Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 15 maart 2002

Officieel bericht Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepszie(...) Rekening houdend met de wet van 2 augustus 1971, waarbij de sociale uitkeringen aan het indexcijfer(...)

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022163
pub.
15/03/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU


Officieel bericht Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 109,45 (basis 1996 = 100) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkomingen aan gehandicapten, bestaansminimum, gezinsbijslag) Rekening houdend met de wet van 2 augustus 1971, waarbij de sociale uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, en met andere wettelijke en reglementaire bepalingen worden met ingang van 1 februari 2002 de sociale uitkeringen op de volgende bedragen vastgesteld.

A. Geneeskundige verzorging en uitkeringen I. Algemeen stelsel 1. Regeling voor werknemers a) Maximum daguitkering voor het eerste jaar arbeidsongeschiktheid : - 60 % 59,54 EUR - 55 % 54,58 EUR b) Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid : 1.arbeidsongeschiktheid aanvangend vóór 1 oktober 1974 : - met gezinslast 40,74 EUR - zonder gezinslast 27,26 EUR 2. arbeidsongeschiktheid aanvangend vanaf 1 oktober 1974 : - met gezinslast 59,54 EUR - zonder gezinslast 39,69 EUR c) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer : 1.met gezinslast 37,23 EUR 2. zonder gezinslast a) alleenstaanden 29,72 EUR b) samenwonenden 26,65 EUR d) Uitkeringen bestaansminimum : 1.met gezinslast 30,13 EUR 2. zonder gezinslast 22,60 EUR e) Uitkeringen voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) : 148,74 EUR 2.Regeling voor zelfstandigen (Dagbedragen) a) Primaire ongeschiktheid : 1.met gezinslast 18,99 EUR 2. zonder gezinslast 15,43 EUR b) Invaliditeit : Zonder stopzetting van het bedrijf : 1.met gezinslast 30,13 EUR 2. zonder gezinslast 22,60 EUR Met stopzetting van het bedrijf : 1.met gezinslast 31,93 EUR 2. zonder gezinslast 23,95 EUR c) Moederschapsuitkering 962,03 EUR 3.Forfaitaire tegemoetkoming hulp van derden Invalide met gezinslast 5,16 EUR II. Stelsel der zeelieden a) Maximum daguitkering voor het eerste jaar arbeidsongeschiktheid : Categorie I 11,31 EUR Categorie II 13,42 EUR Categorie III 15,54 EUR Categorie IV 17,65 EUR Categorie V 19,76 EUR Categorie VI 21,88 EUR Categorie VII 23,99 EUR Categorie VIII 26,10 EUR Categorie IX 28,22 EUR Categorie X 30,33 EUR Categorie XI 32,45 EUR Categorie XII 34,56 EUR Categorie XIII 36,67 EUR Categorie XIV 38,79 EUR Categorie XV 40,90 EUR Categorie XVI 43,02 EUR Categorie XVII 45,13 EUR Categorie XVIII 47,24 EUR Categorie XIX 49,36 EUR Categorie XX 51,47 EUR Categorie XXI 53,58 EUR Categorie XXII 55,70 EUR Categorie XXIII 57,81 EUR Categorie XXIV 59,54 EUR b) Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid : 1.gewoon bedrag 59,54 EUR 2. bedrag tijdens de opneming in een verpleeginrichting en zonder gezinslast 39,69 EUR c) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer : 1.met gezinslast 37,23 EUR 2. zonder gezinslast 29,72 EUR d) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitke- ring voor gerechtigden die niet de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer : 1.met gezinslast 30,13 EUR 2. zonder gezinslast 22,60 EUR e) Uitkeringen voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) : 148,74 EUR B.Pensioenen 1. De pensioenen toegekend uit hoofde van een activiteit als werknemer (arbeider, bediende, zeevarende of mijnwerker) worden vanaf 01.02.2002 verhoogd tot een bedrag gelijk aan het vorig maandbedrag vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,02. 2. Gewaarborgd minimumpensioen voor een volledige werknemersloopbaan (rekening houdend met het koninklijk besluit van 14 mei 2000 tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers) : (Jaarbedragen) Rustpensioen : gezinsbedrag 11.793,71 EUR bedrag alleenstaande 9.438,10 EUR Overlevingspensioen : 9.284,08 EUR 3. Mijnwerkersinvaliditeitspensioen : (Jaarbedragen) Ondergrond : gezinsbedrag 13.258,08 EUR bedrag alleenstaande 10.418,64 EUR Bovengrond : gezinsbedrag 11.348,28 EUR bedrag alleenstaande 9.081,36 EUR 4. Ouderdomsrentebijslag (de toe te kennen bedragen variëren, naargelang het geboortejaar der gerechtigden) : (Jaarbedragen) gezinsbedrag : - geboortejaar van de echtgenoot : 1909 2.683,25 EUR bedrag alleenstaande : - man geboren in 1909 1.327,58 EUR - vrouw geboren in 1914 1.465,61 EUR weduwenrente : - geboortejaar van de man : 1909 105,75 EUR 5. Gewaarborgd inkomen voor bejaarden : (Jaarbedragen) a) gewoon maximumbedrag : gezinsbedrag 9.401,51 EUR bedrag alleenstaande 7.051,26 EUR b) maximumbedrag wanneer de aanvrager of zijn echtgenoot het genot heeft bekomen van de verhoging voorbehouden aan de minder-validen die een invaliditeit van minstens 65 pct.bewezen : gezinsbedrag 11.114,62 EUR bedrag alleenstaande 8.764,37 EUR c) maximumbedrag wanneer de aanvrager en zijn echtgenoot het genot hebben bekomen van de verhoging voorbehouden aan de minder-validen die een invaliditeit van minstens 65 pct.bewezen : gezinsbedrag 12.827,73 EUR 6. Inkomensgarantie voor ouderen : (Jaarbedragen) - basisbedrag 4.775,40 EUR - basisbedrag x 1,5 7.163,10 EUR C. Arbeidsongevallen en beroepsziekten I. Arbeidsongevallen Gerechtigden op arbeidsongevallenrenten.

