Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 18 januari 2021

Uittreksel uit arrest nr. 165/2020 van 17 december 2020 Rolnummers 7292 en 7293 In zake : de beroepen tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 « houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoe Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2020205711
pub.
18/01/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 165/2020 van 17 december 2020 Rolnummers 7292 en 7293 In zake : de beroepen tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 « houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen », ingesteld door Christophe Byl en anderen en door de bvba « PyroStar » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en T. Detienne, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 14 november 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 15 november 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 « houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 mei 2019), door Christophe Byl, optredend onder de handelsnaam « CBF Pyrotechnics », de bvba « FARCES AMUSANTES », de bvba « T & T Fireworks », de bvba « Dewico », de bvba « Loots », de nv « Feestartikelen Salon Roger » en de bvba « Visual FX », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.J. Vanpraet en Mr. R. Veranneman, advocaten bij de balie van West-Vlaanderen. b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 14 november 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 15 november 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van hetzelfde decreet door de bvba « PyroStar », de bvba « Technodexon » en Ben Vanwesenbeeck, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr.F. Sebreghts, Mr. C. Smeyers en Mr. J.-C. Beyers, advocaten bij de balie van Antwerpen.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7292 en 7293 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 7292 en 7293 vorderen de vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 « houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen », dat bepaalt : «

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Het is verboden vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen, carbuurkanonnen af te vuren of wensballonnen op te laten.

In afwijking van het eerste lid kan de gemeente voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen of carbuurkanonnen af te vuren. De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming.

Art. 3.De gemeente kan een inbreuk op het verbod, vermeld in artikel 2, vervolgen en bestraffen, conform de vormvereisten, de termijnen en de procedures, vermeld in de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013000441 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties sluiten betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

In geval van een inbreuk als vermeld in het eerste lid kan de gemeente een administratieve boete opleggen. Die boete mag niet hoger zijn dan de maximumbedragen, vermeld in artikel 4, § 1, 1°, van de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013000441 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties sluiten betreffende de gemeentelijke administratieve sancties ».

B.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt : « Mensen en dieren hebben te lijden onder de negatieve gevolgen van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen. De onverwachte, luide knallen die gepaard gaan met het afschieten van vuurwerk en het gebruik van voetzoekers en carbuurkanonnen, zorgen vaak voor ernstige angstreacties en stress bij dieren. Voornamelijk in de eindejaarsperiode verschijnen elk jaar opnieuw tientallen berichten in de media over dieren die verloren gelopen zijn, gewond zijn geraakt of zelfs overleden zijn als gevolg van vuurwerk en voetzoekers. Zo ontstaat heel wat vermijdbaar dierenleed.

De negatieve effecten zijn echter niet beperkt tot geluidsoverlast.

Het onoordeelkundig gebruik van vuurwerk, voetzoekers en wensballonnen brengt ook heel wat risico's met zich mee. Woningbranden als gevolg van vuurwerk en wensballonnen, en lichamelijke verwondingen zijn helaas geen zeldzaamheid. Daarnaast houden de resten van vuurwerk, voetzoekers en wensballonnen die als zwerfvuil achterblijven, dierenwelzijnsrisico's in bij inname door dieren. [...] Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid over de veiligheid, de gezondheid en het dierenwelzijn die het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen met zich meebrengt, is het aangewezen om te vertrekken vanuit het principe van een algemeen verbod. Bij uitzonderlijke gebeurtenissen kan dan eventueel toestemming verleend worden om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, of voetzoekers of carbuurkanonnen te doen knallen. Gelet op de grote veiligheidsrisico's bij het oplaten van wensballonnen is het aangewezen daarvoor geen uitzonderingen toe te staan. De steden en gemeenten kunnen het best inschatten of het wenselijk is dat op hun grondgebied een dergelijke toestemming wordt verleend en, zo ja, op welke plaatsen en tijdstippen, en onder welke voorwaarden dat dan kan gebeuren. Daarom ligt het voor de hand dat de beslissingsmacht over het al dan niet afleveren van een toestemming en het bepalen van de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming, bij de steden en gemeenten wordt gelegd. Ook het toezicht op de naleving van die maatregel en de bestraffing van eventuele inbreuken kan het efficiëntst op lokaal niveau georganiseerd worden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1924/1, p. 2).

Ten aanzien van de ontvankelijkheid B.3. De Vlaamse Regering voert aan dat de beroepen tot vernietiging niet ontvankelijk zijn bij gebrek aan belang van de verzoekende partijen.

