6 MEI 1999. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het geldelijk statuut en de loopbaan van de secretaris-ontvanger van de Studiebeursstichting van Brabant

Het Verenigd College, Gelet op de wet van 19 december1864 betreffende de stichtingen ten voordele van het openbaar onderwijs of ten bate van bursalen, inzonderheid artikel 24;

Gelet op de beraadslaging van 28 maart 1973 waarbij de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen van Brabant beslist de wedde van zijn secretaris-ontvanger vast te stellen overeenkomstig de bepalingen toepasselijk bij de rijksbesturen;

Gelet op de beraadslaging van 15 december 1995 van de Commissie voor Studiebeurzen van Brabant houdende wijziging van het geldelijk statuut en de beroepsloopbaan toepasselijk op de secretaris-ontvanger;

Overwegende dat de huidige wedde van de secretaris-ontvanger vastgesteld bij voornoemde beraadslaging van 28 maart 1973; en goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 4 juni 1973, niet meer in overeenstemming is met de budgettaire toestand van de Commissie, met de toename van haar activiteiten en met de verantwoordelijkheden die haar beheer en organisatie voltijds meebrengen;

Op voordracht van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake bijstand aan personen, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de secretaris-ontvanger van de Studiebeurzenstichting van Brabant : 1° Tijdens de eerste twee dienstjaren geniet de secretaris-ontvanger de wedde die, overeenkomstig de voor de Diensten van het Verenigd College toepasselijke weddeschalen, is toegekend aan de bestuurssecretaris in rang 10/1 tijdens het tiende en elfde jaar van diens loopbaan;2° Van het derde tot en met het zesde dienstjaar geniet de secretaris-penningmeester de wedde die, overeenkomstig de sub 1 bedoelde weddeschalen, is toegekend aan de adjunct-adviseur in rang 11/3 tijdens het tiende tot het dertiende jaar van diens loopbaan;3° Van het zevende tot en met het vierentwintigste dienstjaar geniet de secretaris-penningmeester de wedde die volgens de sub 1 vermelde weddenschalen, is toegekend aan de adviseur in rang 13/2 vanaf het vierde jaar van diens loopbaan;4° Vanaf het vijfentwintigste dienstjaar geniet de secretaris-penningmeester de wedde die, steeds volgens de sub 1 hierboven bedoelde weddenschalen, toegekend is aan de eerste adviseur in rang 14/1 vanaf het achttiende jaar van diens loopbaan;5° Het bezoldigingsstatuut van de secretaris-ontvanger wordt toegepast binnen de grenzen toegestaan bij artikel 24 van de wet van 19 december 1864 ten voordele van het openbaar onderwijs of ten bate van bursalen.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking voorzover de gewone inkomsten van de Stichtingen zulks mogelijk maken, met ingang van 1 januari 1996.

Art. 3.De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 mei 1999.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake bijstand aan personen, R. GRIJP