Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 28 april 2021

Uittreksel uit arrest nr. 148/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7046 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, c), en 2°, en laatste lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 « betreffende Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021201012
pub.
28/04/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 148/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7046 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, c), en 2°, en laatste lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 « betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen », gesteld door de Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Dinant.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters J.-P. Moerman, P. Nihoul, R. Leysen, J. Moerman en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 5 november 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 november 2018, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Dinant, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schenden artikel 9, § 1, [eerste lid,] 1°, c) en 2°, en artikel 9, § 1, laatste lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967, al dan niet onderling in samenhang gelezen, in samenhang met artikel 79 van de wet 21 mei 1991 zoals gewijzigd bij artikel 60 van de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten [lees : 3 februari 2003], de artikelen 10, 11 en 28 van de Grondwet in zoverre zij de gerechtigden van een zelfstandigenpensioen niet de mogelijkheid bieden om een pensioen tegen het gezinstarief te blijven ontvangen wanneer hun echtgenoot een Belgisch overheidspensioen ontvangt van een jaarlijks bedrag dat lager is dan het verschil tussen het pensioenbedrag tegen het gezinstarief en het pensioenbedrag tegen het tarief voor alleenstaanden, waarvan de echtgenoot niet kan afzien, terwijl de gerechtigde van een werknemerspensioen in dezelfde omstandigheden (aanwezigheid van een echtgenoot die een klein overheidspensioen geniet waarvan die echtgenoot niet kan afzien) een pensioen tegen het gezinstarief zal ontvangen waarop het bedrag van het overheidspensioen in mindering is gebracht en terwijl de mogelijkheid van afstand wel bestaat voor de gerechtigde van een werknemerspensioen en zelfstandigenpensioen (en voor hun [lees : zijn] echtgenoot) maar daarentegen uitgesloten is voor een persoon die een overheidspensioen geniet ? 2. Schenden artikel 9, § 1, [eerste lid,] 1°, c) en 2°, en artikel 9, § 1, laatste lid, van het koninklijk besluit nr.72 van 10 november 1967, al dan niet onderling in samenhang gelezen, in samenhang met artikel 79 van de wet 21 mei 1991 zoals gewijzigd bij artikel 60 van de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten [lees : 3 februari 2003], de artikelen 10, 11 en 28 van de Grondwet in zoverre zij de gerechtigden van een zelfstandigenpensioen niet de mogelijkheid bieden om een pensioen tegen het gezinstarief te blijven genieten waarop het voordeel dat de echtgenoot geniet in mindering is gebracht wanneer hun echtgenoot een Belgisch overheidspensioen ontvangt van een jaarlijks bedrag dat lager is dan het verschil tussen het pensioenbedrag tegen het gezinstarief en het pensioenbedrag tegen het tarief voor alleenstaanden, waarvan die echtgenoot niet kan afzien terwijl artikel 9, § 1, laatste lid voorziet in het recht op het behoud van een pensioen tegen het gezinstarief waarop het voordeel van de echtgenoot die, krachtens een buitenlandse wetgeving, een rust- of overlevingspensioen geniet waarvan hij niet kan afzien, in mindering is gebracht ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Vóór de vervanging ervan bij artikel 2 van de wet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2019 pub. 30/07/2019 numac 2019041650 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft sluiten « tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft » (hierna : de wet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2019 pub. 30/07/2019 numac 2019041650 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft sluiten), bepaalde artikel 9, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 « betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen » (hierna : het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967) : « Onverminderd de bepalingen van artikel 43, beloopt het jaarlijks basisbedrag van het rustpensioen : 1° 6 100,24 EUR, indien de gerechtigde gehuwd is en zijn echtgenoot elke beroepsbezigheid, behoudens die door de Koning toegelaten, heeft gestaakt en niet een van de volgende uitkeringen ontvangt : a) een rust- of overlevingspensioen krachtens het pensioenstelsel der zelfstandigen;b) een onvoorwaardelijk pensioen bedoeld in artikel 37;c) een rust- of overlevingspensioen krachtens een andere pensioenregeling of een uitkering die er door de Koning mee werd gelijkgesteld;d) een vergoeding wegens ziekte, invaliditeit, onvrijwillige werkloosheid of loopbaanonderbreking met toepassing van een wetgeving inzake sociale zekerheid. De voordelen bedoeld onder a), c) en d) komen eveneens in aanmerking wanneer zij worden toegekend krachtens een buitenlandse wetgeving of krachtens het statuut dat op het personeel van een volkenrechtelijke instelling van toepassing is; 2° 4 880,21 EUR voor de andere gerechtigden. Elk der echtgenoten kan afzien van de betaling van de uitkering waarop hij gerechtigd is ten einde de andere echtgenoot toe te laten een pensioen te verkrijgen dat berekend is met toepassing van het eerste lid, 1°, of met toepassing van artikel 10, § 1, eerste lid, a), van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers of met toepassing van artikel 3, § 1, eerste lid, a), van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, of met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, a), van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels.