B.4.1. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7292 en de eerste twee verzoekende partijen in de zaak nr. 7293 zijn allen beroepsmatig actief in de pyrotechnische sector, meer bepaald als professionele ontwerper of afsteker van spektakelvuurwerk, als groothandelaar-importeur of als kleinhandelaar. In die hoedanigheden kunnen zij rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door het bestreden decreet, dat een principieel verbod invoert op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers, het afvuren van carbuurkanonnen en het oplaten van wensballonnen. De omstandigheid dat de gemeenten onder de in artikel 2, tweede lid, van het bestreden decreet bepaalde voorwaarden kunnen afwijken van het voormelde verbod, doet geen afbreuk aan het belang waarop de verzoekende partijen zich beroepen.

Nu het belang van de voormelde verzoekende partijen vaststaat, dient niet te worden onderzocht of ook de derde verzoekende partij in de zaak nr. 7293 doet blijken van het rechtens vereiste belang bij haar beroep.

B.4.2. De exceptie wordt verworpen.

Ten gronde B.5.1. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 7292 en 7293 voeren meerdere middelen aan. Sommige van die middelen betreffen de overeenstemming van het bestreden decreet met de bevoegdheidverdelende regels, andere de bestaanbaarheid van dat decreet met bepalingen van titel II van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met internationale normen en met algemene rechtsbeginselen.

B.5.2. Het onderzoek van de overeenstemming van een wetskrachtige bepaling met de bevoegdheidverdelende regels moet in de regel dat van de bestaanbaarheid ervan met de bepalingen van titel II en met de artikelen 170, 172 en 191 van de Grondwet voorafgaan.

B.6.1. Het eerste middel in de zaak nr. 7292 is afgeleid uit de schending van de bevoegdheidverdelende regels en meer in het bijzonder van (1) de federale bevoegdheid inzake de openbare veiligheid, brandveiligheid en brandpreventie, zoals die onder meer tot uiting komt in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 1° en 8°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen (hierna : de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), (2) de federale bevoegdheid inzake de reglementering van springstoffen, zoals die onder meer tot uiting komt in artikel 6, § 1, X, eerste lid, 10° en 13°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, (3) de gewestbevoegdheden inzake het leefmilieu en inzake dierenwelzijn, zoals die uiting komen in artikel 6, § 1, II en XI, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, (4) de federale bevoegdheid inzake de productnormen, zoals die tot uiting komt in artikel 6, § 1, II, tweede lid, 1°, en VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, al dan niet in samenhang gelezen met de richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 « betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (herschikking) » (hierna : de richtlijn 2013/29/EU) en (5) het beginsel van de federale loyauteit, zoals gewaarborgd door artikel 143, § 1, van de Grondwet, en het evenredigheidsbeginsel. Het tweede middel in de zaak nr. 7293 is eveneens afgeleid uit de schending van de bevoegdheidverdelende regels en meer in het bijzonder van de artikelen 39, 134 en 143, § 1, van de Grondwet en artikel 6, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, in samenhang gelezen met de richtlijn 2013/29/EU, met het evenredigheidsbeginsel en met het beginsel van de Belgische economische en monetaire unie.

B.6.2. De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat het bestreden decreet een aangelegenheid regelt die behoort tot de residuaire bevoegdheden van de federale overheid, en meer bepaald tot de federale bevoegdheden inzake de openbare veiligheid, de brandveiligheid en de brandpreventie, en inzake de springstoffen. Zij zijn daarbij van oordeel dat het bestreden decreet geen bevoegdheidsrechtelijke grondslag kan vinden in de gewestbevoegdheden inzake de bescherming van het leefmilieu en het dierenwelzijn. In ondergeschikte orde voeren zij aan dat het bestreden decreet de federale bevoegdheid inzake het vaststellen van productnormen schendt, evenals de beginselen van de Belgische economische en monetaire unie en van de federale loyauteit.

B.7.1. Artikel 39 van de Grondwet bepaalt : « De wet draagt aan de gewestelijke organen welke zij opricht en welke samengesteld zijn uit verkozen mandatarissen de bevoegdheid op om de aangelegenheden te regelen welke zij aanduidt met uitsluiting van die bedoeld in de artikelen 30 en 127 tot 129 en dit binnen het gebied en op de wijze die zij bepaalt. Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid ».

Artikel 143, § 1, van de Grondwet bepaalt : « Met het oog op het vermijden van de belangenconflicten nemen de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, de federale loyauteit in acht ».

