Etaamb.openjustice.be
Arrest van 10 april 2019
gepubliceerd op 02 mei 2019

Besluit van de Voorzitter van het Directiecomité houdende reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019040964
pub.
02/05/2019
prom.
10/04/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2019. - Besluit van de Voorzitter van het Directiecomité houdende reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering


De Voorzitter van het Directiecomité, Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/12/2009 pub. 09/12/2009 numac 2009003415 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende regeling van de operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën type koninklijk besluit prom. 03/12/2009 pub. 09/12/2009 numac 2009003416 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende regeling van de diensten andere dan operationele van de Federale Overheidsdienst Financiën sluiten houdende regeling van de operationele diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2013 en 6 september 2018 en artikel 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 januari 2019;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/2010 pub. 31/03/2010 numac 2010003195 bron gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij voor het brusselse hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit betreffende de oprichting van diensten in de schoot van de Federale Overheidsdienst Financiën, de vaststelling van hun zetel en van hun materiële en territoriale bevoegdheid sluiten betreffende de oprichting van diensten in de schoot van de Federale Overheidsdienst Financiën, de vaststelling van hun zetel en van hun materiële en territoriale bevoegdheid;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 april 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2010 pub. 04/05/2010 numac 2010003273 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit waarbij delegatie wordt verleend aan de voorzitter van het directiecomité met betrekking tot de oprichting van diensten, de vaststelling van hun zetel en van hun materiële en territoriale bevoegdheid sluiten waarbij delegatie wordt verleend aan de Voorzitter van het Directiecomité met betrekking tot de oprichting van diensten, de vaststelling van hun zetel en van hun materiële en territoriale bevoegdheid;

Gelet op het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 22 juni 2015 houdende oprichting van nieuwe diensten binnen de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering en organisatie van de operationele diensten van deze Algemene Administratie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2019, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3, § 2, van het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 22 juni 2015 houdende oprichting van nieuwe diensten binnen de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering en organisatie van de operationele diensten van deze Algemene Administratie, wordt de bepaling onder 14°, ingevoegd bij het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 17 mei 2018 vervangen als volgt: "Team Beheer Centrale Rekening Inning en Invordering".

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De kantoren NFI, waarvan de territoriale en materiële bevoegdheid vastgesteld is in bijlage 5, zijn belast met de invordering van volgende niet-fiscale schuldvorderingen: 1° penale boeten, bijdragen en kosten;2° verbeurdverklaringen, bijdragen en kosten; 3° alimentatievorderingen."; 2° paragraaf 2 gewijzigd bij het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 17 mei 2018, wordt vervangen als volgt: " § 2.Het kantoor NFI bevoegd voor de invordering van penale boeten, bijdragen en kosten en voor verbeurdverklaringen, bijdragen en kosten is dit gelegen binnen het rechtsgebied van de rechterlijke instantie die de veroordeling heeft uitgesproken of die het invorderingsorder heeft overgemaakt.".

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De Teams Invordering natuurlijke personen zijn eveneens belast met de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten, die verschuldigd zijn door een hoofdschuldenaar natuurlijke persoon, alsook door elke andere persoon, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon, hetzij een juridische constructie zonder rechtspersoonlijkheid, die gehouden is tot betaling van dezelfde schuldvorderingen, met toepassing van wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals vermeld in de tabel in bijlage 6." 2° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De Teams Invordering rechtspersonen zijn eveneens belast met de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten, die verschuldigd zijn door een hoofdschuldenaar rechtspersoon of een juridische constructie zonder rechtspersoonlijkheid, met inbegrip van de tijdelijke handelsvennootschappen en de feitelijke verenigingen, alsook door elke andere persoon, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon, hetzij een juridische constructie zonder rechtspersoonlijkheid, die gehouden is tot betaling van dezelfde schuldvorderingen, met toepassing van wettelijke en reglementaire bepalingen, zoals vermeld in de tabel in bijlage 6." 3° een paragraaf 3/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 3/1.Inzake de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten, is het bevoegde Team Invordering dit in wiens ambtsgebied zich de gemeente bevindt waar de schuldenaar zijn woonplaats of maatschappelijke zetel heeft, op het ogenblik waarop het invorderingsorder wordt overgemaakt. Bij gebrek aan maatschappelijke zetel in België, wordt er verwezen naar de voornaamste inrichting of administratieve zetel.

