Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 09 november 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 26 september 2016 in zake het openbaar ministerie tegen L.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 september 2016, heeft de 1. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016205514
pub.
09/11/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 26 september 2016 in zake het openbaar ministerie tegen L.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 september 2016, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de in artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden het recht ontzeggen om, voor de kamer van inbeschuldigingstelling, beroepen in te stellen tegen beslissingen die zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij aan hem hebben gericht, terwijl de artikelen 6 van elk van beide wetten van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van (federale) ministers, enerzijds, en van die van leden van een gemeenschaps- of gewestregering, anderzijds, die rechten toekennen aan die laatstgenoemden ? »;2. « Schenden de artikelen 479 tot 482bis van het Wetboek van strafvordering artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij de in artikel 479 van dat Wetboek bedoelde rechtzoekenden weerhouden van het recht om tijdens het onderzoek, voor de kamer van inbeschuldigingstelling, beroepen in te stellen tegen beslissingen die zijn gewezen door de onderzoeksmagistraat op verzoekschriften die zij aan hem hebben gericht ? ». Die zaak, ingeschreven onder nummer 6520 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 6448 en 6449.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^