B.7.2. Artikel 6, § 1, II, VI, derde lid, VIII, eerste lid, 1° en 8°, X, eerste lid, 10° en 13°, en XI van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt : « De aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet zijn : [...] II. Wat het leefmilieu en het waterbeleid betreft : 1° De bescherming van het leefmilieu, onder meer die van de bodem, de ondergrond, het water en de lucht tegen verontreiniging en aantasting, alsmede de strijd tegen de geluidshinder;2° Het afvalstoffenbeleid;3° De politie van de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven onder voorbehoud van de maatregelen van interne politie die betrekking hebben op de arbeidsbescherming;4° De waterproduktie en watervoorziening, met inbegrip van de technische reglementering inzake de kwaliteit van het drinkwater, de zuivering van het afvalwater en de riolering.5° De financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door algemene rampen. De federale overheid is echter bevoegd voor : 1° Het vaststellen van de produktnormen;2° De bescherming tegen ioniserende stralingen, met inbegrip van het radioactief afval; [...] VI. Wat de economie betreft : [...] In economische aangelegenheden oefenen de Gewesten hun bevoegdheden uit met inachtneming van de beginselen van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitalen en van de vrijheid van handel en nijverheid, alsook met inachtneming van het algemeen normatief kader van de economische unie en de monetaire eenheid, zoals vastgesteld door of krachtens de wet, en door of krachtens de internationale verdragen. [...] VIII. Wat de ondergeschikte besturen betreft : 1° de samenstelling, organisatie, bevoegdheid en werking van de provinciale en gemeentelijke instellingen en van de bovengemeentelijke besturen, met uitzondering van : [...] - de organisatie van en het beleid inzake de politie, met inbegrip van artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet, en de brandweer; [...] 8° de verenigingen van provincies, bovengemeentelijke besturen en gemeenten tot nut van het algemeen, met uitzondering van het door de wet georganiseerde specifiek toezicht inzake brandbestrijding; [...] X. Wat de openbare werken en het vervoer betreft : [...] 10° de regels van politie over het verkeer op waterwegen, met uitsluiting van de regelgeving inzake het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking, het vervoer van radioactieve stoffen en het vervoer van ontplofbare stoffen; [...] 13° de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg, met uitsluiting van de regelgeving inzake nucleair vervoer, het vervoer van explosieven en het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking; [...] XI. Het dierenwelzijn ».

B.8.1. Het bestreden decreet voert een principieel verbod in op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers, het afvuren van carbuurkanonnen en het oplaten van wensballonnen (artikel 2, eerste lid). Van dat verbod kan worden afgeweken door de gemeenten : voor uitzonderlijke gebeurtenissen kunnen zij vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen en carbuurkanonnen af te vuren (artikel 2, tweede lid). Wat het oplaten van wensballonnen betreft, kunnen de gemeenten evenwel niet afwijken van het verbod.

Inbreuken op het door het decreet ingevoerde verbod kunnen door de gemeenten worden bestraft met administratieve boetes (artikel 3).

B.8.2. Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever met het bestreden decreet het dierenwelzijn heeft willen bevorderen, geluidshinder en zwerfvuil heeft willen tegengaan en woningbranden en lichamelijke verwondingen heeft willen voorkomen.

B.9. De Vlaamse Regering is in hoofdorde van oordeel dat het bestreden decreet past in het kader van de aan de gewesten toegewezen bevoegdheden inzake de bescherming van het leefmilieu en inzake het dierenwelzijn. In ondergeschikte orde voert zij aan dat het decreet de aangelegenheid « brandveiligheid en brandpreventie » regelt en dat die aangelegenheid niet tot de exclusieve bevoegdheid van de federale overheid behoort.

B.10.1. Op grond van artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten zijn de gewesten bevoegd voor de voorkoming en bestrijding van de verschillende vormen van milieuverontreiniging. De decreetgever vindt in het eerste lid, 1°, van die bepaling de algemene bevoegdheid die hem in staat stelt hetgeen betrekking heeft op de bescherming van het leefmilieu, onder meer die van de bodem, de ondergrond, het water en de lucht, tegen verontreiniging en aantasting, te regelen, evenals maatregelen te nemen ter bestrijding van geluidshinder. Op grond van het eerste lid, 2°, zijn de gewesten eveneens bevoegd voor het afvalstoffenbeleid.