Indien de schuldenaar naar een gemeente verhuist buiten het ambtsgebied van dit Team Invordering, blijft dit oorspronkelijke Team Invordering bevoegd voor de invordering van alle schuldvorderingen op de schuldenaar, zolang de op het ogenblik van de verhuis openstaande schuldvorderingen niet volledig zijn voldaan.

Indien de verhuis van de schuldenaar echter een wijziging van het taalgebied tot gevolg heeft, blijft het eerste lid onverminderd van toepassing."

Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "de rolrechten" ingevoegd tussen de woorden "de belastingen over de toegevoegde waarde," en het woord "alsook"; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden "en voor de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten wanneer de administratie de Duitse taal gebruikt met de schuldenaars.".

Art. 5.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5. Inzake de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten, wanneer de schuldenaar zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel, zijn voornaamste inrichting of administratieve zetel in het buitenland heeft, op het ogenblik waarop het invorderingsorder wordt overgemaakt, wordt de invordering verzekerd door de Teams Bijzondere Invordering Brussel en Gent, met uitzondering van deze die vallen onder het polyvalente Team Sankt-Vith.

Het Team dat territoriaal bevoegd is voor de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen andere dan vermeld in artikel 5, § 1, en de rolrechten, verschuldigd door een schuldenaar niet-inwoner van België, wordt bepaald door de taal die gebruikt wordt door de fiscale administratie in haar betrekkingen met voormelde schuldenaar, conform de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van talen in bestuurszaken.

Indien de schuldenaar naar België verhuist, blijft dit oorspronkelijke Team Bijzondere Invordering bevoegd voor de invordering van alle schuldvorderingen op de schuldenaar, zolang de op het ogenblik van de verhuis openstaande schuldvorderingen niet volledig zijn voldaan.

Indien de verhuis van de schuldenaar echter een wijziging van het taalgebied tot gevolg heeft, wordt het Team Invordering bevoegd in wiens ambtsgebied zich de gemeente bevindt waar de schuldenaar zijn woonplaats of maatschappelijke zetel heeft, op het ogenblik waarop het invorderingsorder wordt overgemaakt. Bij gebrek aan maatschappelijke zetel in België, wordt er verwezen naar de voornaamste inrichting of administratieve zetel.".

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 5, vervangen bij het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 17 mei 2018, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 6 ingevoegd die als bijlage 2 is gevoegd bij dit besluit.

Art. 8.Overgangsmaatregelen De invordering van de schuldvorderingen die, voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, onder de bevoegdheid viel van de kantoren NFI, wordt, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, toevertrouwd aan de Teams Invordering, in wiens ambtsgebied zich de gemeente bevindt waar de schuldenaar zijn woonplaats of maatschappelijke zetel heeft, of bij gebrek aan maatschappelijke zetel in België, zijn voornaamste inrichting of administratieve zetel.

Indien, na datum van inwerkingtreding van dit besluit, dezelfde schuldvorderingen worden hernomen in documenten ongeacht hun aard en materiële vorm, wordt de invordering verzekerd door het Team Invordering zoals vastgesteld in het eerste lid, ongeacht welke dienst vermeld wordt op elk uitgaand document.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 2019.

Brussel, 10 april 2019.

H. D'HONDT

Bijlage 1 van het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 10 april 2019, houdende de reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 10 april 2019, houdende de reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering Brussel, 10 april 2019.

De Voorzitter van het Directiecomité, H. D'HONDT

Bijlage 2 van het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 10 april 2019 houdende de reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van 10 april 2019 houdende de reorganisatie van de operationele diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering Brussel, 10 april 2019. de Voorzitter van het Directiecomité, H. D'HONDT

^