Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 09 juni 2009

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arresten nrs. 191.951 en 191.950 van 27 maart 2009 in zake respectievelijk Guido Durlet en anderen en Antoine Boxus en Willy Roua tegen het Waalse Gewest, tus « 1. Kan artikel 6 van het decreet van het Waals Parlement van 17 juli 2008 betreffende enkele verg(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2009202412
pub.
09/06/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arresten nrs.191.951 en 191.950 van 27 maart 2009 in zake respectievelijk Guido Durlet en anderen en Antoine Boxus en Willy Roua tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partij : de « Société régionale wallonne du Transport », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 3 april 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Kan artikel 6 van het decreet van het Waals Parlement van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, zonder de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet te schenden, het Waals Parlement ertoe machtigen het ministerieel besluit van 13 september 2006 tot toekenning van een stedenbouwkundige vergunning verstrekt aan ' Société régionale wallonne du Transport ' (Gewestelijke Waalse Vervoermaatschappij) voor de verlenging van de start- en landingsbaan van de luchthaven Luik-Bierset te ratificeren, zonder de grond van het dossier en de regelmatigheid van de administratieve procedure te onderzoeken ? 2. Schendt artikel 6 van het decreet van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, in zoverre het, wat betreft de handelingen en werken voor de aanleg van de infrastructuren en onthaalgebouwen van de gewestelijke luchthavens, het ministerieel besluit van 13 september 2006 tot toekenning van een stedenbouwkundige vergunning verstrekt aan ' Société régionale wallonne du Transport ' (Gewestelijke Waalse Vervoermaatschappij) voor de verlenging van de start- en landingsbaan van de luchthaven Luik-Bierset ratificeert, en uitsluit dat die door de Waalse Regering afgegeven vergunning, zoals de andere door een administratieve overheid afgegeven vergunningen, het voorwerp kan uitmaken van een volledige wettigheidstoetsing door de Raad van State op beroep tot vernietiging van een belanghebbende, in het bijzonder wanneer dat beroep werd ingesteld vóór de inwerkingtreding van dat decreet, - de regels die de bevoegdheid tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten verdelen en - de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang onderzocht, alsmede die artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, gedaan te Aarhus op 25 juni 1988, en artikel 10bis van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij de richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 en bij de richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003, alsmede met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? ».b. Bij arresten nrs.191.953 en 191.952 van 27 maart 2009 in zake respectievelijk Philippe Daras en Bernard Croiselet en Paul Fastrez en Henriette Fastrez tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partij : de nv « Infrabel », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 3 en 6 april 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Kan artikel 14 van het decreet van het Waals Parlement van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, zonder de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet te schenden, het Waals Parlement ertoe machtigen om, wat betreft het GEN-net en aanhorigheden, toegangs- en aansluitingswegen in verband daarmee, het ministerieel besluit van 9 februari 2006 betreffende de globale vergunning verstrekt aan de NMBS voor de aanleg en de uitbating van het derde en het vierde spoor op Infrabelspoorlijn 124 Brussel-Charleroi tussen de gemeenten Waterloo, Eigenbrakel en Nijvel te ratificeren, zonder de grond van het dossier en de regelmatigheid van de administratieve procedure te onderzoeken ? 2. Schendt artikel 14 van het decreet van het Waals Parlement betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, in zoverre het, wat betreft het GEN-net en aanhorigheden, toegangs- en aansluitingswegen in verband daarmee, het ministerieel besluit van 9 februari 2006 betreffende de globale vergunning verstrekt aan de NMBS voor de aanleg en de uitbating van het derde en het vierde spoor op Infrabelspoorlijn 124 Brussel-Charleroi tussen de gemeenten Waterloo, Eigenbrakel en Nijvel ratificeert en uitsluit dat die door de Waalse Regering afgegeven vergunning, zoals de andere door een administratieve overheid afgegeven vergunningen, het voorwerp kan uitmaken van een volledige wettigheidstoetsing door de Raad van State op het beroep tot vernietiging van een belanghebbende, in het bijzonder wanneer dat beroep werd ingesteld vóór de inwerkingtreding van dat decreet, - de regels die de bevoegdheid tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten verdelen en - de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang onderzocht, alsmede die artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, gedaan te Aarhus op 25 juni 1988, en artikel 10bis van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij de richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 en bij de richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003, alsmede