Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 december 2001

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 november 2001 in zake het openbaar ministerie en de Minister van Financiën tegen de b.v.b.a. Kempenaers Brandstoffen en anderen, « Schenden de artikelen 205 en volgende van het Hoofdstuk II van de Algemene Wet van 18 juli 1977 i(...)

bron
arbitragehof
numac
2001021667
pub.
29/12/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 19 november 2001 in zake het openbaar ministerie en de Minister van Financiën tegen de b.v.b.a. Kempenaers Brandstoffen en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 3 december 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schenden de artikelen 205 en volgende van het Hoofdstuk II van de Algemene Wet van 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat de strafvordering en de rechtspleging inzake Douane en Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte geadministreerde, gezien de Administratie der Douane en Accijnzen fungeert als diegene die naast de opsporing, ook eenzijdig, niet tegensprekelijk, het technisch onderzoek en het boekhoudkundig onderzoek voert, waarvan de resultaten van aard zijn dat de tenlastelegging staat of valt ? Schendt artikel 265 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat dit een discriminatie inhoudt ten opzichte van het algemeen strafrecht, inzoverre dat deze bepaling een objectieve en quasi absolute strafrechtelijke verantwoordelijkheid van personen weerhoudt voor de daden van een bediende, arbeiders, knechten, of verdere door hen bezoldigde personen ? Schenden de artikelen 265, § 3, en 266 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepalingen inzake Douane en Accijnzen inzake de strafrechtelijke aansprakelijkheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze een discriminatie inhouden ten opzichte van het algemeen strafrecht inzoverre dat deze bepalingen de strafrechter nog bevoegd achten om uitspraak te doen over de civielrechtelijke rechtsvordering, na strafrechtelijke uitspraak ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2294 van de rol van het Hof en werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 2209.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^