Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 21 december 1999

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 november 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 november 199 Die zaak is ingeschreven onder nummer 1797 van de rol van het Hof. De griffier, L. Potoms.

bron
arbitragehof
numac
1999021578
pub.
21/12/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 november 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 november 1999, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de artikelen 4 en 6 van de wet van 11 april 1999 tot wijziging van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 1999), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door de v.z.w.

Groupe d'étude et de réforme de la fonction administrative, met kantoren te 1190 Brussel, Luttrebruglaan 137.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 1797 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 16 en 18 november 1999 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 17 en 19 november 1999, hebben P. d'Otreppe de Bouvette, wonende te 6810 Jamoigne, rue Saint-Pierre 15, en P. Cauchie, wonende te 1700 Dilbeek, Kapelstraat 67, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 22, § 3, vijfde en zesde lid, en § 4, van de wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming van de gerechtelijke kantons (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 mei 1999), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1806 en 1809 van de rol van het Hof en werden samengevoegd met de zaak met rolnummer 1767.

De griffier, L. Potoms.

^