Het jaarbedrag van de aanvullende bijslag die door het Fonds voor arbeidsongevallen wordt toegekend, is gelijk aan het verschil tussen : 1° de hierna aangegeven geherwaardeerde bedragen die gekoppeld zijn aan het indexcijfer der consumptieprijzen, en 2° het bedrag van de rente vóór iedere uitkering in kapitaal, of van de jaarlijkse vergoeding die in toepassing van de arbeidsongevallenwet wordt uitbetaald.1. De getroffenen (per pct.blijvende ongeschiktheid) : a) met een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 pct.62,60 EUR b) met een blijvende ongeschiktheid tussen 10 en 35 pct.91,18 EUR c) met een blijvende ongeschiktheid tussen 36 en 65 pct.121,48 EUR d) met een blijvende ongeschiktheid van 66 pct.of méér, of wanneer de getroffene een vergoeding voor hulp van derden ontvangt, berekend op een hoger bedrag dan 100 pct. zonder 150 pct. te overschrijden. 154,19 EUR e) wanneer het ongeval vóór 15 oktober 1951 is gebeurd en de hulp van derden als noodzakelijk werd erkend bij overeenkomst tussen de partijen of bij vonnis of wanneer de bijkomende vergoeding voor de hulp van derden berekend wordt op basis van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon.77,14 EUR 2. De andere rechthebbenden : a) de overlevende echtgenoot 3.396,73 EUR b) met een rente van 20 pct.van het basisloon 2.264,49 EUR c) met een rente van 15 pct.van het basisloon 1.698,32 EUR d) met een rente van 10 pct.van het basisloon 1.132,24 EUR II. Beroepsziekten De sub. I hierboven vermelde bedragen van de aanvullende bijslag gelden eveneens voor de aanvullende toeslagen die toegekend worden aan de gerechtigden op een vergoeding in uitvoering van de wetten betreffende de schadeloosstelling inzake beroepsziekten.

D. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap (Jaarbedragen) 1. De wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap trad in werking op 1 juli 1987.Deze wet verleent twee types tegemoetkomingen : de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming.

