Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 september 2002

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet alwaar het bepaalt d(...)

bron
arbitragehof
numac
2002021394
pub.
18/09/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 juni 2002 in zake A. Lust en M. Traen tegen P. Mouriau de Meulenacker, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 juli 2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 48bis van de pachtwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet alwaar het bepaalt dat de pachter die zijn voorkooprecht heeft overgedragen overeenkomstig artikel 48bis van de pachtwet anders wordt behandeld dan de pachter die zelf zijn voorkooprecht heeft uitgeoefend overeenkomstig artikel 47 van de pachtwet ? De ongelijke behandeling bestaat erin dat de schadevergoeding die de pachter in het eerste geval moet betalen 50 % (artikel 48bis van de pachtwet) en in het andere geval 20 % (artikel 54 van de pachtwet) van de verkoopprijs bedraagt en dat in het eerste geval een verbod van overdracht van exploitatie van negen jaar wordt opgelegd terwijl in het andere geval een verbod van overdracht van exploitatie van slechts vijf jaar wordt opgelegd. » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2501 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^