COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN

22 FEBRUARI 2005. - Besluit van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 22 februari 2005 tot wijziging van het besluit van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en van het besluit van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad;

Gelet op artikel 43 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;

Gelet op artikel 90 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs;

Gelet op de besluiten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 5 december 1995 over het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en over het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België;

Gelet op de raadpleging van de Belgische Federatie van het Financiewezen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. In artikel 2 van het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen wordt een punt 17°bis ingevoegd, luidende : « 17°bis deelneming' : de definitie van deelneming in de reglementering op de jaarrekening van de kredietinstellingen; voor de toepassing van artikel 14, § 4, wordt onweerlegbaar als deelneming beschouwd, het rechtstreekse of onrechtstreekse bezit van maatschappelijke rechten die 20 % of meer vertegenwoordigen van de stemrechten of het kapitaal van een onderneming ». § 2. In artikel 14, § 4, van hetzelfde reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging » ingevoegd tussen het woord « beleggingsondernemingen » en de woorden « of andere financiële instellingen », en in het eerste lid, 5°, worden de woorden « beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging » ingevoegd tussen het woord « beleggingsondernemingen » en de woorden « en andere financiële instellingen »;2° de tekst van het eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° de deelnemingen in verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, wanneer die ondernemingen een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming of een verzekeringsholding zijn;»; 3° in het eerste lid wordt een punt 4°bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 4°bis de achtergestelde leningen en instrumenten die betrekking hebben op de in 2° bedoelde ondernemingen, bedoeld in artikel 15bis, § 1, 5°, 6° en 7°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;»; 4° in het eerste lid wordt een punt 5°bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 5°bis de deelnemingen in verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, wanneer het gaat om gemengde financiële holdings, en de door deze gemengde financiële holdings uitgegeven posten in de zin van de punten 3°, 4° en 4°bis ; »; 5° de tekst wordt aangevuld met de volgende leden : « Instellingen die onderworpen zijn aan aanvullend groepstoezicht als bedoeld bij artikel 49bis van de wet worden voor de berekening van de solvabiliteitsvereiste op geconsolideerde basis in de zin van artikel 49 van de wet vrijgesteld van de in het eerste lid, 2°, 4°bis en 5°bis bepaalde aftrekken, indien deze aftrekken betrekking hebben op eigen vermogensbestanddelen van ondernemingen die worden opgenomen in de berekening van de groepspositie voor de toepassing van artikel 49bis. De Commissie kan voor de berekening van de solvabiliteitsvereiste op geconsolideerde basis de instelling toestaan om in plaats van de in het eerste lid, 2°, 4°bis en 5°bis bedoelde aftrekken, een van de solvabiliteitsberekeningsmethodes toe te passen als toegestaan bij het koninklijk besluit over het aanvullende toezicht op financiële dienstengroepen genomen in uitvoering van artikel 49bis van de wet.

Het gebruik van de methode op basis van de geconsolideerde rekeningen is afhankelijk van de aanwezigheid van een geïntegreerd groepsbeheer en geïntegreerde interne controle m.b.t. de instellingen die in het geconsolideerde toezicht zouden worden opgenomen. Elke verandering van methode dient voorafgaandelijk door de Commissie te worden goedgekeurd. » § 3. In hetzelfde reglement, met uitzondering van artikel 2, 18°, worden de woorden « de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 2.§ 1. In artikel 2 van het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen wordt een punt 17°bis ingevoegd, luidende : « 17°bis deelneming' : de definitie van deelneming in de reglementering op de jaarrekening van de beleggingsondernemingen; voor de toepassing van artikel 14, § 4, wordt onweerlegbaar als deelneming beschouwd, het rechtstreekse of onrechtstreekse bezit van maatschappelijke rechten die 20 % of meer vertegenwoordigen van de stemrechten of het kapitaal van een onderneming; ». § 2. In artikel 14, § 4, van hetzelfde reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging » ingevoegd tussen het woord « beleggingsondernemingen » en de woorden « of andere financiële instellingen », en in het eerste lid, 5°, worden de woorden « beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging » ingevoegd tussen het woord « beleggingsondernemingen » en de woorden « en andere financiële instellingen »;2° de tekst van het eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° de deelnemingen in verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, wanneer die ondernemingen een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming of een verzekeringsholding zijn;»; 3° in het eerste lid wordt een punt 4°bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 4°bis de achtergestelde leningen en instrumenten die betrekking hebben op de in 2° bedoelde ondernemingen, bedoeld in artikel 15bis, § 1, 5°, 6° en 7°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;»; 4° in het eerste lid wordt een punt 5°bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 5°bis de deelnemingen in verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, wanneer het gaat om gemengde financiële holdings, en de door deze gemengde financiële holdings uitgegeven posten in de zin van de punten 3°, 4° en 4°bis ; »; 5° de tekst wordt aangevuld met de volgende leden : « Instellingen die onderworpen zijn aan aanvullend groepstoezicht als bedoeld bij artikel 95bis van de wet worden voor de berekening van de solvabiliteitsvereiste op geconsolideerde basis in de zin van artikel 95 van de wet vrijgesteld van de in het eerste lid, 2°, 4°bis en 5°bis bepaalde aftrekken, indien deze aftrekken betrekking hebben op eigen vermogensbestanddelen van ondernemingen die worden opgenomen in de berekening van de groepspositie voor de toepassing van artikel 95bis. De Commissie kan voor de berekening van de solvabiliteitsvereiste op geconsolideerde basis de instelling toestaan om in plaats van de in het eerste lid, 2°, 4°bis en 5°bis, bedoelde aftrekken, een van de solvabiliteitsberekeningsmethodes toe te passen als toegestaan bij het koninklijk besluit over het aanvullende toezicht op financiële dienstengroepen genomen in uitvoering van artikel 95bis van de wet.

Het gebruik van de methode op basis van de geconsolideerde rekeningen is afhankelijk van de aanwezigheid van een geïntegreerd groepsbeheer en geïntegreerde interne controle m.b.t. de instellingen die in het geconsolideerde toezicht zouden worden opgenomen. Elke verandering van methode dient voorafgaandelijk door de Commissie te worden goedgekeurd. ». § 3. In hetzelfde reglement, met uitzondering van artikel 1 en artikel 2, 18°, worden de woorden « de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het ministerieel besluit ter goedkeuring ervan.

Brussel, 22 februari 2005.

De Voorzitter, E. WYMEERSCH.