Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 augustus 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 juni 2008 in zake Maria Uten tegen Hans Aerts en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juli 2008, heeft het Hof v 1. « Schendt artikel 128 van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd door artikel 8 van de (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008202862
pub.
18/08/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 juni 2008 in zake Maria Uten tegen Hans Aerts en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juli 2008, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 128 van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd door artikel 8 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het ook van toepassing zou worden verklaard door de kamer van inbeschuldigingstelling in het geval de klacht met burgerlijke partijstelling en het hoger beroep tegen de beschikking tot buitenvervolgingstelling van de raadkamer dateren van voor de inwerkingtreding van de wet van 21 april 2007 ? »;2. « Schendt artikel 128 van het Wetboek van strafvordering, zoals gewijzigd door artikel 8 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet nu de benadeelde, die het gerechtelijk onderzoek heeft opgestart door een klacht met burgerlijke partijstelling, gehouden is een rechtsplegingsvergoeding te betalen aan de inverdenkinggestelde bij een buitenvervolgingstelling, terwijl dit niet het geval is wanneer de benadeelde zich burgerlijke partij heeft gesteld tijdens een gerechtelijk onderzoeksrechter [lees : onderzoek] dat door het openbaar ministerie is opgestart ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4495 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^