Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 28 november 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 25 september 1998 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen J. Vander Paelt, waarvan de expeditie ter griffie van het Ar « Is artikel 171, tweede lid, van de Programmawet van 22 december 1989, zoals het werd gewijzigd do(...)

bron
arbitragehof
numac
1998021462
pub.
28/11/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 25 september 1998 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen J. Vander Paelt, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 9 oktober 1998, heeft het Arbeidshof te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 171, tweede lid, van de Programmawet van 22 december 1989, zoals het werd gewijzigd door artikel 112 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale [en diverse] bepalingen en zoals het van toepassing is vanaf de inwerkingtreding van de voornoemde bepaling tot en met 30 april 1997, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat, bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters zoals bedoeld in de artikelen 157 en 159 van dezelfde wet, de werknemers vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid zonder dat het bewijs van het tegendeel kan aangebracht worden, terwijl dezelfde werknemers in dezelfde hypothese vermoed worden hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid doch zonder dat het tegenbewijs wordt uitgesloten, wanneer de tewerkstelling plaatsvond in de periode die tot aan de inwerkingtreding van artikel 161 [lees :112] van de voornoemde wet van 20 juli 1991 voorafging, en opnieuw in de periode die ingaat op 1 mei 1997 ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1428 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 oktober 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 oktober 1998, heeft de v.z.w. Liga Beroepsvoetbal, met maatschappelijke zetel te 1020 Brussel, Houba de Strooperlaan 145, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 maart 1998 houdende regeling van het recht op vrije nieuwsgaring en de uitzending van korte berichtgeving door de omroepen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 april 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1444 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 oktober 1998 in zake J. Darche en A. Darche tegen S. Loutsch, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 oktober 1998, heeft de vrederechter van het kanton Etalle de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 12.6, tweede lid, van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, wanneer de pachter zijn hoofdberoep in de landbouw heeft, de geldigverklaring van de opzegging voor persoonlijke exploitatie niet toestaat indien het landbouwbedrijf niet het overwegende deel van de beroepsactiviteit van de aanstaande exploitant zal uitmaken, terwijl het zulks wel toestaat wanneer de pachter geen landbouwer is in hoofdberoep, of indien het landbouwbedrijf het overwegende deel van de beroepsactiviteit van de aanstaande exploitant zal uitmaken ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1449 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 23 oktober 1998 in zake V. Lescot tegen het Waalse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 3 november 1998, heeft de Raad van State volgende prejudiciële vraag gesteld : « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 17, paragraaf 3, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, doordat daarin bepaald wordt dat de vordering tot schorsing kan worden ingesteld uiterlijk samen met het beroep tot nietigverklaring waarvan ze het accessorium is, en daarin verboden wordt dat ze na dat beroep wordt ingesteld, waardoor een verschil in behandeling wordt ingesteld tussen, enerzijds, de verzoeker voor wie het gevaar voor een moeilijk te herstellen ernstig nadeel pas gebleken is nadat hij het verzoekschrift tot nietigverklaring heeft ingediend, en, anderzijds, de verzoeker voor wie dat gevaar reeds bestond de dag waarop hij het verzoekschrift tot nietigverklaring heeft ingediend, doordat de eerstgenoemde in tegenstelling tot de laatstgenoemde in de onmogelijkheid gesteld wordt om bij de Raad van State een kort geding aan te spannen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1456 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^