Etaamb.openjustice.be
Arrest van 18 juni 2020
gepubliceerd op 26 juni 2020

Besluit nr. 2020/ 044 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verlenging van sommige termijnen die vastgelegd zijn in de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020015047
pub.
26/06/2020
prom.
18/06/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JUNI 2020. - Besluit nr. 2020/ 044 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot verlenging van sommige termijnen die vastgelegd zijn in de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, met name artikel 2;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/07/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013668 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering sluiten tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (hierna OSH);

Overwegende het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

Gelet op Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 april 2020 houdende verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

Gelet op Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 2020 houdende een tweede verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 op 11 maart 2020 door de WHO bestempeld werd als een pandemie ;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, als gevolg van de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, is overgegaan tot de opschorting van de verval- en beroepstermijnen en van alle termijnen waarvan het verstrijken een juridisch gevolg heeft en die zijn vastgelegd in de Brusselse wetgeving en reglementering of op grond daarvan zijn ingevoerd;

Dat deze opschorting twee doelstellingen nastreefde; dat ze er enerzijds toe strekte ervoor te zorgen dat geen enkele burger gehinderd zou worden in het uitoefenen van zijn/haar rechten noch in het vervullen van zijn/haar plichten als gevolg van de impact van de gezondheidscrisis op de dagelijkse werking van de openbare diensten of als gevolg van het feit dat hij/zij zelf in een situatie was terechtgekomen waardoor hij/zij die rechten of plichten niet zou kunnen uitoefenen; dat ze er anderzijds toe strekte ervoor te zorgen dat de openbare diensten de bestuursrechtelijke procedures en de beroepen die onder hun bevoegdheid vallen, zouden kunnen behandelen, en tegelijk te vermijden dat, indien het niet mogelijk zou blijken te zijn om die binnen de vereiste termijn te behandelen, een beslissing bij verstek genomen zou worden;

Overwegende dat deze opschorting de openbare diensten niet belette om de lopende bestuursrechtelijke procedures te onderzoeken indien dat onderzoek verenigbaar was met de inperkingsmaatregelen;

Dat de verlenging van de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, er daarentegen toe geleid heeft dat de planning van de uitwerkings-, uitvoerings- en implementatiefase van de verschillende instrumenten die vermeld zijn in de OSH, verschoven is in de tijd;

Overwegende dat de OSH verbiedt om tussen 16 juli en 15 augustus participatieprocessen te laten plaatsvinden;

Dat het momenteel niet te bepalen valt of het in een betrekkelijk nabije toekomst mogelijk zal zijn om die in gunstige sanitaire omstandigheden te organiseren;

Dat de uitwerkings-, uitvoerings- en implementatiefase van de stedelijke herwaarderingsinstrumenten, die elkeen moeten plaatsvinden binnen een door de OSH bepaalde termijn, daardoor een onbepaalde en mogelijk aanzienlijke vertraging oplopen;

Dat dit dus het geval is voor de uitwerkingsfase van de drie duurzame wijkcontracten van de tiende reeks, waarvan de perimeters op 24 oktober 2019 door de Regering zijn geselecteerd en waarvan de uitwerkingsfase op 1 november 2019 van start ging en waarvoor de participatieprocessen nog moeten plaatsvinden;

Dat daaruit volgt dat de uitwerkingsfase van de tiende reeks duurzame wijkcontracten momenteel vastzit in het stadium van de burgerparticipatie;

Dat dit eveneens het geval is voor de uitvoeringsfase van de duurzame wijkcontracten van de vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende reeks, van de SVC van de eerste reeks (SVC nr. 1 tot SVC nr. 5), van de programma's 2017-2020 van het stadsbeleid via de ontwikkeling van de wijken (SB tweede pijler) en van de doelgerichte projecten van het stadsbeleid via ruimtelijke ordening (SB eerste pijler), waarvoor nog participatieprocessen en/of eisen die verband houden met bepaalde wettelijke procedures (openbaar onderzoek, MER, ...) moeten worden vervuld;

Dat de bevoegde bestuurlijke overheden immers niet meteen in staat zullen zijn om alle speciale regelen van openbaarmaking die sinds 16 maart 2020 zijn uitgesteld, evenmin als alle uitvoeringsmaatregelen van de verschillende fases van de stedelijke herwaarderingsinstrumenten te organiseren, noch om alle participatieprocessen die krachtens de OSH verplicht zijn, te laten plaatsvinden;

Dat de openbare onderzoeken bovendien voor meer dan de helft van hun duur buiten de schoolvakanties moeten plaatsvinden;

Dat de planning van de uitvoeringsfases van de stedelijke herwaarderingsinstrumenten daardoor vertraging oploopt, terwijl deze binnen een door de OSH bepaalde termijn moeten plaatsvinden;

Overwegende dat de bouwwerven waarop de strikte naleving van de door de federale overheid ingevoerde social distancing-maatregelen voor de werknemers niet gegarandeerd kan worden, tijdelijk stilgelegd zijn moeten worden;

Dat het aanbevolen verlof voor de bouwsector in het administratief arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor het jaar 2020 loopt van 6 tot 31 juli 2020;

