Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 01 oktober 1997

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 augustus 1997 in zake M. ben M'barek Boutgayout tegen het O.C.M.W. van Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrag « Veroorzaken de artikelen 2, 1°, e), en 23 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het &quo(...)

bron
arbitragehof
numac
1997021310
pub.
01/10/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 augustus 1997 in zake M. ben M'barek Boutgayout tegen het O.C.M.W. van Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 22 augustus 1997, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Veroorzaken de artikelen 2, 1°, e), en 23 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het " handvest " van de sociaal verzekerde, of artikel 71 van de wet van 8 juli 1976, gewijzigd bij de wet van 12 januari 1993, zoals van kracht op 1 januari 1997, gelet op de voormelde artikelen van de wet van 11 april 1995, een verschil in behandeling dat niet door een objectief en redelijk criterium verantwoord is en schenden zij daardoor de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, gecoördineerd op 17 februari 1994, doordat de verzoeker of begunstigde van een sociale bijstand over een termijn van één maand beschikt om een beroep in te stellen voor de arbeidsrechtbank tegen een beslissing die te zijnen aanzien is genomen door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, terwijl de verzoeker of begunstigde van het bestaansminimum, sedert 1 januari 1997, over een termijn van drie maanden beschikt voor hetzelfde beroep ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1148 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^