B.10.2. De aangelegenheid betreffende het dierenwelzijn (artikel 6, § 1, XI, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) werd aan de gewesten toegewezen bij artikel 24 van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming (hierna : de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten).

Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat het begrip « dierenwelzijn » ruim dient te worden opgevat en in essentie « de aangelegenheden geregeld door of krachtens de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren » betreft. De federale overheid blijft evenwel bevoegd « voor de normering en de daarop toepasbare controle inzake de dierengezondheid en de kwaliteit van de dierlijke producten met het oog op het verzekeren van de veiligheid van de voedselketen » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2232/1, p. 153).

B.10.3. De wet van 28 mei 1956 « betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen » (hierna : de wet van 28 mei 1956) vormt de basiswet inzake de reglementering van de ontplofbare stoffen. De in die wet geregelde aangelegenheid heeft nooit het voorwerp uitgemaakt van een uitdrukkelijke bevoegdheidstoewijzing aan de gemeenschappen of de gewesten, zodat die aangelegenheid in beginsel behoort tot de residuaire bevoegdheden van de federale overheid.

B.10.4. Bij de overheveling naar de gewesten van de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg en van de regels van politie over het verkeer op waterwegen, heeft de bijzondere wetgever, bij de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten, uitdrukkelijk voorzien in een uitzondering op de desbetreffende gewestbevoegdheden voor wat betreft het vervoer van ontplofbare stoffen.

Bij de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten werden immers « de regels van politie over het verkeer op waterwegen » en « de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg » toegewezen aan de gewesten, zij het met uitsluiting van, onder meer, de regelgeving inzake het vervoer van ontplofbare stoffen (artikel 6, § 1, X, eerste lid, 10° en 13°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, ingevoegd bij artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten).

Met betrekking tot het vervoer van ontplofbare stoffen over de weg, vermeldt de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten : « Deze bevoegdheidsoverdracht omvat [...] niet het vervoer van explosieven, die tot de bevoegdheid van de federale overheid blijven behoren. Ontplofbare stoffen zijn deze die in elk geval opgesomd worden in de volgende klassen van het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), ondertekend te Genève op 30 september 1957 : - Klasse 1; - Klasse 3 : UNO-nummers 1204, 2059, 3343, 3357 en 3064; - Klasse 4.1 : UNO-nummers 1310, 1320, 1321, 1322, 1336, 1337, 1344, 1347, 1348, 1349, 1354, 1355, 1356, 1357, 1517, 1571, 2852, 2907, 2555, 2556, 2557, 3317, 3319 en 3344; - Klasse 5.1 : UNO-nummers 1942, 2067, 2426 en 3375; - Klasse 9 : UNO-nummer 3268.

Het betreft de aangelegenheid die in elk geval in de volgende teksten wordt geregeld : - de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen; - het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen; - het koninklijk besluit van 3 september 1958 houdende reglementering van het vervoer, de berging en de verkoop van ammoniumnitraat en van mengsels daarvan » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2232/1, p. 137).

B.10.5. Volgens artikel 1, eerste lid, van de wet van 28 mei 1956 regelt de Koning in het belang van de openbare veiligheid, onder meer, « het [...] gebruiken [...] van ontplofbare of voor deflagratie vatbare stoffen en mengsels en van daarmede geladen tuigen ». Volgens artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten « houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen » « worden « voor de toepassing van deze reglementering [...] als springstoffen beschouwd de produkten die geschikt zijn om wegens hun ontplofbare, deflagrerende of pyrotechnische eigenschappen gebruikt te worden ».

Artikel 2 van dat koninklijk besluit deelt de springstoffen in in klassen en categorieën en voorziet daarbij in een klasse C « Vuurwerk », waartoe het spektakelvuurwerk, het feestvuurwerk, het vuurwerk voor technisch gebruik en het seinvuurwerk behoort.

De parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014003016 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014000027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, van het Kieswetboek, van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid sluiten verwijst eveneens naar het Europees Verdrag van 30 september 1957 « betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) », en onder meer naar de in dat verdrag omschreven klasse 1, waartoe het vuurwerk behoort.

B.11.1. De bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gewesten berust op een stelsel van exclusieve bevoegdheden, dat impliceert dat iedere rechtssituatie in beginsel slechts door één wetgever kan worden geregeld. Indien een regeling, zoals in casu, aanleunt bij meerdere bevoegdheidstoewijzingen, dient het Hof uit te maken waar het zwaartepunt van de geregelde rechtsverhouding ligt.