Met ingang van 1 november 1989 werd een derde tegemoetkoming ingesteld, uitsluitend ten gunste van de gehandicapten van minstens 65 jaar : de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. 1.1. De maximale tegemoetkomingen bedragen : 1.1.1. de inkomensvervangende tegemoetkoming : - met personen ten laste 9.342,54 EUR - alleenstaande 7.006,83 EUR - samenwonende 4.671,64 EUR 1.1.2. de integratietegemoetkoming : - categorie I 923,88 EUR - categorie II 3.148,23 EUR - categorie III 5.030,48 EUR - categorie IV 7.328,77 EUR 1.1.3. de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden : De maximale bedragen bij de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, gekoppeld aan spilindex 109,45, bedragen sinds 1 februari 2002 : - categorie I 789,51 EUR - categorie II 3.013,74 EUR - categorie III 3.664,23 EUR - categorie IV 4.314,52 EUR - categorie V 5.299,78 EUR 1.2. De inkomensgrenzen, zowel in het stelsel van de integratietegemoetkoming als in het stelsel van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, zijn samengesteld uit een variabel en uit een vast gedeelte; de beide gedeelten samen bedragen : 1.2.1. voor de integratietegemoetkoming : - met personen ten laste 9.289,47 EUR - alleenstaande 6.984,61 EUR - samenwonende 4.644,75 EUR Bemerking : Indien de gehandicapte persoon er evenwel voordeel bij heeft, wordt het bedrag van de integratietegemoetkoming verminderd met het gedeelte van het inkomen voortkomend uit werkelijk door de gehandicapte gepresteerde arbeid, dat het bedrag overschrijdt van het gewaarborgd minimum maandinkomen maal twaalf. Dit gewaarborgd minimum maandinkomen op jaarbasis bedraagt : 14.511,96 EUR 1.2.2. voor de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden : - met personen ten laste 9.758,49 EUR - alleenstaande 7.350,25 EUR - samenwonende 4.879,27 EUR 2. De wet van 27 juni 1969 blijft evenwel van toepassing voor de gehandicapten aan wie een tegemoetkoming was verleend die inging vóór 1 januari 1975 (tenzij de toepassing van de wet van 27 februari 1987 voordeliger is - principe van de verworven rechten). 2.1. De maximale tegemoetkomingen bedragen : 2.1.1. de gewone tegemoetkoming 30 pct. 1.106,10 EUR 35 pct. 1.290,45 EUR 40 pct. 1.474,80 EUR 45 pct. 1.659,15 EUR 50 pct. 1.843,50 EUR 55 pct. 2.027,85 EUR 60 pct. 2.418,60 EUR 65 pct. 2.773,55 EUR 70 pct. 3.496,50 EUR 75 pct. 3.746,25 EUR 80 pct. 4.483,20 EUR 85 pct. 4.796,55 EUR 90 pct. 5.078,70 EUR 95 pct. 5.893,80 EUR 100 pct. 7.010,00 EUR Bedragen voor de gehuwde mannen met een ongeschiktheid van ten minste 80 pct. en die niet feitelijk noch van tafel en bed gescheiden zijn : 80 pct. 4.624,80 EUR 85 pct. 4.913,85 EUR 90 pct. 5.327,10 EUR 95 pct. 6.258,60 EUR 100 pct. 7.128,00 EUR 2.1.2. de bijzondere tegemoetkoming : 100 pct. 3.024,84 EUR 100 pct. (met verhoging) 5.685,16 EUR 2.1.3. de tegemoetkoming voor hulp van derde : - categorie I 1.300,56 EUR - categorie II 1.951,05 EUR - categorie III 2.601,34 EUR 2.2. Het abattement op de pensioenen, voorzien bij de berekening van de aanvullende tegemoetkoming (zoals beoogd in artikel 39, § 3 van het koninklijk besluit van 17 november 1969) bedraagt : 1.510,44 EUR 2.3. De perken van de bestaansmiddelen, beoogd in de artikelen 14 en 20 van het koninklijk besluit van 17 november 1969 bedragen : 2.3.1. de werkende minder-validen : - meerderjarigen en gehuwde minderjarigen 5.521,68 EUR - van 18 tot 21 jaar 4.348,35 EUR - van 14 tot 18 jaar 2.760,84 EUR 2.3.2. de niet-werkende minder-validen : 1° gehuwden (of gelijkgesteld), of personen met kinderen ten laste : - gezinshoofd 4.446,52 EUR - echtgenoot 1.367,14 EUR - per kind 975,62 EUR 2° zonder kinderen ten laste : ongehuwde meerderjarigen, weduwnaars, echtgescheidenen, feitelijk of van tafel en bed gescheidenen - ongehuwde minderjarigen die volle wezen zijn of door hun ouders verlaten zijn : - belanghebbende 3.849,22 EUR 3° ongehuwde minderjarigen die met hun ouders samenwonen, in gezinsverband leven of gehospitaliseerd zijn : - gezinshoofd 4.446,52 EUR - echtgenoot 1.367,14 EUR - per kind 975,62 EUR 3. De wet van 27 juni 1969 blijft voorlopig van toepassing voor de gehandicapten aan wie de tegemoetkoming was verleend die inging na 31 december 1974 doch vóór 1 juli 1987 (tot er bij een herziening doorgevoerd op verzoek of ambtshalve, een beslissing wordt getroffen in toepassing van de wet van 27 februari 1987). De maximale tegemoetkomingen bedragen : 3.1. De gewone tegemoetkoming : 3.1.1. basisbedragen : - gehuwde 8.979,47 EUR - alleenstaande 6.734,61 EUR - samenwonende 4.489,75 EUR 3.1.2. verhogingen toegekend naargelang van de invaliditeitsgraad : 30 of 35 pct. 461,94 EUR 40 of 45 pct. 923,88 EUR 50 of 55 pct. 1.385,87 EUR 60 of 65 pct. 1.847,81 EUR 70 of 75 pct. 2.694,73 EUR 80 of 85 pct. 3.079,70 EUR 90 of 95 pct. 3.849,58 EUR 100 pct. 4.619,52 EUR 3.2. De bijzondere tegemoetkoming : De basisbedragen zijn dezelfde als voor de gewone tegemoetkoming.

