Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 25 januari 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij een arrest van 27 november 2007 en twee arresten van 18 december 2007 in zake respectievelijk J. V.C., C.G. en R.B. tegen de NV « Dexia Verzekeringen België » en « Schenden artikel 235ter en/of artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering de art(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008200235
pub.
25/01/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij een arrest van 27 november 2007 en twee arresten van 18 december 2007 in zake respectievelijk J. V.C., C.G. en R.B. tegen de NV « Dexia Verzekeringen België » en anderen, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 13 en 28 december 2007, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 235ter en/of artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat daarin niet wordt voorzien in een onmiddellijk cassatieberoep tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling bij een controle van het vertrouwelijk dossier overeenkomstig de artikelen 189ter en/of 235ter van het Wetboek van Strafvordering dat een voorbereidend arrest is, terwijl artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, in afwijking van het eerste lid van dat artikel, onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling gewezen met toepassing van artikel 235bis van het Wetboek van Strafvordering betreffende het onderzoek van de regelmatigheid van de rechtspleging dat een gelijkaardig voorbereidend arrest is als dit gewezen bij toepassing van artikel 235ter van het Wetboek van Strafvordering ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4378, 4401 en 4402 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 4308, 4309 en 4335.

Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 werd de bij artikel 87, § 1, van dezelfde wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot twintig dagen.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^