Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 05 december 1998

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 20 oktober 1998 in zake D. Nassel tegen het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, waarvan de expeditie ter « Schendt artikel 8, eerste lid, Besluitwet van 14 september 1918 betreffende onder meer de wijze v(...)

bron
arbitragehof
numac
1998021473
pub.
05/12/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 20 oktober 1998 in zake D. Nassel tegen het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 november 1998, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 8, eerste lid, Besluitwet van 14 september 1918 betreffende onder meer de wijze van stemmen in het Militair Gerechtshof en de krijgsraden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de beslissingen van, onder meer, het Militair Gerechtshof ' bij meerderheid van stemmen genomen worden ', zonder voor te schrijven dat zij met eenparige stemmen van zijn leden genomen worden, wanneer zij een vrijspraak wijzigen of de door de krijgsraad opgelegde straffen verzwaren, terwijl artikel 211bis Wetboek van Strafvordering, dat toepasselijk is op de gewone strafgerechten in hoger beroep, bepaalt dat, wanneer er een vrijsprekend vonnis is, het gerecht in hoger beroep geen veroordeling kan uitspreken dan met eenparige stemmen van zijn leden, en dat dezelfde eenstemmigheid voor het gerecht in hoger beroep vereist is om de door de eerste rechter uitgesproken straffen te kunnen verzwaren ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1460 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1341.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 oktober 1998 in zake H. Demollin tegen het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 oktober 1998, heeft de Politierechtbank te Verviers de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 17, § 2, van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende inwerkingstelling en uitvoering van artikel 80 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de automobilisten wier voertuig is beschadigd door rondzwervend wild en die daardoor het slachtoffer zijn van een toevallig feit uitsluit van het voordeel van de vergoeding door het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1438 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1311.

De griffier, L. Potoms.

^