met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? ».c. Bij arrest nr.192.092 van 31 maart 2009 in zake de vzw « Association des Riverains et Habitants des Communes proches de l'Aéroport B.S.C.A. (Brussels South Charleroi Airport) » en Bernard Page tegen het Waalse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Kan artikel 7 van het decreet van het Waals Parlement van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, zonder de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet te schenden, het Waals Parlement ertoe machtigen, wat betreft de handelingen en werken voor de aanleg van de infrastructuren en onthaalgebouwen van de gewestelijke luchthavens, de stedenbouwkundige vergunning van 16 september 2003 afgegeven door de gemachtigd ambtenaar van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen en Erfgoed van Charleroi aan de nv ' SOWAER ' strekkende tot de uitvoering van overwelvingswerkzaamheden op de Tintia en de wijziging van het bodemreliëf in het noordoostelijk deel van het luchthavengebied te ratificeren, zonder de grond van het dossier en de regelmatigheid van de administratieve procedure te onderzoeken ? 2. Schendt artikel 7 van het decreet van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, in zoverre het, wat betreft de handelingen en werken voor de aanleg van de infrastructuren en onthaalgebouwen van de gewestelijke luchthavens, de stedenbouwkundige vergunning van 16 september 2003 afgegeven door de gemachtigd ambtenaar van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen en Erfgoed van Charleroi aan de nv ' SOWAER ' strekkende tot de uitvoering van overwelvingswerkzaamheden op de Tintia en de wijziging van het bodemreliëf in het noordoostelijk deel van het luchthavengebied ratificeert, en uitsluit dat die door de Waalse Regering afgegeven vergunning, zoals de andere door een administratieve overheid afgegeven vergunningen, het voorwerp kan uitmaken van een volledige wettigheidstoetsing door de Raad van State op beroep tot vernietiging van een belanghebbende, in het bijzonder wanneer dat beroep werd ingesteld vóór de inwerkingtreding van dat decreet, - de regels die de bevoegdheid tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten verdelen en - de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang onderzocht, alsmede die artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, gedaan te Aarhus op 25 juni 1988, en artikel 10bis van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij de richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 en bij de richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003, alsmede met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? ».d. Bij arrest nr.192.091 van 31 maart 2009 in zake de vzw « Association des Riverains et Habitants des Communes proches de l'Aéroport B.S.C.A. (Brussels South Charleroi Airport) » en anderen tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partij : de nv « Société Wallonne des Aéroports », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 april 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Kan artikel 9 van het decreet van het Waals Parlement van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, zonder de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet te schenden, het Waals Parlement ertoe machtigen, wat betreft de handelingen en werken voor de aanleg van de infrastructuren en onthaalgebouwen van de gewestelijke luchthavens, het ministerieel besluit van 27 juli 2005 betreffende de milieuvergunning verstrekt aan de nv ' SOWAER ' voor de uitbating van de luchthaven Charleroi-Brussels South te ratificeren, zonder de grond van het dossier en de regelmatigheid van de administratieve procedure te onderzoeken ? 2. Schendt artikel 9 van het decreet van 17 juli 2008 betreffende enkele vergunningen waarvoor er dringende redenen van algemeen belang bestaan, in zoverre het, wat betreft de handelingen en werken voor de aanleg van de infrastructuren en onthaalgebouwen van de gewestelijke luchthavens, het ministerieel besluit van 27 juli 2005 betreffende de milieuvergunning verstrekt aan de nv ' SOWAER ' voor de uitbating van de luchthaven Charleroi-Brussels South ratificeert, en uitsluit dat die door de Waalse Regering afgegeven vergunning, zoals de andere door een administratieve overheid afgegeven vergunningen, het voorwerp kan uitmaken van een volledige wettigheidstoetsing door de Raad van State op beroep tot vernietiging van een belanghebbende, in het bijzonder wanneer dat beroep werd ingesteld vóór de inwerkingtreding van dat decreet, - de regels die de bevoegdheid tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten verdelen en - de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang onderzocht, alsmede die artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 9 van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, gedaan te Aarhus op 25 juni 1988, en artikel 10bis van de richtlijn 85/337/EEG van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij de richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 en bij de richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003, alsmede met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4673, 4674, 4675, 4678, 4682 en 4683 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^