Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 09 februari 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 5 december 2006 in zake C. Gellinck, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 december 2006, heeft « Schendt artikel 235ter, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwe(...)

bron
arbitragehof
numac
2007200454
pub.
09/02/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 5 december 2006 in zake C. Gellinck, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 december 2006, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 235ter, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze wetsbepaling geen enkel cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de controle van de regelmatigheid over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, in zoverre daartoe de controle van het vertrouwelijk dossier is vereist, terwijl artikel 416, tweede lid, Wetboek van Strafvordering een onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling betreffende de toepassing van onder meer artikel 235bis Wetboek van Strafvordering en de artikelen 407, 408, 409, 413 en 416, eerste lid, Wetboek van Strafvordering cassatieberoep toelaten tegen elk eindarrest of eindvonnis ? ».

Die zaak, ingeschreven onder nummer 4098 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 4069 en 4070.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^