Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 10 september 2002

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 106.129 van 29 april 2002 in zake de n.v. Openbaar Slachthuis tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Ar « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, op zichzelf genomen en in samenlezing met artikel 1(...)

bron
arbitragehof
numac
2002021372
pub.
10/09/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 106.129 van 29 april 2002 in zake de n.v. Openbaar Slachthuis tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 mei 2002, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, op zichzelf genomen en in samenlezing met artikel 13 van de Grondwet en artikel 6 van het E.V.R.M., op grond waarvan niemand de natuurlijke rechter kan worden ontzegd en iedereen het recht heeft op een eerlijk proces, geschonden door, enerzijds, de artikelen 213 tot en met 221 en artikel 222 van de Budgetteringswet van 12 augustus 2000 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000), waarbij het koninklijk besluit van 28 september 1999, dat behept is met onregelmatigheden, respectievelijk wordt gewijzigd en bekrachtigd, en, anderzijds, artikel 2 van de wet van 8 december 1998 houdende diverse bepalingen betreffende de financiering van het Instituut voor veterinaire keuring (Belgisch Staatsblad van 31 december 1998), waarbij de validering en wijziging bij wet in het vooruitzicht wordt gesteld, met als gevolg dat de Raad van State zich niet meer kan uitspreken over de door verzoekster ingeroepen onregelmatigheden van het betrokken koninklijk besluit, en aldus verzoekende partij het voorwerp is van een ongelijke behandeling die terzake niet objectief verantwoord is ten aanzien van elk ander rechtsonderhorige die een reglementair besluit, dat op deze rechtsonderhorige van toepassing is, op zijn wettigheid vermag te laten toetesen door de administratieve rechter, te dezen dat de Raad van State, zelfs wanneer pendente litis wijzigingen worden aangebracht aan dat reglementair besluit ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2450 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^