonderingen op de auteursrechtenregeling type wet prom. 02/05/2019 pub. 20/05/2019 numac 2019012244 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie type wet prom. 02/05/2019 pub. 23/05/2019 numac 2019012209 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de programmawet van 27 april 2007 sluiten doorgevoerde wijziging van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet, zijnde tien dagen nadat zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Die wijziging is bijgevolg van toepassing op de procedures die hangende zijn op 27 mei 2019, met name in het kader van de procedure die aanleiding heeft gegeven tot de vraag die te dezen bij het Hof aanhangig is gemaakt.

B.4. Rekening houdend met de opheffing van de in het geding zijnde bepaling en de feiten van de zaak zoals zij blijken uit het dossier dat is voorgelegd aan de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, dient de zaak te worden teruggezonden naar de verwijzende rechter opdat hij nagaat of een prejudiciële vraag nog dienstig is.

Om die redenen, het Hof zendt de prejudiciële vraag terug naar de Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 december 2019.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, A. Alen

^