B.11.2. De bevoegdheden die aan de gemeenschappen en de gewesten zijn toegewezen zijn in beginsel bepaald in termen van aangelegenheden en niet in termen van doelstellingen. De doelstelling die met het aannemen van een norm wordt nagestreefd kan aldus in beginsel niet uit zichzelf bepalen of die norm binnen de bevoegdheidssfeer valt van de decreetgever van wie hij uitgaat.

B.12.1. Het bestreden decreet voert onder meer een principieel verbod in op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers en het afvuren van carbuurkanonnen, waarvan de gemeenten voor uitzonderlijke gebeurtenissen kunnen afwijken.

Dat decreet bevat geen enkele norm met betrekking tot de geluidshinder of de luchtverontreiniging die bij het gebruik van de voormelde producten niet mag worden overschreden en beoogt alle vormen van vuurwerk, inclusief het vuurwerk dat bestemd is voor gebruik binnenshuis en dat een geluidsniveau oplevert dat zowel voor mens als dier te verwaarlozen is. Los van het principieel verbod op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers en carbuurkanonnen, bevat het bestreden decreet evenmin maatregelen in het kader van de aan de gewesten toegewezen bevoegdheid betreffende het afvalstoffenbeleid.

Het zwaartepunt van de geregelde rechtssituatie betreft aldus het gebruik van de desbetreffende producten, die dienen te worden beschouwd als ontplofbare stoffen. Zoals blijkt uit het voorgaande, behoort de regeling van het gebruik van de ontplofbare stoffen tot de residuaire bevoegdheid van de federale overheid.

B.12.2. Gelet op het feit dat de reglementering van het gebruik van de ontplofbare stoffen tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort, kan de decreetgever zich te dezen niet beroepen op zijn bevoegdheid om, in het kader van de aan de gewesten toegewezen bevoegdheden, de federale basisnormen inzake de brandveiligheid aan te vullen met specifieke normen.

B.13. Door een principieel verbod op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers en het afvuren van carbuurkanonnen in te voeren, verbod waarvan de gemeenten onder de in het bestreden decreet omschreven voorwaarden kunnen afwijken, heeft de decreetgever een aangelegenheid geregeld die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort.

B.14.1. Er moet nog worden onderzocht of voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat bepaalt : « De decreten kunnen rechtsbepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor de Parlementen niet bevoegd zijn, voor zover die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheid ».

Die bepaling staat het Vlaamse Gewest met name toe een decreet aan te nemen dat een federale aangelegenheid regelt op voorwaarde dat die bepaling noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheden, die aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling en de weerslag van die bepaling op de federale aangelegenheid slechts marginaal is.

B.14.2. Zonder dat het te dezen nodig is te onderzoeken of het bestreden decreet noodzakelijk is voor de uitoefening van de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest en of de aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling, volstaat het vast te stellen dat de weerslag van dat decreet op de federale aangelegenheid betreffende de reglementering van het gebruik van ontplofbare stoffen niet marginaal is. Het bestreden decreet voert immers een principieel verbod in op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers en carbuurkanonnen en regelt aldus op een verregaande wijze het gebruik van die producten. De omstandigheid dat de gemeenten de mogelijkheid hebben, zonder daartoe verplicht te zijn, om voor uitzonderlijke gebeurtenissen afwijkingen van het verbod toe te staan, is niet van dien aard dat de weerslag van het bestreden decreet op de federale aangelegenheid marginaal wordt.

B.15. In zoverre het bestreden decreet betrekking heeft op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers en het afvuren van carbuurkanonnen, is het niet in overeenstemming met de bevoegdheidverdelende regels.

B.16.1. Het bestreden decreet voert niet alleen een principieel verbod in op het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers en het afvuren van carbuurkanonnen, maar ook een verbod op het oplaten van wensballonnen. Wensballonnen hebben geen explosieve samenstelling en kunnen bijgevolg niet worden gekwalificeerd als ontplofbare stoffen in de zin van de bevoegdheidverdelende regels.

B.16.2. Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de decreetgever met het verbod op het oplaten van wensballonnen meerdere doelstellingen heeft nagestreefd, meer bepaald het voorkomen van woningbranden en lichamelijke verwondingen, het tegengaan van zwerfvuil en het bevorderen van het dierenwelzijn.

