Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 05 oktober 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met a(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015204398
pub.
05/10/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de personenbelasting van een aantal kosten vermeld in artikel 57 WIB 1992 afhankelijk wordt gesteld van de verantwoording door individuele fiches en een samenvattende opgave die overgelegd moeten worden in de vorm en binnen de termijn die de Koning bepaalt, zonder dat aan de belastingplichtige de mogelijkheid wordt gegeven aan te tonen dat het bedrag van deze kosten begrepen is in een door genieter overeenkomstig artikel 305 WIB 92 ingediende aangifte, terwijl daarentegen voor de toepassing van de vennootschapsbelasting in artikel 219, laatste lid WIB 92 deze mogelijkheid wél wordt geboden aan de belastingplichtige vennootschap, met als resultaat, niet alleen dat de sanctie van het tarief van 300 procent der geheime commissielonen van artikel 129, lid 1 en 2 WIB 92 niet kan worden toegepast, maar dat bovendien voormelde kosten voorzien in artikel 57 WIB 92 voor de vennootschap blijvend als beroepskosten worden aangemerkt ingevolge artikel 197 WIB 92 ? ».

Die zaak, ingeschreven onder nummer 6257 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 6212.

De griffier, F. Meersschaut

^