Dit geldt echter niet voor een rustpensioen dat krachtens dit besluit of krachtens de pensioenregeling der werknemers vervroegd werd toegekend, behalve wanneer dit pensioen niet verminderd werd ingevolge de vervroegde aanvang ervan of wanneer de betrokkene niet gehuwd was op de ingangsdatum van dit pensioen.

Wanneer, krachtens een buitenlandse wetgeving, zijn echtgenoot een voordeel geniet zoals bedoeld in het eerste lid, 1°, a), c) of d), waarvan hij niet kan afzien, wordt het pensioen van de gerechtigde vastgesteld uitgaande van het basisbedrag opgenomen onder genoemd 1°; het voordeel dat de echtgenoot geniet wordt nochtans in mindering gebracht van het pensioen dat aan de gerechtigde kan worden toegekend, in de gevallen en volgens de regels bepaald door de Koning ».

B.2. Zoals het is vervangen bij artikel 60 van de wet van 3 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/02/2003 pub. 13/03/2003 numac 2003022221 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector sluiten « houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector », bepaalt artikel 79 van de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector » (hierna : de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) : « Elkeen die een in artikel 78 bedoeld [rustpensioen] geniet, kan op elk ogenblik afstand doen van de uitbetaling van het geheel van dit pensioen, indien hij daardoor een vervangingsinkomen kan verkrijgen. [...] ».

Het rustpensioen zoals bedoeld in artikel 78 is een rustpensioen « ten laste van de Openbare Schatkist of van één van de machten of instellingen waarop de wet van 14 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/04/1965 pub. 18/07/2012 numac 2012000418 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector van toepassing is ».

B.3. Wanneer noch uit de prejudiciële vraag, noch uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden begrepen op welke wijze een in het geding zijnde bepaling een schending zou inhouden van een in die vraag vermelde hogere norm, bevat zij niet de noodzakelijke elementen op grond waarvan het Hof uitspraak moet kunnen doen.

B.4. In zoverre het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de inachtneming van artikel 28 van de Grondwet, zijn de prejudiciële vragen niet ontvankelijk.

B.5. In zoverre het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, berusten beide prejudiciële vragen op de premisse volgens welke artikel 9, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967, in samenhang gelezen met artikel 79 van de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zou beletten dat, voor de berekening van het rustpensioen van een zelfstandige die is gehuwd met een persoon die recht heeft op een rustpensioen waarin is voorzien bij een pensioenregeling van de openbare sector, die laatste persoon kan worden beschouwd als een echtgenoot die de voorwaarden vervult die zijn vermeld in artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, van dat koninklijk besluit.

B.6.1. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het rustpensioen als zelfstandige zoals beoogd in de prejudiciële vragen werd aangevraagd na 1 juli 1997.

De berekening van dat pensioen wordt dus in beginsel geregeld bij de artikelen 4 tot 6 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese [Economische] en Monetaire Unie » (artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). Dat koninklijk besluit is bekrachtigd bij artikel 6, 2°, van de wet van 26 juni 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1997 pub. 28/06/1997 numac 1997021198 bron diensten van de eerste minister Wet tot bekrachtiging van koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten « tot bekrachtiging van koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen ».