B.16.3. Het in het bestreden decreet vervatte verbod op het oplaten van wensballonnen is absoluut. In tegenstelling tot wat in artikel 2, tweede lid, van het bestreden decreet voor het afsteken van vuurwerk, het laten ontploffen van voetzoekers en het afvuren van carbuurkanonnen is bepaald, beschikken de gemeenten niet over de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van het verbod op het oplaten van wensballonnen.

B.17.1. Volgens artikel 6, § 1, II, tweede lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten is de federale overheid bevoegd voor het vaststellen van de productnormen. De gewestregeringen moeten bij de vaststelling van die normen worden betrokken (artikel 6, § 4, 1°, van diezelfde bijzondere wet).

Productnormen zijn regels die op dwingende wijze bepalen aan welke eisen een product moet voldoen bij het op de markt brengen, onder meer ter bescherming van het milieu. Zij bepalen met name welk niveau van verontreiniging of hinder niet mag worden overschreden in de samenstelling of bij de emissies van een product, en kunnen specificaties bevatten over de eigenschappen, de beproevingsmethoden, het verpakken, het merken en het etiketteren van producten.

B.17.2. In de parlementaire voorbereiding van artikel 6, § 1, II, tweede lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/1, p. 20; Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 1063/7, pp. 37, 38, 39, 42, 43 en 44) is erop gewezen dat als « productnormen » waarvan het vaststellen aan de federale overheid wordt voorbehouden, alleen moeten worden beschouwd voorschriften waaraan producten, onder meer vanuit milieuoogpunt, moeten beantwoorden « bij het op de markt brengen ». Het voorbehouden van de bevoegdheid inzake productnormen aan de federale overheid is immers precies verantwoord door de noodzaak om de Belgische economische en monetaire unie te vrijwaren (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/1, p. 20; Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 1063/7, p. 37) en om obstakels voor het vrije verkeer van goederen tussen de gewesten uit de weg te ruimen (Parl.

St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/5, p. 67).

B.17.3. Het bestreden decreet bevat op zich geen eisen waaraan wensballonnen moeten voldoen bij het op de markt brengen en stelt aldus op zich geen productnormen vast.

B.18.1. Niettemin dient de decreetgever, zoals is bepaald in artikel 143, § 1, van de Grondwet, bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden de federale loyauteit in acht te nemen.

B.18.2. De inachtneming van de federale loyauteit veronderstelt dat, wanneer zij hun bevoegdheden uitoefenen, de federale overheid en de deelentiteiten het evenwicht van de federale constructie in haar geheel niet verstoren. De federale loyauteit betreft meer dan de loutere uitoefening van bevoegdheden : zij geeft aan in welke geest dat moet geschieden.

Het beginsel van de federale loyauteit verplicht elke wetgever erover te waken dat de uitoefening van zijn eigen bevoegdheid de uitoefening, door de andere wetgevers, van hun bevoegdheden niet onmogelijk of overdreven moeilijk maakt.

B.18.3. Zonder dat het te dezen nodig is te onderzoeken of een algemeen verbod op het gebruik van wensballonnen op het ganse grondgebied van het Vlaamse Gewest ingepast kan worden in een of meer aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de gewesten, volstaat het vast te stellen dat een dergelijk verbod een marktuitsluitend effect sorteert, hetgeen de uitoefening van de bevoegdheid inzake productnormen door de federale wetgever, in de praktijk, onmogelijk maakt.

In zoverre het betrekking heeft op het oplaten van wensballonnen schendt het bestreden decreet het door artikel 143, § 1, van de Grondwet gewaarborgde beginsel van de federale loyauteit.

B.19. Uit het voorgaande volgt dat het eerste middel in de zaak nr. 7292 en het tweede middel in de zaak nr. 7293 gegrond zijn en dat het bestreden decreet dient te worden vernietigd.

B.20. Vermits het onderzoek van de overige door de verzoekende partijen aangevoerde middelen niet zou kunnen leiden tot een ruimere vernietiging, dienen zij niet te worden onderzocht.

B.21. Er is geen aanleiding om in te gaan op het verzoek van de Vlaamse Regering om de gevolgen van het vernietigde decreet met toepassing van artikel 8, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof te handhaven. De loutere omstandigheid dat meerdere administratieve handelingen werden genomen ter uitvoering van het bestreden decreet kan de handhaving van de gevolgen te dezen niet verantwoorden.

Om die redenen, het Hof vernietigt het decreet van het Vlaamse Gewest van 26 april 2019 « houdende een reglementering op het gebruik van vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen en wensballonnen ».

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 17 december 2020.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen

^