Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 november 2008

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 1 oktober 2008 in zake Ghislain Fourez tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 ok « Schendt artikel 7, § 13, tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008204126
pub.
18/11/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 1 oktober 2008 in zake Ghislain Fourez tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 oktober 2008, heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7, § 13, tweede lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd bij artikel 112 van de wet van 30 december 1988, in die zin geïnterpreteerd dat het de verjaring van de vordering van de RVA tot invordering van de door de werklozen onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen onderwerpt aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn die sinds 27 juni 1998 bij artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen [betreffende de verjaring], is vastgesteld op tien jaar, het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre het de werklozen aan twee verschillende verjaringstermijnen van de vordering tot invordering van de onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen onderwerpt naargelang zij onverschuldigde betalingen verschuldigd zijn ten aanzien van de RVA (gemeenrechtelijke verjaringstermijn, namelijk tien jaar) of ten aanzien van de uitbetalinginstellingen (het vorderingsrecht dat na drie jaar verjaart, wordt op vijf jaar gebracht wanneer de onverschuldigde betaling het gevolg is van arglist of bedrog van de werkloze) ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4525 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^