Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 07 september 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 8 juni 2012 in zake de nv « Centea » tegen R.P. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2012, heeft het Hof va « Schendt artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, in die zin geïnterp(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012204795
pub.
07/09/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 8 juni 2012 in zake de nv « Centea » tegen R.P. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2012, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 82, tweede lid, van de faillissements wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 28/10/1997 numac 1997009766 bron ministerie van justitie Faillissementswet sluiten, in die zin geïnterpreteerd dat de echtgenoot van de gefailleerde bevrijd is van elke schuld die hij gezamenlijk of hoofdelijk met de gefailleerde is aangegaan, zelfs indien die schuld werd aangegaan ten bate van het eigen vermogen van die echtgenoot, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de schuldeiser van de echtgenoot die zich ertoe heeft beperkt zich borg te stellen voor de persoonlijke verbintenissen van de gefailleerde, zonder een voordeel voor zijn eigen vermogen eruit te halen, en de schuldeiser van de echtgenoot die gezamenlijk of hoofdelijk met de gefailleerde die schuld is aangegaan ten bate van zijn eigen vermogen, op eenzelfde wijze behandelt, waarbij in beide gevallen de schuldeiser zijn rechten van vervolging tegen de echtgenoot worden ontzegd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5439 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^