Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 december 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 242.632 van 12 oktober 2018 in zake de gemeente Sint-Gillis tegen de Franse Gemeenschap, met als tussenkomende partij J.D., waarvan de expeditie ter g « Schendt artikel 25, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling va(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018206140
pub.
11/12/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 242.632 van 12 oktober 2018 in zake de gemeente Sint-Gillis tegen de Franse Gemeenschap, met als tussenkomende partij J.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 oktober 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 25, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, in zoverre het bepaalt dat het advies van de raad van beroep de inrichtende macht verbindt wanneer het betrekking heeft op het ontslag van een prioritaire tijdelijke leerkracht in de zin van artikel 24, § 1, van hetzelfde decreet, de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 41 en 162 van de Grondwet, alsook met artikel 6, § 1, VIII, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, doordat het aldus een ongepaste en buitensporige verplichting op een inrichtende macht van het officieel gesubsidieerd onderwijs zou doen rusten, door haar te verplichten om haar beslissing om een prioritaire tijdelijke leerkracht te ontslaan in te trekken, terwijl de inrichtende machten van de andere netten niet aan een dergelijk bindend advies worden onderworpen en terwijl het advies van de raad van beroep, bijvoorbeeld in het geval van een tuchtsanctie die, krachtens de artikelen 64 en volgende van hetzelfde decreet, aan een in vast verband benoemde leerkracht is opgelegd, kan worden geweerd ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7026 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^