Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 26 juni 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 26 april 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, de volgende prejud « Doet artikel 7, § 13, tweede, derde en vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 be(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019202998
pub.
26/06/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 26 april 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Doet artikel 7, § 13, tweede, derde en vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in die zin geïnterpreteerd dat het de RVA niet de verplichting oplegt om de beslissing waarbij de genoemde Dienst aan een werkloze kennisgeeft van zijn beslissing om over te gaan tot de terugvordering van de uitkeringen die hij onterecht heeft ontvangen, bij een ter post aangetekende brief te verzenden, niet een met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet strijdig verschil in behandeling ontstaan in zoverre die interpretatie, zonder verband van evenredigheid met de bij die bepaling nagestreefde doelstelling, ertoe leidt ten aanzien van de wijze van stuiting van de verjaring sociaal verzekerden verschillend te behandelen die zich in een identieke situatie bevinden in zoverre de terugbetaling van sommen die zij onterecht hebben ontvangen, door een socialezekerheidsinstelling van hen wordt gevorderd, namelijk : - enerzijds, de sociaal verzekerde van wie de terugbetaling wordt gevorderd van een niet-verschuldigd bedrag inzake gezondheidszorg of vergoedingen, inzake prestaties op het vlak van pensioenen of van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of van vergoedingen gestort ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte, of nog inzake kinderbijslag, en die, in een dergelijk geval, het voorwerp moet uitmaken van een beslissing tot terugvordering waarbij de wetsbepalingen van elk van die regelingen erin voorzien dat daarvan bij aangetekende brief kennis dient te worden gegeven opdat de betrokken socialezekerheidsinstelling het voordeel van de verjaringsstuitende werking geniet; - anderzijds, de sociaal verzekerde die schuldenaar is van onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen en van wie, in die interpretatie, de terugbetaling ervan zou kunnen worden gevorderd bij een gewoon schrijven, dat geacht wordt dezelfde verjaringsstuitende werking te hebben als de aangetekende brief die in de andere sectoren van de sociale zekerheid wordt vereist ? Is artikel 7, § 13, tweede, derde en vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in die zin geïnterpreteerd dat het de stuiting van de verjaring afhankelijk maakt van de kennisgeving bij aangetekende brief, door de RVA aan de werkloze, van de beslissing tot uitsluiting en tot terugvordering van de uitkeringen die hij onterecht heeft ontvangen, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet het verschil in behandeling veroorzaakt dat het gevolg is van de niet-inachtneming van die formaliteit ten opzichte van de sociaal verzekerden die schuldenaars zijn van sociale uitkeringen die in de andere, hiervoor vermelde socialezekerheidsregelingen zijn ontvangen zonder recht erop te hebben ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7171 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^