De verhogingen, die dezelfde zijn als voor de gewone tegemoetkoming, worden toegekend vanaf een invaliditeitsgraad van 65 pct. 4. De wet van 27 juni 1969 blijft eveneens van toepassing voor de gehandicapten aan wie een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen werd toegekend die inging vóór 1 november 1989 (tenzij de toepassing van de wet van 27 februari 1987 voor hen voordeliger is - principe van de verworven rechten). De tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen bedraagt : 1.713,11 EUR E. Bestaansminimum (Jaarbedragen) De maximale bedragen zijn : - samenwonende echtgenoten 9.338,56 EUR - alleenstaand persoon met kinderlast 9.338,56 EUR - alleenstaand persoon 7.003,92 EUR - samenwonend persoon 4.669,28 EUR F. Gezinsbijslag I. Werknemers 1. Kraamgeld : 1e geboorte 983,68 EUR 2e geboorte en elk volgende 740,10 EUR Opmerking : het kraamgeld kan aangevraagd worden vanaf de zesde maand van de zwangerschap;de uitbetaling ervan kan worden bekomen twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum. 2. Adoptiepremie : per geadopteerd kind 983,68 EUR 3.Kinderbijslag : Bedragen per maand a) Gewone kinderbijslag : 1e kind 72,61 EUR 2e kind 134,35 EUR 3e kind en elk volgende 200,59 EUR b) Kinderbijslag voor in gezinnen geplaatste kinderen en voor kinderen bedoeld in artikel 56quinquies, § 3, van de samengeordende wetten : 1e kind 77,05 EUR 2e kind 142,58 EUR 3e kind en elk volgende 200,59 EUR c) Kinderbijslag voor wezen : per weeskind 278,93 EUR d) Bijkomende bijslag voor de kinderen van werklozen (vanaf de zevende maand) en gepensioneerden : 1e kind 36,96 EUR 2e kind 22,91 EUR 3e kind en elk volgende 4,02 EUR e) Bijkomende bijslag voor kinderen van invalide werknemers : 1e kind 79,53 EUR 2e kind 22,91 EUR 3e kind en elk volgende 4,02 EUR f) Bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen van minder dan 21 jaar per gehandicapt kind : - indien het getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct.en indien het 0, 1, 2 of 3 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 326,65 EUR - indien het getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct. en indien het 4, 5 of 6 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 357,56 EUR - indien het getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct. en indien het 7, 8 of 9 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 382,23 EUR g) Gehandicapten van meer dan 25 jaar, die de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben vóór 1 juli 1987, wezen of afhankelijk van een invalide werknemer : Kinderbijslag 92,71 EUR Leeftijdsbijslag 29,87 EUR 4.Leeftijdsbijslagen : Kinderen geboren na 31 december 1990 Eerste rang van de gewone schaal (niet-gehandicapte kinderen) Kind van 6 tot 12 jaar 12,65 EUR Kind van 12 tot 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 19,26 EUR Kind boven de 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 22,20 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 dat EERSTE RANG wordt ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 6 jaar tot minder dan 18 jaar 25,22 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 dat EERSTE RANG wordt ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 27,09 EUR Andere kinderen (gehandicapte kinderen inbegrepen) Kind van 6 tot 12 jaar 25,22 EUR Kind van 12 tot 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 38,54 EUR Kind boven de 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 49,01 EUR Kinderen geboren vóór 1 januari 1991 Eerste rang van de gewone schaal (niet-gehandicapte kinderen) Kind geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, minder dan 18 jaar 25,22 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, vanaf 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 27,09 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984, minder dan 18 jaar 38,54 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984, vanaf 18 jaar 40,41 EUR Kind geboren vóór 1 januari 1981 42,53 EUR Andere kinderen (gehandicapte kinderen inbegrepen) Kind van 6 tot 12 jaar 25,22 EUR Kind van 12 tot 18 jaar 38,54 EUR Kind boven de 18 jaar 49,01 EUR 5. Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de leerling, verbonden door een leerovereenkomst, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 416,47 EUR 6.Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 416,47 EUR 7. Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven het niet meer leerplichtige kind dat een vorm van deeltijds secundair onderwijs volgt, zoals ingericht onder de voorwaarden voorgeschreven door de gemeenschappen, of een erkende vorming volgt, en een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering geniet, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 416,47 EUR 8.Bedrag van het brutoloon of de sociale uitkering waarboven het kind dat lessen volgt en stages volbrengt, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 416,47 EUR 9. Bedrag van het loon of de sociale uitkering die eruit voortvloeit, verbonden aan de hoedanigheid van rechthebbende met personen ten laste : Per maand 239,46 EUR 10.Bedrag van de vervangingsinkomens boven welke geen recht meer bestaat op de verhoogde bijslag : Dagelijks maximumbedrag 59,54 EUR Maandelijks maximumbedrag 1.607,58 EUR 11. Bedrag van de hoofdelijke bijdragen die van toepassing zijn op de betrokken werkgevers ten aanzien van de werknemers die in dienst zijn getreden vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 : Per dag 6,55 EUR Per maand 137,58 EUR II.Gewaarborgde gezinsbijslag 1. Kraamgeld : 1e geboorte 983,68 EUR 2e geboorte en elk volgende 740,10 EUR 2.Kinderbijslag (per maand) : a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : - basisbedrag 1e kind 72,61 EUR 2e kind 134,35 EUR 3e kind en elk volgende 200,59 EUR - bijkomende bijslag 1e kind 36,96 EUR 2e kind 22,91 EUR 3e kind en elk volgende 4,02 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : 1e kind 36,93 EUR 2e kind 134,35 EUR 3e kind en elk volgende 200,59 EUR 3.Kinderbijslag voor wezen : per weeskind 278,93 EUR 4. Leeftijdsbijslagen (per maand) : a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : - Kind van minstens 6 jaar oud 25,22 EUR - Kind van minstens 12 jaar oud 38,54 EUR - Kind van minstens 18 jaar oud 49,01 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : - Kind van minstens 6 jaar oud 25,22 EUR - Kind van minstens 12 jaar oud 38,54 EUR - Kind van minstens 18 jaar oud 1° voor het eerstgeborene van een groep 42,53 EUR 2° voor de andere kinderen 49,01 EUR Het enige of het laatstgeboren kind geniet geen leeftijdsbijslag. 5. Bijzondere bijslag voor geplaatste kinderen a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : 48,72 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : 36,93 EUR Grenzen van de bestaansmiddelen per kwartaal die niet mogen overschreden worden voor de toekenning van de kinderbijslag, van de bijzondere bijslag of van het kraamgeld : 3.267,50 EUR Opmerking : voor ieder rechtgevend kind ten laste vanaf het tweede worden de grenzen van de bestaansmiddelen met 20 pct. verhoogd.

^