Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 02 september 1998

Bericht over de representativiteit van vakorganisaties in de provinciale en in de plaatselijke overheidsdiensten. Vakorganisaties die representatief zijn om zitting te hebben in de bijzondere comités, de afzonderlijke bijzondere comités, alsmede in Bekendmaking in uitvoering van artikel 65 van het koninklijk besluit van 28 september 1984. I. I(...)

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998002093
pub.
02/09/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


Bericht over de representativiteit van vakorganisaties in de provinciale en in de plaatselijke overheidsdiensten. Vakorganisaties die representatief zijn om zitting te hebben in de bijzondere comités, de afzonderlijke bijzondere comités, alsmede in de overeenkomstige overlegcomités (artikelen 62, derde lid, en 63, derde lid, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel) Bekendmaking in uitvoering van artikel 65 van het koninklijk besluit van 28 september 1984.

I. In het Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1992 en van 9 december 1992 werden de berichten gepubliceerd van respectievelijk 30 september 1992 en 30 november 1992, die de lijst bevatten van de vakorganisaties die representatief zijn om zitting te hebben in de bijzondere comités en afzonderlijke bijzondere comités opgericht bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 september 1984.

II. Met de brieven van 19 juni 1998 deelt de voorzitter van de Controlecommissie voor de representativiteit van de vakorganisaties in de overheidssector mee dat de Commissie het representativiteitsonderzoek beëindigd heeft voor de derde periode van zes jaar, ingevolge het bepaalde in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974, wat de toegang betreft tot alle bijzondere comités en alle afzonderlijke bijzondere comités.

III. Hieruit blijkt dat : a) de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten (FCSOD) en de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD) aan alle representativiteitsvoorwaarden en -criteria voldoen om zitting te hebben in alle bijzondere en alle afzonderlijke bijzondere comités.b) het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) aan alle representativiteitsvoorwaarden en -criteria voldoet om zitting te hebben in : 1° de bijzondere comités opgericht in de hiernavermelde overheidsdiensten : 1.A.L.O.M.S. Haute Lesse; 2. Bilzen; 3. C.I.B.E.; 4. Comines-Warneton;5. Erpe-Mere;6. Geetbets;7. Horebeke;8. Ic.Land van Aalst; 9. Ic.d'Incendie de Liège; 10. Jodoigne;11. Koekelare;12. La Hulpe;13. Lierde;14. Mesen;15. Moerbeke;16. Mont-de-l'Enclus;17. Ouffet;18. Riemst; 19. S.P.E. Gent; 20. Schelle;21. Sint-Lievens-Houtem;22. Tongeren;23. Vleteren;24. Zingem;2° het afzonderlijk bijzonder comité van Ramillies. IV. De Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten groepeert onder meer de Christelijke Centrale van de Openbare Diensten, de Christelijke Onderwijs Centrale en het Christelijk Onderwijzersverbond.

V. Krachtens het bepaalde in artikel 12 van de wet van 19 december 1974 en artikel 41 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 hebben de hierboven vermelde vakorganisaties ook zitting in de overeenkomstige overlegcomités opgericht in het gebied van de bijzondere comités of afzonderlijke bijzondere comités, waarvoor zij als representatief werden beschouwd.

VI. Uit de samenlezing van de artikelen 14, § 1, en 25 van de wet van 19 december 1974 (zoals dit laatste artikel ingevoegd werd door artikel 9 van de wet van 6 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 5 september 1989), blijkt dat de vakorganisaties waarvan, op grond van dit nieuw representativiteitsonderzoek, werd vastgesteld dat zij aan de gestelde voorwaarden voldoen, zitting hebben in de comités waarvoor zij als representatief worden beschouwd met ingang van de datum van bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 21 augustus 1998.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. Tobback

^