Dat de planning van de implementatiefases van de stedelijke herwaarderingsinstrumenten daardoor bijkomende vertraging dreigt op te lopen, terwijl deze binnen een door de OSH bepaalde termijn moeten plaatsvinden;

Dat daaruit volgt dat de opheffing van de opschorting van de termijnen, die gepland is op 16 juni 2020, ertoe noopt op korte termijn sommige termijnen die vastgelegd zijn in de OSH, te verlengen;

Dat in deze omstandigheden voorgesteld wordt om de termijnen voor het laten plaatsvinden van de uitwerkings-, uitvoerings- en implementatiefase te verlengen; dat die verlenging er onder meer toe strekt de gemeenten in staat te stellen de openbare onderzoeken te organiseren en over te gaan tot de vereiste participatieprocessen, zodat het gewest als toezichthoudende overheid zich vervolgens geldig kan uitspreken over de naleving van de procedures; dat de verlenging ook moet gelden voor fases die geen speciale regelen van openbaarmaking of participatieprocessen vergen, daar ook zij bemoeilijkt werden en teneinde een gelijke behandeling voor alle procedures waarin de OSH voorziet, te waarborgen;

Dat deze verlenging de verwezenlijking van de in de OSH vastgelegde uitwerkings-, uitvoerings- en implementatiefasen van toepassing zijn onverminderd de opschorting van de termijnen bepaald in het volmachtbesluit van 2 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

Overwegende dat, tot slot, de andere termijnen die door het besluit nr. 2020/001 waren opgeschort, niet worden verlengd, want die termijnen hangen niet af van handelingen waarvoor de naleving van de social distancing-normen vereist is en de geleidelijke opheffing van de lockdown zou het mogelijk moeten maken om ze te respecteren;

Overwegende de huidige crisis als gevolg van de COVID-19-pandemie en de noodzaak om te blijven voorzien in dat het, rekening houdend met de hoogdringendheid om de continuïteit van de openbare dienstverlening te waarborgen en zowel de rechtszekerheid als het gelijkheidsbeginsel te vrijwaren, is het aangewezen is om overeenkomstig artikel 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Regering, met spoed het advies van de Raad van State in te winnen in toepassing van artikel 84, § 1, 3° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies 67.583/4 van de Raad van State, gegeven op 15 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit besluit krachtens artikel 4, § 1 en § 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 bevestigd moet worden door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Besluit :

Artikel 1.De in artikel 23 § 2, eerste lid, van de OSH bedoelde termijn met betrekking tot de uitwerkingsfase van de tiende reeks duurzame wijkcontracten, waarvan de uitwerkingstermijnen opgeschort waren krachtens het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd, wordt verlengd met een maand en vijftien dagen.

De vervaltermijn van de uitwerkingsfase krachtens artikel 23 § 2, eerste lid van de OSH voor de tiende reeks van de duurzame wijkcontracten wordt berekend, rekening houdend met de opschorting van de termijnen door het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd.

Art. 2.De termijnen bedoeld in de artikelen 27 § 1, eerste lid, 45 § 1, eerste lid, 58 § 1, eerste lid, en 65 § 1, eerste lid van de OSH, die respectievelijk betrekking hebben op de uitvoeringsfases van de programma's van de duurzame wijkcontracten, van de stadsvernieuwingscontracten, van het stadsbeleid via de ontwikkeling van de wijken en van de operaties van het stadsbeleid via ruimtelijke ordening, waarvan de uitvoeringstermijnen opgeschort waren krachtens het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd, worden met drie maanden verlengd enkel voor de actieve programma's en operaties die zich momenteel in de door de OSH omschreven uitvoeringsfase bevinden.

De vervaldatum van de uitvoeringsfase enkel voor de programma's van de duurzame wijkcontracten, de stadsvernieuwingscontracten en het Stadsbeleid door de ontwikkeling van de wijken en voor de actieve operaties van het Stadsbeleid via ruimtelijke ordening in de door de OSH omschreven uitvoeringsfase op de datum van dit besluit wordt berekend, rekening houdend met de opschorting van de termijnen door het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd.

Art. 3.De termijnen bedoeld in de artikelen 27 § 2 en 58 § 2 van de OSH, die respectievelijk betrekking hebben op de implementatiefase van de programma's van de duurzame wijkcontracten en van het stadsbeleid via ruimtelijke ordening, waarvan de onderzoekstermijnen opgeschort waren krachtens het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd, worden verlengd met twee maanden enkel voor de actieve programma's en operaties die zich momenteel in de door de OSH omschreven implementeringsfase bevinden.

De vervaldatum van de implementeringsfase enkel voor de programma's van de duurzame wijkcontracten en de actieve operaties van het Stadsbeleid via ruimtelijke ordening in de door de OSH omschreven uitvoeringsfase op de datum van dit besluit wordt berekend, rekening houdend met de opschorting van de termijnen door het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd en de besluiten van 16 april 2020 en van 14 mei 2020 die de opschorting van de termijnen voorzien in besluit 2020/001 hebben verlengd.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 16 juni 2020.

Art. 5.De Minister die bevoegd is voor Territoriale Ontwikkeling, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juni 2020.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT

^