Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 22 juli 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 14 mei 2010 in zake de nv « Résidence Christalain » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingeko « Schendt artikel 3, § 1, c), van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010203836
pub.
22/07/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 14 mei 2010 in zake de nv « Résidence Christalain » tegen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juni 2010, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, § 1, c), van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 ' betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen ', in de versie van vóór de wijziging ervan bij artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 1 maart 2007, in samenhang gelezen met artikel 3, § 1, a), en, voor zover nodig met artikel 3, § 1, a), van de genoemde ordonnantie, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie volgens welke - zij, enerzijds, van de toepassingssfeer van de in die ordonnantie bedoelde belasting de eigenaars uitsluiten van een op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gelegen bebouwde eigendom of de houders van zakelijke rechten op een dergelijk goed die dat goed bestemmen voor een gebouw van collectief wonen dat afzonderlijke flats bevat die ieder door een gezin worden betrokken, zoals een seniorenresidentie, - maar, anderzijds, die belasting ten laste leggen van de eigenaars of de houders van zakelijke rechten die dat goed bestemmen voor de collectieve huisvesting van bejaarden, terwijl zowel eerstgenoemden als laatstgenoemde houders zijn van een eigendomsrecht of van andere zakelijke rechten op een gebouw dat bestemd is voor bewoning en dus voor een residentiële bestemming ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4947 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^