Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 20 maart 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 9 februari 2015 in zake de nv « NMBS Logistics » tegen Tom Proost, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, hee « Schendt artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015201310
pub.
20/03/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 9 februari 2015 in zake de nv « NMBS Logistics » tegen Tom Proost, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2015, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in de versie zoals van toepassing op 27 december 2012, en aldus geïnterpreteerd dat de opzeggingstermijn van een hogere bediende niet bij collectieve arbeidsovereenkomst kan bepaald worden, in samenhang gelezen met artikel 59 van die wet en met artikel 5 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat de opzeggingstermijn voor een bediende niet en die voor een arbeider wel bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden vastgesteld, en artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voorziet dat de overeenkomst over de opzeggingstermijn van een bediende ten vroegste op het ogenblik van de opzegging kan gesloten worden, terwijl voor arbeiders de overeenkomst tot vaststelling van de opzeggingstermijn reeds vóór het ogenblik van de opzegging kan gesloten worden ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6155 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^