B.6.2. Het bedrag van het na 1 juli 1997 aangevraagde rustpensioen van een zelfstandige wordt berekend « in functie van » de « loopbaan » en de « bedrijfsinkomsten » van die zelfstandige (artikelen 4, § 1, en 5, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).

Artikel 6 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten beschrijft de complexe berekening van het bedrag van dat pensioen. Verscheidene stappen van die berekening omvatten een vermenigvuldiging van de in aanmerking te nemen bedrijfsinkomsten van de zelfstandige met « 75 pct. of 60 pct., naargelang de betrokkene al dan niet beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 9, § 1, [eerste lid,] 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 » (artikel 6, § 2, eerste lid, 2°, § 2bis, eerste lid, 2°, § 3, 2°, vóór de wijziging ervan bij artikel 10, 1° tot 3°, van de wet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2019 pub. 30/07/2019 numac 2019041650 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft sluiten; artikel 6, § 4, vóór de wijziging ervan bij artikel 15, 6°, van de wet van 26 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019202602 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020 sluiten « tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020 »). Het voldoen aan de voorwaarden gesteld in het in B.1 weergegeven artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 heeft dus tot gevolg dat het met toepassing van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten berekende bedrag van het rustpensioen van de zelfstandige wordt verhoogd.

Vóór de vervanging ervan bij artikel 10, 4°, van de wet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2019 pub. 30/07/2019 numac 2019041650 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft sluiten bepaalde artikel 6, § 6, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten : « Het tweede tot vierde lid van artikel 9, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72 zijn van overeenkomstige toepassing bij de berekening van het pensioen ingevolge dit artikel ».

B.7. Zoals de Ministerraad opmerkt, staat artikel 9, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 de echtgenoot van de zelfstandige die recht heeft op een rustpensioen waarin is voorzien bij een pensioenregeling van de openbare sector uitdrukkelijk toe om « [af te zien] van de betaling van [die] uitkering [...] ten einde [zijn] echtgenoot toe te laten een pensioen te verkrijgen dat berekend is met toepassing van het eerste lid, 1°, » van dat artikel 9, § 1.

Bijgevolg kan de persoon die gehuwd is met een zelfstandige die een rustpensioen geniet en die recht heeft op een rustpensioen waarin is voorzien bij een pensioenregeling van de openbare sector, indien hij afziet van de betaling van dat pensioen, worden beschouwd als een echtgenoot die de voorwaarden vervult die zijn vermeld in artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, van dat koninklijk besluit, voor de berekening van het rustpensioen van die zelfstandige met toepassing van artikel 6 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals het was opgesteld vóór de wijziging ervan bij de wet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2019 pub. 30/07/2019 numac 2019041650 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van diverse bepalingen inzake het pensioenstelsel van de zelfstandigen, wat de cumulatie van een gezinspensioen met een pensioen in hoofde van de andere echtgenoot betreft sluiten.

De omstandigheid dat artikel 79 van de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten de gerechtigde van een rustpensioen waarin is voorzien bij een pensioenregeling van de openbare sector toestaat afstand te doen van de uitbetaling van dat pensioen met het doel een vervangingsinkomen te verkrijgen, maakt het niet mogelijk ervan uit te gaan dat de echtgenoot van een zelfstandige die een pensioen van dat type geniet, geen afstand zou kunnen doen van de uitbetaling van dat pensioen met het doel zijn echtgenoot de mogelijkheid te bieden om, bij de toepassing van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, de voorwaarden te vervullen die zijn vermeld in artikel 9, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967.

B.8. De prejudiciële vragen berusten derhalve op een kennelijk verkeerde lezing van de wet.

B.9. De prejudiciële vragen dienen niet te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - De prejudiciële vragen zijn niet ontvankelijk in zoverre het Hof daarin wordt verzocht uitspraak te doen over de inachtneming van artikel 28 van de Grondwet. - De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord in zoverre het Hof daarin wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2020.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, F. Daoût

^