4 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 10 maart 1999 tot vastlegging van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het "Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap)

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap, artikel 102, § 1, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Regering van 10 maart 1999 tot vastlegging van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het "Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap);

Gelet op het protocol nr. S8/2012 van 22 juni 2012 van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juli 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting en Personeel, d.d. 5 juli 2012;

Gelet op advies 51.693/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 10 maart 1999 tot vastlegging van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het "Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Belgisch Radio- en Televisiecentrum) van de Duitstalige Gemeenschap wordt vervangen als volgt: « 1° houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen betrekking en in bijlage 7 wordt vermeld; » In hetzelfde besluit wordt een bijlage 7 ingevoegd die als bijlage VI is gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.In artikel 53, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt: « 4° niveau III en IV: geen diplomavereisten. » Artikel 53, eerste lid, 5°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 99, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De personeelsleden hebben recht op vakantie.

Het aantal vakantiedagen bedraagt: 1° tot 45 jaar : 26 dagen;2° tussen 45 en 50 jaar : 27 dagen;3° vanaf 50 jaar : 28 dagen;4° vanaf 53 jaar : 29 dagen;5° vanaf 55 jaar : 30 dagen;6° vanaf 58 jaar : 31 dagen. Vanaf het jaar waarin het personeelslid 60 jaar oud wordt, krijgt het één vakantiedag extra per jaar. » Artikel 99, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 13 maart 2008, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 146 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De voorwaarden van overgang naar de hogere trappen binnen eenzelfde weddeschaal, met inbegrip van de bepalingen inzake dienstanciënniteit, alsook de voorwaarde voor de toepassing van de weddeschalen met het eindcijfer 59, worden in bijlage 2 bij dit besluit vastgelegd. »

Art. 5.De artikelen 146.6 en 146.7 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 6.In bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt bij de graad "directeur", onder het woord "Toepassing", het woord "en" vervangen door het woord "of".

Art. 7.Bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « vanaf 1 januari 2013

Graad

Barema

Toepassing

Alle graden

Alle barema's met eindcijfer 59

Vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de ambtenaar die de maximumwedde van zijn weddeschaal heeft bereikt, 59 jaar is geworden

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3, vervangen bij het besluit van 18 november 2002 en gewijzigd bij de besluiten van 13 maart 2008 en 10 december 2009, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3 vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3 vervangen door de bijlage III gevoegd bij dit besluit.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3 vervangen door de bijlage IV gevoegd bij dit besluit.

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3 vervangen door de bijlage V gevoegd bij dit besluit.

Art. 13.De artikelen 1 tot 3 en 6 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

De artikelen 4, 7 en 8 treden in werking op 1 januari 2013.

Artikel 5 heeft uitwerking met ingang van 1 september 2011.

Artikel 9 treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 10 treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 11 treedt in werking op 1 januari 2018.

Artikel 12 treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 14.De Minister bevoegd voor Cultuur, Media en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 4 september 2012.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, I. WEYKMANS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 4 september 2012.

Eupen, 4 september 2012.

Voor de Regering van Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, I. WEYKMANS